JAARGANG 1971 WEDSTRIJDEN P t/m R |
PAPENDRECHT.(5
juni).1971 Vorig seizoen
hebben de beroepsrenners terecht kritiek naar het hoofd gekregen omdat ze het
publiek slechte “voorstellingen" brachten. Dit jaar is er een gunstige
ommekeer gekomen. De profs rijden met het enthousiasme van amateurs, er
wordt bikkelhard gestreden en de wedstrijden zijn het aanzien waard. Het
publiek - in feite toch voor een belangrijk deel “werkgever" - krijgt
meer belangstelling voor de geldrijders. Wellicht komen er door deze gunstige
wending volgend seizoen ploegen bij. In ieder geval is een behoorlijk aantal
amateurs bereid over te stappen. Voorlopig houden wij het bij de feiten en
dat is ditmaal de wedstrijd te Papendrecht. Papendrecht zag
37 coureurs aan het vertrek. Goudsmit-Hoff had Leo Duyndam en Jan van Katwijk
afgevaardigd; Gazelle had de ganse ploeg in de strijd. Van Mars-Flandria
waren er wat leden aanwezig en verder de gedoemd zijnde individuelen. Het
publiek heeft genoten; Wim Bravenboer was de meest opvallende coureur en nam
behoorlijk wat premies mee. Sponsor Het Vrije Volk kreeg de gewenste
publiciteit; manager Charles Ruys kon “zijn" mannen na afloop van de
wedstrijd een lekker bedrag uitbetalen, het actieve comite had eer van het
werk. Ben Janbroers,
als Peugeot-man een zeldzame gast in eigen land, ging er na Ook Cees
Zoontjens en Albert van Midden kregen met een lekke band af te rekenen. De actieve
Bravenboer kon het slotoffensief van Leo Duyndam niet beantwoorden. Zijn
tweede plaats mag er achter zijn. Beroepsrenners: 1. Leo Duyyndam, Amateurs: 1. Arnold Voogt, 2. Martin Venix, 3. Henk van Dongen, PHILIPPINE (19 juli).1971 Amateurs: Adspiranten: PHILLIPPINE
(27 maart).1971 Adspiranten: l. C. Boot, 2. K. St. Nicolaas, 3. B. Huveneers. PIJNACKER (9 juli).1971 Amateurs: 1. S. v. d. Burg, 2. P.
Legierse, 3. J. Meijer, 4. H. Egberts, Adspiranten: POELDIJK ( 1 augustus).1971 In Poeldijk werd gereden voor het Spastische Kind. Er was veel publiek
aanwezig bij deze formidabel mooie koers. 52 vertrekkers; fikse premies;
grote premie voor de winnaar van het leidersklassement, gewonnen (met 1 punt
verschil ten opzichte van Jan Zoons) door Harm Ottenbros. De meest opvallende
renner: Harry v. Leeuwen. Sterk rijden van debutant Bertus Lelieveld. Aldert
Jongkind moest tijdens de wedstrijd huiswaarts keren wegens ziekte van een
van zijn kinderen. Niet Leo Duyndam, plaatselijk favoriet, maar de jonge
Amsterdamse prof Ben Janbroers werd winnaar. De tweede seizoenzege voor de
ex-kampioen bij de amateurs. Beroepsrenners: 1. B.
Janbroers Nieuwelingen: PRINSENBEEK (27 juni).1971 Amateurs: Nieuwelingen: Adspiranten: 1. J. Akkermans, 2. K. St.
Nioolaas, 3. J. Jonkers. PUTTE (30 mei).1971 Amateurs: 1. S. v. d. Burg, 2. P.
Legierse, 3. P. Maas, Nieuwelingen: PUTTERSHOEK (29 mei).1971 Amateurs (voorwedstrijd): Amateurs (Skol-wedstrijd): 1. B. Hordijk, RAALTE (1 mei).1971 Nieuwelingen: 1. K.
Ster, 2. J. v. d. Dijk. 3. E. Koersen, 4. J. Lammerichs, 5. J. Lankman, 6.
v. Zandvoort. 7. Gerritsen, RAAMSDONKSVEER (20 mei).1971 Amateurs: 1. W. Steenis, Nieuwelingen: Adspiranten: 1. H. v. Kuyk, 2. J. Maas, RANSDAAL
(4 juli).1971 Amateurs: 1. J. Vrancken, Nieuwelingen: 1. P. Wintraecken, 2. P. Gorissen, 3. J. Spijkerboer, 4. H. Crij, 5.
J. Sempers, 6. P. Iedema, 7. J. Langen,8. J. Solberg. Adspiranten: 1. W. v. Zon, 2. H. Oberje, 3. H. Neven. REUSEL (31 mei).1971 Amateurs: 1. H. Koot, 2. S.
Koevermans, 3. P. v. d. Weegen, 4. S. Zoontjens, 5. H. Botterhuis, 6. H.
Verburg, 7. J. v. Seggelen, 8. H. Nak, Nieuwelingen: Adspiranten: 1. J. Dielens, 2. N.
Lugyenburg, REUVER (25 juli).1971 Amateurs: Nieuwelingen: 1. P.
v. Kollenburg, 2. H. Franssen, 3. J. v. d. Meer, Adspiranten: 1. W. Maessen, RHEDEN (9 juni).1971 Amateurs: RHENEN (14
augustus).1971 Nieuwelingen: Adspiranten: 1. T. Gevers, 2. H. Rijks, 3. R. Jagers. RIJEN
LEREN ZOOL.(6 juni).1971 De Leren Zool te
Rijen had de nodige steun van GoudsmitHoff. Ad Seelen, de grote man achter
deze wedstrijd, had met enige zorg hat evenement tegemoet gezien. In de
afgelopen jaren was er steeds minder belangstelling. Ditmaal - ruw geschat -
tienduizend man achter de dranghekken. 62 vertrekkers uit binnen- en
buitenland. Strijd tot het bittere einde, goed debuut van Matthijs de Koning,
winnaar Harry Steevens uit de Goudsmit-Hoff-equipe. Voor niets kreeg Steevens
het achter niet. Jan Janssen had een knappe Bic-ploeg meegebracht, de jongens
van Gazelle lieten zich niet zonder meer in het pak doen. Dat Steevens won is
een prettig geluid, pessimisten hadden de “Witte" al afgeschreven. Ze
weten achter misschien niet eens, dat hij in de Ronde van Spanje zo zwaar ten
val kwam, dat aan operatief ingrijpen gedacht moest worden. De buitenlanders
(vier bij de eerste tien) hebben het startgeld eveneens verdiend. Beroepsrenners: 1. Harry teevens in 2.17.09; 2. Jean-Marie Leblanc (Fr.) op 9 sec.; 3.
Wimke Prinsen (doet het voortreffelijk bilj de profs); 4. Ge van der Winden
(als eenling er steeds bij); 5. Philippe Crepel (Fr.); 6. Gerben Karstens; 7.
Jan van Katwijk; 8. Gerard Vianen; 9. Marian Polansky (Polen); 10. Christian
Palka (Fr.); 11. Ger Harings; 12. William Bilsland (GB); 13. Joe van der
Vleuten; 14. Ben Janbroers; 1'5. Piet de Wit; 16. Gerard Koel; 17. Matthijs
de Koning; 18. Jan Krekels; L9. Peter Kisner; 20. Jos Moonen; 21. ex aequo:
Jos van Beers, Henk Benjamins, Leo Duyndam, Jacques Frijters, Mat Gerrits,
Norman Hill (GB), Piet Hoekstra, Daan Holst, Jan Janssen, Albert van Midden,
Harm Ottenbros, Bernd Raesing (Dld), Cees Rentmeester, Wim Schepers, Jan Serpenti,
Alain Vasseur (Fr.), Cees Zoontjens, Albert Jongkind, Melle Jongkind. Amateurs: 1. B. Broeren, 2. T. Damen, 3. H. Prinsen, 4. B. v. Dorth, Nieuwelingen: 1. J. Damen, RIJSBERGEN.(14
maart).1971 Amateurs: 1. Bart Solaro, 2. Hans Koot, 3. J. de Bruyn, Nieuwelingen: 1. Jac Spijkerboer, Adspiranten: 1. Michel Jacobs, 2. JohnAkkermans, 3. P.
Kouwenberg, ROCKANJE (9 juli).1971 Amateurs: 1. Jan Breur, 2. Henk
Stander, 3. Ron Smit, Nieuwelingen: 1. J.
de Rooij, 2. H. Braun, 3. Wim Lugtenburg, RODEN LUS
VAN.(22 mei).1971 LEO DUYNDAM
WINNAAR VAN SLUITSTUK ,,DAG VAN RODEN" Heel wat coureurs
hebben zaterdag 22 mei jl. deelgenomen aan de wielerwedstrijden te Roden.
Goudsmit-Hoff-coureur Leo Duyndam werd winnaar van het sluitstuk; de profwedstrijd
waarvoor door het gemeentebestuur een wisselbeker van zo'n zevenhonderd
gulden waarde was beschikbaar gesteld. Van de 38
beroepsrenners die voor dit evenement aantraden, waren er slechts twee van
Goudsmit-Hoff: streekrenner Henk Benjamins en Leo Duyndam. Alles bijeen
genomen was manager Charles Ruys - binnenkort veertig jaar in de wielersport
- toch met een alleszins acceptabel rennersveld rond gekomen. Enkele
buitenlanders die steeds in ons land rijden, zoals ook de Luxemburger Marian
Polansky. Leo Duyndam werd
met hooguit tien meter verschil ten opzichte van de Fries Hoekstra winnaar.
De tweede groep - op 1 ronde - werd over de eindstreep geleid door een andere
knaap uit de keurtroep van Pellenaars: Henk Benjamins. Rappe spurter Gerard
Koel voerde het ,grote" peloton, dat iets meer dan een ronde achterstand
opliep, aan. Dertig finishers. Verrassend sterk rijden van Jaap Oudkerk, veel
pech voor de hardwerkende Limburger Jo Moonen en de Australier Kellighen.
Heroptredende Peter Heijnig haalde de finish nog niet, maar zal in de komende
weken weer meepraten. Dick Verdoorn kan meer dan hij steeds gedacht heeft. De
Hagenaar Gerard van Deene begint „te komen". Na afloop tevreden coureurs
en een Charles Ruys die beloofde terug te komen. Overigens heeft deze Charles
het toch maar weer voor elkaar gekregen links en rechts de profs aan het werk
te krijgen. Hulde voor deze doordrukker. Beroepsrenners: Amateurs: 1. H. Snoeijink, 2. D.
Schonewille, Nieuwelingen: 1. J.
Wolf, 2. B. Scheuneman, 3. J. Feiken, 4. N. Hilberdink, 5. J. v. Dijk, 6. H.
Boom, 7. H. Kamerhuis, Adspiranten: 1. H. Koerts, 2. T. v. d.
Weiden, 3. T. Gase. ROLDE (22 augustus).1971 Amateurs: Adspiranten: 1. S. Huizinga, 2. H.
Meijer, 3. H. Bruining. RONDE VAN
DE HAARLEMMERMEER.(15 mei).1971 Matthijs de
Koninq zette ook Ronde om de Haarlemmermeer op zijn erelijst Goede organisatie
verdiende betere belangstelling van rennerszijde Ondanks het feit
dat de Ronde om de Haarlemmermeer een niet al te gelukkige datum had vanwege
het feit dat men direct na Olympia's Ronde van Nederland en daags voor de als
klassieker zwaarder doorwegende Omloop van de Kempen moest draaien, heeft
men opnieuw een naam van gewicht op de erelijst kunnen bijschrijven.
Namelijk de 22-jarige Matthijs de Koning nit Scherpenzeel. Een renner, die
kortelings nog triomfeerde in het Franse Circuit des Mines en verleden jaar
een knappe zege behaalde in de Baronie Omloop. Van De Koning is
verer geweten dat hij een doorgewinterde renner is. Een knaap die dikwijls
buiten onze landsgrenzen koerst en die ieder moment als professional kan
beginnen. Mits men hem maar het contract voorlegt dat de nogal eigengereide
Matthijs zint. Want nuchter en vastberaden als hij is, wenst De Koning
beslist niet te tekenen voor iets wat hem in zijn eerzucht om een goed
wielrenner te worden, zou schaden. In dit verband zou men zich moeilijk
kunnen voorstellen hem ooit als eeuwig gedoemde knecht tegen te komen. Vooraleer we in
een aantal trekken de 19e uitgave van de Ronde om de Haarlemmermeer zullen
trachten te ontleden, is het naar onze mening goed eens enige vaststaande
feiten naar voren te halen. Om te beginnen heeft juist de Ronde om de
Haarlemmermeer de laatste jaren teveel het denigrerende schandbord van
“levensgevaarlijk" om de nek gekregen. We moeten erkennen dat het
gevaarlijk is. Maar noem eens een koers op de grote route, waar dit niet zo
is. Noem ons een wedstrijd waarin geen tegemoetkomend verkeer is waar te
nemen, waarin men de factor „vallen" kan vergeten. Kort en krachtig
gezegd: deze wedstrijden zijn er niet! Het is juist
daarom dat wij dit schrijven omdat we wellicht de meest voor de hand liggende
suggestie kunnen doen teneinde deze klassieker (en dit predicaat is indertijd
toch niet voor niets gegeven door de KNWU, is 't wel?) ook voor de toekomst
te waarborgen. We denken daarbij meteen aan de Ronde van Midden-Nederland,
eens het vaste menu op Tweede Pinksterdag, toen jaren van het toneel en nu
alweer een aantal seizoenen achtereen op een woensdagmiddag. In verband met
de Europa Cup I-finale in Londen nu echter te verrijden op donderdagnamiddag
van de 3e juni aanstaande. Zulk een
door-de-weekse dag zou ook voor de Ronde om de Haarlemmermeer een uitkomst
zijn. Bakkers, slagers, kruideniers en andere neringdoenden die op zaterdag
hun klanten langs de Ringvaartdijk moeten bedienen is men kwijt. Mannen die
met de kinderen een „Haarlemmermeertje”doen uit verveling, zijn vanwege hun
werk niet aanwezig. Het lijkt ons zonder meer veel rustiger. In alle
opzichten en daarom zou het allemaal niet zo gek zijn indien het 5-mei comite
van HSC De Bataaf, dat nu toch al zoveel jaren achtereen zijn uiterste best
doet om alles zo glad en strak mogelijk elaten verlopen, eens bewust zelf de
proef op de som gaat nemen. Vindt men het niets, dan kan men altijd nog
terug. De Ronde van de Haarlemmermeer heeft echter een te rijke erelijst om
plotseling voor een fait accompli te worden gesteld. Door welke of door wat
voor instantie ook. Waarbij we tevens
de „hint" geven, dat men er goed aan doet de begeleidende politie
zodanig te instrueren dat - in de moderne wielersport op de weg rijdt de
pers voorop om daarmede aan jury- en ploegleiderswagens achter de
rennerskaravaan meer ruimte te geven - een ordonnans reeds de weg voor de
eerste wagen schoonveegt. Het zijn
inderdaad nogal wat pretenties, maar waar men elders met een schouderophalen
de moeilijke verkeersproblemen wegwimpelt, weten we dat er juist in de Ronde
om de Haarlemmermeer extra scherp opgelet wordt. En in dit spel
gaan we - tenslotte zijn we toch bezig - ook de ploegleiders betrekken. Want
wat is het triest voor een organisatie als men eigen clubleden „op
bevel" van de chef d'equipe niet aan het vertrek ziet. Dat men een Juul
Bruessing en Klaas Balk (met hun namen werden toch plaatselijke
adoptant-sponsors enthousiast gemaakt), verder een Theo Smit (toch winnaar
van twee grote wegkoersen) en een luierende Guus Zantingh (zittend voor de
ouderlijke woning) ziet. Zich, naar hun zeggen: allemaal sparend en
preparerend en concentrerend (ook soms nog centrifugerend?) voor de daags
daarop te verrijden Omloop van de Kempen. Natuurlijk, een
klassieker van importantie, eentje die men gerust in kapitaalletters mag
vermelden. Maar laten we ons allen eens even in de toch al zo aangevallen
positie van de Halfwegse Bataven verplaatsen. We kunnen ons hun murmereren,
hun binnensmonds mopperen, levendig voorstellen. Waarom moeten zij in het
hoekje zitten? Vooral daar waar ook wij
beslist enige andere koersen kunnen opnoemen, die - vooruit dan maar -
minstens ,net zo link" zijn. Ook als renner
moet men liever niet zo vlug toegeven aan deze nogal goedkoop aandoende
verontschuldiging. Evenmin aan de gemaakte overeenkomst dat men zogenaamd
niet aan twee klassiekers of van stad tot stad-wedstrijden in een weekend zou
mogen deelnemen. Eerlijker is et om onomwonden voor de waarheid uit te komen.
Daaruit kan een organisatie lering putten, daaruit kunnen wellicht
maatregelen voortvloeien waarmede alle partijen voor nu en speciaal voor de
toekomst ten zeerste gebaat zijn. Ontleden we de
koers, dan is deze in slechts weinig woorden weer te geven. Er gebeurde
namelijk niet zo veel. Duidelijk kon men de vermoeidheid van zeven dagen
Olympia's Ronde nog waarnemen en bovendien was het aantal kopstukken te klein
om „spectacle" te maken. In de eerste omloop over En zo kwamen,
nadat Hans Jacobs en Cor Groenewegen (de Amsterdammer gaat ook weer
stayeren) de lont “smeulend" hadden gemaakt, een 43-tal renners voorop,
waaruit Ron Smit, Jan Ribbers, Jan Overweg en Gerard Wesselius met een
sprongetje de eerste doorkomst in Zwanenburg bekrachtigden. Na de lange
IJweg en de kaarsrechte Vijfhuizerweg, op weg naar De Hoek, was er wederom
een valpartijtje te constateren, waarbij Tinus van Galen, Jan van der Horst
en Hans Tesselaar (later staakte de man uit Kalverdijk) betrokken waren en
die daardoor heel hard moesten rijden om weer terug aan te sluiten. Hetzelfde
gold voor Piet Kleine, de jeugdkampdoen schaatsen die kortelings tot de
officiele kernploeg is gekozen, voor Dick Groan en voor Rob Engel, die ook al
met het harde wegdek kennis maakten. Voor Kleine zou dat een aansluiten bij
de tweede groep betekenen, een groep die bij Aalsmeer al 3.15 min.
achterstand telde en heel duidelijk de slag gemist had. En toen? Ja toen
kwam dan toch eindelijk de definitieve beslissing in deze wat vreemd
aandoende koers. Bij Burgerveen, net voorbij de boorden van de
Westeinderplas, trokken Nanno Bakker (later tweemaal pech en nogal ver
achteruit geslagen), Jan Hordijk en Matthijs de Koning (drie Amstel-renners)
met Cees van Dongen, Aad v. d. Hoek (een knaap met inhoud), Nico Vermeulen,
Piet Verdonck, Eddy de Vos, Cor Groenewegen, Rhet van Trigt, Gerard Wesselius
en John Vendel weg. Dat was de klap,
want niemand heeft hen meer bijgehaald. Wel werd vooraan de zaak nog wat uitgedund.
Marcel Peninngs deed in Abbenes (na Maar evenveel
bewondering dient te worden opgebraeht voor Aad v. d. Hoek, die zo lang
mogelijk getracht heeft de plooien glad te strijken, voor Cees van Dongen die
eveneens zijn aandeel leverde, voor Nico Vermeulen die met een aflopende
voortube eigenlijk veel te weinig naar zijn zin kon uitrichten. En dan was er
die nieuwe, die John Vendel uit Beverwijk. Een boom van een kerel, directe
pupil van vroegere schaatscrack Gerard Maarse uit Aalsmeer. De clubkampioen
van BBC Kennemerland ging toch maar mee in dit - voor hem geheel nieuwe -
spel van reputaties. In de laatste kleine omloop moest hij tot tweemaal toe
lossen. Even zovele keren kwam hij weer terug. Zijn rijden ,sprak" toch
wel ... Amateurs: Ploegenklassement: 1. Amstel 17 pnt. (voor 3e maal in successie de Schiphol-Trofee), 2.
Caballero 35 pnt., 3. Tivoli 38 pnt., 4. KettingDidam 47 pnt., 5. Bram
Broerse 64 pnt. RONDE
VAN DRENTHE.(10 april).1971 Ronde
van Drente was verre van gemakkelijk Revelatie
Juul Bruessing verschalkte toegeeflijke Nanno Bakker Het
stralende voorjaarszonnetje van zaterdag 10 april jl. deed aanlokkelijk aan.
Het zou ook in de klassieke Ronde van Drente wel een zekere invloed hebben.
Het leek aangaande de vorige wedstrijden nu wat gemakkelijker, misschien kon
men nu eens kilometers ,in de wielen" blijven ... Wie
van deze gedachte uitging, kwam er al spoedig achter hoe schromelijk fout dit
wel was. Vele insiders hadden het reeds voorspeld, hadden een voorgevoel dat
het binnen En
ook omdat de smalle wegen na Coevorden slechts gelegenheid zouden laten voor
de sterksten onder de sterken. Het
voorspelde werd reeds binnen Niet
alleen voor hen die zich in de eerste rangen vochten, ook voor hen die op een
steeds grotere achterstand knokten tegen de “schande". Een schande
overigens, die men als coureur allemaal moet doormaken om precies het eigen
kunnen te leren kennen. Ook om er van te leren voor volgende evenementen.
Waar nog bij komt, dat het seizoen uiteraard lang duurt en dat de verliezers
van vandaag wellicht de winnaars van morgen en overmorgen zijn. Ook is het
zo, dat terugvallen uit een kopgroep bepaald niet altijd het gevolg hoeft te
zijn van onmacht. Want Klaas Balk, die tenslotte toch zeer verdienstelijk
derde werd, werd in die beginfase gewoon terug gewezen omdat de smalle weg
een “touwtje" veroorzaakte. En daarom moest de, Badhoevedorpse
“hazewind" met Jo de Boer, met ook Hennie Kuiper, Evert Nieuwenhuis,
Theo Smit (behoorlijk debuut in het klassiek koersen) en de door ziekte wat
achterop geraakte Henk Brand, lossen. Afgeven bij een formatie die behoorlijk
sterk was en na deze “lozing" bij Coevorden ( Spijtig
genoeg moest Henk Poppe door een lek bandje afhaken, kwam Tjalling Udding met
een „ram" te zitten en ging er nog een aantal renners op de knieen omdat
er vooraan gewoonweg een idioot hoog tempo wend onderhouden. Door vrijwel
alle kleppers van naam, door in hoofdzaak echter de mannen die de laatste
weken de vetste prijzen hebben geind. 't Is het moderne, nieuwe
“koerstype". Enorm snel van start en dan maar “ziften en zeven" net
zolang tot alles zonder macht is afgehaakt en dat wat nog iets overheeft,
toch wel zodanig is aangetast, dat het geen enkel probleem of althans voor de
pure koerswinners te localiseren problemen oplevert. Ga er maar eens aanstaan
voor wie koerst. Voor wie het klassieker- en van stad tot stad-rijden de
bevrediging is van een vurig gekoesterde wens. Men moet van goeden huize, van
bijzondere kwaliteit zijn om mee te kunnen. Laat staan om te kunnen regeren.
Daarvoor is het niet alleen noodzakelijk formidabel te kunnen hardrijden,
meer nog moet men als een computer de krachtenverdeling weten te regelen.
Want zoals er dit voorjaar wordt gereden, wordt gekoerst, geeft een trap
teveel de niet weg te cijferen kans tegen het eind “stuk" te zitten. Wellicht
daarom konden of wilden Bruinsma, Van der Burg, Hassink, Bakker, Vermeulen,
Van Stralen, Leunis, Bruessing, Jurriaans, Aling en Van Katwijk, Balk, Brand,
Bathoorn, De Vlam, Hulzebosch en Oosterhof niet definitief wegblijven toen
het eerste uur was opgebruikt. Men gaf zich - logisch - gewoon nog niet
volledig, wetend en beseffend dat er nog vele kilometers lagen te wachten. En
zo kwam een tweede groep, aangevuld met wat “terugwaaiers" uit de spits
en ook achteraan nog wat uitgedund, dichter en dichter bij. Pikte onder
andere Gerrit de Wit (de oud-professional), John Cornelissen, Gerrie
Knetemann en Wicher Vlot op en vormde met Trijnko Buurmeijer, Louis Westrus,
Jo van Pol, Wim Kelleners, Frits Schur, Herman Snoeijink, Bennie Groen, Klaas
Koot en Jans Vlot alsmede met Bruinsma (verdween later toch uit koers) een
formatie die beslist niet als tweede garnituur te betitelen viel. Daarvoor
zaten er te belangrijke en te welluidende namen bij. Momenteel zijn we in
Nederland rijk aan goede amateurs. Vandaar ook dat er zo onvoorstelbaar
vinnig gereden wordt. Even
voorbij De Kiel, waar Franse ondernemingen (o.a. Entrepot en Gosea) een
enorme pijpleiding aanleggen am onze nieuwste delfstof, het aardgas uit
Slochteren, mede exploitabel te maken, kwam het samen. Kwam er zodoende toch
weer een groep van bijna dertig renners op kop, die de eerste verschrikkingen
(een priemende zijwind, hels tempo en smalle wegen) warempel weer te boven
waren gekomen. Het
ging daar op weg naar Borger, naar Papenvoort, Rolde, Deurze en “keerpunt"
Assen, van dik hout zaagt men planken. En misschien was dat juist wel
voordeel voor Nico Vermeulen
uit Amsterdam. De Peugeotrenner reed plat, maar kon met wat lossers die hij
tot en met opzweepte toch weer terugkomen. Net voordat een nogal vervelende valpartij
plaats had, die aan Arie Hassink flink wat wonden bezorgde en voor hem zelfs
een opgeven inhield. Zelfs ook Nanno Bakker, Jan Aling, Piet v. Katwijk, Bert
Bathoorn en de later (na pech) zo verwoed maar vergeefs knokkende John
Cornelissen, moesten alles en alles geven om daar niet alle ,rechten"
op Drente te verliezen. De
groep bleef evenwel te groot en kende beslist nog niet de juiste vorm van
hetgeen de “tenoren" zich ervan voorstelden. Daarom was de “prik"
die de veel te gewrongen op zijn fiets zittende Wim Kelleners en Trijnko
Buurmeijer en Jo v. Pol (blijft wat weg dit voorjaar), alleen maar te
beschouwen als een welkome verpozing. Er lagen namelijk nog altijd een dikke
40 kilomters voor de wielen. Het spel, het grote spel, moest nog beginnen! Voor
Albert Hulzebosch die lekreed, begon het te laat of te vroeg. In ieder geval
kon hij niet mee. Evenmin als Louis Westrus, die pas zijn eerste klassieker
reed en voor zichzelf wel zal weten wat hem de komende weken te doen staat.
Hoe dan ook: twaalf renners wiekten naar voren. Sjef v. d. Burg (voor deze
dag uitgeleend aan De Peddelaars), Popke Oosterhof, Ben Jurriaans (onze
nieuwe „Jan Janssen"), Piet v. Katwijk, Klaas Balk, Jans Vlot, Jan
Aling, Pe v. Stralen, Wim Kelleners, Nico Vermeulen, Nanno Bakker en Juul
Bruessing. Twaalf kleppers, die een groot deel van onze Nederlandse rijkdom
in de amateursport vertolken. Mannen, die elkaar niet sparen en elkaar met
afmattende demarrages trachtten te verlammen. Vermeulen deed dat nogal eens,
Bruessing, Jurriaans en Aling bleven niet achter. Maar eerst moest er wat
dichter op de streep aangereden worden. Toch
een kolfje naar de hand van de rappe spurters (Van Katwijk, Balk) of zou
Oosterhof voor een herhaling van vorig jaar zorgen? Hij ging aan op vrijwel
dezelfde plaats. Namelijk op de brug vlak voor Hoogeveen. Direct daarop
echter twee, drie flitsen van Bruessing, die bij een vierde poging ineens
Bakker bij zich had. Het nerveuze gedoe nam nog meer toe. Balk en Jans Vlot
probeerden te redden wat te redden viel. Te
laat! Het doek was gevallen en Nanno Bakker maakte een geweldige fout door
ineens de zo vakkundig afgegrendelde poort voor Juul Bruessing open te
gooien. De revelatie van dit voorseizoen kon zijn tweede klassieke zege
binnen een maand gaan innen. En hoe! Amateurs:
1. J. Bruessing Ploegenklassement: 1. Ketting-Didam 134 pnt., 2. Acifit 129 pnt., 3.
Kroon 125 pnt. RONDE
VAN GELDERLAND.(24 april).1971 Ook
in druipnatte Ronde van Gelderland demonstreerde Cees Swinkels zijn kunnen We
moeten erkennen ons toch in de lange Cees Swinkels te hebben vergist! Na zijn
opzienbarende triomf in de Ronde van Zuid-Holland meenden wij dat het
wellicht een uitschieter was en dat het voor Swinkels moeilijk, heel
moeilijk zou worden indien de rest van de begerige meute ook voldoende
,afstand" in de benen gepompt zou hebben ... Vergissen is menselijk en
het doet ons werkelijk plezier dat de pezige Cees Swinkels uit Goirle ons
gewoon beschaamd heeft gezet. Hij is wel degelijk iemand van importantie aan
het worden. Een renner van wie een stralende blijdschap uitgaat, een coureur,
die zijn pedalen laat “wieken" gelijk een vlucht meeuwen en vooral een
man die zelf initiatief durft nemen. Iemand, die lak aan reputaties heeft en
zich bij herhaling zo sterk presenteert dat niemand hem ooit meer zal
onderschatten. In
de druipnatte Ronde van Gelderland, voortreffelijk begeleid door de mannen
van de Rijkspolitie (werkelijk grandioos!) en bogend op een zeer goede
organisatie van AR c& TV De Adelaar uit Apeldoorn - technisch
gesecondeerd door Jac. van de Blankevoort - heeft de net 21-jarige Cees
Swinkels zijn grote kunnen opnieuw gedemonstreerd. Had
hij inderdaad een streepje voor op alle anderen omdat zijn rijden in de Tour
du Loire et Cher (Frankrijk) zonder meer een goede voorbereiding is geweest
en hij een surplus aan wedstrijdkilometers kon overleggen ? Misschien wel,
misschien niet. Niemand kan het met zekerheid zeggen. Wel is het een feit dat
Swinkels met bijna speels gemak over de ongeveer 120 deelnemers heerste. Want
was er niemand die ooit meer dan 100 tot Door
het slechte weer vielen er ook lekke bandjes in overvloed. 't Een houdt met
't ander verband. Slecht weer brengt lekrijders. Zo was het, zo is het en zo
zal het altijd zijn. Toch kan men er zelf veel aan doen door regelmatig met
het race-handschoentje over de tubes te slepen. Dat is een kwestie van even
aanwennen, van even een gewoonte aanleren. Met druipnat weer blijven de
kiezeltjes namelijk teveel aan de tubes kleven en drukken verder door zodra
men weer op een wat harder stukje wegdek komt. Met
deze tip suggereren wij geenszins dat daarmede de lekke banden-parade in de
buurt van Harskamp (op het pas geasfalteerde weggetje vielen liefst veertien
lekke tubes!), voorkomen had kunnen worden. Maar wie regelmatig
“sleept", kan geluk hebben er zonder kleerscheuren af te komen. In de
Harskamp werd het eigenlijk een soort drama, want ook voor dat belabberde
stukje weg (drie of vier kilometer lang) waren er al zoveel pechvogels te
noteren geweest, dat er geen achterwiel meer voorhanden was en dat ook de
voorraad voorwielen drastisch begon te slinken. Overigens is het - mede
aangaande de vervelende verwikkelingen na de koers toen beschuldigingen aan
het adres van Kroon worden geuit over het al dan niet verstoppen van wielen
(het wederwoord weerlegde overigens voldoende deze beweringen) - dringend
noodzaak, dat men in geval van dergelijk slecht weer alle ploegleiderwagens
inzet en dat er vanaf de eerste meter “gedepanneerd" mag worden. Hoeveel
ellende zou daarmede bespaard blijven. 't Zou ook een radicaal einde maken
aan het „stemming kweken". Het
bovenstaande is beslist niet alleen onze persoonlijke mening. We weten dat er
in de wielermiddens zwaar over gesproken wordt. Eenvoudig omdat het niet
helemaal goed zit. Ook omdat we met elkaar moeten trachten deze wegkoer sen,
die vooral dit voorjaar bijzonder interessant van inhoud, van aanpak en van
uitvoering zijn, te behoeden voor minder gewenste praktijken. Voor
onze amateurs zijn ze namelijk te belangrijk. Niet alleen om zich te
presenteren en bepaalde selecties af te dwingen, meer nog om zichzelf te
toetsen aan hetgeen men als routier (wegrenner) waard is. Geen
enkel wielerland kan 'met zoveel trots een dergelijk amateur-wielerleger
presenteren. Ook is er geen land dat zoveel grote wegkoersen voor deze
categorie kan overleggen. Wegkoersen van allerlei structuur. Snelle en
moeilijke, lastige en minder lastige. Maar allemaal toch wel zo, dat men wel
degelijk iets extra's in de bagage moet meedragen om te kunnen schitteren.
En dat behoeft niet eens altijd met een lauwerkrans om de nek. Onderweg is
namelijk vaak meer de juiste kwaliteit te ontdekken dan aan de streep,
ofschoon het natuurlijk wel raadzaam is zich daar eveneens goed te laten
opmerken. Veel
verhaal zat er niet in Gelderland. 't Was of men angstvallig in elkaars buurt
wilde blijven in verband met dat erbarmelijke weer. En toch ging het hard,
zelfs verschrikkelijk hard. Van start tot finish. Wie pech had, behoefde
over een terugkeer ook bijna niet te prakkizeren. Zeker in de eerste fase
niet. Jan Breur en Gerrit de Wit, Jo van Pol, Gezinus Hoven, Chris Rouw en
Wicher Vlot: niemand heeft ze ooit meer terug gezien ... Zelf een tube te
moeten leggen en dan nog terugkomen ook ... het lokte hen geenszins aan! In
de voorhoede waren er wat speldeprikken. Van Arnold Voogt (later ook al
„plat"), Henk Poppe en Jan Spetgens. Van nog weer later, na de trek over
de Posbank en de EmmaPyramide, Ben Kooken, Henk Poppe, Matthijs de Koning en
wederom Jan Spetgens, waarbij eveneens Wil van Helvoirt te bemerken viel. Het
stelde echter allemaal zo weinig voor, 't had allemaal te weinig inhoud. En
zo kunnen we nog een rijtje opnoemen van mannen die duidelijk naar openingen
zochten, te weten: Jan Klomp, Henk Stander, Jaap Schelling en Johan
Lenferink. Tussendoor afgewisseld met uithalen van nogeens Spetgens en
Kooken. Voor laatstgenoemde was het evenwel spoedig voorbij ... In
het plaatsje De Valk (na Begerig
zijn ze allemaal. In Gelderland, waar vrijwel iedere plooi weer meteen glad
werd gestreken, dreunde Gerard Kamper ook eens naar voren. Pe van Stralen en
de opnieuw duivels rijdende Juul Bruessing haalden hem terug. Hetzelfde lot
onderging Wim Jansen, die alles bij elkaar toch voor een wat duidelijker bres
kon zorgen en feitelijk de inspiratie vormde voor Henk van de Laar, Andre
Jansen, Jan Spetgens (wat koerst de man uit Someren weer goed!) en ...
Bruessing, terwijl ook Jans Vlot nog net even kon aanpikken. Daar
op dat stukje weg, waar de ene lekke band na de andere viel, lag eigenlijk
het grote hoogtepunt van deze gehele koers. 't Was daar dat Matthijs de
Kaning moest achterblijven wegens gebrek aan reserve-wielen, dat Henk van
Kilsdonk definitief kon afstappen, dat zowel Bruessing als Van den Donk net
de laatste voorhanden zijnde wielen konden steken en samen weer aansloten ...
En prompt daarop nog eens een brutale uitval van Wim Jansen, de eerste
stevige prik van Swinkels, de vertwijfelde poging van Huub Dohmen. Door
toedoen van Hassink en Bruessing vloeide echter- alles weer samen, gevolgd
door de mislukte uitstap van alweer Swinkels met Oosterhof en Van de Laar. Tenslotte
echter die definitieve „breuk" van zowel Swinkels als Jans Vlot. Beiden
op bepaalde momenten bijna ineenstortend, evenwel toch sterk doorrijdend. Swinkels
de rouleur, Vlot de duwer. Een combinatie die het gewoon verdiende voorop te
blijken. Ondanks het hevige verzet van de achterhoede, waar toch weer 32
renners bijeen kwamen en de eerste jachtgroep vormden. Ze waren al blij aan
de streep te kunnen komen ... Amateurs: Ploegenklassement: 1. Acifit 17 pnt., 2. Mars-Flandria 19 pnt., 3.
Kroon 26 pnt., 4. Ketting-Didam 50 pnt., 5. Volkswagen-Autopon 59 pnt. RONDE VAN LIMBURG.(29 mei).1971 Verbolgen HENK POPPE spurtte onhoudbaar in levendige RONDE VAN LIMBURG Heuvelachtig parcours eiste volledige inzet Reeds bij de jongste Amstel Goldrace waren we tot de ontdekking
gekomen, welk een prachtig wegparcours er in Zuid-Limburg is uit te zetten.
De heer Joep Voots, KNWU consul, heeft dit na vele omzwervingen door zijn
“bronsgroen eikehout" weten te vinden en ook nu, voor de 22e uitgave van
de Ronde van Limburg, heeft hij de organisatie precies de route gebracht die
alles, maar dan ook alles van de renners zou vergen. En als men dan weet dat
alles zich in een vrije nauwe kring door dit schitterende stukje Nederland
afspeelde, dan kan men zich bijna niet voorstellen dat er nog een dergelijk
traject in ons land is te vinden. Ditzelfde stijgen en dalen, in een schier oneindige reeks, hield in
dat de factor „veiligheid voor de coureurs" tot en met moest worden
nageleefd. Vooral van politie-zijde heeft men zich stipt aan deze bepaling
gehouden. 't Hield in dat we niet te dicht op de ontwikkelingen mochten
neerkijken, dat we slechts vanuit de verte hebben kunnen beschouwen hoe
uiteindelijke winnaar Henk Poppe, dat stralende brok natuurtalent uit
Nijverdal, tegen de hellingen opdartelde. Hoe hij in de beslissende fase een
flink gat wist te dichten en later met Cees Priem opnieuw de aanval leidde. Misten we door dezelfde omstandigheden - het hoegenaamd geen
gelegenheid krijgen om zelf te kijken - zo een stuk uit de Omloop van de
Kempen waar Karel Delnoy zo'n formidabele solo van Daarvoor was er ook zo het een en ander gebeurd. Pech in de vorm van
een valpartij die voor Nico Vermeulen en Cor Leunis meteen het einde
betekende, een aanval kilometers verderop ook voor oud-stayerkampioen Edward
Kroon uit Den Haag door hetzelfde een triest afscheid aankondigde. Langgerekt zeulde het peloton zich in die eerste face over alle
lastige bulten. Meestentijds aangevoerd door de fors klimmende Jan Spetgens
of door het sierlijke „dansen" van Jo van Pol. Intussen waren Pe van
Stralen, Cees Swinkels, Flor de Bree en Jan Bloed al eens op stap geweest,
hadden ook Gerrie van Gerwen, Hein Geilenkirchen, Frits Sluper, Jans Vlot en
Jacob Langen (een aanwinst) zich laten opmerken. Voor Henk van de Laar, de
sterke Jan van Erp-renner, was dat er niet bij. Hij kreeg malheur aan zijn
versnellingsapparaat en moest evenals Broere van Mars-Flandria opgeven. Vooraan waren vooral de Limburgse renners - tenslotte reed men op
eigen terrein en voor eigen publiek - hevig aan het „knallen" geslagen.
Ben Kooken trok in Kelmond (tussen Beek en Ulestraten) eens weg, maar evenals
Piet van Beurden die het in Aalbeek ( In die periode kon men vaak op kop de kleine Harrie Lunenburg uit
Loosbroek (ook al een Van Erp-renner) zien. Formidabel, zoals hij kan
koersen. Misschien nog zonder „verstand", doch daar kan hij alleen maar
sterk van worden. Hopelijk komt eens de tijd dat hij precies weet waar en wanneer er
hard, verschrikkelijk hard gereden moet worden. Wat voor Lunenburg geldt,
geldt uiteraard ook voor vele anderen. Om geen ander woord te gebruiken: in de beginfase rijden meestal de
“pannelappen" knoerhard, de ware kanshebbers doen het in de slotfase.
Een poginkje van Harrie Beurskens, Louis Meijers, Wil Meys (later uit koers
genomen wegens binnendoor gaan), Vermaire, Piet Franken, nog aangevuld door
Jan Spetgens, Wim Kelleners en ... reeds toen al Henk Poppe, sorteerde
evenmin effect. En het mocht dan zijn dat Jo Vrancken en Ben Kooken het in de
afdaling van de Sibbergrubbe probeerden, nadat Spetgens, Hassink en ...
wederom Poppe het lint over de Cauberg hadden getrokken, een groep van
zeventien renners kwam licht afgescheiden voorop. Onder aanvoering van Gerard
Wesselius uit Oude Wetering (waarom komt deze sterke renner niet wat beter en
regelmatiger door?) trok het gehele spul toch weer samen. Om daarna tegen de
eindeloos lang lijkende klim van de Fromberg ineens een Arie Hassink (wat
gaat de man uit Neede toch gemakkelijk omhoog) met Ben Kooken en Wim
Kelleners voorop te zien. De groep brak en
verbrokkelde. De koers kwam in een zeker stadium ... Want het mocht
dan ook nog een keer zo zijn, dat onder impuls van Wicher Vlot, Jo Vrancken,
Gerrie Bruinsma, Frits Schur, Pe van Stralen (later door pech weggevallen),
Cees Swinkels en opnieuw de dekselse Harrie Lunenburg alles bijeenkwam en de
reeds gereleveerde uithaal van Karel Delnoy ten beste werd gegeven, het zat
er meer dan dik in dat er wat te gebeuren stond. Daartoe deed het werk van
Klaas Balk zeker evenveel toe als het “prikken" van Jos Claessen, Jo van
Pol, Theo van der Loo en de Belg Jos Poelmans. Maar of het nu was dat men
allemaal nog knap fris zat, of dat alle ontsnappingen te weinig
“inhoud" bezaten, steeds weer trok het toch samen. Daarom ook was
wellicht de plooi die Wally Willemen (Belgee), Ben Kooken, Wim Kelleners,
Arie Hassink, Jan Spetgens en wederom Henk Poppe in de buurt van Vaals (na
ruim Niemand was
namelijk bij machte om voor die eindstrijd op een manier zoals Fedor den
Hertog dat vorig jaar deed, de koers een absolute wending te geven. 't Gevolg
was dat zowel Hennie Kuiper als Theo van der Loo ook vooraan kwamen, dat over
de Gulperberg en de „Koning van Spanje" zowaar Frits Schur wist aan te
sluiten en dat voorbij Slenaken ineens Jo Vrancken, Ted Blom, Jo van Pol,
Matthijs de Koning (na lekrijden weer prachtig terug!), Ben Jurriaans, Jan
Adriaans, Gerard Kamper, Wil Luppers (uitermate sterk op dreef), Karel
Delnoy, Cees Priem, Klaas Balk en de twee Belgen Jos Poelmans en Roger Loysch
de grote aansluiting wisten te vinden. Voor Mathieu Pustjens, eveneens zo
formidabel meegegaan, was het er niet bij. Hij kreeg pech, moest een paar
maal van fiets wisselen en gaf ten einde raad maar op. Uit dit
gezelschap zou vrij zeker de voornaamste uitslag worden bepaald omdat de rest
gewoon kansloos was. Kooken en Kelleners (wat bleven de Limburgse coureurs
bij herhaling op de detr bonzen) en Spetgens wilden nog meer, maar Priem,
Willemen en Hassink meldden zich ook. En juist in die fase toonde Henk Poppe
zijn ware gedaante want zonder dat Belg Jos Poelmans ook maar een keer
overnam, vlamde de 18-jarige Nijverdaller eveneens naar de spits. De sterke
afdaling bij Berg en Terblijt gaf het tweetal nog meer vaart en bij het
binnenrijden van Maastricht ( Helemaal vooraan
komen was er niet meer bij. Ook niet voor Jo van Pol, die juist de laatste
berg, de Snijdersberg, had uitgekozen om een spectaculaire „coupe de
pedale" uit te voeren. Zijn ketting sloeg eraf. 't Viel trouwens te
betwijfelen of hij wel geslaagd zou zijn. Want Henk Poppe begeerde de zege als
nimmer tevoren. Nederland bezit bij de amateurs eindelijk weer eens een pure
wegsprinter. Eentje die onderweg durft te werken, goed omhoog gaat en de
kijkers klaar open heeft ... Wat is zijn volgende ,exploot"? Amateurs: 1. H. Poppe Ploegenklassement: 1. Belgie 13.15.49, 2. Amstel 13.15.55, 3. Kettingdidam 13.16.46, 4.
Mars-Flandria 13.16.51, 5. Ovis zA., 6. Acifit 13.20.19, 7. Caballero z.t. RONDE VAN
MIDDEN-BRABANT(18 september).1971 In Ronde van
Midden-Brabant boekte Jan van Houwelingen meteen
z'n eerste grote zege BRC BERGKLIMMERS UIT STEIN WINNAAR NIEUWELINGEN CLUB TROFEE 1971 Zaterdag 18 september jl. werd voor de tweede maal in successie de
Ronde van Midden-Brabant, een stevige wegwedstrijd voor nieuwelingen,
verreden. Speciaal stond deze koers nu in de belangstelling omdat dit treffen
tevens als finale voor de Nieuwelingen Club Trofee 1971 gold. Las men na
afloop van de eerste wedstrijd voor dit klassement, namelijk de Flevo-Tour,
dat de huidige generatie nieuwelingen wat minder kan ,vlammen" dan wel
gewenst, onder het spiedend oog van de beide Sportcommissieleden Forster en
Van Gestel (sinds kort als zodanig aangesteld) bewees de ontluikende jeugd
van Nederland het tegendeel. En het was ten slotte Jan van Houwelingen uit
bet Gelderse Heesselt, die een tweede demarrage met succes bekroonde en een
twaalf kilometerslange solo zeer fraai afwerkte. Zijn allereerste zege bij de
nieuwelingen - ten slotte is hij pas zestien en dus ,eerstejaars" -
word er meteen een van importantie. Opgevrolijkt door eet prachtige nazomerweer, staken de nieuwelingen
er gelijk de „brand" in. Vooral de gebroeders Chris en Alex Bongers, Ad
Prinsen en Jac van Dijk (later door twee lekke banden uitgeschakeld) bleven
aangaan. In die eerste grote omloop van Amateurs:1. J. van Houwelingen,
Heesselt, Clubklassement: 1. BRC Bergklimmers, Stein, 47 pnt.; 2. HSC De Bataaf,
Halfweg, 58 pnt.; 3. WC ,Roosendaal", Roosendaal, 81 pnt.; 4. RKTWC
Pijnenburg, Tilburg, 135 pnt. Door het winnen van dit clubklassement in de Ronde van Midden-Brabant
kwam BRC Bergklimmers uit Stein ook in het bezit van de Nieuwelingen Club
Trofee 1971. De eindstand van dit in alle opzichten geweldig geslaagde
klassement volgt hieronder. 1. BRC Bergklimmers, Stein, 162 pnt. ; 2. HSC De Bataaf, Halfweg, 159
pnt. ; 3. GWC De Windmolens, Geffen, 128 pnt. ; 4. R & TC De Batauwers,
Tiel, 108 pnt.; 5. WC ,Roosendaal", Roosendaal, 99 pnt.; 6. RWC Ahoy',
Rotterdam, 92 pnt. ; 7. UW & TC De Volharding, Utrecht, 87 pnt. ; 8. WC
De Jonge Renner, Oosterhout, 70 pnt. ; 9. RKTWC Pijnenburg, Tilburg, 66 pnt.
; 10. LR & TV Swift-Combinatie. Leiden, 60 pnt. ; 11. ASC Olympia,
Amsterdam, 53 put.; 12. WSV Stormvogels, Veendam, 39 pnt.; 13. AR & TV De
Adelaar, Apeldoorn, 36 pnt.; 14. T & WC „Maastricht", Maastricht, 36
pmt.; 15. OWC Oldenzaalse Wieler Club, Oldenzaal, 36 pnt. RONDE
VAN NOORD-HOLLAND.(17 april).1971 Ronde
van Noord-Holland deed veer eens 'klassiek' aan Nanno
Bakker's beslissende stoot viel niet te pareren Vroeger
was de Ronde van Noord-Holland zo'n beetje de schrik van de amateur-routiers.
Wie in deze wedstrijd door die kale, open vlakten met helemaal de omloop tot
in Den Helder toe kon winnen, was een kei. Was een man die alom aanzien
verwierf en wiens naam met gulden letters in het geschiedboek van deze
oudste ren over de lange adem word geschreven. Tijden veranderen. Ook de
Noordhollandse rit, toch nog altijd het paradepaardje van het Zaanlandse DTS,
kreeg een duidelijke besnoeiing te verwerken. Het aantal kilometers werd
drastisch ingekort. Op last van de KNWU-gezagsdragers, omdat de wielersport
in haar geheel evolueerde en het allemaal meer op snelheid, op enorm tempo
word gebaseerd en het zo vroeg in het voorjaar eigenlijk
„moordenaarswerk" was om dan jonge renners voor een dikke Welnu,
de factor van het weer, mooi of lelijk, heeft ook hierin wel degelijk
medezeggenschap, want was het in voorgaande laatste jaren vaak, dat men met
geen mogelijkheid meer dat ouderwetse „heldhaftige" in het wijdse land
boven het Noordzeekanaal kon terugvinden, voorbije zaterdag riep het bij
velen weer herinneringen op. Het was weer eens echt zoals vroeger. Een koers
die tot de verbeelding sprak, misschien toch wat minder dan algemeen
voorspeld, maar die er om zo te zeggen: flink de rafels uittrok. De
eerlijkheid gebiedt ons te memoreren dat deze 26e uitgave van de Ronde van
Noord-Holland zonder meer knap was georganiseerd. Met bij voorbeeld onderweg
een route aanduiding
die gewoon af was en waarvoor de firma Bram Broerse NV, die met zoveel vaart
en ook met zoveel liefde het wel en wee van DTS tot zich heeft getrokken
(oude liefde roest niet), niets anders dan een dikke pluim verdient. Uiteraard
trokken de renners zich er niet zoveel van aan, het was koersen geblazen. Een
fietsgevecht op leven en dood. In dat eerste stuk naar Beverwijk, met de
straffe noordwesten wind pal in het gezicht, werd aan velen reeds het vonnis
geveld. Er deed zich ook een valpartij voor, waardoor Wil Luppers maar gelijk
terugkeerde. Waardoor Kas Fiktorie en Ben Kooken met pech langs de weg
kwamen. En dan meteen een grof in moten slaan van de groep. Liefst in vieren
met achterin een moeizaam zwoegende Jan Jansen (de sprinter) voor wie het
deelnemen eigenlijk niet veel meer betekende dan alleen maar van start gaan. Welk
een bovenmatige macht, in vergelijking met de snelle maar met minder
„fond" bedeelde Jansen, moesten toch wel die Herman Snoeijink
(kortelings zo prachtig winnaar in het Belgische Mol) en Jaap Schelling
bezitten, om met hun demarrage de zaak nog harder en feller op te schroeven?
Evenals die Jacques Deckers en Klaas Balk, die Huub Dohmen en Peter Konijn.
Zomaar draafden ze even voor het pak uit, alsof die venijnige speldeprikken
geen pijn deden. Alsof er geen zuchtje wind te voelen was ... Het
onbegrijpelijke van dit alles was, dat het maar niet tot een definitieve
splitsing wilde komen. Dat er door Noordhollands prachtige duinenrij, door de
plaats Castricum waar Piet Kleine, Piet Neeskens, Louis Westrus, Johan Lenferink,
Anne Koster, Nieuw-Zeelander Barry Treverton en Ben Jurriaans (op de
verkeerde plaats in de groep ) zo keihard ten val kwamen, toch een
omvangrijk gezelschap bijeen kon blijven. En dat door diezelfde smak achterop
geraakt een Albert Scheffer die zonder meer voortreffelijk reed - met Theo
van Bouteren aan het wiel - toch weer terug kon komen. Werd er dan niet hard
geredenf? Nou en of! Alleen, zoals met grote groepen altijd te verwachten,
bij vlagen. 't Was daarom ook voor de pechhebber een lot uit de loterij
wanneer hij na pech weer kon aansluiten. Jo Vrancken, de Limburger met wie
het 't hele voorjaar al niet wil lukken en achter elkaar tegenslag heeft te
verwerken, zag z'n kans vervliegen toen ook hij een tube zonder lucht kreeg.
De jacht op de gedemarreerde Roy Schuiten (vorige week in Belgie goed op
dreef) was juist in volle gang. Evenals Han Westerweele en de door hetzelfde
euvel gevelde Wim Knoors, kon Vrancken zonder roem of eer afstappen. Er
kwamen nog, wat achterblijvers, te weten Jan van der Kamp, Rob de Vries, Ton
Jansen, Ko Blokland, Martin Venix en de toch afhakende Theo van Houteren. 't
Ging hen allemaal veel te hard. Immers er was een demarrage aan de gang, een
stevige uithaal van Frits Schur die met Andre Jansen permanent op sleeptouw
liefst een halve minuut in de ruimte boorde. Misschien had daar langs de
Hondsbosse Zeewering - op weg naar Sint Maartenszee - een voorlopige
beslissing in de lucht gehangen indien Dick Zeeman (eerst), Arie Stet
(vervolgens) en Huub Dohmen (als derde) inderdaad de aansluiting met de
tandem Schur-Jansen hadden kunnen volbrengen. Het “kat en muisspel" van
de groep lag er evenwel te dik bovenop. Adrie Booyman en Hans Jacobs moesten
een ander wiel steken, van wie de laatste in zijn prachtige jacht naar de
groep terug plots voor een stilstaande auto moest remmen en zo kilometerslang
met een „lachend" achterwiel een vrijwel hopeloze strijd voerde. Maar
hij kon tenminste zijn weg nog vervolgen, is zowaar zelfs-in Zaandam aangekomen.
Dat was niet weggelegd voor de olijk uit de ogen kijkende Wim de Waal en voor
de verwoed stampende Adrie Rooyman, evenmin voor Nico Vermeulen. Alle drie
ook al door pech achteruit geslagen, op een moment.... Ja,
op een moment dat zich een kopgroep van 26 renners, onder wie alle
hedendaagse kopstukken, had geformeerd. Daar, tijdens die “oversteek"
van de Noordzeekust naar de Medemblikse Zuiderzeedijk, word verschrikkelijk
hard gekoerst. Het was of het daar op die Westfriese Zeedijk door Solhorn
heen, niet op kon. En dan toch zowaar nog een aansluiting van elf dappere
jagers, te weten Hennie Kuiper, Herman Nak, Jan Kemps, Bert Broere, Henk
Kruims, Herman Snoeijink, Jaak Deckers, Cor Leunis, Bees Bal, Engelsman Grant
Thomas en Maarten Pronk, die de aansluiting wisten te volbrengen op het
tijdstip dat twaalf voorname wielerridders de kilometers nog harder onder hun
wielen wegdraaiden. Dat twaalftal bestond uit Matthijs de Koning, Nanno
Bakker, Marcel Pennings, Pe van Stralen, Jan Aling, Sjef v. d. Burg, Blaas
Balk, Popke Oosterhof, Bert Bathoorn, Aad Duyker, Cees Priem en Juul
Bruessing. Was er gerekend naar deze namen een beter groepje op te noemen? Misschien
wel als ook Frits Schur er nog bij had kunnen zitten. Maar hij word geveld
door een lekke band, heeft kilometers lang alle volgers laten genieten van
zijn formidabele inzet, zijn prachtige sprongen van groep naar groep. Van ook
- helaas - zijn juist tekortkomen om die laatste wip naar de spits en directe
volgers te volbrengen. Maar dat de Hoogezander weer naar zijn grote vorm van
vorig jaar terug aan het groeien is, is een ding wat zeker is. Wellicht net
op tijd voor Olympia's Ronde van Nederland. Gek
toch, dat die twaalf maar niet voldoende veilige afstand van de
achtervolgers konden nemen, dat het net door Enkhuizen heen een feit werd dat
liefst twaalf andere renners konden aansluiten. Steeds tot grote spoed
gemaand door onder andere Gerrie Knetemann, door Gerard Kamper, Jan Kemps,
Michas Bertou, Popke Oosterhof, Hennie Kuiper en de allengs steeds beter
rijdende Jo de Boer uit het Friese Westergeest. De anderen, te weten Groen,
Jansen, Deckers en Rink Cornelisse deden er trouwens ook wel wat aan. Men zag
de prooi en wilde er liefst op neerstrijken voordat het spel soms helemaal op
de wagen ging. Wie niet bij deze “expresse" zat, was gezien. Voorgoed. Eenmaal
samen, werd een periode van krachten verzamelen ingeluid. Het was allemaal
weer windje pal tegen, iedere plooi vouwen betekende zelfvernietiging. Daarom
was het van Gerrie Knetemann wellicht meer een plaagstootje toen hij in Hoorn
even wegging. Want men deed beter zo economisch en zuinig mogelijk met het
potentieel om te springen. Jan Aling, lek rijdend bij Hoogkarspel, voelde
achteraan in de eenzaamheid en nervous driftig om weer te kunnen aansluiten
bij de eersten misschien nog beter hoe vreselijk zwaar het wel was. Er viel
met dit barre weer niet te spotten. Ook al scheen de zon nog zo stralend. De
koude, zelfs snerpende wind sneed bij iedere pedaaltrap teveel de adem af. Vele
kilometers lang bleef men daarom maar bijeen. Met alsmaar op het kantje
positie zoekend. En twee meter op, twee meter af. Langs Berkhout en Hoorn,
waar het al even druk was als overal elders onderweg, door Avenhorn en toen
de Middem-Beemster in. Plots trok het aan de „lage" kant van de weg
ineens strak. Het spel ging beginnen. Prompt moesten zij die niet goed aan
een koordje kunnen dansen, lossen. Herman Nak - later wegens stayeren (8) uit
de uitslag geschrapt - loste het eerst. Bert Bathoorn, Jaak Deckers, Marcel
Pennings, Dick Groen (werd in de kant gereden), Hennie Huiper, Wim Jansen,
Gerard Kamper, Jan Kemps en ook Jo de Boer voelden de benen eveneens met food
vullen. En zo bleven er veertien sterken over. Mannen, die elkaar in die laatste
kilometers naar Zaandam bij herhaling hebben belaagd. Met een bijna geslaagde
demarrage van Pe van Stralen, die in Purmerend zelfs 23 seconden zou hebben
gehad! Hij werd wat later tot de orde geroepen door Gerrie Knetemann en kon
vervolgens gaan meedoen aan de jacht op Nanno Bakker, die word terug gehaald,
op Cees Priem die word terug gehaald, op Michas Bertou die word terug
gehaald, op'.. wederom Nanno Bakker die prompt een nieuwe poging had
ondernomen en daar op de kaarsrechte Middenweg ineens honderd meter pakte en
dit met een hels tempo zelfs uitbouwde tot ruim een halve minuut. Voorwaar
een heel bijzondere prestatie van de 27-jarige boerenzoon uit Wieringen. Lang
gewacht, lang geknokt om een klassieke zege. En dan nu toch eindelijk gekregen.
Van harte gegund! Amateurs: 1. N. Bakker Ploegenklassement: 1. Amstel 10 pnt., 2. Ketting-Didam 37 pnt., 3.
Trico Noble 41 put, 4. Caballero 41 pnt., 5, Ketting-Batavus 61 pnt. RONDE VAN
OVERIJSSEL.(1 mei).1971 Spijtig incident
beroofde Ronde van Overijssel van glans Diskwalificatie
Kees Bal betekende zege voor ploegmakker Charles de Smit Hoe men het ook
draait of keert: Kees Bal was fout! Zonder meer had hij het stopteken van een
tweetal juryleden bij de onbewaakte spoorwegovergang van Haarle niet mogen
negeren. Daarvoor diende hij bestraft te worden, maar of het juist is dat men
zijn diskwalificatie eerst na een solo van omstreeks 't Is gebeurd en
het is heel jammer dat de zo goed georganiseerde Ronde van Overijssel dit
moest overkomen. Hoe geheel anders, hoe bijzonder had het niet geweest
indien het incident van Haarle achterwege was gebleven en men aan de streep een
winnaar had kunnen huldigen die - laten we eerlijk zijn - een formidabele
indruk naliet. Tenslotte komt het (helaas) niet te vaak voor dat men meer dan
Waarmede we
geenszins willen ofdingen aan de kwaliteiten van Charles de Smit, die ook
al gestoken in een Trico Noble-trui, het leed enigszins verzachtte en met
een formidabele eindsprint de baas bleef over Henk Poppe, Cees Swinkels,
Piet v. Katwijk, Jo v. Pol, Henk Kruims, Jan Spetgens, Bert Bathoorn, Jo de
Boer en ... ook Grant Thomas, de Engelsman. Charles de Smit, dat is bekend,
is bezig zich eindelijk als een goed renner te ontpoppen. En indien dit
verheugende proces zich verder voortzet, kan er uit deze stijlrijke coureur
(noem ons nog iemand die zo „gegoten" op zijn fiets zit) wellicht toch
de topper groeien die wij en enkele anderen altijd al in hem hebben gezien.
Als adspirant en ook als nieuweling kon hij indertijd nauwelijks het aantal
gewonnen bloementuilen torsen. Zijn overstap naar de amateurs bracht evenwel
een scherpe daling in de curve. Het leek alsof Charles de Smit het fietsen
,verleerd" was. Een autoongeluk en ook het zich niet thuis voelen in
militaire dienst (waarin hij overigens alle privileges kreeg en tot en met
word gesteund) vormden mede de oorzaak van zijn “verloren lopen". Nu ineens is hij
er overheen. Bezit een eindsprint als het weerlicht en zal wellicht ook in
de toekomst (misschien reeds in Olympia's Ronde van Nederland? ) bewijzen dat
hij nog lang niet afgeschreven is. Het prachtige
voorjaarsweer, dat met de harde noordoosten wind toch het alleruiterste
vergde van de renners, lokte de avonturiers gelijk uit hun tent. Niet dat men
er geweldige gevechten door kreeg. De kat word wel degelijk goed uit de boom
gekeken, maar er zaten vooraan in het peloton toch een aantal mannen, die er
zin in hadden om eens geducht aan de ketting te rammelen. 't Gevolg was een
hele rits lossers in de beginfase, onder wie toch ook een Mathieu Pustjens,
Melle v. d. Meulen, Wil de Vlam en een Jan Cooremans. Zij konden niet goed in
de waaier, kwamen op de karat en werden voornamelijk door de, wind uit de
wielen geblazen. 't Viel niet mee in het helse ritme mee te gaan, dat slechts
werd verstoord toen Peter Legierse lek reed en Ben Jurriaans met Eddy v. d.
Loo ten val kwam. Het peloton scheurde in twee brokken, voorop een
„schuif" van 29 dapperen, die elkaar angstvallig in de wielen hielden,
maar die later - in de buurt van Haaksbergen (toen er slechts Het is eigenlijk
een wonder dat dit „half-honderd" zomaar toestond dat door Usselo en
Enschede heen, op weg naar Lonneker, ineens een kopgroep kon worden
geformeerd. Dat eerst Hennie Kuiper, Aad v. d. Hoek en Kees Bal vrij mandaat
kregen, dat Wicher Vlot er bij kon springen, dat Wim Knoors en Adrie v.
Opdorp (prima gereden!) en voorts Albert Hulzebosch en Jo v. Pol de zaak
mochten completeren. En ook dat dit achttal de kans kreeg, met zoveel kwaliteit
achter zich, mocht gaan voortbouwen aan een voorsprong die na de toch wel
lastige Kuipersberg bij Ootmarsum van 23 fluks naar 40 seconden steeg en
zelfs tot een kloof van twee en driekwart minuut zou uitgroeien. Werd er achter
hen dan niet gereden? Lummelde men
maar wat in de overtuiging dat de vluchters toch wel zouden terugkomen?
Neen, zeer beslist niet, want Frits Schur, Jans Vlot, Fons v. Katwijk, Henk
Kruims en de steeds meer en beter op de voorgrond tredende Jo de Boer uit
Westergeest vertikten het om zich al zo vroeg bij de mogelijke beslissing
neer te leggen. Evenmin als Henk Poppe, de sierlijke Cabalero-rijder, die
toch ook steeds meer boven komt „drijven". Er was evenwel
geen denken aan dat zij mede op de eerste rij zouden komen. Daarvoor zorgden
Kuiper en vooral Bal wel. Bij iedere helling zweepten zij het tempo op,
zorgden er ook voor dat op de vlakke stukken, waar de wind keihard over de
velden aanbotderde, de „snee" voldoende aanwezig bleef. Lang, heel lang
heeft Jan Huisjes uit Kloosterhaar achter hen aangejaagd. Hebben ook Schur,
Spetgens, Piet v. Katwijk, Oosterhof, v. Stralen, Thomas en De Smit getracht
een definitieve ,patrouille" samen te stellen, maar er was eigenlijk
niemand die de koe eens daadwerkelijk bij de horens vatte. En zo verwaaierde
alles weer tot twee groepen, kwam er tussen Vroomshoop en Den Ham ( Bij Kees Bal ging
dat er evenwel niet in. Net over de Hellendoornse Berg, een lange en
moeilijke helling, wipte hij weg bij zijn makkers, met wie hij meer dan Achter hem ging
het spel nog meer op de wagen. Schur inspireerde Groen, Spetgens, Thomas en
wederom Kuiper die met Jans Vlot over een loslopende hond ten val kwam. Een vliegensvlug
herstellen en weer terugkomen deed Bathoorn precies op tijd komen voor de
jacht die Piet v. Katwijk, Jo de Boer, Jo v. Pol, Jan Spetgens, Cees
Swinkels, Henk Kruims, Henk Poppe, Grant Thomas en ... de heel sterk rijdende
Charles de Smit organiseerden. Met het reeds overbekende gevolg... Amateurs: 1. Ch. de Smit 41. J. Buijkema, Ploegenklassement: 1. Mars-Flandria 13.38.21, 2. Ketting-Batavus 13.40.42, 3. Militair
Team 13.41.54, 4. Ketting-Didam 13.43.14, 5. Kroon 13.44.21, 6. Jan van Erp
14.09.52, 7. Van der Heijden 14.46.29, 8. ABC Manta 15.00.07, 9. Van Dijk
15.08.02. RONDE VAN ZUID-HOLLAND.(20
maart).1971 Laatste aanzet
van Cees Swinkels
was niet meer te beantwoorden Klassieke Ronde van
Zuid-Holland kende vlot verloop Om met succes te
kunnen koersen moet men beslist niet alleen over uitstekende fysieke en
psychische gaven beschikken. Er komt zeker ook een grote dosis durf aan te
pas. En tevens moet men er ergens een goede neus voor hebben. Precies weten
wanneer het hoogtepunt zich aandient, precies ruiken wanneer de opgelegde
kans zich voordoet. Evenals het
noodzakelijk is om, indien tenminste een goede klassering of zelfs de winst
wordt begeerd, te zorgen dat men meegaat met de slag die de grootste troeven
op gang brengen.Wielrennen is niet zo gemakkelijk. Zeer beslist is het niet
alleen maar hardrijden.Terdege moet men weten op welke meest economische
wijze gefietst moet worden. Voor de talenten
brengt dat allemaal geen problemen, 't is hen aangeboren. Als ze het goed
doen en met flinke uitslagen aan de weg gaan timmeren, heet het vlug dat zij
“klasse" bezitten. Er zijn echter ook renners die de stiel moeten
aanleren, die gewoon door het veelvuldig doen, door meer verlies dan winst,
hun lesje eindelijk in de bol hebben geprent en dan zowaar toch heel prettig
en verrassend voor de dag kunnen komen. De toekomst zal
moeten uitwijzen in hoeverre de 21-jarige Cees Swinkels uit het Brabantse
Goirle bij de ene dan wel bij de andere categorie behoort. Voor ons zat het
er reeds vorig jaar in dat hij binnen niet al te lange tijd met een goede
uitslag op de proppen zou komen. Dat was in de Kersenronde van Mierlo 1970,
waar hij toch zo'n geweldige indruk achterliet. Swinkels, het type van de
flyer, van ook de renner die het met wat aanleren op een wielerbaan zal
kunnen, heeft die gedachtengang niet beschaamd. Hij is met brio uit de Ronde
van Zuid-Holland naar voren getreden. Was in de finale de meest brutale,
wist zowel Jans Vlot als Theo van der Loo van repliek te dienen en bleef weg
waar laatstgenoemde merkte dat men bij de achtervolgers, te weten Sjef van
der Burg, Arnold Voogt, Wim Kelleners, Albert Hulzebosch, Ted Blom, Frits
Schur en de dooreen lekke band in de laatste kilometers achteruitgeslagen
Piet v. Katwijk, geen meter ruimte kreeg. Dat lag niet aan het feit of Van der Loo wel
of niet bekwaam genoeg zou zijn, neen, het lag voornamelijk aan de kracht en
de intentie waarmede de ploegmakker - in dit geval Ted Blom - de absolute
finale tegemoet trad. Inderdaad, zo was het. Cees Swinkels, die
natuvrlijk goed reed en precies op tijd nogmaals aanging, kon zich namelijk
verlaten op de uitstekende hulp van ploegmaat Wim Kelleners. De Bornse
Limburger deed het op een meer dan voortreffelijke manier. Zo, dat de rest
niet of nauwelijks in de gaten had dat zij met het “kop rijden" van
Kelleners toch lelijk in de boot werd genomen. Hij wekte namelijk de indruk
of het hard ging, of het tempo werd opgezweept ... Hoeveel het hem kostte,
kwam hij aan de streep aan de weet, waar slechts een negende plaats lag. De prijs, de hoofdprijs met bloemen voor het
graf van de zo diep betreurde Jempi Monsere, was echter binnen. Als een eresaluut
van het Nederlandse amateurteam, dat evenals alle jongeren nog duidelijk de
schrik in de benen heeft. Hoe vaak zagen we namelijk niet een hand omhoog
gaan in de waaiers ten teken van een „link"(s) geparkeerde auto. Men
waarschuwde elkaar terdege. Het is toe te juichen en ook te hopen dat men elkaar
zal b l ij v e n waarschuwen, vooral omdat we als koersers op de openbare weg
rekening hebben te houden met anderen. En daarom is het eveneens zo vermeldenswaard,
dat de organisatie van de Ronde van Zuid-Holland kon bogen op een uitstekende
politie-begeleiding. Zonder de medewerking van deze instantie zou het
allemaal niet mogelijk zijn. En daarom verdienen deze rnensen, die - de een
meer en de ander minder - toch ook wat voor deze sport moeten voelen, beslist
niet de kritiek welke na Zwolle door sommige verslaggevers is gespuid. Misschien
zou men alleen mogen aanmerken dat het jammer is dat iedere karavaan,
wekelijks opnieuw, voor een groot deel wordt gevormd door chauffeurs van
perswagens die dit inspannende, accurate en veel reactievermogen vergende
werk te weinig beheersen. En dat daardoor situaties ontstaan die ook voor
begeleidend politiepersoneel moeilijk te ontwarren zijn. Iedere organisatie
is echter blij wanneer zijn “inrichting" weer rond is en dat men mensen
weet te vinden die zich voor dit werk, het rijden van persmensen, ter
beschikking stellen. In de Ronde van Zuid-Holland was reeds
merkbaar dat de “tred" weer aan het terugkomen is. Dat zal iedere week
opnieuw te constateren zijn. En wanneer men er weer volledig is, dan zal het
toch interessant zijn te weten welke nieuwe gezichten zich hebben aangediend
of welke oudere renners zich al dan niet hebben kunnen handhaven. Het lijkt
met de uitslagen van Zwolle en Zuid-Holland bij de hand, toch een interessant
jaar te worden. Ook al omdat de amateurs er nogal invliegen en elkaar
„finales a la professionel" voorschotelen.Met alles uit de kast, met een
inzet die voor zwakkere broeders geen enkele schijn van kans inhoudt. Men
moet niet alleen uit goed, doch nu zeker uit een veredelde houtsoort gesneden
zijn om goed te kunnen presteren. 't Komt ons voor
dat het vieren van de teugels aangaande het wel of niet in ploegverband te
mogen rijden, een goede uitwerking gaat hebben. Want nu het mag, lijkt het in
diverse groeperingen alsof men het niet helemaal wil. Daarmede goed
demonstrerend dat succes in de wielersport toch nog altijd wordt gefundeerd
door de wil om zelf te kunnen winner. Zo denkt de jonge
Andre Jansen van Ovis er over, zo denken ze allemaal. Ook het naamloze leger
van gelosten die zich bij de start in Den Haag geheel andere voornemens
hadden gesteld. Inderdaad, in het vlakke Zuid-Holland waar de koude wind
over de graslanden aanbolderde en dan weer recht in het gezicht, dan weer
priemend in de flanken blies, moest men elkaar er tussen laten om niet
verloren te zijn. Terugkomen was er bijna niet bij. Of toch, van bij voorbeeld
Ferry van der Vleuten, de broer van Jos. Krampen bezorgden hem hevige pijnen,
toch beet hij door en met Andre Jansen aan het wiel “sneed" hij weer
naar de groep om gelijk weer te moeten lossen. Veel te weinig „warm"
gezet en ook nog rijdend met “ventilatie-schoentjes" heeft Van der
Vleuten, die toch heel veel kan, het voor een groot deel aan zichzelf te
danken. Een renner moet weten wat zijn zwakke plekken zijn en tegen koude
kan men zich kleden. In dat eerste
stuk naar Zoetermeer, waar men opnieuw kon beginners omdat gesloten
spoorbomen der traditiegetrouw de zaak blokkeerden, was toch wel wat
gebeurd. Om te beginners die verwoede, doch vergeefse poging van Wicher Vlot
om terug te komen. Hij was op het kantje ten val gekomen, werd om
onbegrijpelijke redenen door een jurywagen “in de wind gezet" en knokte
kilometerslang om aan te kunnen sluiten. Het was, helaas,
voor niets. Zo ook voor Piet Kentie, die in Delft mismoedig zijn fiets aan de
kant zat te repareren, zo ook voor Gerrie Heeringa, bij wie de pijp ook
voortijdig uitging. Intussen waren Andre Jansen eerst en later Kees Bal al
eens aan de haal gegaan en boorde er wat later een hoofdmacht van 35 renners
vooraan. Tot het gesloten NS-obstakel in Zoetermeer, maar daarna. . ? Daarna was het ook raak. Keihard en
meedogenloos. Wie maar even haperde kwam,tezwemmen. Drie, vier groepen in
waaiervorm over de weg. Vooraan een poginkje van Wim de Louw, van wat later
Kees Bal, Albert Hulzebosch en Arnold Voogt. Vervolgens een vlucht van
vijftien pure kleppers, te weten: Sjef v. d. Burg, Aad Duyker, Arnold Voogt,
Theo v. d. Loo, Frits Schur, Matthijs de Koning, Juul Bruessing en Popke Oosterhof, maar ook
Cees Swinkels en Wim Kelleners, Jans Vlot, Albert Hulzebosch, Michel Bertou
en Bennie Groen alsmede Nico Vermeulen, die vlak voor Boskoop ( De rest werd
steeds meer uitgedund. Vooral onder de woedende pedaalslagen van Juul
Bruessing, die duidelijk de boot had gemist en eigenlijk niemand vond die met
hem de kloof wilde overbruggen. Soms was het zo klein (omstreeks 12
seconden), dat een sprong genoeg zou zijn. Bruessing ging eens met Rinus
Paul, de Haagse ex-professional, maar die was blij te kunnen volgen. De tien
aan kop, met daarachter 18 jagers - Herman Perfors, Peter Legierse, Dick
Groen en Henk Cornelisse werden losgegooid - bleven het spel van kat en muis
bijzonder goed doorspelen. Maar het viel toch ten voordele van de spits uit.
Daar trokken Van der Loo en Swinkels samen weg, deed Swinkels het nogeens
alleen en kon hij, de moedige Mars-Flandria-renner, de zege innen waarvoor
bewust keihard was geknokt. Inderdaad: de
beste prijzen liggen nog altijd op de meet en wie 't eerst komt.. . . Amateurs:1. C. Swinkels Ploegenklassement: 1. Caballero 30
pnt., 2. Kroon 30 pnt., 3. Mars-Flandria 41 pnt., 4. Ketting-Didam 43 pnt.,
5. Acifit 53 pnt., 6. Amstel 58 pnt. ROOSENDAAL (27 juni).1971 Nieuwelingen: 1. J.
Verbasch, Adspiranten: ROOSENDAAL (9 september).1971 Amateurs: Nieuwelingen: ROSMALEN (12 april).1971 Amateurs: 1. K. Balk, 2. P. v. Katwijk, Nieuwelingen: 1. B. Pots. Adspiranten: ROTTERDAM (20 augustus) Amateurs: 1. S. v. d. Burg, 2. S.
Koevermans, 3. T. v. d. Leijst, 4. H. Perfons, 5. J. Breur, ROTTERDAM (27 augustus).1971 Amateurs: 1. P. Legierse, 2. J.
Breur, 3. T. v. d. Leist, ROTTERDAM - CROOSWIJK (23 mei).1971 Amateurs: 1. W. Luppers, Nieuwelingen: ROTTERDAM – KATENDRECHT (2 mei).1971 Amateurs: 1. Leo Boose, 2. Cor
Schuuring, 3. Wim van Steenis, ROTTERDAM
FEIJENOORD.(30 april).1971 Amateurs: 1. W. Moore, Nieuwelingen: 1. H. Klomp, 2. R. v. Vliet, Adspiranten: ROTTERDAM
– HEYPLAAT. (24 april).1971 Amateurs: 1. J. Brinkman, 2. P. v. Bergen, 3. B. Horduk, 4. H. Pronk, 5. H. v.
d. Kooy, Nieuwelingen: ROZENBURG (29 juni).1971 Amateurs: 1. H. Nak, 2. R. Schuiten, RUCPHEN (12 september).1971 Amateurs: Nieuwelingen: 1. J.
Konings, Adspiranten: |