JAARGANG 1974 WEDSTRIJDEN O |
OBBICHT.(1974.07.23) In Obbicht eerste
Nederlandse zege Hennie Kuiper Huub Canisius -
hoofdman van dit bedrijf - en zijn enthousiaste gezellen, waren maandenlang
doende om het vierde „Wonder van Obbicht" gestalte te geven, in elkander
te zetten. Om een gebeurtenis van echte allure aan te kondigen en op te
dissen: op zondagavond de Vader Abrahamshow in een grote tent, opgeslagen op
het voetbalterrein; op maandagavond in die tent de popgroep Dizzy Man's Band;
op dinsdag van 's morgens tot 's avonds wielerkoersen (nieuwelingen De samenstelling
van die wielergala was puik; beste nieuwelingen en junioren, sterke
amateurs, een prima veld profs. Het weer was niet
best, het regende en voor die uitgebreide sportdag daagden nauwelijks ...
1500 toeschouwers op. Mogelijk dat via andere evenementen en de verleden
jaar geinde winst de balans De koersen waren
het bekijken dik waard, de wel present zijnde echte liefhebbers zijn aan hun
trekken gekomen en zeker de profs deden hun best. Zij etaleerden een
smakelijk brok sport. Na gaan. Een poging
van Kees Bal om het get te dichten, strandde. Een lekke band speelde
Krekels, Harings en Vrancken lelijk parten, Gerard Vianen (fietste keihard)
scheen wel te gaan slagen. Hennie Kuiper haalde alles uit zijn kast, zijn
overwinning was verdiend, tevens de eerste triomf van de Olympische kampioen
1972 bij de profs op Nederlandse bodem. Beroepsrenners: 1. Hennie Kuiper Ben Koken was
weer ongeluksvogel; zijn vorig seizoen ging door een tuimeling verloren, nu
stond hij long buitenspel (val in de Waalse Pljl) en in Obbicht werd hij ook
al door een val (schaafwonden) uitgeschakeld. Amateurs: 1. P. Kuys, Junioren: Nieuwelingen: 1. H. Plugers, 2. P. Driessen, 3. H. Noy, OCHTEN.(1974.07.20) Amateurs: 1. Harrie Lunenburg; 2. Henk Botterhuis; 3. Jan Klomp; Nieuwelingen: 1. Leon Veeke; 2. Jos Lammertink; 3. Mart Taverne; OIRSCHOT.(1974.09.01) Amateurs: 1. W. v. Helvoirt, 2. W. Pater, 3. J. Spijkerboer, 4. T. Jansen, 5.
J. Tabak, 6. P. Kessels, Veteranen: Liefhebbers: OISTERWIJK.(1974.05.05) Amateurs: Nieuwelingen: Liefhebbers: 1. B. ter Harmsel, 2. N. Moerman, OLDEBROEK.(1974.05.28) Amateurs: 1. H. Booy, 2. B. Groen, OLDENZAAL.(1974.08.11) Liefhebbers en
veteranen: 1. J. Pluimers, Dames: 1. T. v. d. Plaat, 2. T. v. Gessel, Amateurs: 1. H. Snoeijink, 2. D. Schuurman, 3. R. Hassink, 4. R. Groen, 5. N.
Hilberink, 6. J. Ribbers, 7. E. Dickhof, 8. W. Geerdink, 9. J. Vlastuin, 10.
J. Bulthuis. OLLAND.(1974.07.16) Amateurs: 1. T. Smit, Junioren: Nieuwelingen: OLST.(1974.09.08) Nieuwelingen: 1. H. Boom, 2. J. de Brouwer, 3. J. Lammertink, 4. P. Steijn, 5. R.
Nederlof, Liefhebbers en
veteranen: 1. B. Boom, 2. N. Toussaint, 3. N. Regter, 4. J.
Pluimers, 5. N. de Vries, 6. R. Steenbergen, 7. H. Brinkhoff, 8. H. Krol, OLYMPIA’s
TOUR.(1974.04.24 T/M 05.02) PROLOOG Op de markt mag
dan 'n gulden 'n daalder waard zijn, even waar is het dat een marktplein met
wat straten er omheen weinig of niets waard is om daar een wielerronde op te
organiseren. Zeer zeker niet een wielerronde als proloog van een
internationale Ronde van Nederland voor amateurs van de aloude Amsterdamse
club Olympia. Hoe goed ook bedoeld van die Haagse marktkooplieden, vereend in
De Overdekte Markthof - onder leiding van Henk Plat - die met z'n allen heel
veel geld voor de inleidingswedstrijd beschikbaar stelden, voor ons hoeft
zulks in de toekomst echt niet meer. Althans niet op de wijze zoals nu het
geval was en waardoor mannen die het weten kunnen, vooraf reeds beweerden dat
men op een dergelijk smal parcours met z'n vele scherpe hairpins tal van
valpartijen mocht verwachten. Buiten het feit
dat men als organisatie een enorm risico heeft durven aanvaarden en ten
opzichte van de deelnemers toch ook een zekere verantwoordelijkheid moet
bezitten, was dit reglementair natuurlijk volkomen onjuist. Sinds januari
namelijk mogen nieuwe criteria alleen nog maar op een parcourslengte van
tenminste minimum warden
beperkt. Bij de Haagse wethouder van Sportzaken, de heer Vinke, alsook bij
de politie had men absoluut moeten aandringen op een ruimer parcours. Wat
betreft het vermaledijde oversteken: dat probleem zal helaas nooit volledig
kunnen worden beteugeld. „Hat kon zo
wel," meende men. Welnu, ge weet nu wat daar het gevolg van was: tal van
valpartijen in die race over vijftig ronden, die samen Vooral Bertje
Pronk, de Scheveninger die tot een van de strijdlustigsten behoorde werd
daar de dupe van. Met hem waren
voordien ook de Rus Viktor Pachenko, later Piet van Leeuwen, Piet Franken,
Jan Klomp en Toine van den Bunder actief. Om van Jan Aling en nogmaals Toine
van den Bunder maar niet te spreken ... Tenslotte ook Aad
van den Hoek. Met intussen Theo Smit veel voorin, klaar voor de sprint, die
juist op tijd door de Ketting-man Herman Snoeijink werd ontlopen en hem de
nodige winst opleverde en zodoende als eerste in de Oranje trui dook. Amateurs: 1. H. Snoeijink 1.32,02, 2. Th. Smit, 3. R. van Trigt, 4. P. Kuys, 5.
J. de Boer, 6. R. Schuiten, 7. W. van Helvoirt, 01e
Etappe: Amsterdam-Zoetermeer. Aanvankelijk kwam
het in de Ketting-Shimano-gelederen allemaal niet zo gelukkig over. Roy
Schuiten, als tweede achter Ad Dekkers geeindigd, had er feitelijk teveel aan
meegewerkt om nota bene zijn eigen ploegmakker Herman Snoeijink uit het
oranje te halen. Vlammend was “Schuit" naar het wiel van de
gedemarreerde Ad Dekkers gevlogen, had Adrie van Houwelingen (ook al een
Amstelrenner) meegekregen en probeerde net tweetal juist met een
afschrikwekkend tempo murw te krijgen. Dat lukte slechts ten dele, want
Dekkers, de snelle knaap uit Udenhout, bezit zo langzamerhand genoeg ervaring
om opgelegde kansen niet te verspelen. Hij was net dan ook die als nieuwe
leider kon worden gevierd. In Zoetermeer, waar Neerlands grootste zuivelfabriek
Nutricia staat en dat door nieuwbouw een bijzonder grote plaats is geworden. Na de tumultueuze
proloog in Den Haag - net drama wat zich daar heeft afgespeeld drukte
duidelijk een somber stempel op het geheel - werd vanaf het nu wat sfeerloze
Rembrandtsplein vertrokken. Voor de eerste etappe, die meteen al een flinke
versplintering te zien gaf en die voor een uitgelezen kanshebber als Toine
van den Bunder een duidelijke teleurstelling inhield. Hij werd op vele
minuten gereden en mocht zich verder in dienst stellen van de ploeg. Een
ploeg Hebro-Flandria die in de daaropvolgende dagen wel zeer getroffen werd
door ongeval overigens. Trouwens geen dag ging voorbij of er was rennersleed
te bespeuren. Frits Schur en Jacques van Dijk hadden het ook op de eerste
dag, doch konden weer bijkomen. Bij de kopgroep van zo'n 25 renners die bij
Moerkapelle ( Amateurs: le
etappe Amsterdam-Zoetermeer, 129 km: 1. Dekkers in 2
uur 45 minuten 17 seconden (met bonificatie 2.45.02), 2. Schuiten z.t. (met
bon. 2.45.07), 3. Van Houwelingen z.t. (met bon. 2.45.12), 4. Raas 2.46.23,
5. Van der Kruijs z.t., 6. Pronk z.t., 7. Kuys z.t., 8. Van den Hoek z.t., 9.
Schur z.t., 10. Koot z.t., 11. Lenferink 2.46.31, 12. Van Gerwen z.t., 13.
Smit z.t., 14. Van Trigt 2.46.34, 15. Aling z.t., 02e
Etappe: Zoetermeer-Arcen. Evident nu al wel
dat Ton Ketting's “koperslagers" met steeds luider tam-tam op de
Didamse ketels gaan staan. Om de wielerwereld kond te doen dat deze ploeg
zeer beslist als de sterkste formatie moet worden beschouwd en zoveel
mogelijk wil verdienen. Immers: eerst laveerde Herman Snoeijink tussen over
de Haage straten rollende renners en “overstekend wild" door naar net
eerste Ketting-succes in deze Ronde. Vervolgens zat Roy Schuiten geklemd
tussen twee „Amstel Biervaten" en werd door een daarvan met de inhoud
overspoeld: Ad Dekkers en moest de andere Adrie van Houwelingen de
„eer" voor de tweede plaats overlaten aan de Zandvoorter. Maar nu in de
tweede werkelijke etappe van het Zuidhollandse plaatsje Zoetermeer naar net
wonderschone Noordlimburgse Arcen. Een rit over Nadat eerstens
Jan Aling vergeefs wegwipte, goed gevolgd door de Rus Osokin, dreunde vlak
voor Venray met nog Amateurs: 2e
etappe Zoetermeer-Arcen, 166 km: 1. Van den Hoek
in 3 uur 58 minuten 43
seconden (met bonificatie 3.58.28), op 21 sec. 2. Smit (met bon. 3.58.54, 3.
Van der Spiegel (met bon. 3.58.59,.4, Van Katwijk, 5. Kuys, 6. Hallam (GB),
7. Schuiten, 8. Van der Kruys, 9. Aling, 10. Dekkers, 11. Snoeijink, 12.
Osokin (Rusl.), 13. Domosjilkin (Rusl.), 14. Bakker, 15. Schur. Dagploegenklassement: 1. Ketting-Shimano 11.56.51, 2. Bossche Staalbouw 11.57.56, 3.
Hebro-Flandria z.t. 03e
Etappe A: Arcen-Arcen. Was het vooral
dit jaar erg moeilijk om Olympia's Ronde van Nederland volledig “rond"
te krijgen (vandaar ook dat men de aantrekkelijke 7000 gulden van de Haagse
marktkooplieden maar al te graag aanvaardde en de helaas mislukte
“proloog" aldaar liet verrijden), het aandoen van het Noordlimburgse
plaatsje Arcen was een soort verademing. Zeker op het
enorme recreatiepark Klein Vink dat als onderdeel van Het Veldkamp, vroeger
behorend tot het St. Pauls Klooster naar welke gelegenheid speciaal
sportreporter, -schrijver en journalist Theo Koomen de karavaan had laten
komen. Koomen is de man die alle publicitaire belangen voor Het Veldkamp
behartigt en toen het erg moeilijk bleek om in Limburg nog etappe-plaatsen te
vinden, aanvaardde men zijn aanbod maar al te graag. Waarmede de
Olympia Ronde een etappe kreeg die dezelfde start- en finishplaats zou
hebben. Overigens nog een kort ritje ook ( Amateurs: 3e
etappe Arcen-Arcen, 123 km: 1. Th. Smit
2.43.49 (met bon. 2.43.34), VOLTO-dagploegenkiassement
3e etappe: 1. Jan van Erp-Tegelhandel 8.11.27 (21), 2.
Ketting-Shimano 8.11.27 (36), 3. Delbana-Horloges 8.12.13 (37). 03e
Etappe B: Ploegentijdrit Arcen. Traditioneel won
de Ketting-Shimanoformatie de ploegentijdrit. Met Aad van den Hoek en Roy
Schuiten, Jan Lenferink, Frits Schur en Jan Aling was dat allemaal niet zo
moeilijk. Herman Snoeijink
had er niet aan kunnen deelnemen, was 's morgens te laat binnengekomen na de
massale valpartij waarbij ook de Britten Ian Hallam en Mick Bennet waren
betrokken alsmede de Michelin-renners Rhett van Trigt en Jo de Boer en vele
anderen. Later is daar een hevige ruzie door ontstaan tussen ploegleider Joop
Stoop en jurylid Wim Jeremiasse, die een rode vlag zou hebben uitgestoken en
zodoende belemmerde dat de gevallen renners middels de auto's'- een
gebruikelijke vorm overigens - konden terugkeren. Ook mede hierdoor trad een
zeer geprikkelde stemming op, liet bij voorbeeld ook Jan Raas (Tegelhandel
Jan van Erp) zich 's zondags na „crash" nummer zoveel somber ontvallen:
“Je mag je afvragen wat zo'n Olympia's Ronde nog te betekenen heeft. Levensgevaarlijk,
't is nog erger dan in een autorace. Wat heb ik een spijt van de winter niet
gelijk bij Post te hebben getekend. Dit hier is een lot uit de loterij. Als
je goed rijdt ben je met al die „cowboys" om je heen nog lang geen
winnaar." Tweede in de
ploegentijdrit het Militair Team. Zowaar een aardige verrassing, al mag men
met Ad Tak, Jacques van Dijk, Wim Hofstede, Gerry van Gerwen en de gebroeders
Martin en Theo Venix toch wel enig succes verwachten. In ieder geval moesten
de mannen van Jan van Erp, Amstel Bier en Delbana met de volgende,
overigens ook eervolle klasseringen genoegen nemen. Amateurs:
ploegentijdrit te Arcen, 33 km: 1.
Ketting-Shimano 39.34.00 (incl. bon.), 2. Militair Team 40.40.00 (incl.
bon.), 3. Jan van Erp Tegelhandel 41.19.00 (incl. bon.), 4. Amstel Bier
42.06, 5. Delbana Horloges 42.31, 6. Rusland 42.39, 7. Caballero 43.29, 8.
Bossche Staalbouw 43.30, 9. Michelin Banden 43.32, 10. Hebro-Flandrla 43.34,
11. Victoria Meubelen 43.57, 172. Italte 44.11, 13. Tsjechoslowakije 44.58,
14. Ovis Roggebrood 45.11, 15. Polen 45.27, 16. Engeland 46.05, 17.
Zwitserland 48.09. Algemeen
klassement na de 3e etappe: Stand
ploegenklassement na de ploegentijdrit: 1.
Ketting-Shimano 29.05.55 (gem.
snelheid 04e
Etappe: Ulestraten-Ulestraten. Op de klim van de
Keuteberg bij Schin op Geul begon het pas goed. Daar in de wonderschone
dreven van het Zuidlimburgse heuvelland werd de basis gelegd voor de kleine
kopgroep waaruit later de winnaar zou komen. Cees van Dohmen sprong plots uit
de hoofdmacht van een man of twintig de ruimte in en kreeg al heel spoedig
Bertje Pronk en nog een Bertje, namelijk Scheuneman, in gezelschap. Een vermetel
vluchterstrio dat aanvankelijk niet au serieux werd genomen en daardoor het
ontstane gat nog verder ging uitdiepen. Met gevolg dat spoedig de voorsprong
tot meer dan twee minuten opliep. O ja, de Italiaan
Claudio Cavalli zag wel dat er iets bijzonders aan het front gebeurde en
wilde naar dat „trio Ollandes" toe springen, maar verkeek zich met zijn
heldere oogjes toch wel knap op hen. Met gevolg dat hij spoedig weer door de
eerste groep werd opgeslokt. Een groep waarin Jantje Bakker, oranje
trui-drager Ad Dekkers, Piet van der Kruijs, Fons van Katwijk, Ton van der
Spiegel, Ad Gevers, Jan Aling, Wim Albersen, Jan Klomp, Jan Breur, Pietje
Kuys, Frits Schur en Wil van Helvoirt eveneens aanwezig waren. Formidabel hoe
die Bertje Pronk, de grote pechvogel van de proloog toen hij door een val -
veroorzaakt door een overstekend meisje - bijna een streep over de
Olympia-Ronde kon maken, nu attaqueerde. De voorsprong van
het vluchterstrio groeide zienderogen en lange tijd geleek het alsof deze
bergetappe “gereden" was. Toch zou er achter dat trio nog een jachtgroep
met succes gaan opereren: Ad Tak, Wil van Helvoirt, Jimmy Kruunenberg en Roy
Schuiten, die eenmaal met zijn strijdmakkers in de kopgroep gekomen, de
grootste bedreiging voor Ad Dekkers leiderstrui vormde. Een jacht welke voor
Bemelen begon en succesvol voor dat kwartet eindigde. Tussen Haasdal en
Schimmert, om precies te zijn na Opmerkelijk was
het dat Jimmy Kruunenberg, die stellig een knap stukje kan fietsen maar jong
als hij is nog te weinig zelfvertrouwen heeft, toen de sprint van het groepje
van zes ging winnen. Ad Dekkers viel
ver, heel ver terug. Mede door een massale valpartij, die ook Jantje Bakker,
Jan Raas en nog wat anderen veel ongemak bezorgde. Bertje Pronk, 20
jaar oud, werd de winnaar van de derde werkelijke etappe; ofwel de
“koninginne-rit" van deze zeer merkwaardige Olympia Ronde. Onverwacht
maar bijzonder verheugend. Want daardoor kreeg Olympia's Ronde weer een
ander gezicht.. Zoals steeds als de Zuidlimburgse heuvels aan de orde komen.
Toch hadden we graag een nog zwaarder traject gezien. Met bij voorbeeld ook
de Fromberg, de Gulpenerberg en de Koning van Spanje erin opgenomen ... Het
is namelijk niet goed als de groepen nagenoeg compleet blijven. Amateurs: 4e
etappe Ulestraten-Ulestraten, 135 km: 1. B. Pronk
3.16.42, 2. J. Kruunenberg 3.17.56, 3. B. Scheuneman 3.17.56, 05e
Etappe: Ulestraten-Schijndel. “We gaan vandaag
eens goed in de sjas," beval Nico Walravens, ploegleider van de
bijzonder opvallende formatie Bossche Staalbouw. De rit was immers min of
meer “huiswaarts", althans naar Brabant toe en de verdienstelijke
oud-wielrenner beoogde duidelijk een succes dat ook publicitair voor zijn
sponsor zou aanslaan. Bij Co
Hoogedoorn, als gastrenner van Frisol geleend, kwam deze opdracht goed over.
De winnaar van de Ronde van Drente lachte en zei: “Tja, met dat regenachtige
weer voel ik mij in m'n element. Het moet kunnen, ik zal vandaag eens flink
vooraan blijven. Attent zijn en meegaan zodra de kans komt." De
22-jarige automonteur uit Zwanenburg kon 's avonds inderdaad als ritwinnaar
worden gevierd. Aanvankelijk was
het de Engelsman Paul Carbutt die de meeste aandacht opeiste. Hij was .in de
buurt van Helmond alleen weggegaan, had het geluk net over een onbewaakte
overweg te zijn toen de anderen moesten stoppen en kreeg zo enige voorsprong.
Zijn solo duurde een kilometer of dertig, doch toen vonden Piet Franken, Piet
Kuys en Co Hoogedoorn alsmede Aad van den Hoek (ging kennelijk als
“bewaker" mee, reed evenwel ook sterk aan de leiding ... ) het welletjes. Net voorbij
Veghel kregen ze de Brit te pakken, nivelleerden ze het gat van twee minuten.
Bij het binnenrijden van Schijndel, waar duizenden en nog eens duizenden het
wat slechte weer (regen en dreigende wolkenvelden) trotseerden en lieten zien
dat men in deze Brabantse hoek Olympia's Ronde van Nederland in ieder geval
op hoge prijs stelt, voelde Hoogedoorn dat hij z'n medevluchters kon hebben.
Bij de drie plaatselijke omlopen nam hij de situatie geweldig goed op en met
een keiharde, droge eindsprint - precies zoals hij dat in Drente deed - trok
hij naar de triomf. Overigens was er
in de beginfase van deze etappe ook wat strovuur ontbrand. Onder andere door
de Zwitser Urs Dietschi, trok wat later Gerard Tabak (ook al een knaap van de
Bossche Staalbouw) eens wat vooruit en nam in de buurt van Thorn de Italiaan
Marino Fuzarpoli zowaar eens twintig seconden. Het was allemaal
“spielerei". Met de tijdrit in Oss voor ogen, lieten de toppers (zo we
daar over mogen spreken) zich niet verleiden. Deze etappe mocht gedaan worden
door de ongevaarlijken van het klassement. Een klassement dat min of meer
reeds gemaakt is, al zullen er in Oss zeker nog wat verschuivingen
plaatsvinden. Amateurs: Dagploegenklassement: 1, Bossche Staalbouw 11.20.43, 2. Victoria Meubelen 11.21.46, 3. Militair
Team z.t., 4. Ketting-Shimano z.t. 06e
Etappe A: Schijndel-Oss. Jan Gisbers,
manager van Jan van Erp's Tegelhandel wielerploeg, was maandagavond des
duivels. “Verdikkeme-nog-an-toe," baste hij, „komen we aan in de plaats
van onze sponsor en hebben we geen succes, dan is het nog erger dat niemand
van ons mede vooraan zat. Wat hebben jullie nu voor mentaliteit? Kan dat niet
anders? Zijn we dan alleen maar 'meerijders' geworden?" Het had de paarse
rijders geraakt. Vooral Jan Raas, die toch al zo teleurgesteld was in het
totale verloop, 's Avonds is er nog lang over doorgepraat, zelfs tot in de
kleine uurtjes van de nacht. Het moest en zou anders! In het kortste
ritje van deze wat “gezochte" Olympia's Ronde van Nederland, 's morgens
op Koninginnedag verreden, was Ad Gevers dan zowaar ook de eerste vluchter.
In de neerplenzende regen pakte hij wat voorsprong maar geenszins was het
serieus bedoeld. Het peloton brak daarna vlug in drieen, vloeide weer wat
aaneen maar kon tenslotte toch niet verhinderen dat zestien knapen voorgoed
de keten verbraken. Dat waren Jan Raas, Piet van der Kruijs, Henk Botterhuis,
Hans Koot en Harrie Lunenburg (alle vijf van Tegelhandel Jan van Erp), Gerry
van Gerwen (Militair Team), Frits Schur, Aad van den Hoek en Roy Schuiten (Ketting-Shimano),
Wim Albersen (Ovis), Piet Kuys en Theo Smit (Bossche Staalbouw), Fons van
Katwijk (Hebro-Flandria), Ton van der Spiegel (Delbana) en het Amstel
Bier-tweetal Ad Dekkers en Adrie van Houwelingen welke laatste als een van de
revelaties in deze Olympia Ronde mag worden beschouwd. Deze zestien
holden een dikke minuut weg en van hen zou Roy Schuiten zowaar in de zes
ronden te Oss nog ten val komen. Zijn ploegmakker Jan Aling, rijdend in het
peloton, gaf evenwel z'n fiets en toen kon Schuiten weer rap terugkeren naar
de spits waarin uiteraard Ad Dekkers z'n gevaarlijkste concurrent was.
Overigens staakte de Italiaan Daviste Pollio de strijd omdat hij het
vreselijk koud had en hoezeer men reeds gewend is aan het dagelijkse trieste
bericht: valpartij moge blijken uit het feit dat deze nu eens niet plaatshad
en dat kort daarop door de radio-communicatie werd gecorrigeerd met:
valpartij gaat niet door! Met zoveel
,tegelzetters" voorop mocht het niet anders dan dat tenminste dit
dagsuccesje werd geboekt. In een bekeken finale, door captain Piet van der
Kruijs knap in elkaar gestoken, kon Jan Raas dan ook wegkomen. Een goede
beslissing omdat hij tegen rappe jongens zoals Ad Dekkers, Gerry van Gerwen
en Fons van Katwijk toch weinig of geen kans zou hebben gehad... Amateurs: 1. J. Raas Dagploegenklassement: 1. Tegelhandel Jan van Erp 4.59.38, 2. KettingShimano 5.00.06, 3.
Bossche Staalbouw 5.00.50. 6e
Etappe B: Individuele tiijdrit te Oss. De avond tevoren
had Roy Schuiten naar baancoach Frans Mahn gebeld. “Frans, ik stel het op
prijs als je naar Oss komt. Jij hebt mij zover gebracht, jij moet mij ook
coachen tijdens die tijdrit. Kom alsjeblieft." Ook sponsor Ton Ketting
en ploegleider Wil Lambrichts stelden het op prijs indien Mahn zou komen.
Tenslotte traint hij dagelijks de Zandvoorter, heeft hij hem terug weten te
brengen in de wielersport. Want eind vorig jaar leek het er veel op dat Roy
Schuiten inderdaad zou stoppen. Hij moest de slijterij gaan runnen, moest de
plaats van zijn zo noodlottig om het leven gekomen vader innemen ... Roy
Schuiten is weergekeerd in de wielrennerij. De man die in het verleden al
eens schitterend de Ronde van Midden-Zeeland (1972) won, meervoudig nationaal
achtervolgingskampioen is geworden en ook in de tijdrit Trophee
Michelin-Peugeot groot succes heeft weten te boeken, is thans de grote
laureaat van Olympia's Ronde van Nederland Aad van den Hoek
toch slechts 55 seconden moest toegeven waar men een veel bredere kloof had
verwacht. En ... . verrassing nummer zoveel: Tonny Huyzen, zondag nog zo verschrikkelijk
zwaar in Ulestraten gevallen, werd zowaar derde, precies tien seconden
verschil met Van den Hoek. Amateurs: tijdrit
Oss 26 km: 1. Roy Schuiten 34.29 (15 sec. bon.), 2. Aad van
den Hoek 35.24 (10 sec. bon.), 3. Tonny Huyzen 35.34 (5 sec. bon.), 4. Bert
Scheuneman 35.48, 5. Ad Dekkers 35.53, 6. Jan Lenferink 36.00, 7. Bert Pronk
36.02, 8. Adrie van Houwelingen 36.03, 9. Herman Ponsteen 36.09, 10. Wladimir
Osokin (Rusl.) 36.17, 11. Frits Schur 36.22, 12. Dino Porrini (Ital.) 36.23,
13. Ton van der Spiegel 36.25, 14. Gerry van Gerwen 36.26, 15. Cees van
Dongen 36.32, 16. Fons van Katwijk 36.36, 17. Toine van den Bunder 36.37,
18. Wil van Helvoirt 36.38, 19. Jan Coorenans 36.45, 20. Lau Verweij 36.38. Algemeen
klassement na tijdrit Oss: 1. Schuiten
20.20.27, 2. Dekkers 20.25.05, 3. Van den Hoek 20.26.28, Algemeen
ploegenklassement: 1. Ketting-Shimano 55.30.25, 2. Tegelhandel Jan
van Erp 55.37.41, 3. Amstel Bier 55.40.20, 07e
Etappe: Didam-Nijverdal. De ietwat
laconieke, schijnbaar wat onverschillige 22-jarige Zeeuw Jan Raas stond
woensdagavond, op de voorlaatste dag van Olympia's 23e Ronde van Nederland,
wat bleekjes glimlachend voor de tweede maal binnen twee en dertig uur met de
bloementuil. Daar in de prachtige vakan- tiestreek op de Nijverdalse
Parallelweg had de frele knaap uit Heinkenszand ditmaal slechts af te rekenen
met Aad van den Hoek, doch kon met die hernieuwde zege in het algemeen klassement
weinig vooruitgang boeken. “Maar ja, het
succes in een wegwedstrijd hangt van zoveel factoren af, en ge hebt het
gezien," zei de dolgelukkige ploegleider van Jan van Erp's Tegelhandel
Cas Vulders, „hoe het met Jan Raas in de tweede etappe van Zoetermeer naar
Arcen ging. Alleen door domme pech werd hij uit het front gestoten en
verspeelde vele, vele minuten. En om dat goed te kunnen maken, was in
deze Olympia-Ronde schier onmogelijk. Het tempo dat steeds hoog is mede
dankzij de hoge “zagen" (we hoorden van 53-, zelfs van 56-tands bladen
voor, 13 achter) schakelt iedere verrassing uit. Men kan met die grote
versnellingen niet meer zeggen dat het een echte fijne wedstrijd gaat
worden. Zit men in de voorste waaier, dan zit men goed. Tenzij pech je
uitschakelt, zoals mijn jongen Jan Raas toen tegenkwam. Maar het moet
gezegd: ik ben er erg content mee. . ." Jan Raas zelf zei: ,Ach, toen ik
na mijn sprong op de Holterberg zag dat Bert Scheuneman in m'n wiel kwam en
meteen daarbij Aad van den Hoek, was ik eigenlijk alleen maar bang voor die
Scheuneman, wiens sprintkwaliteiten ik niet zo best ken. Want met Aad van den
Hoek zou ik het wel kunnen klaren. Omdat ik hem al een paar maal heb
geklopt." Maar Scheuneman uit de weinig succesvolle Caballero-equipe
waarin toch wel veel jong talent zit, met Wil van Helvoirt als beste man in
het klassement, moest in de laatste omloop van zes kilometer afhaken en dus
... Overigens schoot
ook Aad van den Hoek met die tweede plaats niet zo veel op. Hij had gehoopt
met Raas en Scheuneman een wat groter voorsprong te kunnen opbouwen en daardoor
ook voor Ketting de tweede plaats in het klassement achter de zo formidabele
Roy Schuiten te kunnen bereiken. Maar slaagde daarin nog niet ... Na het
“dode" stuk tussen Oss en Didam in auto's te hebben overbrugd, begon de
zevende etappe tussen Wehl en Laag-Keppel al na enkele kilometers in een
beslissende face te komen, toen het nog uit 83 renners bestaande veld meteen
in vijf stukken werd geslagen. Voorop een hoofdmacht van 22 man, waarin zowel
de oranje, groene als witte trui. Vrijwel niemand
van de “grote" ploegen behoefde zich dus zorgen te maken. Ton Ketting
allerminst, die met Aling, Schuiten, Van den Hoek en Schur in die groep was
vertegenwoordigd, waaruit Fons van Katwijk door pech spijtig terugviel en
in het tweede peloton terecht kwam. De voorsprong, die zo langzamerhand naar
de halve minuut opliep en tenslotte driekwart minuut, werd niet meer
prijsgegeven. Ondanks verwoede pogingen van Hebro-Flandria en enkele Amstel
Bierjongens die (logischerwijze) Ad Dekkers naar voren moesten helpen.
Herman Ponsteen wilde alleen naar het front komen, waaruit Piet van Leeuwen
na Amateurs: 1. J. Raas Dagploegenklassement: 1. Ketting-Shimano 9.17.55, 2. Tegelhandel Jan van Erp 9.17.59, 3.
Caballero 9.18.43: 08e
Etappe :Nijverdal-Amsterdam. Met 82 man begon
de slotetappe vanuit het gastvrije Nijverdal (waar was men dat eigenlijk niet
in de pleisterplaatsen?) om de De eerste
bladzijde van een verhaal van pechvogels, van wie ook Roelf Groen de strijd
moest staken. Even later brak het peloton en kwamen 32 man voorop, die toch
weer werden ingelopen. Toen ook Roy Schuiten die met pech stond, hetgeen hem
later nogmaals overkwam en z'n eindzege aan een zijden draad hing. Gerard
Tabak van de Bossche Staalbouwers sprong even uit het peloton naar voren. Met
Dick Groen en Joop Ribbers in zijn spoor. Vervolgens Henk Botterhuis en Bert
Broere en daarna de rest. Vlak voor Nunspeet ( Maar na In de omgeving
van Muiden dan toch een nu wel beslissende slag. Van de Rus Wladimir Osokin,
met vervolgens Gerrit M6hlmann aan zijn wiel, die samen de Bijlmer van Amsterdam
binnenjoegen en waar toen ook zowaar Roy Schuiten zich met de zaak ging
bemoeien. En verder de talentrijke doch weinig succesvolle Cees van Dongen
(te weinig flair of goesting ?) en Jac Roemerman met Piet Franken, waarvan
eerstgenoemde de tweede plaats in de Amsterdamse Van Swindenstraat pakte.
Maar ... de 20-jarige Russische achtervolgingskampioen Wladimir Osokin uit
Leningrad smaakte in zijn eerste wedstrijd
als wegrenner in het buitenland toch het meeste genoegen. Amateurs: 1. W. Osokin (Rusl.) EINDKLASSEMENTEN Individueel: 1. R. Schuiten 27.14.36, Volto-ploegenklassement: 1. Ketting-Shimano 76.12.42, 2. Tegelhandel Jan van Erp 76.20.31, 3.
Amstel Bier 76.23.26, 4. Caballero 76.26.12, 5. Delbana Horloges 76.26.40, 6.
Bossche Staalbouw 76.30.32, 7. Victoria Meubelen 76.97.11, 8. Michelin
76.42.51, 9. Militair Team Nederland 76.53.40, 10. Hebro-Flandria 77.03.26,
11. Ovis Roggebrood 77.07.39, 12. Rusland 77.22.27, 13. Tsjechoslowakije
77.45.47, 14. Italie 77.47.53, 15. Polen 78.53.05, 16. Engeland 78.56.39, 17.
Zwitserland 79.48.40. Puntenklassement: Sprintklassement: 1. R. Schuiten 33 pnt., OMLOOP DER
KEMPEN.(1974.05.19) Na tumultueuze
eindsprint won oud-professional Piet van der Kruijs Zo'n verheugende
tendens als er in de profsector is waar to nemen, zo triest en volkomen
nevelig is het momenteel bij de amateurs. Bij de categorie die normaliter
morgen en overmorgen het „vlaggeschip" van onze wielrennerij, het
beroepskoersen, moet bemannen. Ergo: op dit moment zouden ook wij op geen
stukken na weten wie als wegrenners eventueel voor Montreal moeten worden
geselecteerd. Er is ... bijzonder spijtig om het te schrijven ... op een
enkele uitzondering na, gewoon niets. Dat wil zeggen: geen nieuwe jonge
renner die eventueel internationaal “rijp" mag worden genoemd. Er is
een soort vacuum ontstaan waar het de doorstroming van jongeren betreft, er
is nauwelijks aanvulling bij ouderen. Bij renners wier namen we al jaren kennen,
wier capaciteiten ook genoegzaam bekend zijn en die - naar het lijkt -
enigszins tot „stilstand" zijn gekomen. Geen verdere groei meer
vertonen, maar mogelijk bij een min of meer gedwongen overgang plots toch tot
nieuwe ontbranding zouden kunnen komen. Alhoewel.. . Wij staven deze
misschien wat boute beweringen op enkele saillante pun- ten. Na een
volkomen verloren seizoen (1973) weet dit jaar Juul Bruessing
(oud-beroepsrenner) in de amateursector te domineren. Weet in de Omloop der
Kempen, ditmaal helaas een slap afgietsel van de grote geweldige omlopen uit
vroeger jaren, eveneens een vroegere professional, de sympathieke Helmonder
Piet van der Kruijs, te triomferen. Komt in diezelfde klassieker
“veteraan" Fred van Lachterop, zij het met flinke achterstand, op de
zeventiende plaats. Een dag eerder, in de Ronde van de Haarlemmermeer, wordt
oud-beroepsrenner Piet Hoekstra vijfde en ziet de 35-jarige Bart Solaro
(enige seizoenen non-actief) kans toch ook warempel een knap resultaat te
bereiken ... Hij wordt namelijk elfde. Dit is tekenend,
dit is evenzeer onwezenlijk. Temeer als men weet dat Piet van der Kruijs
zelfs in zijn allerbeste amateurperiode vroeger nimmer het grote succes van
winst in een klassieker heeft mogen smaken. Dat hij daarin altijd net even
tekort kwam ... Aan de andere kant kan men aanvoeren, dat Piet van der Kruijs
nu wellicht sterker en geroutineerder is geworden en daarom mogelijk vele
jongeren de baas is. We gaan evenwel
meer akkoord met de uitspraak van Fred van Lachterop. Hij heeft zelf de
periode van grote amateurs zoals Harrie Steevens, Evert Dolman, Eddy
Beugels, Joop Zoetemelk, Gerard Vianen, Wim du Bois, Fedor den Hertog
enzovoorts meegemaakt. Vergelijkt Van Lachterop die periode met de
tegenwoordige, dan zegt hij: „'t Zijn nu allemaal 'broekzakrijders' geworden.
Ze hebben nog nauwelijks lef in hun duvel. 't Is toch te gek dat ik achterin
nog een jacht moet formeren en leiden en ... het meeste werk op kop moet
verrichten. Normaler zou het zijn indien ze me niet eens zagen staan. Je mist
gewoon durvers, mannen op wie je een koers kunt afstem- men. Daarom ook
wordt er zo krankzinnig hard gereden. Iedereen wil “em zijn, niemand is
't." Wat niet wegneemt
dat we onderweg toch met genoegen naar bij voorbeeld Adrie van Houwelingen
hebben gekeken. Prachtig zit de Gelderlander op z'n fiets, hij heeft ook
„vlucht" in de benen. Samen met Jan Aling heeft de Amstel-renner, die
aan z'n derde seizoen bezig is en eindelijk het gewicht van zijn
amateurschap begint te beseffen, een knappe vlucht opgezet. Toch niet voldoende
om, zoals vroeger onverschrokken routiers weleens uithaalden, definitief uit
de greep te blijven. En dat bezorgt ons weer twijfel over beider vermogen ... Voorts liet ook
Rini Martens zien dat hij wel fietsen kan. Met Frits Pirard - net als vorig
jaar weer te laat voor de goede „trein" - heeft hij lang vergeefs
gejaagd. Kwam op een bepaald moment toch knap in de buurt, maar moest dan
ervaren dat het waarschijnlijk wel beter is om gelijk mee te gaan wanneer de
„namen" vertrekken. Het kan voor het zelfde geld en het bespaart ook
energie. Ook Pirard, die spijtig genoeg zijn grote belofte maar niet kan
inlossen, moet zich hier eens aan optrekken. Kwaliteiten bezit hij meer dan
wie ook, qua karakter weet hij het woord “afzien" echter slecht te
ontleden. Of komt Frits later dan wij allemaal zouden willen? Rijpt zijn talent eerst in een later
stadium? De amateurwereld behoeft
evenwel zo dringend aanvulling. We weten dat hij 'n keeloperatie heeft
moeten ondergaan, dat het Jan Ruckert op alle mogelgke manieren „pijn"
deed dat hij in de Kempenomloop slechts als toeschouwer (samen met meiske Ans
Klip) kon doen. Maar in wezen blijft ook deze talentvolle “driftkikker"
dit seizoen te lang verborgen ... In tegenstelling
tot voorgaande jaren was de organisatie dit keer niet zo feilloos. Vooral wat
betreft de weg-aanduidingen zat het zo hier en daar nogal eens fout,
alhoewel de renners daar beslist geen last van hebben ondervonden. Die
hadden wellicht meer problemen met het lome, matte weer. Het was om met het
befaamde boek Camera Obscura van Hildebrand te spreken: inderdaad hoe veer en
hoe warm. Bovendien trad
duidelijk aan het voetlicht dat ons amateurlegioen volkomen koersmoe is. Dat
men na Olympia's Ronde van Nederland eigenlijk geen barst zin meer heeft in
koersen over de lange adem, die - gerekend naar hetgeen men er voor moet
opbrengen en gecalculeerd naar de huidige prijsindex - eigenlijk veel te lage
prijzenschema's hebben. Zeker in
verhouding tot de criteria die beduidend lucratiever zijn, maar die tegelijkertijd
het mindere gehalte van ons amateurkorps bepalen. Vorige week
donderdagavond heft men in het Olympia-clubhuis nog wat nagepraat met
sponsors en ploegleiders uit de jongste Olympia's Ronde van Nederland. Als
hoofdmotief is daar naar voren gekomen dat deze etappewedstrijd toch
absoluut naar een later tijdstip in het seizoen moet werden verplaatst
(althans indien dat te realiseren valt), omdat het totale nationale
klassiekerbestel na diezelfde Olympia Ronde volledig staat te wankelen. In de Kempen werd
dat door het matte, soms zelfs mateloos vervelende koersverloop duidelijk
onderstreept en heeft de enorm late inschrijving voor bij voorbeeld de Ronde
van Midden-Nederland eveneens aangetoond dat de animo danig verzwakt. En toch ... zijn
we niet geheel onvoldaan uit het rijk geschakeerde Brabantse Kempenland
weergekeerd. We zagen daar namelijk hoe de jonge Gerard Tabak feitelijk de
grote man voor, in en,tijdens de finale was. Nu uitkomend voor zijn club T
& WC Wilhelmina-De Uitkomst liet de „coming man" van Bossche
Staalbouw zien dat er beslist heel wat in hem steekt. Maar of hij dat ook op
internationaal niveau - waar het uiteindelijk toch om gaat - weet te
realiseren? Men moet hem maar eens
vlug de kans geven ... CIJFERS, FEITEN,
WEDERWAARDIGHEDEN ... Het weer was
opperbest - zelfs warm, zo nu en dan wat winderig, de wegen door de tot het
natuurgebied De Kempen behorende plaatsen (wel bochten bij de vleet) en de
lanen door de naaldbossen puik en toch werd deze 26e Omloop een slijtageslag
van jewelste. Kreeg het veld een opdoffer van een formaat dat we in de verste
verte niet konden vermoeden en daagden na al deze pittige avonturen slechts
een gering aantal van de vertrekkers na Officieus werd
het startsein op de Mullerlaan gegeven, officieel een kilometer verder. En
laat nu Leon Strobbe tijdens dit geneutraliseerde gedeelte ijlings een nieuw
achterwiel moeten aanbrengen. Na Na Jan Aling
demarreerde na Prinsen en Tabak
(zou tot het einde zeer actief blijven en is als jongere beslist een
aanwinst) sprongen weg. Ook Van der Groezen en gedrieen kwamen zij op 30 sec.
van de vluchters. Dit was in Knegsel, na Na Nog Amateurs: 1. Piet van der Kru js, Helmond Ploegenklassement: 1. Jan van Erp Tegelhandel 12.48.36 (11 pnt.); 2. Ketting-Shimano
12.48.36 (18 put.); 3. Amstel Bier 13.03.43. OMLOOP VAN
DE BARONIE.(1974.03.31) Prachtig weer
dees “helse”Omloop van de Baronie geen eer aan Machtige Juul
Bruessing was iedereen de baas Natuurlijk was
iedereen blij dat de zon zo vrolijk scheen, dat het voorjaar zich opnieuw zo
majesteitelijk aankondigde. Voor de Omloop van de Baronie, alweer de
vijftiende uitgave, had het drietal Edouard van de Wijngaard, Martin van
Tilburg en Enrico Petrucco evenwel graag ander weer gehad, Zoals in 1966 bij
voorbeeld, toen Eddy Beugels zo grandioos won en het een ware
„helletocht", een martelgang in de ergste zin des woords, werd. „Het was te mooi
weer, he. De mannen kleven samenklitten, ze behoefden niet tot op de bodem
van hun krachten te gaan. Bovendien: het Baronie-parcours bezit lang niet
meer de moeilijkheidsfactor van toen. Ze willen nu ook de keien bij Moerstraten
met asfalt gaan bedekken, dan is het effect van onze Nederlandse
'Parijs-Boubaix' zoals jij indertijd onze koers zo treffend karakteriseerde,
vrijwel geheel verdwenen. We willen nu gaan onderzoeken of we soms niet
achter Chaam verder moeten,'snuffelen', desnoods tot het Belgische Turnhout
toe. We weten namelijk dat juist onze koers over zoveel mogelijk 'kasseien'
moet blijven gaan. Maar wat is er tegen te doen als men overal 'gladde baan'
wil gaan maken?" Mede-organisator
Edouard van de Wijngaard formuleerde het op juiste wijze, maar de teneur van weemoed
naar het oude was evenzeer duidelijk te beluisteren. Inderdaad: ook
wij hebben altijd van die Baronie-Omloop gehouden. Vooral omdat het een
typische koers is, waarin men de ‘stier' tot en met kan leren. Waarin men
onvervalst de grondbeginselen van het professionele wielren- nen, zoals dat
vooral op Vlaamse bodem bedreven wordt, tegenkomt. Daar, in de wijdse frisse
polders van het West-Brabantse hebben we menig groots gevecht kunnen
gadeslaan, hebben we renners soms van minuten en minuten achterstand toch
terug zien komen (we denken aan Wim du Bois in 1966) om zowaar in de finale
nog een grootse rol op te eisen. Heeft iedere
wedstrijd uiteraard haar eigen sfeer, haar eigen entourage, ook haar eigen
waarde en inbreng, voor een groot deel wordt het verloop toch bepaald door de
weersomstandigheden. Die kan niemand gelukkig naar eigen hand zetten en
daarom mag men zomaar niet een, twee, drie gevolgtrekkingen maken. Niet over
de wedstijd als zodanig, niet over de win- naar, de
voornaamste prijsrijders, niet over het pak renners in zijn totaliteit. Op machtige wijze
spurtte Juul Bruessing naar de zege. Zoals hij het deed, breeduit en precies
in het midden van de toch wet wat smalle aankomst, herkende men het vakmanschap
van iemand die vooral bij de amateurs als ,volleerd' moet worden beschouwd.
We weten dat sommigen in de wielersport niet zo gelukkig met Bruessing's
rentree zijn, dat men kennelijk nog altijd graag de teerkwast in zijn
richting werpt. Waarom is onbegrijpelijk! Omdat anderen zo graag praten en
weer anderen nog liever napraten. Laten we in de
wielersport nimmer vergeten dat we er waarschijnlijk met z'n allen aan
hebben meegewerkt dat hij min of meer het slachtoffer is geworden van een
systeem waarvoor we nu hypocritisch de neus optrekken, maar dat jaren achtereen
normaal heeft kunnen voortwoekeren. Zonder dat ooit iemand er wat van zei,
schreef of wat dan ook. Mag zo'n vent dan zichzelf rehabiliteren? Mag zo'n knaap dan opnieuw proberen de weg
naar de top terug te vinden? Mag hij dat zonder met de vinger nagewezen te
worden of te worden ,gestenigd"? Juul Bruessing is
na de Drentse Dorpenomloop in de groep van Hebro-Flandria opgenomen. Hopelijk
vindt hij er de rust, misschien openen zich daar nieuwe perspectieven voor
hem. Want hoe rauw en onverschillig de Amstelvener ook bij velen overkomt,
wij weten dat hij het allemaal niet zo kwaad bedoelt. Iemand die beesten kan
verzorgen alsof het z'n kinderen zijn, heeft geen slecht karakter. Het ligt
er alleen maar aan hoe men hem tegemoet treedt en in dit opzicht heeft ploegleider
Ben van Erp gelukkig alle „vat en tact" op hem. Of Bruessing over
een maand nog zo zal imponeren en domineren? Het is afwachten. Niemand kan
zulks met zekerheid zeggen. Maar ... ook in z'n grote amateurperiode, in de
tijd dat hij de Ster van Zwolle, de Ronde van Drente en de Omloop van
Zeeuwsch-Vlaanderen won, had hij goede en minder goede weken. Nimmer hebben
we hem toen echter met zulk een verbetenheid, met zo'n grimmige inzet bezig
gezien als nu. We moeten ons al heel sterk vergissen als hij eerstdaags niet
opnieuw van zich doet spreken. En wie weet wat er allemaal nog op volgt... We hebben ondanks
al het „rekken en krimpen" in de Omloop van de Baronie toch erg goede
dingen gezien onderweg. Bij voorbeeld hoe Jan Ruckert na z'n keeloperatie
weer naar de juiste vorm en conditie toegroeit (dit jaar wil hij bewust z'n
top naar later in het seizoen verleggen), hoe de altijd tot en met
gesoigneerde Aad van den Hoek - op de fiets het gestroomlijnde evenbeeld (qua
stijl, qua zit) van Jacques Anquetil - weer zijn aanwezigheid manifesteert,
hoe vooral de jongeren zich allengs meer en meer gaan opdringen. Genoten, tot
en met genoten hebben we bij voorbeeld van de kleine, kwieke Anton van den
Steen uit Etten-Leer. Hij waagde het toch maar om een paar vinnige prikken in
de finale uit te delen. Om de grote mannen met een drietal keiharde demarrages
rechtstreeks uit te dagen. Van den Steen is nog jong, mist daardoor de grote
ervaring. Maar hij heeft lef, heeft ook na vele slopende kilometers de
kijkers nog klaar open en dat biedt perspectieven. Temeer omdat men daarvan
leert koersen, men een wedstrijd leert analyseren, men er bij volgende gelegenheden
`z'n voordeel mee kan doen. Ook hebben we de
jonge Roosendaler Van Hasselt knap, zelfs erg knap zien rijden. Met Van den
Steen en Van Helvoirt zorgde hij toch maar voor de beslissende demarrage. En
daarbij verzaakte Van Hasselt geen enkele maal, neen hij heeft terdege zijn
werk gedaan. Overigens
typerend dat toen niemand met Juul Bruessing meeging of ... meekon! Alleen
reed hij dat gaatje dicht en ging mede het schrikbarend hoge tempo aangeven.
Later kwamen er weliswaar anderen bij, maar als treinlopers zoals Aad van den
Hoek en Frits Schur, Frits Pirard, Ad Dekkers of wie dan ook eens gelijk
waren meegetrokken? Onderweg, in die
resterende tachtig kilometers van Roosendaal naar Breda, ofwel de helft van
het spektakel, hebben we van die koplopers meer goede pogingen gezien. En
alsmaar vervulde Bruessing een van de hoofdrollen. Met gaatjes dichtrijden,
met zelf gaan (ook eens toen clubmakker Theo Smit geen meter wilde overnemen
omdat die, zoals hij tegen Bruessing zei, ,ziek" was), met een welhaast
ijzige controle over alles en iedereen. Daarom ook
begrijpen we Wil van Helvoirt niet. De snelle Tilburger, juist met z'n
ziedende eindmeters vorig jaar winnaar in de Ronde van Zuid-Holland en de
Mierlose Kersenronde, ging alleen weg op de snelle betonbaan tussen Gilze en
Chaam. Terwijl de snelheidsmeters toen toch al dik boven de vijftig aanwezen,
ping hij voor de spits uitrijden. Een spel van „kat en muis", een spel
dat hem ongetwijfeld erg veel krachten heeft gekost. Krachten die hij juist
voor de finale had moeten sparen. Of hij dan dichter, beter gezegd en in
specifieke wielerterm uitgedrukt: “korter" gereden had? Wie zal het
zeggen. Feit is dat geraffineerde spurters zoals Theo Smit en Fons van
Katwijk (de laatste wipte in de slotkilometers nog een keer mee aan het wiel
van de uithalende Frits Pirard), Ad Dekkers en Cees van Bragt zich liefst
zoveel mogelijk rustig hielden. Niemand van hen
had evenwel gedacht dat de duivelse, hondsbrutale Bruessing met zijn
“werken" juist z'n eindgalop tot en met sleep. Misschien is men er nu
achter ... KOERSVERLOOP 17 km: Made - Op slecht brok weg valpartij, waarbij betrokken: Hennie
Geysel, Frits Sluper, Cor Leunis en Cees van Dongen. Veel lekke banden.
Peloton in vele groepen uiteengeslagen. 32 km: Moerdijk - Eerste en tweede groep vloeien samen, in totaal 72 renners
aan de leiding. Kort daarna weer splitsingen en hergroeperingen. 75 km: Moerstraten - In deze beruchte “Hel" opnieuw veel lekrijders
onder wie Jan Aling. Vooraan dreunen Jan Ruckert en Aad van den Hoek naar een
voorsprong van ongeveer 20 seconden. Daarachter rijden 55 renners, onder wie
alle kopstukken. 85 km: Roosendaal - Demarrage Toontje van der Steen, Tinie van Hasselt en
Wil van Helvoirt. De sterke Juul Bruessing komt mede vooraan, spoedig volgen
Theo Smit, Ad Dekkers en Piet van der Kruijs. 108 km: Zundert - De kopgroep krijgt versterking van Wim Albersen, Frits
Pirard, Fons van Katwijk, Jan Bakker, Ad Gevers en de wat teruggevallen Piet
van der Kruijs. De breedste kloof bedraagt 50 seconden. Roy Schuiten en Ad
van Overveld, Cees van Bragt, Frits Schur, Jan Lenferink en vooral Hans Koot
bewegen in de achtervolgende groep hemel en aarde om de aansluiting tot stand
te brengen. 131 km: Bavel - Toont je van der Steen wipt permantig weg, wordt terug
gehaald. Ook Bruessing, regerend en dirigerend, alsmede Aad van den Hoek
trekken eens weg. Wil van Helvoirt rijdt kilometers achtereen een meter of 25
voor de groep uit. Rijdt zich volkomen dood". 164,7 km: Breda - Finale heftig bevochten. Van der Steen probeert het
nogmaals. Ook Gevers, Pirard (gehaald door Bruessing) en Van den Hoek wagen
'n poging. Inmiddels hebben Henk Smits en Harrie Lunenburg als eerste de
kloof naar de spits weten te overbruggen, spoedig gevolgd door vele anderen,
waardoor in totaal 37 man aan de eindsprint beginnen. Juul Bruessing wint
middenuit. Duidelijk.BRON: JAN BALDER Amateurs: 1. J. Bruessing, Amstelveen Ploegenklassement: 1. Hebro-Flandria 11.26.09; 2. Ketting-Shimano z.t.; 3. Amstel Bier
z.t. OMLOOP VAN
DE BRAAKMAN.(1974.04.20) Juul Bruessing
kende zijn les in Omloop van de Braakman ZEEUWSVLAAMSE
SEMI-KLASSIEKER OPNIEUW LASTIG EN ZWAAR We gaan altijd
met plezier naar de Braakman. Niet alleen omdat het opgroeiend graan in dat
prachtige brok inpoldering zo halverwege het heel specifieke
Zeeuwsch-Vlaanderen al lekker begint te wuiven of omdat de zeilboten op het
meer zo gracieus kunnen „hangers" dan wel dat we de ongerepte natuur
zoveel geweld aandoende mastodont-fabriek van DowChemical in Terneuzen
zonodig zouden willen bekijken. Neen, de Braakman
betekent voor ons iets geheel anders. Dat is namelijk de, koers van Henk
Segers en Paul Wiskerke, de grote mannen van Wielercomite Philippine die
jaarlijks met de Omloop voor amateurs op de proppen komen en het „weer of
geen weer" altijd treffen qua koersverloop en verdere afwikkeling. Het
is dan ook niet overdreven indien we stellen dat de Omloop van de Braakman in
verlerlei opzicht meer is dan menig klassieker. Alhoewel de toch wel erg
smalle wegen in vele gevallen “bloedjelink" zijn en men als organisatie
er daarom altijd goed aan doet een niet al te groot rennersveld aan te
trekken. .: Nu behoeft dit
laatste beslist niet van nadelige invloed te zijn, want een „beetje
amateur" moet toch zeker kunnen sturen, kunnen “friemelen" om
ertussen te gaan. En lukt dat niet vooraan dan kan men met 't vormen van
meerdere „waaiers" op de bredere weggedeelten absoluut tot samensmel-
tingen komen. Dat de meeste amateurs zulks niet doen en ook op het achterplan
elkaar nog proberen te „kelen", is uiteraard hun zaak. Maar kien is het
niet en vooral van hen die min of meer bij de nominatie staan om eerlang als
beroepsrenner te gaan rijden, had men anders mogen verwachten. Het is overigens
een algemeen gehoorde klacht. Vooral van renners die al wat ouder zijn, een
zekere kennis hebben opgestoken en vaak tot de ontdekking komen dat juist de
jongeren veelal het gevoel voor een dergelijk logisch koersen missen. Maar
aldoende leert men tenslotte, nietwaar? Tja, als winnaar:
Juul Bruessing. We hebben hem reeds meerdere keren voor het voetlicht
gehaald, zullen dat waarschijnlijk nog meer moeten doen. Gewoon omdat
“Brues" vooral in geestelijk opzicht en qua „koersgogme" ver boven
vele anderen uitsteekt. Bruessing rijdt wat men tegenwoordig modern
definieert: gemotiveerd. Kan onbedaarlijk hard en geraffineerd koersen, voelt
de psychologische hoogtepunten precies aan. Is brutaal, heeft flair. Bezit
tevens een brok levenswijsheid en een martiaal voorkomen. Men, de
wieleraanhang, is om wat voor reden dan ook niet zo gelukkig met Bruessing's
terugkeer bij de amateurs. Ook na de Drentse Dorpenomloop hebben we dat reeds
gesignaleerd, na z'n verbluffende triomf in de Omloop van de Baronie is het
„gezwets en geklets" nog in hevige mate toegenomen en heeft een of
andere idioot zelfs per telefoon de meest vulgaire taal aan het adres van mevrouw
Van Erp, de vrouw van zijn ploegleider, durven uiten. Ook nu zal zijn zege
in de Braakman wel weer het nodige stof doen opwaaien. We vinden het
alleen maar misselijk. Zelfs walgelijk. Want of het nu Juul Bruessing is, of
Henk Benjamin, of Cees Haast, of Henk Cornelisse, of Peter Kisner, of Piet
Hoekstra, of Bart Solaro of wie dan ook: de oorzaak van hun mislukken ligt
niet in het feit of zij al dan niet voldoende capaciteiten voor het vak
beroepsrenner bezaten. Neen, deze renners zijn zo ongelukkig terecht gekomen
omdat er te weinig begrip voor hun eigen persoon werd opgebracht. Omdat zij -
en laten we het maar eens keihard zeggen,in handen vielen van personen die
onder de dubbelzinnige verzamelnaam „firma Slingermans en Tillemeijer"
het fenomeen wielrennen alleen maar misbruiken. Wie er niet tegen kon ging er
onderdoor. En nu kan men wel stellen dat een beetje vent karakter moet tonen,
zeker in de wielersport, wij kennen velen die zulks terdege bezaten doch
gewoon geen kansen hebben gekregen. Bepalen we ons
tot Bruessing dan onderstrepen we vader Jurriaans woorden: „Wie kent hem nu
eigenlijk? Naar buiten lijkt hij een
ruwe bolster, maar wat heeft hij een blanke pit. Juul is een gevoelsmens. De
jongen weet vele dingen verkeerd te hebben gedaan, te hebben aangepakt, te
veel vertrouwen te hebben geschonken in personen die achteraf bezien niet
zijn echte vrienden waren. Bruessing wil nu „boete doen", wil met een
reeks formidabele uitslagen bewijzen dat hij ook anders kan zijn. Hij hunkert
naar begrip, naar gewone menselijke warmte." Bruessing,
nuchter tot en met, jubelt niet uitbundig om z'n zege in de Braakman. Hij
ziet de betrekkelijkheid in, ervaart altijd weer het verschrikkelijk
onrechtvaardige wat hem is aangedaan. Laat in de avond, als we op de pont
naar Kruiningen zitten te wachten, zegt hij: “Ik weet nog hoe ik hier in dit
restaurant een paar jaar geleden berooit en platzak uit Spanje kwam
aanzetten. Hoe ik toen als een stuk “schoelje" en na veel trammelant
dan toch met enig geld op de trein naar Holland werd gezet. Wat verbeelden
mensen, die wel wat poen bezitten zich toch eigenlijk? Vandaag voor de start, brutaal als ik ben,
ging ik wat naar voren staan. Dat doet trouwens iedereen die geconcentreerd
wil koersen en zeker als je weet dat het nogal smal is. Komt er iemand, een
bekende sponsor overigens, langs me en scheldt me uit. Waarom? Moeten zulke
mensen jonge jongens leiding geven? Zijn die door de sport reeds zover dat ze
hun eigen menselijke waardigheid hebben verloren? Nu, ik koers graag, verduveld graag zelfs,
maar het zal en mag nooit ten koste meer gaan van m'n persoonlijkheid. Neem
het volgende: zomaar werd er verteld dat ik niet zo goed overweg zoo kunnen
met Toine van den Bunder. Nou dat is een moordjong. Wat graag had ik hem vandaag
aan de zege geholpen. Helaas is dat mislukt, maar in Olympia's Ronde van
Nederland mag hij gerust op me rekenen." Na afloop schoot
een bekend amateur ons aan. Deze schamperde of we “Wielersport" weer wat
over Bruessing zouden schrijven. Met wat rustig doorpraten en een juist
analyseren gaf de topper toch wel toe dat ook hij van de Amstelvener nog erg
veel kan leren. „Die Bruessing bezorgt ons een zeker
minderwaardigheidscomplex. De manier waarop hij koerst is zo koel
professioneel, dat er eigenlijk niet tegen hem te rijden is. Wat mij betreft
stapt hij weer vlug over." Twee meter verder last een ander zich
ontvallen: „Die wordt geen prof meer. 't Is maar niet lekker als het zo gaat.
Iedere week kan hij z'n zakken vullen, lekker startgeldje hier, lekker premietje
daar." Hoe tendentieus
dergelijke uitspraken, overigens ook nog doorspekt van ziekelijke jaloezie,
zijn wordt ons duidelijk wanneer nauwelijks tien meter verderop een
organisator startkaarten plus een aantrekkelijke „reisvergoeding" (het
betere woord voor startgeld) offreert en deze met eenzelfde gretigheid door
betrokken renner worden aangenomen ... Wij houden er
niet van uit de school klappen, noemen daarom liever geen namen. Beide
gevallen hebben we echter bewust eens aangehaald omdat velen, zeg maar
iedereen, in de wielersport met boter op „zunne kop" loopt. Wat de
coureurs aangaat kunnen we daar nog inkomen. Die zoeken altijd wat om zich
aan vast te grijpen. “Fietsen is," zo definieert ook Juul Bruessing,
„immers een zuiver psychische kwestie. Met een getraind lichaam kan je je
benen allemaal laten gaan. Weliswaar de een harder dan de ander. Koersen
betekent echter voornamelijk je geest fris houden. Vader Jurriaans heeft me
dat terug bijgebracht. Iedere dag, weer of geen weer, zelfs met ijzige regen,
trekken we er op uit. In en door Noord-Holland. Achter de bromfiets. Soms
denk ik: vandaag zal ik wel een „makkie" hebben. Dan echter gaat
Jurriaans, weet je dat dat echt een tweede vader voor me is, volop koersen.
Moet ik me met m'n 42 x 16 ,suf" tellen om de snelheid, toch zo'n 55
kilometer aan 't uur, op te brengen. 't Klinkt misschien gek, maar juist
daar krijg ik macht door. We koersen gewoon, proberen elkaar te lossen. Wat
heb ik veel, ontzettend veel aan die man te danken. Die zwarte fiets!" Met bewogen stem
zegt Juul: „Die was eens van Ben, zijn zo vreselijk verongelukte zoon. Weet
je wat het betekent voor hem als ik juist op die fiets win? " „Man, het zijn
allemaal factoren die in onze opzet passen. Niemand zou het kunnen begrijpen.
Daarom ook word ik niet kwaad om hetgeen er allemaal over en van mij verteld
wordt. Wel besef ik het vroeger zelf volkomen fout te hebben gedaan. Eerst nu
weet ik hoe je echt wielrenner kunt worden. En lukt het me een beetje dan zal
ik dat nog waarmaken ook." Als we dan nog even de koers aan ons laten
voorbijgaan, dan flitst het voor ons: waarom gaat zo'n formidabele tempobeul
als Roy Schuiten toch niet eens rijden als het nog gebeuren moet, waarom kan
een superklasman als Frits Pirard toch nog zo weinig „afzien", waarom is
de sympathieke Jan Raas opnieuw gedoemd tweede te worden, waarom wordt er
van de nu toch zo verwoed werkende Theo Smit altijd gezegd dat hij maar een
plakker" is, waarom... zijn er zo weinigen die een koers naar zichzelf
toe kunnen dirigeren, waarom ... geven we iedereen niet dezelfde eerlijke
kans om te slagen? Wie voorts indruk
op ons maakten? In de eerste plaats de Brit Jan Hallam. Zo gemakkelijk en
bewust als hij reed. In Olympia's Ronde van Nederland zal de tandtechnicus
zeker opnieuw “gensters" slaan. Wellicht ook Herman Snoeijink, de kwieke
Denekamper die er steeds weer bij zit en al flink wat goede klasseringen
heeft weten te bereiken. Dan, ja dan Aad van den Hoek. Voor stijl en
saignering zouden we hem een tien (met een griffel) willen geven, qua
koersinzicht mag hij ook een hoog cijfer hebben. De Dirkslander kan veel, erg
veel zelfs, maar lijkt toch wat raffinement te missen. Is ook wat te grillig.
Halen we de Ster van Bladel nog even voor ons dan zien we hoe hij daar met de
allure van een groot kampioen naar de triomf reed. Nu in de Braakman zat hij
er in de finale doorheen. Die indruk liet
ons ook Toine van den Bunder, want als Jan Raas niet achter hem was gaan
rijden (duidelijk speelde weer het eeuwige:. „d'n dieje komt van de overzai",
waarmede de overkant Westerschelde bedoeld wordt) dan zou de kleine, felle
IJzendijker waarschijnlijk toch totaal teruggehaald zijn. Bruessing, rijdend
op een “lachend" achterwiel (er knapten nogal wat spaken) had ook dan
waarschijnlijk de kaart getrokken. Hij had namelijk reeds lang gezien hoe ze
allemaal waren aangeslagen ... KOERSVERLOOP Eerste omloop: 105 renners nemen 't vertrek. Peloton op smalle wegen meteen in drie,
vier grote groepen. Valpartij van de Tsjech Karl Vavra en Jan Zuydweg. Lekke
band van Juul Bruessing die met een tweede groep, waarin voorts Adrie
Deusing, Piet Franken, Gerrit MShlmann, Jan Lenferink, Wim de Wilde, Cees van
Bragt, Theo de Jong en Arie Versluys weer mede vooraan komt. Tweede omloop: In een tweede groep, waaruit de Tsjech Pavlicek wordt weggereden,
snijden Tonny Huyzen, Bert Broere, Henk de Jong, Gerard Tabak, Ad Gevers,
Gerry van Gerwen, Vester Aarts, Henri Geldens, Bert Scheuneman onder leiding
van tempoloper Roy Schuiten een enorm tempo aan. Een soort hergoepering
volgt, direct daarna probeert Mohlmann het alleen, krijgt evenwel geen kans.
Op kop nu 35 renners, welke formatie spoedig wordt uitgedund. Alex Bongers en
Frits Pirard geven op. Jan Aling moet opgeven na zadelbreuk. Derde omloop: Nadat ook de Tsjech Kalis het niet meer ziet zitten en Vester Aarts
zowaar toch weer wist aan te sluiten - lange tijd heeft de Roosendaler
“elastiek" gereden (er bij en weer los, er bij en weer los) ; evenals
zijn Storm-ploegmakker Adrie Deusing die ook maar bleef „jo-jo'en" -
kwam er vooraan beweging. Gerard Tabak, de jonge frisse knaap van Bossche
Staalbouw reed met wat flair weg, leidde het min of meer in. Plots een
demarrage van Toine van den Bunder, Ian Hallam en Juul Bruessing (alle drie
Hebro-Flandria), Aad van den Hoek, Herman Snoeijink en Frits Schiir
(Ketting-Shimano) alsmede Jan Raas (Tegelhandel Jan van Erp) en Theo Smit
(Frisol). Gelijkmatig wordt de voorsprong vergroot, loopt van 15 naar, 18,
24, 32, 40 en 48 seconden op. Achteraan werken Arie Versluys, Roy Schuiten en
Lau Verwey keihard om ook deze ontwikkeling ongedaan te maken. Vierde omloop: Het werk van dit drietal zet geen zoden aan de dijk. Zij vallen terug
in de groep welke voorts geformeerd wordt door Bert Broere, Piet Franken, Jan
Lenferink, Adrie Deusing, Wil van Helvoirt, Bert Scheunemann, Karlheinz
Bohnen en Ton Bakker. Dit elftal komt tot op nauwelijks vijftien seconden
terug. Vooraan echter wakkert de vlam weer aan, laait zelfs hoog op. Aad van
den Hoek wipt eens weg, maar mist de „punch". Toine van den Bunder haalt
hem terug en gaat zelf. Meteen reageert Van den Hoek die Ian Hallam in het
wiel krijgt. Als Herman Snoeljink gaat, wordt deze door Juul Bruessing in de
boeien geslagen. Evenals Jan Raas, die zowaar een gaatje maakt maar het
remmende blok ( Bruessing) niet kan afschudden. InmiddeIs rijdt Snoeijink
plat en sprint Toine van den Bunder naar een voorsprong van ruim honderd
meter. Raas ontketent opnieuw, moet wederom de ijzige „controls" van
Bruessing dulden. EenmaaI bij Van den Bunder springt deze laatste in zijn
wanhoop nog een paar keer. Raas moet steeds het gat dichten en toen ... Een
flitsende Bruessing brengt de grote ontknoping. Raas wordt voor de zoveelste
keer tweede (ook in de Drentse Dorpenomloop achter Jan Aling, in de Ronde van
Drente achter Co Hoogedoorn, ook in Engeland - Grand Prix of Essex - achter
Keith Ratcliff).BRON: JAN BALDER Amateurs: 1. J. Bruessing Ploegenklassement: 1. Hebro-Flandria 10.33.15, 2. Ketting-Shimano 10.34.38, 3. Caballero
10.37.03. OMLOOP VAN
DE MAASVALLEI.(1974.04.27) Andre Versteijlen
won Omloop Maasvallei Niet algemeen
favoriet Limburger Michel Jacobs is winnaar geworden van de zaterdag verreden
tweede wegwedstrijd van de Junioren Club Trofee: de Limburgse Omloop van de
Maasvallei, maar in het tussen Beek en Geleen gelegen Neerbeek finishte als
eerste Andre Versteijlen uit het Brabantse Sint Willebrord met 34 sec.
voorsprong op... Michel Jacobs. Laatstgenoemde
heeft deze “nederlaag in eigen huis" grotendeels aan zichzelf te danken,
want als hij, toen hij tegen het einde van deze boeiende wedstrijd met Havik
ontsnapt was, geen uitdagende hounding had aangenomen en gewoon finishwaarts
had gekoerst, zou hij ongetwijfeld ook deze tweede JCT-wedstrijd op zijn
naam hebben geschreven. Jacobs deed dat
niet, ging met Havik spelevaren, waardoor de geringe voorsprong op een klein
groepje achtervolgers als sneeuw voor de zon verdween. Op de laatste klim
voor de finish: de Adsteeg, streken deze jagers dan ook neer op het duo
Jacobs-Havik en niet veel later, na een spervuur van demarrages, was het
Versteijlen die voorgoed wegkwam, uitstekend in de rug gedekt door clubgenoot
Ad van Peer, die samen met Jan Jonkers tijdens de slotkilometers het woord
aan Jacobs liet. Deze bleef dat antwoord schuldig en zo won, met meer dan een
halve minuut voorsprong, de 18-jarige pijpleidingsmonteur Versteijlen uit
het wielernest Sint Willebrord. Het was zijn tweede triomf dit jaar, nadat
hij eerst zegevierend de Ronde van Steenbergen beeindigd had, maar daarnaast
uit goed wielerhout gesneden schijnt te zijn, getuige zijn derde plaats
verleden week in de Ronde van Noordwest Overijssel. NAIJVER Met z'n 118'en
waren ze aan het karwei over de winderige Limburgse heuvels begonnen. Het kaf
werd al vrij spoedig van het koren gescheiden en reeds na De zeventien
leiders gingen op de heuvelruggen rond Geulle een verwoed gevecht aan dat
uiteraard slachtoffers vergde. Uit deze prachtige strijd kwamen in eerste
instantie Havik en Michel Jacobs als winnaars te voorschijn en werden de
grote verliezers Hein Jacobs, Van der Pluym en Stroosnijder, die ver zouden
terugvallen, ja zelfs overstoken werden door renners die achterop waren
geraakt. Het zaakje scheen bekeken: Havik en Michel Jacobs zouden onderling
gaan uitmaken wie deze eerste Omloop der Maasvallei nieuwe formule zou gaan
winnen. Door onderlinge naijver kwam daar echter niets van in huis. Ze
werden bijgehaald door een jachtgroepje met Jonkers, Kramer, Van Peer,
Versteijlen en Visschers, waaruit even later Versteijlen alleen wist weg te
komen en na een solo van een tiental kilometers met 34 seconden voorsprong
in Neerbeek als dolgelukkige winnaar arriveerde. Junioren: OMLOOP VAN
HET LAGE LAND.(1974.05.04) Martin Havik
stortte zich op zege Omloop van bet Lage Land Hij komt uit het
roemruchte wielernest van de Zuidhollandse Hoeksche Waard. Een nest waarin
vroegere kampioenen als Wout Verhoeven, Jo de Haan, Arie den Hartog, Adrie
van Steenselen, Dirk Groeneweg, Andre van Middelkoop en noem verder maar op
groot worden en wiekend uitvlogen naar puike successen. Zo'n kampioen-in-spe
is ook de 18-jarige, flink uit de kluiten gewassen Martin Havik uit Strijen.
Een knaap die het thuis allemaal niet zo gemakkelijk heeft en er in de zaak
van z'n deels invalide vader - groente-, aardappelen- en fruithandelaar - nog
altijd hard tegenaan moet. Fysiek is hij daardoor veel van z'n
leeftijdsgenoten ver voor en wellicht is het aan dat harde werken ook te
danken dat hij nu als een wielrenner met talent mag worden aangeduid. In de
door het Zaanlandsche DTS voor de tweede maal goed georganiseerde Omloop van het
Lage Land heeft hij dat voor een belangrijk deel uitgedragen. Enkele jaren
terug reeds beweerden we dat ,Havikkie" een wielervogel was die z'n
vleugels wild zou kunnen uitslaan. Dat doen we nog, al zijn we uiteraard wel
erg voorzichtig om een jong sportman te vroeg en te vlug over het paard te
tillen. Trouwens: we vinden zulks te allen tijde volkomen fout. Maar in het
Noordhollandse land verdiende Martin toch zonder meer een extra aantekening. Overigens dreigde
deze tweede Omloop van het Lage Land te elfder ure nog in het water te vallen
omdat er te weinig politiebegeleiding voorhanden zou zijn. Gelukkig kwam
luitenant Bordewijk van de Verkeersgroep Rijkspolitie district Amsterdam als
een ware redder in de nood en niet voor niets gaf DTS voorzitter Jan Broerse
na afloop te kennen: “We zijn de politie hier bijzonder erkentelijk voor. We
zagen het eerlijk gezegd zelf eerst niet geheel meer zitten met deze
wedstrijd. Gelukkig is het dan toch in orde gekomen." En zo heerste er
in het altijd gastvrije en gezellige Reina Siersema-huis van de firma Bram
Broese BV zaterdagmorgen toch een enorme bedrijvigheid. Van renners,
officials en persmensen, van clubbestuurders, supporters en familieleden.
Mede-organisatoren, de heren Van Veldhoven, Tigelaar en Van de Laar, hadden
het er ook druk mee. Evenals de afdeling Wormerveer van het Nederlandse Rode
Kruis, die spijtig genoeg al vroeg haar o zo belangrijke werk moest
verrichten. In de Midden-Beemster kwakten namelijk wat renners neer en van
hen moest de Limburger Franssen met een hersenschudding naar het ziekenhuis
worden vervoerd. Cor van Es, een pittig rennertje uit het noorden, te weten
uit Ide de Punt, verzeilde later door zo'n zelfde voorval naar de
achterhoede. LEO VAN VLIET:
TWEEMAAL LEK Aan de spits toen
inmiddels al wat ontsnappingen. Van bij voorbeeld Johan Kuiken en Kees van de
Wereld. Verder van Theo Gevers, Krijn Sint Nicolaas en Peter Noy. In deze
fase - er zagen zo'n Bleken de
pogingen om weg te komen, onder andere ook van Jo Fidom en Mathieu de Vos, eveneens
slechts wat smeulend strovuur, na zo'n twee uur koersen vocht zich dan toch
een kopgroep van zestien durvers vrij. Op de smalle wegen van West-Friesland
konden Martin Havik, Jos van Erp, Ben Lambo, Andre Versteijlen, Ad van Peer,
Egon van Kessel, Leo van Vliet, Dick van Egmond, Jan Huis in 't Veld, John
van Herwerden, Kees van de Wereld, Roel Fridsma, Ed Waasdorp, Thijs van der
Weijden, Wim Lugtenburg, Ad Kramer en de reeds eerder genoemde Johan Kuiken
toch wegkomen. Lugtenburg moest evenwel spoedig afhaken en zowel Van de
Wereld als Van Peer werd de dupe van een lekke band. Eenmaal in de
Wijde Wormer (na plm. Met nog enkele
kilometers te gaan dreunde tenslotte Martin Havik naar voren en zullen we
wellicht spoedig weten of hij echt voor niemand meer opzij behoeft te gaan
... Junioren: Clubklassement: 1. RC De Hoekse Renners 49 pnt.; 2. RKSC' & WV Willebrord Wil
Vooruit 48 pot.; 3. WV Amstelland 34 pnt.; 4. AWV De Zwaluwen (Almelo) en WSV
De Peddelaars 30 pnt. OMLOOP VAN
HET ZUIDEN.(1974.09.07) Omloop van Het
Zuiden werd een barre koers Michel Jacobs,
junioren en Frits Pirard, amateurs grootse winnaars Vorig jaar reeds
hebben we de loftrompet gestoken omtrent dat machtige brok wielersport wat
altijd zo begin september in de Brabantse Kempen ten beste wordt gegeven, de
Omloop van Het Zuiden. De onvervalste “klassieker" voor clubteams welke
iedere keer weer vele herinneringen aan vroeger doet opleven en welke een in
alle opzichten fijne ongekunstelde sfeer laat proeven. Voorzitter Harrie van
Lieshout en zijn trouwe secondant en minstens even hard werkende secretaris
Jo Gakens, verder de heren De Beer, Van Eck, Mollen, Kerstjes, Van Geffen en
Vogt leggen er keer op keer veel eer mee in. Voorbije zaterdag brachten zij
de negende uitgave, zo mogelijk de allermooiste, omdat in het beestachtige
weer slechts de allersterksten konden winnen. Waardoor tegelijkertijd het
niveau van deze koers, helaas wordt er veel te weinig belangstelling -
vooral van de zijde van de publiciteitsmedia - voor getoond, belangrijk werd
vergroot. De namen van junior Michel Jacobs en Frits Pirard (amateur) staan
daar zeker garant voor. Tot en met
zaterdag schreef Michel Jacobs dit seizoen maar liefst ... 32 koersen op zijn
naam. Een respectabel aantal, nog meer als men weet dat er vijf
“klassiekerzeges" in verdisconteerd moeten worden. Misschien heeft de
talentrijke Limburger, die gelukkig heel nuchter en zonder enige opwinding of
wat dan ook het succes van zijn carriere beleeft, daags daarna weer gewonnen.
Dat horen we later wel. In Vessem, dat oer-Brabantse plaatsje midden in de
prachtige Kempen, tekenden we uit zijn mond even de reeks op die hij aan
grote wegkoersen op zijn lijst liet bijtekenen: Omloop van Walcheren en Ronde
van Midden-Nederland, Noordwest-Overijssel (1973 en 1974), Land van Bartje,
Vijfdorpenomloop West-Brabant, Omloop van Niekerk en Omloop van Het Zuiden,
voorts Omloop van bet Lage Land, Acht van Bladel en Flevo-Tour. ZWARE LAST In totaal elf
stuks. Onnodig om te zeggen: die Michel Jacobs kan er wat van. Toch is hij
niet speciaal een kampioenschapsrenner. Daarin is de concur- rentie hem
altijd net te vlug af en Michel zelf misschien te nerveus. Willen we in dit
verband wellicht ten overvloede wijzen op de dikwijls fnuikende invloed welke
met name Limburgse supportersclubs ten opzichte van eigen succesvolle renners
hebben gehad (het mislukken van Piet Haan, Jan Nolten, Jan Hugens, Piet van
den Brekel, Harrie Steevens enzovoorts zijn er de meest sprekende bewijzen
van helaas ... ) onwillekeurig drukt op de geblokte Jacobs toch een zware
last. Hij moet het „faillissement" van de Limburgse wielersport afwenden
en omzetten in een nieuwe glansperiode. Meer dan ooit zal
men daarom uiterst nuchter en verstandig aan zijn op- en afbouw moeten
werken. Michel Jacobs
bezit alles om te slagen. We durven bekennen dat eerder wel eens betwijfeld
te hebben, omdat we hem dan met onvoorstelbaar grote versnellingen aan het
werk zagen. Nu rijdt hij beduidend lager, is hij zelfs in staat om te
“tollen". In de Omloop van Het Zuiden heeft Jacobs daar beslist voordeel
aan gehad. In het stormachtige weer kon hij in de finale tenminste zijn
volledige macht aanwenden en toeslaan op het moment dat hij zelf verkoos. Direct na hem
moet evenwel ook Bert Lambo, de man uit Breukelen, worden genoemd. In wezen
maakte die de beslissende slag, beukte hij de kopgroep murw. Er waren
namelijk nogal wat mannen op de eerste rij. Alles wat naam heeft reed daar,
behalve dan Leo van Vliet die door een valpartij volledig uit koers geraakte.
In de eerste omloop waren trouwens nogal wat „smakken". Mede daardoor
ook dat men in de tweede toer de belangen in „breed opzicht" koppelde en
er een negentiental wegkwam dat zich nooit meer liet inhalen. Daaruit loste
John Olde Meule door kramp, daaruit moesten ook Rob Fridsma en Jan Nijmeijer
afhaken. Maar de rest bleef lange tijd, beter gezegd: voorgoed bijeen.
Onderweg werd John van Herwerden, de zo stiekemweg internationaal heel goed
aantikkende knaap uit Voorburg, nog geplaagd door hevige krampen (de koude
regen en het zware weer vormden daartoe beslist de aanleiding) en voorts viel
ons oog op ... Andre Versteijlen. Dat parmantige
ventje uit Sint Willebrord reed lek. In een spijker. Er moest een nieuw wiel
worden gestoken. Tussen de auto's kwam hij terug, althans een heel eind. De
harde storm gaf deze potentiele kanshebber evenwel weinig kans nog het
alleraatste gat dicht te rijden. Plots zwenkte de materiaalwagen van Jan van
Erp naar links: Versteijlen pikte handig aan, kreeg wat meer gang, kan even
op adem komen. Voor Van Erp's wagen manoeuvreerde ook een andere wagen, men
moest remmen en ... Versteijlen reed - attent en tot en met geconcentreerd -
min of meer tegen de achterbumper op. Geen problemen, valpartijen of wat dan
ook gelukkig. Wel ... en nu komt het: na het uitrijden de-klassering naar de
laatste plaats van de kopgroep van zestien. Dat beslisten de wedstrijdcommissarissen
en zoals Versteijlen bij diens protest werd verteld: „Daar moest hij maar erg
blij mee zijn." Men baseerde zijn overtreding op stayeren... Inderdaad was dat
zo, maar wat wij de laatste jaren bij herhaling in allerlei grote koersen
hebben gezien: renners van een kopgroep die door pech achteruit worden geslagen
mogen tussen de auto's (en men moet dan eens zien hoeveel er gestayerd,
gesmijcheld, afgeduwd of wat dan ook wordt) terugkomen. Binnen het jurykprps
wordt dat altijd als een normale handeling getolereerd omdat men wel weet dat
wie “kapot" zit toch ook aan al dat stayeren of „luw zitten" totaal
niets heeft. Gaat men van jury-zijde de reglementen plots wel naar de
eigenlijke norm hanteren (en zonder meer moet zulks altijd gebeuren), dan is
het naar onze mening wel rieeler om terstond in te grijpen. Ook Andre
Versteijlen had zulks meer op prijs gesteld. De affaire Kees Bal in de Ronde
van Overijssel enkele jaren terug, heeft - zo dachten we - toch wel genoeg
geleerd ... In de slotfase
rukten Michel Jacobs en Bert Lambo de kopgroep volledig uit elkaar. Het
tweetal gaf ook de vinnige Bart van Est niet de kans om zijn sprong in de
alleraatste kilometers nog te bekronen en aan te sluiten. We schreven het
reeds meer: Nederland bezit in deze junioren een machtige categorie. Een stel
knapen die in de toekomende jaren zeer belangrijke bladzijden voor onze
wielersport kunnen gaan schrijven. Oud-wielerkampioen Wim van Est, glunderend
om het succes van „zijn" Willebrordse jongeren in het klassement
Junioren Clubtrofee, zei veelbetekenend: “Moet je eens opletten wat die jonge
'gassies' er volgend jaar bij de amateurs van gaan maken. Die rijden al die
'ouwe mannen' doodziek. Ze zullen er zo
in 'klatsen' dat de amateursector gelijk een geheel ander gezicht krijgt. Da'
zweur ik oe. . ." EINDELIJK ... Hij had zich seizoen
1974 geheel anders voorgesteld. Nog zien we Frits Pirard in het prille
voorjaar bij ons binnenvallen. Op de fiets was hij uit Breda naar Amsterdam
gekomen. Om “kilometers te maken", ook om z'n programma met ploegleider
Herman Krott te bespreken. Frits had het staan op Montreal, richtte vooral
zijn oog daarop. Het is er niet
van gekomen. Zijn studie aan de Detailhandelsschool nam (en neemt) erg veel
tijd, bovendien lukte het koersen hem niet altijd. De laatste weken was het
helemaal erg. Alsmaar raakte hij betrokken in valpartijen. Hij kon vrijwel
geen koers normaal uitdoen. Ook moest hij weer naar school en naarstig
“blokken" om z'n laatste examenjaar tenminste sterk aan te vangen. Hij
kon het allemaal niet goed verkroppen dat hij, de sterke Frits Pirard, zo in
de schaduw had moeten blijven. Winst in tien koersen, dat wil zeggen: in
criteriumwedstrijden? Och, het is natuurlijk leuk, maar een klassieker of
grote wegwedstrijd in die trant telt natuurlijk veel meer ... Aan de streep in
Vessem flapte de wieleratleet er het eerst uit: „Eindelijk! Eindelijk! Wil je
dat alsjeblieft in 'Wielersport' schrijven. Ik heb eindelijk een grote
wegkoers gewonnen. Een klassieker. Een koers waarin ik sterke mannen als
Gerry van Gerwen, Wil van Helvoirt, Jan Ruckert en Piet van der Kruijs heb
geklopt. Zou ik het dan toch kunnen?" Natuurlijk kan
Frits Pirard het. Hij kan zelfs veel meer dan hij (pas negentien jaar) zelf
weet. Gelukkig maar. Pirard moet nog volledig rijpen, moet nog de coureur
worden die zonder enige twijfel in hem steekt. In de barre
Omloop van Het Zuiden hebben we daar opnieuw een sterke bevestiging van
gekregen. Met nog een kilometer of zestien, zeventien te gaan flitste hij weg
uit de kopgroep die vanaf het begin de touwtjes in handen nam. Pogingen van
anderen hadden tot dan toe geen enkel effect gesorteerd. Pirard ging tegen de
stormwind in en beukte gelijk een „log" van zeventien seconden bijeen.
En waarachtig niet ten opzichte van kleine jongens, want achter hem zaten Van
Gerwen, Van Helvoirt, Tuit, Ruckert, Bellemakers en nog wat anderen beslist
op een minstens even groot succes te spinzen. SLAGVELD Het veld was na
het vertrek op weg naar Wintelre en Oirschot geljjk versplinterd. Het leek
wel een slagveld. Overal groepen en groepjes, valpartijen, lekke banden,
materiaalpech en wat er zich al niet meer aan rennersleed kan voordoen. Het
was dan ook duwen, wringen, trekken, ,knieen en ellebogen" tot en met om
in 'n waaier te komen. Vooraan meteen een spits van negentien renners die
naar gelang de kilometers gingen doorwegen ook flink uitdunde. Aanvankelijk
had ook Henk Lubberding op de eerste rij gezeten, maar even ongelukkig in de
wind en op het kantje en ... de frisse knaap uit Voorst kwam te ,zwemmen".
We hebben toen evenwel kunnen zien hoe machtig ook hij alleen kan fietsen.
Lubberding is nog onvolgroeid (gelukkig maar) en moet als renner eveneens nog
komen. Dat zal niet zo lang meer duren trouwens. Moesten in het
verdere verloop (in totaal lagen er vijf omlopen van Ja, totdat Frits
Pirard al zijn fysische en psychische krachten comprimeerde en de definitieve
beslissing forceerde. Twee maal was hij in het verleden tweede geworden, nu
liet de sterke wieleratleet (wat hebben we genoten van zijn machtige cadans)
zich de zege niet meer ontglippen. En puike triomf
in een klassieker die opnieuw met verkoop van steunbon- nen en ander puur
amateuristisch kunst- en vliegwerk tot stand werd gebracht. Chapeau! BRON:
JAN BALDER Amateurs 155 km: Ploegenklassement
(clubs) : 1. WV Breda, Breda 10.56.51; 2. T & WC De
Kempen, Valkenswaard; 3. R & TC Wilhelmina, Eindhoven. Junioren 110 km: Ploegenklassement
(clubs): 1. RKSC & WV Willebrord Wil Vooruit, St.
Willebrord 64 pnt. ; 2. UW & TC De Volharding, Utrecht 53 pnt. ; 3. WC De
Ster, Geleen 40 pnt. ; 4. RC De Hoekse Renners, 's-Gravendeel 36 pnt.; 5.
AWV De Zwaluwen, Almelo, 29 pnt. OMLOOP VAN
NIEKERK.(1974.08.214) Wilskrachtige
Michel Jacobs zegeviert in
boeiende 6e Omloop van Niekerk Evenals in
vrijwel alle voorgaande wedstrijden van formaat voor junioren, gaven in de
zesde editie van de Omloop van Niekerk, wederom op voortreffelijke wijze door
de NWV Groningen en het plaatselijk wielercomite op touw gezet, renners als
Andre Versteijlen, Leo van Vliet, John van Herwerden en Michel Jacobs de toon
aan. Ook noemen we graag Dick van Egmond, Jos van Erp, Martin Havik, Jos
Brummelaar, John Akkermans en Bert Lamboo. De uiteindelijke winnaar Michel
Jacobs heeft evenwel opnieuw aangetoond tot de allersterkste coureurs in
deze categorie te behoren. Want nadat hij in de slotfase, met nog Ook nu weer kende
de Niekerkse Omloop van meet of boeiende strijd. Na de eerste Dankzij de
medewerking van de BB, die met enkele auto's van de partij was, was er een
goede communicatie voorhanden. Bij de finish bleef het publiek regelmatig op
de hoogte van de stand van zaken in 't voorste gelid. De heer Zwart uit
Heerenveen, die als voorzitter van de jury fungeerde, zei in dit verband:
“Een woord van lof is zeker op zijn plaats aan het adres van de
organisatoren. Ieder jaar leert men weer en ik steek niet onder stoelen of
banken, dat deze 6e Omloop van Niekerk de mooiste was en ook organisa-
troisch heel knap in elkaar stak." De reeds eerder
genoemde namen van renners zaten dus weer van meet af in 't voorste gelid.
Wat de noordoostelijke troeven betreft, zaten ditmaal twee renners van De
Zwaluwen bij de eersten. We doelen op Dick van Egmond uit Nijverdal, die eerder
de nationale titel achtervolging bij de junioren in de wacht sleepte, en Jos
Brummelaar uit Diepenheim. Ook Jan Olde Meule uit Tubbergen deed van zich
spreken. Toen echter in de
slotfase de prijzen weden verdeeld, kwam men niet op het ere-podium terecht.
Daarop kwam in de allereerste plaats Michel Jacobs, die na een mooie jacht
zowaar weer wist aan te sluiten en toen meteen aan de haal ging met Andre
Versteijlen en Leo van Vliet. Na een fikse demarrage ontdeed de sterke Jacobs
zich van zijn belagers en finishte tenslotte met een voorsprong van 13
seconden op Andre Versteijlen die Leo van Vliet in de eindsprint klopte. Met
een achterstand van 40 seconden arriveerde John van Herwerden als vierde.BRON:
BEN ZOMERDIJK Junioren: OMLOOP VAN
ZEEUWSCH-VLAANDEREN.(1974.08.13 T/M 08.14) Oersterke Peter
Godde verpletterde tegenstand
in 11e Omloop van Zeeuwsch-VIaanderen Materiaalpech
boezemt hem de meeste vrees in . Zelf ook flink
aan de maat - Als wegrenner
komt men dergelijke supermensen evenwel niet vaak tegen, ofschoon de Polen en
Russell soms toch ook figuren pousseren die qua omvang iets kolossaals
hebben. In Nederland mag men Peter Godde tot diezelfde groep rekenen. Een
vent gelijk een blok beton. Evenwel is de van oorsprong uit Dordrecht
afkomstige inwoner van Koewacht er ook nog uitermate snel bij. Bij de
coureurs is dat meer dan bekend, vooral in de criteria. Het afgelopen
weekend heeft de Bik-topper even laten merken hoe hij ook in de klassiekers
of andere grote wegwedstrijden eventueel kan “slopen". Een totaal aan
puin getrapte pignon hield hem in de eerste etappe spijtig van de zege af, in
de derde en laatste rit stond er evenwel op zijn aankomst gewoon geen maat.
Van niemand, van helemaal niemand . . . Het mag dan zijn
dat de Jan van Erp-boys Jan Raas en Gerry van Gerwen elkaar wat (nogal veel)
in de schoenen schoven omdat zij enigszins verkeerd de laatste bocht naar de
finish „rondden", tegen deze Peter Godde was in Terneuzen niet te
spurten. Meer dan waarschijnlijk zou dat ook in Oostburg - een dag eerder -
zo zijn verlopen, maar ja die rotte pignon ... Vergeleken bij de zes frames
welke hij dit seizoen als houden latwerk doorbrak, was het evenwel niets. 's
Avonds ging vrolijke Peter - in alle opzichten een bohemien alhoewel hij
toch bezorgd is over zijn vrouw die reeds maanden in het ziekenhuis ligt -
een nieuwe pignon versieren. Wederom de duurste, dik honderd gulden ... Met
de volle winst in zo'n twintig criteria lijdt hij weliswaar geen armoede,
maar ja, zijn vrouw heeft hem de keus gelaten. Of rijden en dan ook zorgen
dat er vrijdags “slappe was" op tafel is, of werken. Peter Godde koerst
daarom verbetener dan ooit, wordt waarschijnlijk nog meer geinspireerd door
het feit dat hij binnen afzienbare tijd hopelijk vader zal zijn. Deze elfde Omloop
van Zeeuwsch-Vlaanderen, jaar op jaar een machtig brok wielerwerk waarin
nimmer enige wanklank is te beluisteren en die door de heren Veerman,
Benjamins, Van Paemel, Scherbeijn, Roelands, Claeijs, Van Hijfte en Engels
alsmede een keur van medewerkers en -werksters altijd zo perfect mogelijk
wordt georganiseerd, heeft Peter Godde bewust aangegrepen om te bewijzen dat
hij ook op de lange route heel goed meekan. Sterker: daarop ook kan regeren.
Dit jaar is hij al eens uitgezonden geweest naar Frankrijk. Hij won er
meteen. Eveneens met een verbijsterende overmacht. Zo'n man als Godde zou
voor de honderd kilometer ploegentijdrit een onvoorstelbare kracht zijn. 't
Grote probleem zou waarschijnlijk zijn om renners te vinden die zijn
„schandalig tempo" kunnen houden en ... overnemen. Wat zei bij voorbeeld
Jan Raas aan de streep van de eerste etappe: „Ik kon hem nauwelijks houden
toen hij zo hard naar Piet van der Kruijs sneed. In een criterium is Godde
bijna niet te kloppen. Spijtig voor hem heeft hij teveel te maken met
materiaalpech. Wij zijn er evenwel meer dan eens gelukkig mee ... Is me dat
een mens! . . ." EERSTE ETAPPE
OOSTBURG-OOSTBURG Een sterke wind
zorgde ervoor dat de tweedaagse Omloop van Zeeuwsch-Vlaanderen zeker niet
flauw op gang kwam. Het was gelijk werken geblazen. Hard werken zelfs om zich
in de eerste gelederen te handhaven. Er formeerde zich dan ook vrij vlug een
hoofdmacht van zo'n dertig renners welke niet alleen de rest tot figuratie
dwong doch binnen de eigen kring eveneens zwaar selecteerde. Dat kwam
voornamelijk door het indringende pacen van de Van Erp „tegelaars", te
weten: Gerry van Gerwen, Piet van der Kruijs en Jan Ram alsmede de altijd
present zijnde Henk Botterhuis. In niet mindere mate echter lieten Toine van
den Bunder, Fons van Katwijk en de heel bijzonder koersende Leon Strobbe -
beslist een man met toekomst - bemerken dat hun ploeg Hebro-Flandria een
duidelijk tegenwicht wilde vormen. Later bij het meer dan verschrikkelijke
“kantje rijden" tussen IJzendijke en Biervliet (omstreeks de zeventigste
kilometer) werden een hele ris “namen" naar achteren gereden, werden ook
Ton ter Harmsel en Cor Witkam afgehaakt en achtte Juul Bruessing verder
aandringen niet meer nodig. Hij
draaide om en verdween even spoorloos als spoorslags ... In de tweede
slagorde noteerden we Rob Kroep, Henk Smits, Henk Mutsaars, Wim Hofstede, Lau
van Nieuwkerk, Jan Ruckert, Henk Lubberding, Rien Verboom, Piet Hoekstra,
Tom Faase, Gerard Tabak (tot dan toe beslist knap rijdend) en Frits Pirard
die weliswaar nog hevige pogingen heeft ondernomen en met enkele anderen tot
op minder dan honderd meter kwam, maar in wezen toch weer (en dat voor de zoveelste keer) de boot
miste. Hierbij willen we zelfs zijn steekhoudend argument dat hij net
daarvoor plat had gereden buiten beschouwing laten omdat Pirard daar “beslist
niet zo van heeft" geleden. Was het de
pittige Adrie Deusing die na Biervliet wegstormde en daarmede zijn
„komst" nog meer onderstreepte, ook mag de man uit Halsteren zich er op
beroemen dat hij min of meer de eindfase inluidde. Niet zo'n wonder als men
weet dat hij bij Chris de Jonge zeker geleerd heeft te “stormen", maar
wat waar is, is waar: Adrie Deusing (dikwijls Harrie genoemd) is een renner
die heel wat in zijn mars heeft. Aan de leiding
kwamen kort daarop: Jan Raas, Piet van der Kruijs, Henk Botterhuis en Gerry
van Gewen (allen Tegelhandel Jan van Erp), Toine van den Bunder, Fons van
Katwijk, Leon Strobbe en Ad Prinsen (allen Hebro-Flandria), Wim de Wilde,
Bert Broere en Adrie Deusing (alle drie Cafe-Restaurant Storm), Mathe Pronk,
Wiel de Ruyter en de heel geraffineerd koersende Bart Solaro (alle drie Faas
Sport) alsmede de eenlingen Peter Godde (Bik Sloopwerken) en de heel sterke
Belg Karniel Dhooge. Het was de
dekselse Strobbe die bij herhaling het kruit nog meer tot ontploffing
bracht. Hij promoveerde trouwens min of meer tot een soort sleutelfiguur,
reageerde op de uithalen van Raas, Godde, De Ruyter en van Dhooge, die voorbij
het vriendelijke Groede het hoogst intrigerende spel van de Nederlanders
probeerde te ontvluchten. Op een haar na misten toen Raas en Van den Bunder
(in de buurt van Potjes en op weg naar Zuidzande) een sloot. . . Daarentegen
scheerde de zwaargebouwde Godde schitterend door de bochten, zat hij evenals
Van den Bunder en alweer Strobbe op de vinkeslag om alle stoten en uithalen
van de Jan van Erp-coureurs te pareren. Het ging in die
slotfase inderdaad hard tegen hard. Raas, De Ruyter, Strobbe, Botterhuis, Van
Gerwen, Van den Bunder ... Bij herhaling zag men die mannen bezig om de
uiteindelijke kopgroep van vijftien uit elkaar te scheuren. Het moest er van
komen, het kwam er ook van. Ineens kregen Van den Bunder, Raas, Van Gerwen,
Strobbe, Van der Kruijs en alsmede de haastig toeschietende Bert Broere flink
licht en ruimte. Het ging snel, het ging bliksemssnel en zelfs nog sneller
toen Piet van der Kruijs met nog nauwelijks vijf kilometer te gaan het heft
helemaal in handen wilde nemen. Ongelooflijk wat toen Peter Godde liet zien.
Jan Raas moest alles en alles rijden om mee te kunnen. Van der Kruijs werd
voorbij gestoken alsof hij “stilstond", zelfs Van Gerwen, Van Katwijk en
Van den Bunder wapperden nog langs zijn flanken. Aan de streep een winnende
Jan Raas, die vrij zeker eerdaags een Peugeot-BP-contract zal gaan tekenen. TWEEDE ETAPPE
PHLIPPINE „Don Fredo"
ofwel oud-wielerkampioen Fred Hamerlinck glunderde. Dat doet hij ieder jaar
wanneer hij met KBWB-afgevaardigde Albert Dhondt de Belgische ploeg
begeleidt. De Belgen komen iedere keer weer met een machtig fijne ploeg naar
Zeeuwsch-Vlaanderen, hebben er heel dikwijls ook succes. Vorig jaar met een
alleszins goed rijdende Johnny Vanderveken en Jos de Couwer, vroeger al eens
met Gerry Catteeuw, nog eerder met Romain Vercauter en Ghislain de Clerck. Zo mogelijk had
de sympathieke Dhondt nu een ware sterrenploeg meegenomen. De namen van
Kamiel Dhooge, Etienne de Beule, Frangois van Vlierberghe en vooral van Marc
Steels staven immers deze bewering. Enfin ... deze laatste trok in de
persoonlijke tijdrit alle prognoses omver. Marc Steels (21 jaar en afkomstig
uit het nabij St. Niklaas gelegen Sint Pauwels) heeft op het gebied van
rijden tegen de “naakte waarheid" al meer mooie dingen gedaan. Hij won
dit seizoen dergelijke evenementen in de Omloop van Franco-Beuge, in de
Zwitserse etappewedstrijd Wilhelm Tell. Ook heeft hij met het winnen van de
amateurklassieker Parijs-Roubaix bewezen een.„rit in lijn" wel degelijk
aan te kunnen. Nu in Philippine
reed hij (14.31,3) bijna vijf seconden sneller dan de alleszins verrassende
Gerry van Gerwen (14.36,0) die hiermede nog eens zijn veelzijdigheid
aantoonde. Eveneens onder de vijftien minuten (lengte tijdrit Het betekende
voor Steels een gemiddelde van DERDE ETAPPE
TERNEUZEN-TERNEUZEN Voor wie de
eindzege? Ook nu een “knaller" op naam van Van Gerwen, de man die de
eens zo bekende reclame-slogan: “op weg en baan steeds vooraan"
kennelijk bij herhaling in praktijk wil brengen? Ergens kunnen we het gewoon
niet vatten waarom in het voorjaar mannen als Bruessing, Van der Kruijs,
Schuiten, Aling en Van den Hoek hem zo in de weg stonden. Nu rijdt Gerry van
Gerwen hen het snot uit de ogen. We hebben hem in die Na wat eerste
schermutselingen - op naam van: Mathe Pronk, Jaak Crooymans, Jan Ruckert,
Wiel de Ruyter en Ad Tak, voorts van de Belg Francois van Vlierberghe en ook
van ... Peter Godde die in Koewacht zijn imposante gestalte nog beter wilde
laten zien - was het Cor Schuurman die in feite de boel tot ontploffing
bracht. Hij haakte namelijk in op de uitval van Wil Liebrechts, Ben Libregts
en Klaas-Jan Sterk, de Oisterwijkse knaap die jaren terug eens adspirantenkampioen
van Nederland werd, daarna alle fietserij overboord smeet en ging varen. Nu
weer terug dus, evenwel in een heel wat bescheidener rol. Dat drietal werd
prompt bijgehaald door Marcel van Leeuwen en Piet van der Kruijs en
tegelijkertijd knalden Cor Schuurman (Van Nelle) en Gerry van Gerwen (Jan van
Erp) weg. Spijtig reed Schuurman kort daarna lek, maar zijn plaats werd grif
ingenomen door... „old man" Frits Hogerheide. De oud-professional
verdedigde met brio, de kansen van ploegmakker Peter Godde, nam geen
centimeter over en liet Van Gerwen kilometers en kilometers “koppen".
Het werd 40 seconden, het werd een minuut, het werd anderhalve minuut. Gingen we iets
spectaculairs beleven? Gingen we een ouderwetse, totaal uit de mode zijnde
(helaas) stunt meemaken? De leider van
het algemeen klassement zelf in de aanval! Zou hij het inderdaad gehaald
hebben, dan kwam iedereen uiteraard superlatieven en loftuitingen aan het
adres van Van Gerwen tekort. Gelijktijdig zou dan gezegd zijn: wat is die
Godde toch een “mafkees". Hoe kan hij zijn kansen nu zo vergooien ...
Nu het totaal anders liep en er een massaprint uit de bus kwam - overigens
nog nooit vertoond in Zeeuwsch-Vlaanderen's slotrit - werd de aanval van Van
Gerwen als „dom en onbeheerst" omschreven. Dat laatste was
ook zo, want nadat eerst Wim de Wilde met een machtige solo heel dicht
naderde, kon deze met de “expresse" Jan Ruckert-Wiel de Ruyter mee aan
de leiding komen en toen was ineens alle koersdrift weg. Er werd steeds meer
verzaakt, men ging opzitten om te eten en achteraan kon men nu niet bepaald
zien dat de Van Erp-renners (de ploegmakkers van Van Gerwen) zelf veel waarde
aan de ontsnapping hechtten. Schuurman - een knap coureurtje die man uit
Breukelen - ging met de Belg Van Vlierberghe in de aanval, was eerder met
Kamiel Dhooge ook al eens naar voren getrokken. Het peloton naderde en
naderde. Op kop fel rijdend Van den Bunder, Pirard, Van Dongen en nog wat
anderen. Tempo brekend nog altijd Jan Raas en Piet van der Kruijs, evenwel
liep de winst vooraan hard terug. Na IJzendijke („Aisendieke" zeggen de
Zeeuwsvlamingen) kwam de hergroepering, een vlucht van dik zestig kilometer
was tot staan gebracht. Daarna heeft Marc
Steels alleen nog een grootscheepse aanval ontketend, reed ook hij kilometers
lang voorop maar het windstille mooie nazomerweer maakte het beslist niet te
moeilijk. Iedereen kon volgen, zelfs tot in Terneuzen waar Jan Raas en Gerry
van Gerwen elkaar toch wat verkeerd begrepen voor de eindsprint en waar Peter
Gbdde de hele “reutemeteut" in een machtige houdgreep hield. Hij werd er
gelijk eindwinnaar mee. Een eindwinnaar die we hopelijk volgend jaar nog meer
in grote wegkoersen gaan zien. Als criteriumrenner heeft hij zich namelijk al
ruimschoots (twintig overwinningen) bewezen ...BRON: JAN BALDER DE UITSLAGEN le etappe:
Oostburg-Oostburg 140 km: 1. J. Raas 3.17.17, 2. P.
Godde 3.17.22, Dagploegenklassement: 1. Tegelhandel Jan van Erp 9.52.49, 2. HebroFlandria 9.53.22, 3.
Cafe-Restaurant Storm 9.54.30, 4. Faas-Sport 9.58.56, 5. Belgie 10.06.17, 6.
Amstel Bier 10.10.43, 7. Caballero 10.10.43, 8. Van Nelle 10.10.43, 9.
Bik-Sloopwerken 10.11.13, 10. Kledingbokser 10.16.45, 11. Bossche Staalbouw
10.19.52, 12. Overdbk-Novy 10.23.19, Philippine
(individuele tijdrit) 11,5 km: Algemeen
ploegenklassement na de 2e etappe: 1. Tegelhandel Jan van Erp 10.38.09, 2.
Hebro-Flandria 10.38.47, 3. Cafe-Restaurant Storm 10.40.46, 4. Faas Sport 10.45.58,
5. Belgie 10.52.06, 6. Bik-Sloopwerken 10.56.31, 7. Amstel Bier 10.56.49, 8.
Caballero 10.57.22, 9. Van Nelle 10.57.57, 10. Kledingbokser 11.04.03, 11.
Bossche Staalbouw 11.06.26, 12. Overdijk-Novy 11.11-08,13. A & O
Supermarkt 11.45.24. 3e etappe:
Terneuzen-Terneuzen 160 km: 1. P. Godde
3.40.16, 2. E. van der Helst (Belg.) 3.40.21, 3. P. Kuys 3.40.26, Dagploegenklassement: 1. Tegelhandel Jan van Erp 11.01.33 (23 pnt.), 2. Bik-Sloopwerken
11.01.33 (27 pnt.), 3. BeIgie 11.01.33 (32 pnt.), 4. Overdijk-Novy 11.01.33
(45 pnt.), 5. Amstel Bier 11.01.33 (53 pnt.), 6. Bossche Staalbouw 11.01.33
(62 pnt. ), 7. Hebro-Flandria 11.01.33 (63 pnt.), 8, K,ledingbokser 11.01.33 (66
pnt.), 9. Caballero 11.01.33 (69 pnt.), 10. Cafd-Resturant Storm 11.01.33 (70
pnt.), 11. Van Nelle 11.01.33 (80 pnt.), 12. Faas Sport 11.01.33 (86 pnt.), EINDKLASSEMENTEN Individueel - 1. P. Godde 7.12.25, Ploegen - 1. Tegelhandel Jan van Erp 21.39.42, 2. Hebro-Flandria 21.40.20, 3.
Cafe-Restaurant Storm 21.42.19, 4. Faas Sport 21.47.31, 5. Belgie 21.53.39,
6. Bik-Sloopwerken 21.58.04, 7. Amstel Bier 21.58.22, 8. Caballero 21.58.55,
9'. Van Nelle 21.59.30, 10. Kledingbokser 22.05.36, 11. Bossche Staalbouw
22.07.59, 12. Overdijk-Novy 22,.12.41, Punten - 1. Gerry van Gerwen 8 pnt., 2. Wiel de Ruyter 5 pnt., 3. Leon
Strobbe 5 put, 4. Wim de Wilde 4 pnt., 5. Francois van Vlierberghe (Belg.) 3
pnt. OOSTBURG.(1974.06.30) Amateurs: OOSTERHOUT.(1974.08.11) Amateurs: Junioren: 1. R v. d. Rakt, 2. W. Lugtenburg, 3. R. v. Djjk, Nieuwelingen: OOSTERHOUT.GLD.(1974.05.19) Amateurs: Liefhebbers: 1. H. Krol, 2. J. Pluimers, 3. W. Felix, 4. J. v. d. Beek, 5. Th.
Meijer, OOST-SOUBURG.(1974.09.07) Liefhebbers: Dames: 1. W. Kwantes, 2. T. v. d. Plaat, 3. K. v. Oosten-Hage, 4. B. v. d.
Spiegel-Hage, 5. B. Huizinga, 6. B. v. IJken, 7. N. Streef, Nieuwelingen: Junioren: 1. W. Jeremiasse, Amateurs: 1. J. Raas, OOSTVOORNE.KAMPLAAN.(1974.07.27) Amateurs: Nieuwelingen: OOSTZAAN.(1974.08.11) Amateurs: Nieuwelingen: Liefhebbers: 1. T. Degeling, OPLOO.(1974.04.21) Amateurs: Junioren: Nieuwelingen: 1. J. Lammertink, 2. Chr. Bernaards, OSS.(1974.04.30) Nieuwelingen: 1. P. Koppert, 2. W. de Laat, 3. J. Rijkhof, Junioren: 1. P. Tijssen, OSS.(1974.06.30) Amateurs: 1. J. Swinnen, 2. J. Vlastuin, 3. J. Cornelissen, 4. J. Breur, 5. B.
v. Lamoen, 6. B. Solaro, 7. W. de Ruyter, 8. J. v. Driel, Junioren: 1. K. v. d. Wereld, 2. D. Willigenburg, 3. R. Jligers, 4. Th. de
Rooy, 5. W. Roosn, 6. J. v. Erp, 7. J. Oldemeulen, 8. T. Geevers. OSSENDRECHT.(1974.06.18) Amateurs: 1. Jan Spetgens; 2. Frits Pirard; 3. Andre Gevers; Junioren: 1. leo van Vliet; 2. Peter van de Leij; 3. Eric Geserick; OSSENDRECHT.(1974.08.25) Rappe Donald
Allan winnaar in Ossendrecht Speaker Chris
Delbressine (55) is reeds 16 jaar in de wielersport actief. Dit seizoen
verzorgde hij o.m. “spreekbeurten" in Olympia's Ronde, hij was
assistant-wedstrijdleider in klassiekers, verzorgde voorstelling en
koersverloop van vele profkoersen en natuurlijk ook amateurwedstrijden.
Chris kent de coureurs als geen ander en op zijn eigen manier brengt hij
leven in het wielerspektakel. Herman Emmink heeft hem overigens al eens in
zijn t.v.-programme “Wie van de drie" laten optreden. Deze Chris
Delbressine stelde op zondag 25 augustus - de dag waarop de beroepsrenners in
Montreal voor de wereldtitel streden - 58 profs aan het publiek voor,
Nederlanders, Belgen en zelfs een Columbiaan. En dan natuurlijk de Australiar
Donald Allan, maar die gaan we langzamerhand als een landgenoot zien. De
Frisol-man maakt een erg goed seizoen door, hij reed de Tour de France uit,
hij zegevierde in Wateringen, hij boekt links en rechts knappe uitslagen en
... hij spreekt reeds een aardig mondje Nederlands. Ossendrecht
draait reeds vele jaren met profs en steeds zorgt Camiel Matheussens voor een
goed veld coureurs. Als grensplaats is Ossendrecht natuurlijk danig in trek
bij de Belgen. Zeer attent koerste Jan van Katwijk, vorig jaar o.m. in Ossendrecht
winnaar maar dit seizoen nog steeds zonder een eerste plaats ondanks het feit
dat hij wekelijks in de voorste rijen eindigt. Leuk werk van nieuwkomer Jan
Breur, een jongen die in al zijn profkoersen in de prijzen eindigt. Veel
bewondering voor old-timer Cees Zoontjens die twee dagen achtereen goed in
de slag was. Opnieuw werd bewezen dat Bennie Groen over een paar rappe
spurtersbenen beschikt. Ongetwijfeld zal het succes van Bennie Groen - en in
iets mindere mate van Wicher Vlot - ertoe bijdragen dat sponsor Nederlandsche
Middenstandsbank in 1975 met nog meer genoegen voor de coureurs gaat zorgen.
Er wordt in de wandelgangen reeds gemompeld, dat in 1975 ook Jans Vlot bij de
profs gaat op treden. Terug naar de
orde van de dag. Slechts 1200 betalende bezoekers, althans volgens jurylid
Nuyten, jammer maar waar is het dat in West-Brabant de belangstelling
terugloopt. Waar is de tijd van Wim van Est en Wout Wagtmans, van Andre van
Aert, Jacques van den Klundert en zovele anderen gebleven? West-Brabant
heeft goede amateurs, zeer goede junioren maar slechts enkele profs: Rene
Pijnen, Harm Ottenbros, Hennie Kuiper (de laatste twee zijn den nog import
ook). Toch een
sprankelende koers, die halverwege beslist werd toen Donald Allan en Wim de
Waal - de Raleigh-coureur is de laatste weken in een uitstekende vorm -
wegsprongen. Een hele poos scheen het dat tussen deze twee de beslissing zou
vallen, het liep anders uit. Vijf man kwamen bij de vluchters: Bas Hordijk
van Raleigh, Jan Breur van Delbana, Ben Janbroers van Diprotection - goed op
dreef dit weekeinde -, de Belg Willy Govaerts en individueel Cees Zoontjens.
Met name de prestaties van de dertigjarige Zoontjens moeten we onderstrepen.
Deze coureur heeft een volledige werkweek en ken alleen in de avonduren
trainen. Toch zit hij wekelijks in de slag en behaalt zijn prijs. In de spurt
toonde Frisol-man Allan zich de rapste. Gerard Kamper was tussen kopgroep en
peloton geraakt en Bennie Groen won voor de zoveelste maal de spurt van hat
langgerekte peloton. BRON: AD J.
VINGERHOETS Beroepsrenners: 1. Donald Allan (AustraliO Amateurs (achter
Javanti-motoren): OUD
GASTEL.(1974.04.21) Amateurs: Junioren: 1. J. Vooijs, 2. J. Jonkers, OUD
VOSSEMEER.(1974.07.27) Amateurs: Junioren: Nieuwelingen: 1. J. Thijs, OUDE
TONGE.(1974.06.08) Amateurs: Junioren: 1. P. Valentiin, 2. W. Lugtenburg, OUDEMIRDUM.(1974.07.17) Amateurs: 1. D. v. Wijhe, 2. W. Vlot, 3. H. Snoeijink, 4. P. Hoekstra, OUDENBOSCH.(1974.09.15) Amateurs: 1. J. Konings, 2. B. Broere, 3. S. Berkhout, Junioren: 1. P. Noy, Nieuwelingen: 1. P. Liefaard, 2. N. Snijders, 3. E. Breeman, OUDERKERK
A/D AMSTEL.(1974.06.16) Amateurs: 1. J. Bruessing, 2. T. Smit, 3. H. Jacobs, 4. J. Kruunenberg, 5. R.
v. Trigt, Junioren: 1. R. Borst, Nieuwelingen: 1. R. Bessems, OUD-GASTEL.(1974.06.28) Amateurs: 1. J. Konings, 2. J. v. Swinnen, Junioren: 1. P. Valentijn, OVERLOON.(1974.06.16) Amateurs: 1. P. v. d. Kruijs, 2. H. Botterhuis, 3. J. Spetgens, 4. J. Aling, Junioren: 1. H. Rijks, 2. R. v. d. Braak, 3. T. Verstappen, 4. W. Maessen, 5.
J. v. Gerwe, Veteranen: 1. W. van Putten, |