JAARGANG 1969 WEDSTRIJDEN P T/M R |
PAPENDRECHT
(24 mei).1969 Amateurs: 1. Bravenboer Nieuwelingen: 1. H. Lammers, 2. R. Aversteeg, 3. H. v. Dongen, PATERSWOLDE
(18 mei).1969 Nieuwelingen: Adspiranten: 1. T. Sijm, PEIZE
(10 augustus).1969 Adspiranten: 1. J. v. Dijk, 2. J. Leutscher, 3. J. Zwaneveld. Amateurs: PHILIPPINE
(21 juli).1969 Amateurs: 1. T. v. Poecke, PHILLIPINE
(3 mei).1969 Nieuwelingen: 1. H. v. Dongen Dames: 1. K. Hage Adspiranten: 1. J. Smeets PIJNACKER
(23 augustus).1969 Amateurs: Nieuwelingen: Adspiranten: 1. P. Laan, 2. J. v. d. Lugt, 3. W. Hofstede. POELDIJK
(14 juni).1969 Amateurs: 1. S. v. d. Burg, 2. Wouters, 3. v. d. Voort, 4.
Dongen, 5. v. d. Valk, 6. Nak, 7. Berkhout, 8. Leunis, 9. Zoons, 10.
Hulleman. Nieuwelingen: 1. Solleveld, 2. Jurriaans, 3. Aversteeg, 4.
Spiegel, 5. Jansen, 6. Breur, 7. Dorst, 8. v. Trigt. PRINSENBEEK
(21 juli).1969 JAN SERPENTI BEHAALDE
EERSTE PROFZEGE Jan Serpenti, dit
jaar rijdend als professional bij Willem-IIGazelle, heeft het avond-
criterium van Prinsenbeek met een klinkende zege kunnen afsluiten. In de
sprint was hij de rapste voor Jan van Katwijk en wegkampioen Jaak Frijters. De ruim 4500
toeschouwers, voornamelijk gekomen om succesvolle Tour-debutant Riny
Wagtmans aan het werk te zien, hebben wel waar voor hun geld gekregen.
Serpenti, belust om de eerste premie maar te pakken, spoot namelijk gelijk
door met Jan van Katwijk en Jaak Frijters. In het peloton geloofde men nog
niet direct aan een serieus bedoelde uitval. Na 33 van de 50 te rijden ronden
was men er achter, dat de boot was gemist. Nu dient evenwel te worden
aangehaald dat de drie koplopers onverwachte hulp hadden gekregen in de
lekrijdende Bart Zoet, die duidelijk bij hen een „lift" naar de meute beoogde
en daarvoor als beloning ook wel wilde “kassen". Inmiddels was
Riny Wagtmans met Daan Holst aan een uitzichtloze achtervolging begonnen,
maar door een plotseling overstekende toeschouwer kwam Holst ten val en dat
betekende voor Wagtmans dat ook hij niet op de eerste rij zou komen. De
Wille- brorder, dit jaar als een ster langs het internationals
wielerfirmament schietend, versaagde evenwel niet. Hij was vooruit en bleef
vooruit. Ondanks de keiharde jacht, die in de slotfase door Peter Post, Jos
van der Vleuten, Harm Ottenbras, Huub Harings en Theo Verschueren nog op hem
werd geopend. Een
aantrekkelijke koers, waarin Jan Serpenti uiteindelijk aan het langste eind
trok. Volkomen verdiend overigens, omdat hij evenals Van Katwijk en soms ook
Frijters erg veel deed om deze vroege ontsnapping met succes te bekronen. Beroepsrenners: 1. J. Serpenti Amateurs: 1. J. Bruessing, 2. P. Edwards, 3. T. Barten, PUIFLIJK
(13 juli).1969 Amateurs: 1. W. Holstege, 2. D. Beusekamp, Nieuwelingen:
1. H. Lunenburg, Adspiranten: 1. T. Trentelman, PUTTE
(25 mei).1969 Amateurs: PUTTEN
(9 juli).1969 Nieuwelingen: 1. De Schipper, 2. v. Lieshout. 3. Kelderman, 4.
Albersen, 5. Udding, 6. Schuurman, 7. Klooster, 8. Vink. PUTTERSHOEK
(31 mei).1969 Amateurs: 1. H. Stolle Nieuwelingen: 1. B. Hordijk Adspiranten: RAALTE
(16 maart) Amateurs: 1. Egberts, 2. De Koning, 3. Hassink, 4. Leferink,
5. Hazewinkel, 6. Dickhof, 7. Heeringa, 8. Scheffer, 9. v. Uden, 10.
Diepeveen. Dames: 1. B. Hage, 2. Smulders, 3. Wijk, 4. Hondeveld, 5.
Paul, 6. v. d. Plaat. 7. Boon, 8. Heemskerk, 9. Helder, 10. Jonkers. RAAMSDONKSVEER
(15 mei).1969 Amateurs: 1. W. Prinsen, 2. J. Cooreman, Nieuwelingen: 1. N. Remeijn, 2. K. Roks, 3. J. Leijten, 4. J. v. Herk, 5. H.
Prinsen, 6. K. de Jongh, 7. N. Verbeek, 8. J. Jorritsma. Adspiranten: RANSDAAL
(27 juli).1969 Amateurs: Nieuwelingen: 1. K. Klinkers, Adspiranten: 1. J. Smeets, RENESSE
(31 juli).1969 Amateurs: REUSEL
(8 maart) Amateurs: 1. v. d. Kruys, 2. Kessel, 3. Gijsbers, 4. Schaap,
5. Swinkels, 6. Kilsdonk, 7. Kok, 8. Smulders, 9. Mansvelders, 10. Evers. Nieuwelingen: 1. Verhoeven, 2. Hurkmans, 3. Kusters, 4. Janssen,
5. Boogaard, 6. Helvoirt. REUSEL
(23 maart).1969 Nieuwelingen: Amateurs: 1. J. Buis REUSEL
(14 September).1969 Amateurs: 1. P. Buuts, 2. H. v. d. Laar, Nieuwelingen: 1. P. Hurkmans, 2. H. Bellemakers, 3. P. Stamas, Adspiranten: 1. J. Smeets, RIDDERKERK
(26 april).1969 Amateurs: 1. Kroonen Nieuwelingen: 1. Breur RIED
(31 augustus).1969 Amateurs: 1. P. Dijkstra, 2. E. Brander, 3. H. Hoekstra, 4. J.
Bols, 5. R. de Bruin, 6. J. de Boer, 7. W. Boonstra, 8. P. Lolkema, 9. J.
Slagter, 10. H. Schievink. RIJEN
LEREN ZOOL (1 juni).1969 Leren
Zool' voor Roger de Vlaeminck Voor de twaalfde
keer liep in Rijen het prof-criterium „De Leren Zool" en als gewoonlijk
hadden de organisatoren onder leiding van Ad Seelen er weer iets bijzonders
van gemaakt. Met bijna zestig renners aan de start voor de 37 ronden beloofde
de wedstrijd ondanks het regenweer veel goeds en Jan Serpenti was met de
Luxpmburger Marian Polansky de eerste, die een uitlooppoging waagde. Spoedig
waren zij weer teruggepakt; Schuuring, Bongers, Brouwer en Pijnen volgden hun
voorbeeld, maar ook zij kwamen niet ver. Het volgende
initiatief ging van Peter Post uit: het publiek moedigde hem enthousiast aan
en snel distancieerde hij zich van het peloton, waaruit alleen Leen de Groot
de achter volging inzette.
Twee ronden verder waren zij bjj elkaar en de voorsprong groeide van toer tot
toer. Vijftig seconden, ja zelfs een minuut werd er voor de koplopers
genoteerd, tot Gert Bongers en Gerard Vianen een sprong waagden om het gat te
overbruggen. Dat lukte weliswaar niet, maar het resultaat was toch, dat het
peloton naderbij kwam. Het signaal voor de jacht was gegeven! Langzaam maar
zeker smolt de voorsprong weg en zeven ronden voor het einde was de
hergroepering een feit. De paarden die de haver verdienden (in dit geval de
TeleVizier-premie van 1,000 gulden) kregen hem niet! Nog enkele
mannen als Zoet, Den Hartog, De Groot en Polansky, even later Cooreman en
(weer) Zoet, trachtten de beslissing te forceren, maar tenslotte waren het
Roger de Vlaeminck en Jaak Frijters, die daarin slaagden. Herman Hoogzaad
stelde nog poging in het werk om aan te pikken, maar hij werd tot de orde
geroepen. Het lukte Jaak
Frijters aan de meet net niet meer om over Roger De Vlaeminck heen te komen
en na Rik van Looy verleden jaar werd er weer een Belg in Rijen als winnaar
gehuldigd. De ruim tienduizend toeschoumers waren er „content" mee. Tien
seconden later won Gerard Vianen de spurt van het complete veld, waaruit de
jury vijftien man opnam en de rest ex aequo plaatste. Dat de laatste
renners pas twee-en-een-half uur na afloop van de koers hun afrekening in
ontvangst konden nemen, was een domper op het overigens meer als geslaagde
Rijense wielerfeest. Hier zou wat meer voorbereiding en een snellere
afwikkeling van dit voor beroepsrenners toch belangrijke onderdeel wel op
zijn plaats zijn. TEKST:WIM POOT Beroepsrenners: 1. Roger De Vlaeminck, de Amateurs: 1. Wim Bravenboer, 2. J. van de Berg, 3. Ron Bakker. Nieuwelingen: 1. Cees van Bragt, 2. John Akkermans, 3. B. van de
Putten RIJSBERGEN
(9 maart).1969 Amateurs: 1. H. Stander Nieuwelingen: Adspiranten:
RIJSSEN
(1 augustuis).1969 Amateurs: 1. Dries van Wije, 2. Hennie Kuiper, 3. Henk
Nieuwkamp. RIJSWIJK
(21 juni).1969 Adspiranten: 1. Veldhuizen, 2. Laan, 3. Sijm, 4. Andel, 5. Kuger. Nieuwelingen: 1. Akkermans, 2. Spiegel, 3. Hauker, 4. Zeelen, 5. Rossem, 6.
Kalkman, 7. Tok, 8. Langkruis. RODEN
(27 juli).1969 Amateurs: 1. J. Vlot, 2. R. Bos, Nieuwelingen:
1. P. Kleine, Adspiranten: 1. Jan van Dijk, 2. Jan Pepping, 3. Koos Wolf. ROLDE
(24 augustus).1969 Amateurs: 1. E. Boekholt, Adspiranten: 1. J. Wolf, 2. J. Leucher, 3. J. v. Dijk. RONDE VAN
DE ACHTERHOEK (6 september).1969 Ronde van de
Achterhoek bewees haar waarde HENK NIEUWKAMP
'glipte'naar nieuwe grote zege Misschien zou men
moeten stellen dat de afstand van de eerste Ronde van de Achterhoek, op
prima wijze georganiseerd door Ren- en Toeristenvereniging De Zwaluwen,
Doetinchem, wat aan de magere kant was. Inderdaar geven anderhalf honderd
kilometers te weinig de impressie, dat men met een werkelijk grote wegkoers
te maken heeft, maar aan de andere kant kwam tijdens het koersverloop toch
duidelijk naar voren dat het Nederlandse amateurlegioen er - indien de wil
aanwezig is - toch wat van maken kan. Daar ten oosten
van de IJssel werd naar hartelust gereden, kwam het niveau boven het betere
gemiddelde uit. Ondanks het feit dat er een paar spijtige valpartijen op de
smalle wegen waren te constateren en het bij de bepaling van de uitslag
allemaal nogal wat voeten in de aarde had. De eerste “zeven" brachten
geen moeilijkheden. Duidelijk kon men de volgorde na winnaar Nieuwkamp onderscheiden:
Piet v. Katwijk Tino Tabak, Sjef v. d. Burgh, Jan Spetgens en Frits Schur met
daarachter op negen seconden Wim Bravenboer. De moeilijkheden zaten meer
midden in het “pak", de meute die na veel rekken en krimpen aan het wiel
van Bravenboer over de eindstreep denderde. Voor Henk
Nieuwkamp betekende de winst in deze van stad tot stad-wedstrijd een
bevestiging van zijn goede vorm en conditie. Eigenlijk staat hij momenteel
wat boven alle andere Nederandse amateurs uit. De respectabele erelijst van
liefst 22 zegepralen, waaronder ook die van vorige week in de Vierstromenlandronde
en nu dan -de Achterhoek, geeft aan hoe hij momenteel een waar „schrikbewind"
onder zijn sportmakkers voert. Een renner om in
te zetten in een of andere ploeg, om deel te nemen aan een etappe-wedstrijd
zoals bij voorbeeld de Tour de l'Avenir ? Niet zozeer, daar Nieuwkamp
specifiek de man van een dag is. Zich daarop volledig kan inleven, zich
daarop volledig kan geven. Waar nog bijkomt dat hij dan tevens het verloop
wat aan zijn zijde moet hebben. Om de eenvoudige reden dat Henk Nieuwkamp
liever het koersen wordt opgedrongen, dan zelf initiatief neemt. Uitzonderingen
daarop bevestigen de regel, maar een ware “klokkeluider" zal hij nooit
worden. Al zal men moeten toegeven dat de manier waarop hij en de
Vierstromenlandronde en de Ronde van de Achterhoek won - met een dag eerder
nog even het criterium van Elim als prettig intermezzo - alom respect afdwingt.
Het is op Nederlandse bodem dit jaar nog niet voorgekomen dat er binnen zeven
dagen twee grote wegwedstrijden door een en dezelfde man werden gewonnen. JAMMER Op de vele
kronkelende wegen van de Achterhoek, grotendeels uiterst smal, kwam deze
Ronde over de lange adem een paar maal ernstig in gedrang. De neutralisatie -
ging wel wat hard - was nog maar nauwelijks achter de rug, of Henk Benjamins
en de Tilburger Peter de Jong konden vanwege een valpartij opgeven. Erger
was de smak echter waarbij Gerrie Heeringa (moest naar een ziekenhuis worden
overgebracht), Reinties, Boertien, Valkenburg, Meek, Stapelbroek, Evert
Dickhof, Wim Holstege en de Engelsman Mack Bennett waren betrokken. Te
weinig stuurmanskunst? Teveel dringen op de dokkerende “keitjes" daar
even na Keijenborg? Er ,,doorheen zitten" kon nog niet het geval zijn,
want er waren nauwelijks Het was jammer,
maar deze prijs moet in iedere wedstrijd nu eenmaal door de een, dan door de
ander worden betaald. Er kwam aehteraan
een versplintering door deze val en eigenlijk heeft niemand - alleen of per
groep - meer aansluiting kunnen vinden. Vooraan waren v. d. Burgh, Hassink
en v. d. Valk eens- op pad getogen. Zo maar een speldeprik om het
kaf nog meer van het koren te scheiden. Frits Schur, de kwieke Hoogezander
op wie aller ogen (ploegleiders) momenteel zijn gericht, trok ook eens weg. Evenals de
gebroeders Scheffer, die met alweer Van der Valk natuurlijk voor het eigen
Zelhemse publiek hun kunnen wilden tonen. Achteraan werd de een na de ander
(warempel ook Sander Douma) afgehaakt, moest Hans Brinkhoff van de fiets voor
een lekke band en kwamen Bert den Hoedt en Bertus Slings na een moedige
achtervolging - ook zij waren door de reeds eerder genoemde val losgeraakt -
weer bij. Niet voor lang echter, want de inspanningen hadden teveel van het
krachtenreservoir gevergd. Met genoegen hebben we eveneens de prachtige
poursuite van Arie Hofman uit Eenrum gade geslagen. Na lekrijden kwam hij
zowaar weer in de hoofdmacht terug, maar beging de fout om niet meteen naar
voren door te spoten. Toen de jacht op de inmiddels ontsnapte Nijmegenaar Ton
Welling namelijk word ingezet, moest hij weer “zwemmen". Er zat wat in
de lucht, er werd aan de spits verwoed gevlamd. Hans Koot en Fred Koreman
spoten weg, Peter Legierse en Juul Bruessing kleefden aan. Tevergeefs. Toen een drieste
wip van Peter v. d.Donk. De mannen van ploegleider Piet Liebregts bleven om
beurten naar openingen zoeken. GEEN INHOUD Voor
veldritspecialist Gertie Wildeboer (zijn seizoen komt zo langzamerhand weer
aan) werd het teveel, hij loste. Mari van Venrooy kon gaan repareren, Nico
Been kon niet meer mee en Ceesje van Straten keerde “zijns weegs".
Allemaal voor deze dag gewogen en duidelijk te licht bevonden. De koersvlam
zat er ook zo duidelijk in. Niemand deed maar de minste poging om „het
pitje" laag te houden. Cees v. d. Pol, Piet Neeskens, Wicher Vlot, Tonny
Hazewinkel, Hans Egberts, Dries van Wijhe, John Meijer alsmede de op het
laatste moment overgekomem Peter v. d. Kruijs glipten door de mazen en waren
vrij. Dat wil zeggen op de boomlange Haarlemmer Neeskens na, die er zelf
beslist niet in geloofde. De voorsprong groeide via Marienveld, Zieuwent en
Lichtenvoorde naar 'n halve minuut. Teveel voor Matthijs de Koning om er nog
bij te komen, te weinig voor het zevental dapperen om de beslissing te
forceren. Men had te weinig inhoud, waar nog bijkwam dat Van de Pol liever
lui dan moe was. Achter hen kwam een fikse jacht, een spervuur van demarrages
op gang. Van Hoogstraten, Tabak, Nieuwkamp (zat in de goede coupe),
Botterhuis, Van Vught, v. d. Burgh, Bravenboer, Hulzebosch, Oosterhof,
Niemeijer en Schur trokken eveneens naar voren -en toen zorgde het peloton
met een keiharde reactie voor een algehele hergroepering. Inmiddels
ging de eveneens voor de Ronde van de Toekomst geselecteerde Dokkumer Piet
Hoekstra zijn plaats definitief verdienen. Hij had lek gereden. Reed,
eenmaal in de jacht naar de groep toe, plots verkeerd en heeft toen
kilometers af moeten leggen om weer op de goede route te komen.
Hoekstra haalde de hoofdmacht zowaar weer in en stampte toen gelijk mee naar
voren waar zich een felle strijd om de absolute macht aan het ontwikkelen
was. Wim Bravenboer,
“geprikkeld" om mogelijk toch nog een plaatsje voor het Franse
spektakelstuk „open te branden", flitste weg. Met v. d. Kruijs, Tabak,
v. d. Burgh, Wicher Vlot, Franssen, Nieuwkamp (bijzonder attent) en zowaar
opnieuw v. d. Valk. Het uitgelopen Gendringen ( Een haastig
geformeerde jacht van v. d. Kruijs, Bravenboer, Edwards, v. Hoogstraten en
Hulzebosch bracht niets op. Zij werden weer teruggehaald. De winst van het
viertal vooraan werd zienderogen kleiner en kleiner. De nog af te leggen
afstand echter ook. Zouden zij het halen? Nog vijf kilometer. Plots daagden
twee flitsende schimmen uit het nabije peloton op. Wie? Henk Nieuwkamp en
Frits Schur. Ze volbrachten hun sprong naar de kop op briljante wijze.
Edwards, de Engelsman, wilde hen nadoen, maar bleef ,hangen".De koers
was gelopen. Nieuwkamp moest evenwel diep in de beugel om het nijdige
sprintertje Piet van Katwijk van zich af te houden. Maar wat deed dat er
eigenlijk toe, de buit was immers opnieuw binnen. Amateurs: 1. H. Nieuwkamp, Borne, Den Haag; 19. T.
Grant, Engeland; 20. Henk Botterhuis, Sambeek; 21. T. v. d. Valk,
Zandvoort;22. H. Kruims, Groningen; RONDE VAN
DE HAARLEMMERMEER (10 mei).1969 Broederpaar Wiger en Jans Vlot beheersten
slopende finale in Ronde om
de Haarlemmermeer Taktisch
voorbereidend werk van JAN HORDIJK
en NANNO BAKKER doeltreffend afgerond Voor de zoveelste
maal in dit nogal ,gekke" wielerjaar waar het de amateurs betreft, is
een nieuwe naam aan de reeks van klassieker of grote van stad tot
stad-wedstrijd-winnaars toegevoegd. Wicher Vlot, de op 1 januari '47 geboren
bouwkundig tekenaar uit het Drentse Wanneperveen, wist na een uiterst
boeiende finale, waarin vooral de tomeloze Rotterdammer Jan Hordijk driftig
met zijn krachten smeet en waarin ploegmakker Nanno Bakker zijn gramschap
omtrent zijn niet-verkiezing voor Olympia's Tour door Nederland middels
dreunende explosies uitte, met zijn broer Jans weg te komen en dat betekende
de onherroepeloke uitspraak. Een uitspraak, welke werd geveld over elf
anderen, die met de “Vlotjes" overeind waren gebleven in de nogal saai
verlopende Ronde om de Haarlemmermeer. Tijdens de tweede omloop, tussen
Cruquius en Zwanenburg, waren zij op de loop gegaan, aanvankelijk nog vergezeld
van de jonge Wil Luppers (reed een knappe koers) en de door een valpartij in
de tweede groep verzeild rakende Bennie Groen. Aan de streep zouden er liefst
vijf minuten verschil tussen eerste en tweede slagorde op te tekenen zijn ... Zonder dat er ook
maar enige invloed van de zijde van ploegleider Herman Krott op de renners
van de Amstel Bier-formatie was uitgeoefend, speelden zijn vier
“kleppers" in de spits het spel voortreffelijk. Speciaal de niet in
bedwang te houden Jan Hordijk. Van hem is bekend, dat hij graag koerst,
liefst zelf de strijd op gang brengt. Hij is impulsief, maar weet discipline
aan de dag te leggen, wanneer belangen op het spel staan. Daarom trok hij,
nadat de Buitenkaag voor de laatste maal gepasseerd was, een flink aantal
keren keihard weg. Wilde als 't ware de anderen verpletteren met een afschrikwekkend
tempo. DRENTS OFFENSIEF Frans van de
Ruit, die dit jaar opmerkelijk regelmatig rijdt en in zijn nieuwe
Ketting-omgeving kennelijk tot volle ontplooiing als wegrenner schijnt te
komen, probeerde zulks ook al. Terwijl Nanno Baker, die voelt momenteel
helemaal in vorm te zijn, eveneens een belangrijk aandeel vormde in de
plotselinge, maar volledig doeltreffende demarrage van het broederpaar Vlot.
Jana, van beroep smid en geboren op de eerste juni 1948, trok gretig met zijn
opperbest marcherende broer Wicher mee. Van 50 werd het 100, 150, toen SMAK OP SMAK Eigenlijk is
daarmede het hele verhaal van deze door het 5 Mei-comite van Halfwegse
Sportclub De Bataaf wederom voortreffelijk georganiseerde Ronde om de
Haarlemmermeer (reeds de zeventiende in successie) verteld. Want daarvoor
gebeurde er in de aanval totaal niets. Achteraan speelde het ene drama na het
andere zich af. De nogal harde zuidenwind, waarbij de smalle polderwegen
eveneens dienen te worden aangehaald, liet hoegenaamd geen kans voldoende
“in 't wiel" te rijden. Er moest geknokt worden op de nogal brokkelige
kantjes van Ringvaartdijk en polderwegen en daaruit onstonden om de
haverklap valpartijen. Favoriet Harry Jansen en de sterke Van Katwijk werden
er met vele anderen het slachtoffer van. Dat gebeurde reeds in het begin,
terwijl in de tweede omloop (na ca. Door die grote
val waren v. d. Pol, Zomer, W. Vlot, Veldhuizen, Huisjes, Solleveld,
Botterhuis en de Nieuw-Zeelander James Dean komen te “zwemmen", maar
bij Aalsmeer (na De slijtageslag
nam toen een aanvang; Schijff reed lek en geraakte “verloren", Zomer en
Botterhuis moesten eraf. Ook voor Huisjes, Krom, Veldhuizen, Solleveld en
Zwaan alsmede voor Dean, Zoons en vele kilometers later Cornelisse en de
laatste weken knap rijdende W. Jansen was “the show over". En toen kwam (na Amateurs: 1. W. Vlot, Wanneperveen, RONDE VAN
DE NOORDOOSTPOLDER (10 mei).1969 Ron Bakker
sterkste „eerstejaars" in Ronde van Noordoostpolder De nauwelijks
18-jarige Haarlemmer Ron Bakker is winnaar geworden van de 2e Ronde van de
Noordoostpolder. Een perfect georganiseerde koers voor eerstejaars amateurs
over een afstand van slechts Bakker maakte
deel uit van een kopgroep van tien talentvolle jongeren, die gedurende meer
dan Toen de tien
“coureurs" - uiteraard moeten zij nog gaan bewijzen dit te zijn - Ron
Bakker, Ton Welling, Bert Alosery, Piet Neeskens, Ton Gijsbers, Peter
Pennekamp, Henk Kruims, Frits Schur, Wiebe Froma en Gerrit Walter de laatste kilometers, zoals nagenoeg
altijd gebeurt, aan het positie kiezen waren, demarreerde plots de
strijdlustige Schur. De in de Ronde van Friesland zo lelijk ten val gekomen,
maar wonderlijk snel genezen Hoogezander had er genoeg van en nam eon
twintigtal meters. Bakker en Neeskens, tot dan waakzaam aan elkaars wiel,
riepen hem vlak voor de streep tot orde. Tegelijkertijd
was de rest evenwel op gang gekomen en zeer nipt (een banddikte) kon Bakker
toen voor Welling en Gijsbers de zege naar zich toehalen. VUURWERK Ruim honderd
renners gingen op het sein van wedstrijdleider Stef v. d. Berghe in Emmeloord
van start. Onder ideale weersomstandigheden. Jammer was het dat een
valpartij na slechts Later bleken zijn
verwondingen gelukkig mee te vallen. Hij kreeg de pechprijs toebedeeld. Door deze val
kwam de kopgroep met Bakker c.s. weg. Men rafelde het peloton namelijk geheel
uiteen, niet alleen de reeds genoemde tien renners, ook ,het
vijftal Tonny van Dam, Gerrit Marquerink en Frits Kisner (dit drietal reed
later lek) alsmede de beide gelosten Geert Hoekstra en Frank v. d. Goes
bliezen hun partijtje aardig mee. De voorsprong groeide allengs, kwam van 30
tot 45 seconden en resulteerde tenslotte in bijna een minuut. Na Amateurs: 1. R. Bakker, Haarlem, RONDE VAN
DRENTHE (24 mei).1969 SNELLE BEN
JANBROERS BEHAALDE TWEEDE
KLASSIEKE ZEGE IN RONDE VAN DRENTHE Toen er in de als
een ware slijtageslag te kwalificeren 8e Ronde van Drenthe nog sleehts zeven
kilometers te rijden waren en de zo “geplaagde" Caballero-rijder Henk
Benjamins zijn woonplaats Hollandscheveld naderde, waagde met een fikse
demarrage de sprong. Hij gokte, luke het dan lukte het. De opmerkelijk fris
rijdende Ben Janbroers ging evenwel direct mee aan het ziedende achterwiel. Zouden
zij het samen rijden? Neen, want
aangevuurd door tempobeul Piet Hoekstra en de volledig gerodeerde Frits
Hoogerheide spoorden nog zeven renners naar het vermetele tweetal, dat net
niet genoeg inhoud kon opbrengen om definitief uit hun greep te geraken. Zo
moest de eindsprint dus de beslissing brengen van deze wedstrijd, welke
misschien als een revanche van Olympia's Tour moet worden gezien, maar waarin
vele favorieten, onder andere Jansen, Tabak, Zoetemelk (kwam te vallen) het
lelijk lieten afweten. In de ultieme
meters smeet de razendsnelle Amsterdamse chauffeur Ben Janbroers (20 jaar)
zijn wiel het eerst over de streep. Hij hield daarmede de furieuze aanval van
Hoekstra netjes in bedwang en om het Peugeot-Michelen-BP-succes te
completeren, flitste de “herboren" Bertou heel netjes naar de derde
plaats. Terwijl Benjamins, de man die het allerlaatste spel op de wagon had
gebracht, ,slechts" met een vierde prijs genoegen moest nemen.
Achtereenvolgens legden Hoogerheide, v. Stralen, Leferink (strijdlustigste
van de gehele koers), Schoofs en W. Vlot op de volgende klasseringen beslag. Deze door WSV De
Peddelaars uitstekend georganiseerde wedstrijd kreeg aldoende een prachtig
slot, nadat ook de beginperiode en het middenstuk zeker het aanzien ten
volle waard waren. Toen het kaf eenmaal goed van het koren gescheiden was, of
anders gezegd toen de beslissing eenmaal tot stand was gekomen, is er
inderdaad een periode geweest dat het een slaapverwekkende vertoning leek. Er
word weliswaar keihard gekoerst, maar men was het schijnbaar te lang met
elkaar eens. Duidelijk kwam naar voren dat vele renners de vermoeienissen
van Olympia's Tour nog niet teboven waren. Bovendien maakte de droge
oostenwind, die vrij krachtig blies, dat het een vreemde, moeilijk te doorgronden
koers werd. TEMPOSLAG Na de eerste lus
rond Hoogeveen ( Het enorm
opgeschroefde tempo en de sterke zijwind werden velen te machtig. Het
rennersveld dunde zienderogen uit. Toch wisten Franke, Kuiper, Schur,
Konings, Leferink, Snijder en Bijma zowaar ook nog bij de hoofdmacht te komen
en dat gebeurde in Dwingelo. Lange, heel lange tijd hadden ze er voor moeten
knokken en toen zij er eenmaal bij zaten - de spits telde toen zo'n dertig
koppen - leek het of de heksenketel eerst voorgoed losbarstte. De smalle
wegen lieten weinig ruimte voor een brede waaier; Schur, v. d. Meulen,
Vlastuin, Bijma en De Vos moesten eraf. Helemaal geen schande, want deze
eerstejaars amateurs konden niets anders verwaehten. Zij missen nu eenmaal
nog de routine en de brutaliteit om zich pardoes tussen de wielen te
dringen. Toch hebben zij in de eerste TE KORT Er ontstond eon
periode van “kat en muis-spelen". De kopgroep brak in tweeen en werd
later weer tot een geheel gebracht. Er waren wat schermutselingen,
voornamelijk op gang gebracht door Leferink, Hoogerheide en Bertou. Voor Bols
en Nieuwkamp werd het allemaal teveel, zij gaven er de brui aan en Konings
vroeg medische assistentie voor een verwonding welke hem zelfs tot opgave
dwong. Niettemin hing de “klap" in de lucht en in Schoonoord (na Amateurs: 1. B. Janbroers Van de 170 van
start gegane renners reden er slechts 29 de wedstrijd uit.
TEKST:BEN
ZOMERDIJK., RONDE VAN
FRIESLAND (19 april).1969 Hoog tempo, ernstige valparfij en sferke
vlucht bepaalden koersverloop in RONDE VAN
FRIESLAND GESLAAGDE DEMARRAGE VAN JAN ALING IN
SLOTKILOMETERS De lijn van de
onbevestiging, dit jaar duidelijker dan ooit aangegeven, tekent zich verder
af. Wederom heeft men een totaal nieuwe, zij het op enkele uitzonderingen na,
uitslag kunnen noteren. Ditmaal dan in de 12e Ronde van Friesland, welke
ondanks haar vele financiele moeilijkheden toch het genoegen mocht smaken tot
de meest geperfectioneerde organisaties te mogen worden gerekend. Na
een bijzonder boeiende strijd, waarin een hoog tempo on een helaas voor de
Groningse renner Freddy Schur nogal ernstige valpartij alsmede een
onverwachte vlucht van veertien renners de voornaamste kenmerken waren,
presenteerde de sterke Bunnervener Jan Aling zich als eerste aan de finish. Hij vocht zich op
nauwelijks drie kilometer voor Leeuwarden voorgoed uit de greep van dertien
anderen en telde aan de streep in de Marathonstraat liefst 25 seconden
voorsprong op de ook al ontvluchte Wicher Vlot, die daarmede eveneens opnieuw
een duidelijk succes voor de Noordelijke wielrenners bewerkstelligde. Meer dan in welk
seizoen ook, schijnt onze amateurwereld in een zekere impasse te verkeren. Er
is nog geen enkele “dubbele winnaar" te voorschijn gekomen, sterker
nog: slechts een paar namen kan men geregeld onder de voornaamste prijswinnaars
terugvinden. Het evenwicht is kennelijk nog niet gevonden en met de grote
hoeveelheid buitenlandse wedstrijden welke afgewerkt dienen te worden, kan
men zich zeker enigszins ongerust maken. Vooral omdat Nederland in de loop
der jaren een grote naam met zijn amateurs heeft verworven. We leven
momenteel in een soort “niemandsland", werkelijke toppers zijn er niet,
al leven een Harry Jansen (nu uitgeschakeld door een val), Piet Hoekstra en
een Peter van der Kruijs wel tegen die top aan. Toch missen zij een zekere
regelmatigheid, terwijl een Jo Vrancken en een Jan Spetgens zich blijkbaar
liever in buitenlandse wedstrijden laten zien. Tellen we de balans nog eens
op, dan slaat het voordeel uit naar bij voorbeeld een Louis Westrus, Frans
van de Ruit, Tino Tabak en in zekere zin ook Jan Aling, die dit voorjaar
eveneens veel pech te verwerken heeft gekregen, maar in de Drentse Dorpenomloop
zeer fraai derde werd en nu in de 12e Ronde van Friesland dan een knappe,
toch wel overtuigende zege behaalde. VLAKKE KOERS Het hoge tempo, dat
vele onvoldoende getrainde renners voortijdig deed afhaken en een serie
lekke banden waarvan onder andere Gerard Krom, Peter van Stralen en Henk
Luchies de dupe worden, terwijl wat later ook de in Gent-Wevelgem zo
opmerkelijk te voorschijn gekomen Tino Tabak (2e) met een tube zonder lucht
kwam te staan, liet nagenoeg geen ontsnappingen van groot kaliber toe. Dick
Steensma uit Drachten en Gerard Hoekstra (een broer van Piet) deden daartoe
wat schuchtere pogingen, doch de groep reageerde steeds zeer scherp. Tabak
probeerde na zijn lekrijden nog terug te komen, stak heel wat achterblijvers
voorbij, maar kon toch niet meer aanhaken. Wie trouwens in
de eerste koershelft van een klassieker of grote van stad tot stad-wedstrijd
pech krijgt (wanneer wordt de inzet van de materiaalwagen toch eens herzien!)
is bij voorbaat kansloos. Alleen repareren en terugkomen is er absoluut niet
meer bij, zeer zeker niet wanneer ook de volgwagens daarvoor geen gelegenheid
geven. Het moet toch normaal geaccepteerd worden wanneer kansvolle
pechhebbers zich tussen de auto's terug naar de groep rijden. De
“Lossers" die eventueel meekomen, worden bij de eerste de beste harde
jacht toch weer gelost, daarover behoeft men zich geen zorgen te maken. Nadat Jan Aling
(reed bijzonder sterk) voor IJsbrechtum ( Daarvan warden
dikwijls renners de dupe, die voor spektakel kunnen zorgen. Harry Jansen, een
week voordien nog zo fier winnaar van de Ronde van Noord-Holland, zag zijn
illusies dan ook totaal vervliegen en Cees Koeken heeft met Jan de Wit (uit
Meppel) vele kilometers moeten jagen om weer terug bij te komen. Het peloton
was trouwens door deze tweede valpartij in drie moten uiteengeslagen, doch
de tweede groep, waarin onder andere Keybeck, Wilkens, Koeken, Steensma, De
Wit, Stam en Baars alsmede Peetoom het meeste zware werk opknapten, wist na
een lange jacht, die dan weer tot slagen, dan weer tot mislukken leek
gedoemd, toch aan te sluiten. MISLUKT ... EN
TOCH RAAK Omdat Harry
Jansen word uitgeschakeld, had Peter van der Kruijs het vaandel van de Smiths
Chips-Acifit Accu's ploeg maar gelijk overgenomen. Met Aad Duyker sleepte hij
de hoofdmacht „full speed" voort. In Heerenveen waren namelijk Piet
Hoekstra en Jan Hordijk verder ingegaan op de ontsnapping die eerst door
negen anderen tot ontwikkeling was gebracht. Het tweetal sterke tempolopers,
van wie Hoekstra de meest vloeiende stijl demonstreerde, kreeg een dikke
halve minuut voorsprong en toen vond Gerrie Heeringa het tijd om er wat aan
te gaan doen. Hij sprong weg en werd spoedig bijgestaan door Gerard
Wesselius, Koos v. d. Knaap, Bennie Groen, Jos Dekker, Wicher Vlot en
vechtjas bij uitstek: Thijs de Koning. De kloof naar Hordijk en Hoekstra was
evenwel te groot en achteraan lieten v. d. Kruijs en Diepeveen zich evenmin
onbetuigd. Het ging hard, verschrikkelijk hard en daardoor was te voordien
dat de „raid" van de twee koplopers geen verder succes zou opleveren.
Jan Aling, sterker dan ooit gebrand op een klassieke zege, rondde de jacht
af, trok eerst Hoekstra terug in de groep en al probeerde Hordijk nog even
alleen stand te houden, spoedig daarop kon de lei worden schoongeveegd. Hoekstra,
Prinsen, Koster, Baars, Cornelissen, Hordijk en Groen sloten daarna nog wel
even eon voorlopig verbond, maar eerst de premiesprint in Surhuisterveen zou
deze zo vreemd verlopende wedstrijd tot de definitieve ontknoping brengen.
Veertien renners werkten zich naar voren en daarmede was de klap gevallen.
Aldershof, Blom, Wicher en Jans Vlot, Ebel Brander, Peter v. d. Voort en
Frans v. d. Ruit, Aad Duyker, Rink Cornelisse, Popke Oosterhof, Wim Jansen,
Peter v. d. Donk, Jan Aling en de helaas door een mankement aan zijn
achterwiel geremde Jan Buis trokken weg. Voorgoed! Het was zomaar
gebeurd, het krimpen en rekken van de groep had een concrete vorm gevonden.
Van 50 seconden groeide de winst bij Driesum (na De meeste
winstkansen werden toegedacht aan Rink Cornelisse, of misschien Frans v. d.
Ruit. Zij handen de snelste benen. Van de Ruit reed echter met een gebroken
zadel en Cornelisse leek het spel meer voor Aling te willen organiseren. De
op 14 juni 1949 geboren Bunnervener greep de kans met beide handen aan. Op
nauwelijks drie kilometer voor Leeuwarden ging hij aan, een demarrage van de
allerbovenste plank en toen een regelmatig hoog tempo tot aan de streep. En nu maar
afwachten of Aling de reeds gesignaleerde lijn eens weet te doorbreken. Amateurs: 1. J. Aling, Bunnerveen, BRON:Jan Balder RONDE VAN
GELDERLAND (26 april).1969 NIMMER AFLATEND
REGENGORDIJN OVERSPOELDE Ronde van
Gelderland BEN JANBROERS schoot 'uit
zijn krammen' Het beruchte
Hoog-Soerense grintpad heeft in de historie van de Ronde van Gelderland
altoos een voorname rol gespeeld. Vrijwel altijd werd daar op het met grove
stenen bezaaide bospad de Gelderse Rondrit uit de doeken gedaan, werd van te
voren bewerkte winst heel dikwijls in een gevoelig verlies omgezet omdat
Vrouwe Fortuna daar de renners in vele gevallen volkomen in de steek laat en
de geluksfactor een zeer voorname rol speelt. Hoe vaak zijn
daar bij Hoog-Soeren fel gekoesterde illusies al niet tot gruzelementen geslagen
om de eenvoudige reden dat nagenoeg iedereen van de fiets moest om te
repareren. De bijna
21-jarige Amsterdammer Ben Janbroers, de laatste weken nogal duidelijk op de
voorgrond in criterium-wedstrijden - won onder andere in Werkendam en
Stiphout, behaalde een tweede pleats in Geldrop - kende er echter veel geluk.
Hij was alleen tot bij een vermetel zevental gekomen, dat reeds een tweetal
uren binnen schootsafstand van de vrijjwel compacte groep koerste en stootte
toen meteen keihard door. Hij had gezien hoe Duyker, v. Stralen, Deckers,
Groen, Kemps, Bravenboer en de ook al door een lekke hand gevelde Van den
Kruijs door hun krachten heen zaten. Eveneens echter hoe er achter hem enorm
aan getrokken werd on daarom “ging" Janbroers maar. Hij zocht en vond
het goede spoor, reed de ergste kuilen, gaten en keien mis, sneed met brio op
de finish toe, waar de allesgevende Ger Harings de complete groep tot op
minder den zestig meter van Janbroers wist te brengen. En voor de
zoveelste maal dit jaar luisterde de winnaar aldus naar eon nieuwe naam. Een
onbekende? Wis en waarachtig niet, want we hadden Ben Janbroers verwacht.
Voor de start nog plaatsten we deze opmerking aan zijn adres, speciaal in hat
bijzijn van Cor Leunis, die naar ons gevoel ook nodig eens de gelegenheid
moet aangrijpen om zich definitief aan de top te nestelen. We zijn er zo erg
hard aan toe, want het is tot nu toe maar bedroevend. In tegenstelling tot
voorgaande jaren, tellen we geen uitgesproken favorieten meer en al zullen er
straks na Olympia's Tour door Nederland ongetwijfeld enige regelmatige
prijsrijders te noteren zijn, voorlopig doolt ons amateurkorps nog volledig
in het “niemandsland". TE KORT De Ronde van
Gelderland, het levenswerk van Jac van de Blankevoort en zoals altijd weer
voortreffelijk georganiseerd, kende dit jaar een werkelijk schitterend
parcours. Voor het eerst waren de Posbank bij Arnhem en de Emma Pyramide bij
Beekhuizen opgenomen en al is het ons volkomen onbegrijpelijk dat de meute
daar niet volledig uiteengereten werd, maar komt het ons voor dat de
weersomstandigheden er mede oorzaak van zijn geweest dat he zo'n vlakke koers
werd. De regen bleef aanhouden en het leek alsof men bescherming bij elkaar
zocht". Niemand durfde enig risico te nemen, waar nog bijkwam dat er geen
zuchtje wind te bespeuren viel en dat de afstand voor een klassieker
eigendijk veel te kort is. We hebben daar al
eens meer op geattendeerd. Om goede, internationaal rijpe amateurs te
kweken, zijn we niet gediend met wegkoersen die rondom de 150- Dat is goed voor
de maand maart; in april en de volgende maanden is het evenwel belangrijk
indien er wedstrijden van omstreeks Missehien zou een
verdeling van de grote wedstrijden in categorieen (te bepalen naar de
afstand) de beste en moest voor ,de hand liggende oplossing zijn.
Want ook in het buitenland dienen vaak ritten over zeer veel kilometers te
worden betwist. KOERS ZONDER
VERHAAL De jongste Ronde
van Gelderland is een koers zonder verhaal geworden. Van een boeiend
wielergevecht was nauwelijks sprake. Het regende niet alleen water, ook lekke
banden en ander malheur werden in grote mate over de renners uitgestort.
Daarbij zaten nogal wat knapen, die misschien een beslissende wending hadden
kunnen veroorzaken. Bij voorbeeld een Leliaert, Vrancken of een Van den
Voort, die in Dieren keihard tegen een boom knalde. Speciaal echter Westrus,
Oosterhof en misschien zelfs Niemeijer, die kortelings in Duitse wedstrijden
zo knap voor de dag kwam. Verder zagen we hoe Buermans in de kant duikelde,
hoe Solaro in de klim van de Posbank moest repareren en hoe de jonge Scheffer
ook al door tegenslag wend gestuit. Ondertussen
hadden Deckers, Sluper, Van Venrooy, Bakker en Pustjens al eens aan het
langste koord getrokken, probeerde Egberts er alleen van tussen te gaan. Ook
achteraan werd evenwel een helse strijd gevoerd, want op de Schelmse weg,
waar vroeger de nationale clubkamploenschappen werden gehouden, vocht Delnoy
een helse strijd om na pech weer aansluiting te vinden bij een tweede groep,
waarin De Smet, Willemse, Wesselius, Jacobs, Velthuysen, Snijder, Van Bavel,
Bertou, Van den Ende, Van Zandbeek, Schijff, Janbroers en de spoorslags naar
voren stormende Liebrechts hemel en aarde bewogen om weer de strijd volkomen
open te gooien. Van Bavel moest door een lekke band afhaken en Heeringa, die
zich aan het klaarstomen is voor allerlei tentamens betreffende zijn studio
in de rechten, moest ook al een ander wiel steken. In een flits raasde hij
weer naar de hoofdmacht toe. Sneller nog den Delnoy die de pech had dat juist
volle jachten aan de gang waren. Voor Sluper, Brouns, Scholten en Wildeboer
was dat er allemaal niet meer bij. Zij hadden hun tube zonder lucht gekregen
voor de materiaalwagen werd ingezet. Men kwam trouwens op deze druipnatte dag
wielen tekort, want zijn we goed geinformeerd, den moest er in die tweede
helft - ca. „IK WAS
BANG" Er kwam beweging
in. Groen, sterk gerodeerd tijdens zijn Noordafrikaanse belevenissen, wipte
weg. Meteen sloot Benjamins er bij aan; even later gevolgd door Duyker. Voor
Van der Kruijs en Van Stralen een teken om dit goede voorbeeld te volgen,
terwijl na Otterlo het drietal Kemps, Bravenboer en Deckers eveneens op de
voorste rij plaats nam. De voorsprong groeide tergend langzaam, er zat geen
schot in. Hoe v. d. Kruijs, Duyker en Benjamins ook trokken. De breedste
streep licht telde nauwelijks 50 seconden. Er werd van achteren keihard
gereden, geen moment gepauzeerd en daarvan werden De Vries en Egberts (pech)
en Broeren, Van der Heijden en Pustjens (val) de dupe, terwijl de moedige
Zomer, die tot dan toe zo braaf mee geloppeerde maar toen ook lek reed,
eveneens een kruis over deze koers kon maken. Vooraan verloor men een sterke
gangmaker, Benjamins moest een wiel wisselen, kwam in de volggroep terecht en
zou daarna warempel nogmaalsdoor een bandje gaan. Van der Kruijs en Duyker
namen de vrijwel hopeloze taak nog wel over om de vlucht tot een geslaagd
einde te brengen, maar de voorsprong liep zienderogen terug en toen bij
Hoog-Soeren het erbarmelijk slechte grintpad werd berelkt, overbrugde Ben
Janbroers met een prachtige sprong ineens de kloof. En toen vooral Van
Stralen en Van der Kruijs ook al „plat vielen", was het gebeurd. De
Amsterdammer – “ik was bang" - ging door en won. Op een wijze die toch
bewondering opwekt, want al kwam hij „op zijn tandvlees" binnen, de rest
had hem niet meer kunnen grijpen. BRON:
Jan Balder Amateurs: 1. Ben Janbroers, Amsterdam, RONDE VAN
LIMBURG (31 mei).1969 Winnaar CHRIS PEPELS
plaatste treffende eindstoot Dat juist het
“meerderjarig worden" van de Ronde van Limburg, jongstleden zaterdag
voor de 21e maal verreden, gepaard moest gaan met een volkomen chaotische toestand
op het moment dat het psychologisch hoogtepunt scheen aangebroken, is zonder
meer spijtig. Dat een en ander evenwel volledig aan de organisatie is te
wijten, is eveneens waar. Een keiharde waarheid, welke voor het Limburgse
wielerleven misschien niet zo hard is aangekomen omdat „hun" Chris
Pepels zich middels een bijzonder knappe finale in de bloemenkrans wist te
hijsen. Maar in het land
waar de koersfiets meer den elders wordt gekoesterd en waar men jaren
achtereen altijd een grootse provincials rondrit heeft kunnen aanschouwen,
had een dergelijk misrijden van de karavaan beslist niet nodig behoeven te
zijn. Wat maar attentie van organisatie en wat minder nonchalance, gebaseerd
op het gewoon overlaten van het verloop aan het lot, hadden ook deze bijzondere
verjaardag van de Ronde van Limburg tot een waar feest kunnen maken. Een
klassieke wegkoers, welke na ongeveer 't Zat deze keer
helemaal fout met de Ronde van Limburg. Reeds voor de start waren er enkele
hiaten, die bij een strak verlopen race wellicht als te verwaarlozen
overboord zouden zijn gesmeten. Nu echter tellen deze mee, vooral omdat in
het verleden juist Limburg altijd zo'n feilloze uitgave kende. De man, die
vorig jaar plotseling het tijdelijke met het eeuwige moest wisselen, wijlen
Sjoke Dolmans, stond daar altijd op. Dag en nacht sjouwde hij om toch vooral
zijn klassieker tot een zeker hoogtepunt van het amateurseizoen te laten
komen. Het is waar dat
een bakker niet iedere dag zijn beste brood bakt en dat iedereen weleens een
steek laat vallen. Daarmede valt het vele voorafgaande week - en ongetwijfeld
hebben de mensen van BRC Bergklimmers uit Stein letterlijk en figuurlijk
alles gedaan was mogelijk was - dikwijls in het niet. Evenmin kan men 't door
het totaal in de war raken van deze natte, volledig verregende Ronde van
Limburg, tot een nietszeggend evenement degraderen, maar een onuitwisbaar
feit is, dat het geheel rammelde. Niet op dezelfde palen gestut stond zoals
men dat altijd en speciaal in hat Limburgse, gewend was. Genoeg erover, 't is
gebeurd en onze Limburgse wielervrienden zullen er beslist hun leergeld mee
hebben betaald. ONBLUSBAAR De omstreeks
tweehonderd coureurs waren nog maar nauwelijks vanuit Stein vertrokken, of
de eerste overigens onbetekenende demarrage van een tweetal renners kon
worden gemeld. Dat waren Mathieu Dohmen en een onbekende naam welke op de
deelnemerslijst in plaats van de afwezige Haarlemmer Snijder te boek had
moeten staan. Wat later deden Tino Tabak en Jaak Deckers eveneens een knappe
poging, maar spoedig werden zij achterhaald door Jo Swinnen, Wim Evertse,
Arnold Voogt, Peter v. d. Donk, Gerrit Leferink en trotse Olympia's
Tour-winnaar Peter Legierse, die met bepaald gelulckig kon zijn met alles
wat er over hem in de pers is verschenen. Ook zat er nog bij de waar als
amateur rijdende ex-beroepsrenner Ko Tolhoek uit het Zeeuwse Yerseke en verder
iemand, die met rugnummer zeven beslist incognito door het Limburgse
koersleven moest gaan. Deze eerste plaagstoot, niettemin uitgedeeld door een
groep waarin beslist kwaliteit school, duurde nauwelijks tienduizend meter en
zo zat even voorbij Illikhoven alles weer broederlijk bijeen. Dat wil zeggen
op een heel stel pechhebbers na, want zoals met slecht weer te doen
gebruikelijk, regende het ook nu weer lekke banden. Een nieuwe uitval van
alweer de onblusbare Leferink, nu vergezeld van Peter v. d. Voort, Jo v.
Pol, Henri Gregmans, Nico Vermeulen en de zo op een Limburgse zege azende
Mathieu Pustjens, zette evenmin zoden aan de dijk, maar er zinderde
onherroepelijk een demarrage in de lucht. Temeer omdat ook Theo v. d. Leeuw
zich in opperbeste conditie voelde en in eigen streek nu eindelijk wel eens
waar wilde maken, dat hij ook nog meetelt. Pustjens bleef
alleen nog wat vooruit; achter hem trachtten achtereenvolgens rugnummer 82
(wie?), Martin Hoogstraten en Jan Spetgens als eerste trio en Hans de Wilde,
Harrie Schoofs en Jaak Deckers als tweede drietal eveneens aan de aandacht
van het peloton te ontsnappen. INZET De strijd was daarmede
in alle hevigheid ontbrand, zowel voor in als achterin. Want daar aan de
staart van het peloton, waar men altoos zeer kwetsbaar is en verlies van
contact bijna altijd tot een onoverbrugbare kloof leidt, wend duidelijk
onderstreept met wat voor inzet er door amateurs wordt gereden. Een valpartijtje,
waarbij de alsmaar in de schaduw van zijn kunnen verblijvende Trijnco
Buurmeijer (kerel, treed er toch eens uit!) en verder Arnold Aarts en Henri
Pepels waren betrokken, vormde de inleiding. Laatstgenoemde werd namelijk zo
kwaad dat hem dit overkwam, dat hij zijn fiets met een grote boog in een
wuivend roggeveld smeet. Bij het overeind krabbelen kwam hij namelijk tot de
ontdekking ook een lekke band te hebben... Vooraan was
inmiddels met het naderen van wielernest Elsloo ook een en ander gebeurd.
Pustjens was terug in de groep, evenals Hoogstraten en grote onbekende nr.
82, maar Van der Leeuw, Geilenkirchen, De Vlam en Super waren tot bij Spetgens,
Schoofs, Deckers en De Wilde gekomen. Terwijl 15 seconden achter hen Wim
Kelleners, Ben Kooken en een zekere rugnummer 63 (wie, o wie waren dat toch
allemaal, heren rugnummer-uitreikers ?) verwoede pogingen aanwendden om de
aansluiting te volbrengen. Het was echter allemaal tevergeefs, want luttele
minuten daarna kon het „carte blanche" worden gegeven. EIGENWIJS Met de komst van
de KNWU-radiocommunicatie, waarvoor Jan de Ron zich zoveel opofferingen heeft
getroost, is voornamelijk beoogd de koersveiligheid der renners. Niet altijd
zijn volgers - om wat voor onzinnige reden dan ook - geneigd deze apparatuur
te aanvaarden. Zoals bij voorbeeld de EHBO-wagen in deze verre van fijne
Ronde van Limburg. In Geulle werd helaas duidelijk dat de KNWU-Sportcommissie
binnen de kortst mogelijke tijd ten aanzien van medische begeleiding gewoon
de verplichting moet gaan stellen, dat zulks wel gebeurt. Daar vlogen immers
Cornelisse, Jansen, v. Voort, Hendriks en de gelukkig verder kunnende
Benjamins op een rechts geparkeerde auto, die blijkbaar de motorordonnansen
van de organisatie en ook de motorpolitie niet in de weg stond. Achteraf
bezien is gelukkig alles meegevallen, maar toch moesten deze jongens lange
tijd wachten voordat hulp kwam opdagen. We moeten er niet aan denken wat er
gebeurd zou zijn, indien ernstige verwondingen waren opgelopen. Maar ja,
“koers zien" is ook belangrijk ... OVERAL VANDAAN Tabak en Van
Vught wiekten weg uit de groep; Schoofs, Pustjens en Bravenboer eveneens,
terwijl Spetgens en Sluper (geboren klimmer), Van der Leeuw, Geilenkirchen en
De Vlam (naam om te onthouden) ook al naar voren draafden. Laatstgenoemde
moest er tijdens de beklimming van de Cauberg in het vertrouwde Valkenburg
af, maar de overigen kwamen samen. En dat leek zonder meer de beslissing,
want kilometers lang bleven zij peuren naar winst. Soms schommelde deze rond
anderhalve minuut, dan weer was het minder, zelfs beduidend minder. Delnoy en
later Kelleners, in gezelschap van de weer opgeknapte Ger Harings (na zijn
zware auto-ongeluk pas weer in training) en Benjamins probeerden de stand te
wijzigen, maar vooraan dat men beslist niet op hen te wachten. Toch kwam de
groep steeds dichterbij, ondanks de gevaarlijke afdaling van de Sibbergrubbe
en de talrijke smalle doorgangen. Men naderde de
onheilsplek, de plaats waar de Ronde van Limburg voor wat betreft deze
uitgave, ging sneuvelen. De lange Fromberg tussen Wylre en Voerendaal moest
worden beklommen. De spits was bijna ingelopen, de eerste flard van het
peloton sloot nagenoeg aan. In -de stromende regen werd - ook wij reden
vanwege de samensmelting naar voren - afgegaan op een wegbepeiling welke voor
de enige tijd eerder verreden Ronde van Ubachsberg had gediend. Kop en staart
van het peloton regen op het kleine omloopje ineen tot een niet meer te
ontwarren kluwen. Uit allerlei zijwegen, van links en rechts, kwamen plots
renners aanzetten. Sommigen bergop, anderen bergafwaarts. De chaos was
compleet, er was geen touw meer aan vast te knopen. Iedereen geraakte in
paniek, vliegensvlug werd beraadslaagd. Waar opnieuw te beginnen? In Simpelveld
maar, TOCH GROOTSE
FINALE Voor Ben Kooken,
die van alle verwarring gebruik had gemaakt en alleen voorop reed, was het
misschien nog het meest sneu. Ook hij moest in Simpelveld stoppen. Toch kwam
er na dit vervelend intermezzo opnieuw een grootse strijd op gang. Wanders,
Aldershof, Sluper en Spetgens alsmede Kelleners kwamen in Mechelen het eerst
door, terwijl Chris Pepels met achter zich Kooken en Janbroers hemel en aarde
bewoog om eveneens op de eerste rij te geraken. Op de Piemerd in Slenaken
trokken Sluper en Spetgens zelfs samen weg, kwamen in Noorbeek (na De man die enige
weken geleden in Duitsland furore maakte met het winnen van Rund um den
Henniger Turm en de Neue Presse Prelse, maar voor het overige op eigen bodem
bepaald geen geweldige indruk in allerlei voorafgaande wedstrijden heeft
achter gelaten, won dus de Ronde van Limburg. Met een laatste blik op de
slordige organisatie en de slechte wegaanduidingen, helaas een verminkte
Ronde van Limburg ...
TEKST:Jan Balder Amateurs: 1. Chr. Pepels, Stein, RONDE VAN
MIDDEN-NEDERLAND ( 4 juni).1969 Reeds vorig jaar
is door ons uitbundig lof gezongen over de terugkeer van de Ronde van
Midden-Nederland. Dit in het verleden altijd zo bijzondere stuk wielerwerk,
dat altoos op Tweede Pinksterdag word verreden maar helaas moest wijken voor
de gulzige “verkeerswolf", moge dan misschien nog niet die
belangstelling genieten welke het absoluut verdient, voor de fijnproever - de
werkelijke wielerliefhebber - is de koers in centraal Nederland zonder meer
iets aparts. Utrechtse Wieler-
en Tour Club De Volharding, met stevig aan het roer de zo actieve Gerrit de
Vries, is er vorig jaar definitief mee op de proppen gekomen. Vooral omdat
men de traditionele clubkampioenschappen van ons wielerland ook al vanwege
het toenemende verkeer op de weg uit handen moest geven. In 1966 deed men een
soort proef-uitgave en daarin toonde Leen de Groot zich de beste. Er word wat
aan geschaafd,foutjes worden verbeterd en zo kon vorig jaar de altijd hoog
gewaardeerde Ronde van Midden-Nederland weer als een nationale „topper"
worden geboekstaafd. En we mogen zeggen met een allerbeste winnaar, want
tegen Daan Holst was op die gedenkwaardige woensdagavond beslist niet te
rijden. Evenmin was dat
nu het geval met Henk Benjamins uit het Drentse Hollandscheveld. Hij nam het
op in een denderende finale, wierp een sterke groep achter zich de handschoen
toe. Hij heeft er voor tot op de bodem moeten tasten, maar wist toch in
triomf over de streep in het Utrechtse Galgenwaardstadion te komen. Na winst
in de Drentse Dorpenomloop en een jammerlijke nederlaag in Olympia's Tour,
verwierf hij zich thans opnieuw een toppositie. Een waar met zijn jongste verrichting
een heldere glans afstraalt. De
15e Ronde van Midden-Nederland, welke woensdagmiddag 4 juni jl. om vier uur
in Utrecht startte, is daarmee wederom verrijkt met een uitzonderlijk winnaar
op de erelijst. Dat is typerend, zelfs merkwaardig. Toch hebben wij er wel
een uitleg voor, namelijk het totaal wisselende parcours, dat bij velen de
cadans breekt, maar voor anderen juist de mogelijkheid biedt boven hun niveau
uit te komen. Vlakke wegen, smalle dijken, klinkers en straatstenen, klimmen
en dalen, in de wind en uit de wind, door bossen en door polders, alles wat
men zich aan parcours kan denken, ligt in deze wegwedstrijd opgesloten. De
ambitieuze coureur kan zich daarin tot en met uitleven, kan daarin naar
hartelust uithalen. We weten in Nederland
reeds overstelpt te zijn met koersen die het eervolle predicaat klassieker
mogen voeren. Daar zijn enkele nieuwkomers bij en gerekend naar organisatie
en uitvoering zeer terecht. De Ronde van Midden-Nederland is er echter vanaf
1948 (toen gewonnen door Gerrit Voorting) en heeft tot aan het verdwijnen, nu
zeven jaar geleden, altijd deze extra onderscheiding mogen voeren. Het zou
naar onze mening niet onjuist zijn, indien de KNWU-Sportcommissie eens opnieuw
deze “speld" aan de Stichtenaren zou uitdelen, want het was in een
woord: af! BOEIEND Publicitair
gezien stond de Ronde van Midden-Nederland niet in zulk een grote
belangstelling. Niettemin hebben vele wegblijvers ongelijk gekregen, want er
is naar hartelust gekoerst. Een hels tempo bracht de karavaan, die meteen al
in grote moten uiteen werd geslagen, binnen het uur naar Vreeswijk, dat toch
zo'n Onder impuls van
alweer Cornelissen en Luppers waren ook Van Katwijk, Kemps, Franken en A.
Bakker mede aan het front verschenen, terwijl even voor Amerongen ook Aling
met Dekker, Cornelisse, v. d. Ende en Oosterbeek de plaats wilt in te nemen
van Van Katwijk c.s. Het had allemaal echter weinig zin, want kort daarop
dienden de namen van Vlastuin, Buermans, Luppers (weer!) en Snijder te worden
genoteerd. Op de „zeven heuvelen" bij Rhenen kon pas de klap worden
verwacht. STERKE JACHT Het leek er
inderdaad op. Wil Luppers en Jan Aling stormden naar voren, Guus Zantingh
ging er met de alle duivels ontbindende Westrus nog harder overheen, het
“kraakte" en schudde aan alle kanten, maar toch miste het nog allemaal
diepte, evenals de jump van alweer Cornelissen en Leferink die later zo
spijtig lek zou rijden. Werd er vooraan met geweld gevochten, achteraan
deden Leliaert, Kemps en Aldershof, alle drie geveld door een lekke band,
eveneens grote moeite om de inmiddels tot ruim anderhalve minuut opgelopen
achterstand teniet te doen. Op de Grebbeberg
dacht Siem Berkhout het te kunnen klaren, maar eerst de steile Amerongse Berg
kon een afscheiding teweeg brengen. In de voorafgaande klimmen was de groep
al knap gesleten, nu troffen enkele goede stoten gelijk doel. Westrus,
Benjamins, Legierse en de verrassende Hans Meijn (piepjong coureurtje)
flitsten weg, gaven ook de twee vechtjassen bij uitstek, Bakker en Luppers,
geen kans meer om aan te haken. De kloof werd breder en breder, kwam van een
halve tot bijna een hele minuut. Een haastig in elkaar gestoken
,;patrouille" van Luppers (wat reed deze toch knap!), Meijer, Ben Groen,
Diepeveen, Dick Groen en de even daarvoor lekrijdende Vlastuin had geen
succes. Maar toen kwam Aling in het geweer! Ook echter Hoekstra, Zantingh,
Franke, Snijder, Nieuwkamp en Koeken, Dick Groen en Van Katwijk. Prompt
reageerden Leunis, Solleveld, Cornelissen, A. Bakker, Luppers (nogmaals) en
de in Nederland vertoevende Amerikaan David Chauner, die een zeer sterke
indruk achterliet. Deze bij de bekende Charles Ruys in huis vertoevende knaap
uit Philadelphja, reed enkele dagen eerder in Rijen en lapte daar bijna het
hele stel aan zijn “leren zool". Met wat meer routine kon hij weleens
uitgroeien tot een alom gevreesd en gerespecteerd wielrenner. De sterke jacht
kwam volledig op gang. Een verwoede strijd op de Maarnse Berg velde bijna het
vonnis over de vier koplopers. Even werd de aanval afgeslagen, maar toen
deze groep nogmaals werd gesplitst en ook Janbroers van ver uit de achterhoede
naar voren raasde, was het vonnis over de moedig strijdende Westrus, Legierse
en Meijn vlug getekend. „ALLES. . ." Niet echter over
Henk Benjamins. Hij ging gelijk weer
aan, liet zich niet helemaal “vervoegen". Hij durfde het alleen, met nog
zo'n De nog te rijden
kilometers leken wel mijlen en die waren nog van elastiek. Maar hij haalde
het, voor hem wellicht de allermooiste en zwaarst bevochten triomf uit zijn
gehele loopbaan. Benjamins, houthakker van beroep, behoort niet meer tot de
allerjongsten, telt reeds 23 jaren, maar er zijn wel meer renners geweest
die eerst op een dergelijke leeftijd tot volle ontplooiing wisten te komen. In ieder geval
stak hij in deze prachtige Ronde van Midden-Nederland met brio boven alle
anderen uit. Niet alleen qua koersinzicht, ook wat betreft macht en vorm.
Zij, die er aan twijfelen, hadden hem dan maar moeten inrekenen ... Amateurs: 1. H. Benjamins, Hollandscheveld, RONDE VAN
MIDDEN-NEDERLAND (4 juni).1969 BEN JURRIAANS OOK EERSTE IN KLEINE RONDE
VAN MIDDEN-NEDERLAND De Amsterdarmse
nieuweling Ben Jurriaans - 17 jaar - steekt momenteel in een bijzondere vorm.
Pasgeleden werd hij glansrijk eerste in de Zeeuwse Delta-Rit, behaalde in de
moeilijke Omloop van de Maasvallei kortelings een knappe vierde plaats en
bleek vorige week woensdagavond duidelijk de beste in de zogenaamde Kleine
Ronde van Midden-Nederland. Helaas werd deze
wedstrijd, waarvoor UW & TC De Volharding zich ook zoveel opofferingen
heeft getroost, ontsierd door een nogal ernstig ongeluk. Enkele kilometers
voor Cothen botsten namelijk Ensink, Woudenberg, Lammers, Nieuwenhuis en Van
Hintum (deze vijf moesten naar het Studs- en Academiseh Ziekenhuis van
Utrecht worden vervoerd) met vele anderen op een auto die plotseling vanuit
de bermkant de weg opdraaide. Nota bene de wagen van iemand die zelf eens
heeft gereden, de Utrechter W. B., en die door de Rijkspolitie ook al van
achter de kopgroep werd vandaan gehaald. B. was namelijk een wilde volger, een
kwaliteit waarin we oud-renners het minst zouden verwachten. Tot welke
gevolgen een en ander kan leiden, is daar op de smalle wegen rond Cothen nu
wel zeer triest tot uiting gekomen. Speciaal plaatsen wij dit berieht om
iedereen er van te overtuigen hoe gevaarlijk het is zonder enige routine
wedstrijden te volgen. Nieuwelingen: 1. B. Jurriaans, Amsterdam, RONDE VAN
MIDDEN-ZEELAND (6 juni t/m 7 juni).1969 Sterke HENK BENJAMINS
glorieerde ook in Int. Rode van
Midden-Zeeland Valpartijen en
pech schakelden mede-favorieten bruut uit Binnen een
tijdsbestek van nauwelijks drie dagen, heeft de sterke Henk Benjamins uit het
Drentse Hollandscheveld het bestaan om twee grote, alom gerespecteerde
wegkoersen op zijn credit te schrijven. Na zijn coupe de force in de Ronde
van Midden-Nederland, vorige week woensdagavond, kon hij jl. zaterdag in het
Zeeuwse Goes als trotse eindwinnaar van de tiende Internationale Ronde van
Midden-Zeeland worden gehuldigd. Een prestatie van de eerste orde, al dient
te worden aangehaald, dat het lot hem vooral in Zeeland bijzonder gunstig
gezind was. Weliswaar kwam hij reeds op de eerrste dag, in de rit
Middelburg-Middelburg, duidelijk zijn kandidatuur stellen, maar de algemene
tendens was dat onze in Belgie woonachtige landgenoot Jos van Beers
(ritwinnaar), verder Leo Bogers en speciaal Guus Leliaert alsmede Wim Bravenboer
minstens evenveel kansen op de eindzege hadden. Brute valpartijen en pech
schakelden hen spijtig genoeg uit en zodoende had Benjamins in de keiharde
finale naar Goes slechts af te rekenen met eigen ploegmakker Roel Snijder,
met de boven verwachting uitkomende Peter van den Donk en de altijd
gevaarlijke Frits Hoogerheide. Het werd een uiterst boeiend gevecht, dat op
het scherp van de snede werd uitgevochten, maar waaruit Henk Benjamins in
een flitsende eindsprint als een glorieuze winnaar te voorschijn zou komen. Eerste dag, De rit
Middelburg-Middelburg, voor het allergrootste deel voerend over Schouwen-Duiveland
en Noord-Beveland, waarbij tevens een heen en terug over de gigantische
Zeelandbrug was voorzien, groeide uit tot een bijzonder spektakel. Een etappe,
welke tot de verbeelding ging spreken en waarin tot het alleruiterste word
gevochten. Om in specifieke wielertermen te spreken: het spel gang volledig
op de wagon. De bolderende noordwesten wind beukte ongenadig in de flanken
van het rennersveld. In drie grote brokken scheurde dit lint uiteen en zo
kwamen in de buurt van Wissekerke ( In het
omvangrijke gezelschap, dat enkele, minuten op de niet meer in het spel
voorkomende rest vooruit kwam, waren ook een Henk Benjamins en een Peter
Legierse, een Frits Hoogerheide, Wim Bravenboer en de geweldig rijdende,
maar ook al zo “vergeten" ~Sjef van den Burgh tegenwoordig. Evenals de
Haarlemmer Jan Aldershof en de weer volledig herstelde Cees Koeken uit
Achtmaal, die het zware work aan kop niet bepaald kon stimuleren. De groep
was te groot om daarmede naar Middelburg terug te rijden en daarom flitste
het -herhaaldelijk. Gevolg: steeds
weer uitlooppogingen, die in de sterke wind smoorden. In de buurt van
Serooskerke (na Daarin reden
Bravenboer, Koeken, Legierse, Diepeveen, Benjamins en de sterkste van allen,
Haarlemmer Snijder, letterlijk ,,alles". Kilometerslang duurde dit
briljante gevecht. Vooraan moesten Aldershof, Van Dongen en Van Stralen eraf
en eerst op vijf kilometer voor de streep in Middelburg werd de achterstand
tot Tweede dag Zo prachtig en
ongemeen boeiend als de eerste dag was geweest, zo vervelende en saai
verliep het grootste gedeelte van de tweede rit die der traditie getrouw
vanuit het Zuidbevelandse Goes vertrok en daar ook weer, na 170 slopende
kilometers, aankwam. Het waaide zo mogelijk nog harder dan op de eerste dag.
Toch ging Vlaardinger Rudi Liebrechts meteen aan de haal en bleef zelfs een
dikke Achter hem hadden
talloze ontsnappingen van onder andere Peter Legierse en Cees Frijters, Henk
van Vught en Eddy Cael (Belgie), Siepke van Dongen en Wim Evertse niet het
minste effect gesorteerd. Toch was er “nieuws" vanuit de achterhoede te
melden. Nieuws dat als een bom insloeg: tijdens een val hadden
eindzege-kandidaten Leo Bogers en Wim Bravenboer spijtig op moeten geven en
al reden de mede daarbij betrokken Juul Bruessing, Henk van Vught en Bertus
Stolle nog wel door, ook voor hen zou tenslotte de bezemwagen het
toevluchtsoord worden. Evenals voor Hanswijk, Kuzee en Blok die ook met hat
wegdek kennis maakten. Er ontstond een
waar spervuur van demarrages, met geregeld de namen van v. Zandbeek, v.
Poecke en Snijder. De jonge Kisner scheen een kans van slagen te hebben. Hij
was ongevaarlijk voor het klassement en de favorieten hadden maar al te
graag dat Kisner vertrok. De rest zou dan wel bijeen blijven. Leliaert, na de
val van Bogers helemaal attent, controleerde letterlijk alles, maar toen ook
Benjamins bij. Vrouwenpolder ( Frits
Hoogerheide, op Zeeuwse bodem altijd tot bijzondere prestaties in staat, trok
er achteraan, maar Aad Duyker en Peter v. Stralen gingen mee en zowaar ook
Guus Leliaert. Jammerlijk reed
de man uit Helvoirt, die in het verleden eens de eindzege in de tweedaagse
Ronde van Brabant op dezelfde wijze verspeelde, lek. Voor hem was de kans
verkeken, want uiteraard was ook Benjamins met deze expresse meegegaan. Er
kwam nog een drama: leider Jos van Beers miste de boot, werd in het
achtervolgende groepje zo kwaad dat men niet overnam, dat hij ernstig risico
ging nemen. Hij flitste van links naar rechts over de weg, wilde de anderen,
onder wie Benjamins ploegmakker Wim Evertse, de kop opdringen. Zijn tube
scheurde van de velg en daar smakte ook hij op minder dan Er waren nu nog
maar vier kanshebbers, te weten de in de eerste linie opererende Snijder en
Van den Donk alsmede de jagende Benjamins en Hoogerheide: Deze zaten er met
de meegekomen Duyker en Van Stralen evenwel nog niet bij, want het vijftal
vooraan leek het te zullen klaren. Van den Burgh (waarom krijgt deze toch
nooit eens een selectie?) reed zich het vuur uit de spaken voor ploegmakker
Van den Donk. Achter hen zaten
Benjamins en Hoogerheide in beter gezelschap. Duyker en Van Stralen reden
minstens net zo hard. De aansluiting werd dan opk een feit. Het ging er om
wie van de vier kandidaten in Goes zou winnen. De eindsprint moest het
uitmaken. Hoogerheide trachtte die te ontlopen en ging een paar keer keihard
weg, doch miste het „fond" om door te drukken. Benjamins en vooral
Snijder pareerden iedere aanval. Van den Burgh brak zijn toeclip en kon aan
Van den Donk geen voldoende steun meer geven. En toen kwam die
moordende eindspurt. Henk Benjamins ging van ver af aan, tegen zijn
formidabele rush was niemand meer opgewassen UITSLAGEN: Middelburg-Middelburg,
167 km: 1. J. v. Beers 4.07.17, Dagploegenklassement: 1. Smiths-Acifit 12.21.57, 2. Caballero 12.22.12, 3.
Vredestein 12.25.38. Goes-Goes,
170 km: 1. H. Benjamins 4.11.54, 2. S.
v. d. Burgh, 3. P. Vonck, 4. R. Cornelisse, 5. P. v. Stralen, Dagploegenklassement: 1. Caballero 12.37.13, 2. Smiths-Acifit 12.37.13, 3.
Bar Oase Axel 12.37.13. Eindklassement: 1. H. Benjamins 8.19.14, 2. P. v. d. Donk z.t., 3.
R. Snijder z.t., z.t.,
16. P. Vonck 8.28.14, Algemeen
ploegenklassement: 1. Smiths-Acifit 24.59.10, 2.
Caballero 24.59.25, 3. Trico Noble 25.16.05, 4. Bar Oase 25.18.19, 5. Toyota
25.20.26, 6. Skol 2 25.27.16, 7. Kortwijk Belgie 25.31.03. RONDE VAN
NOORD-HOLLAND (12 april).1969 Orkaanachtige storm beukte ongenadig los op
deelnemersreld aan 24e Ronde van
Noord-Holland Harry Jansen prolongeerde
zege van vorig jaar Het was weer eens
een ouderwetse Ronde van Noord-Holland. Een klassieker
waarover wederom met ontzag werd gesproken. Net zoals in de jaren tussen
1946 en 1962, toen de afstand zo beduidend langer was en er nagenoeg altoos
een ware slijtageslag in het wijdse Noordhollandse land plaats vond. Toen
sprak deze oudste amateur- klassieker van Nederland iedereen nog aan; wie
daar kon winnen, was een kei, een geweldenaar. De laatste jaren
was men dit visitekaartie enigszins verspeeld. Noord-Holland is qua
kilometersaantal drastisch ingekort, de wegen zijn mooier en beter geworden
en wat heel typerend was: dikwijls werkte ook het weer nog in biijzondere
mate mee, zodat er van een winnaar veel minder glans kon afstralen om de
eenvoudige reden dat het minder lastig, minder moeilijk - voor zover men dat
eigenlijk kan stellen - was. Beslist echter is de Ronde van Noord-Holland
nimmer een soort lot uit de loterij geworden, een bilk op de erelljst leert
dat het altoos regelrechte top-amateurs zijn geweest, die de triomf wisten te
behalen. De voorbije
zaterdag verreden uitgave van Zaanlandsche Wielerclub DTS bracht evenwel
weer eens een heroisch gevecht naar voren. Een brok wegrennerij, waarin de
deelnemers op de eerste plaats kregen af te rekenen met een orkaanachtige
stormwind, met ijskoude regenvlagen en natuurlijk met de kracht van velen,
die dit alles als ware helden trotseerden. Westzaner Harry
Jansen, vorig jaar na een grootse finale met Haarlemmer Roel Snijder als
groots winnaar te voorschijn komend bewees ook nu de beste te zijn. In een
vlijmscherpe eindsprint wees hij zijn negen mede koplopers terug, behaalde
een trioinf, welke zeker als de allermooiste uit zijn nog zo jonge carriere
kan worden aangemerkt. Daarmee
“vervoegde" hij Hagenaar Harry Scholten, de man die in 1958 en '59 ook
voor een dubbele triomf in Noord-Holland zorgde, maar op onverklaarbare
wijze eigenlijk nooit zijn grote belofte heeft kunnen inlossen. Nu lagers in
die tijd de mogelijkheden voor een top-amateur wel geheel anders. Aan
doeltreffende coaching, planning enzovoorts werd hoegenaamd niet gedaan. Wie
de overstap naar de profs waagde, moest zichzelf maar zien te redden.
Tegenwoordig is dat gelukkig in een gunstiger lijn getrokken, al zal een
Harry Jansen natuurlijk ook dienen te bewijzen, dat zijn zege geen
“uitschieter" is. Wie zijn verrichtingen van de laatste twee jaren heeft
gevolgd, weet echter dat Jansen weliswaar een goede, zelfs zeer goede
amateur is, maar tot nu toe nog nooit een grote triomf direct daarop heeft
kunnen “bevestigen". Niet in 1967 toen hij grandioos de Internationale
Ster van Zwolle won, niet in 1968 toen hij eerst half juni in de Westbrabantse
Pijl kon aantonen, dat zijn winst in de Ronde van Noord-Holland evenmin meer als een gelukje kon worden,beschouwd.
Door het verdwijnen van enkele renners naar de profcategorie is hij met een
Zoetemelk en een Den Hertog (misschien ook nog Ger Harings) eigenlijk
automatisch de kern van onze nieuwe amateurtop gaan vormen. Dat legt zware
verplichtingen op. Jansen heeft in de reeds gereden grote wegkoersen niet
veel geluk gekend. Offerde zich vanwege het ploegbelang in Zuid-Holland op en
behaalde desondanks toch een mooie tweede plaats. Dat was tot nu toe dan zijn
beste prestatie van het voorseizoen. In „zijn" Noord-Holland heeft hij
toe kunnen slaan en zonder overdrijving: op een wijze die alom bewondering
heeft gewekt. Hij staat met deze overwinning echter nu in het volle
daglicht. Wie wat langer in de wielersport meeloopt, weet wat dat voor hem
gaat betekenen. MOEILIJK Met het barre
weer was te voorspellen dat slechts de allersterksten in Noord Holland
overeind zouden blijven. Zolang de wind pal in het gezicht blies, zou het nog
wel gaan, o wee echter wanneer deze opzij in de flanken van het veld ging
prikken. Dan was 't “kantje bijten" geblazen. Voor Beverwijk scheurde
het deelnemersveld dan ook in vele brokken. Een en twintig renners zaten aan
de leiding, spoedig bijgehaald door een tweede formatie, waarin Arnold Voogt,
Piet v. Katwijk, Nanno Bakker, Ger Harings, Theo v. d. Leeuw, Hans Egberts,
Aad Duyker en Harry Jansen eigenlijk de voornaamste figuren waren. Zo kwamen
in de buurt van Castricum een 35-tal kleppers tezamen, werd hae tempo in de
Bergense bossen hoog opgeschroefd en
moesten Van Stralen, Wicher Vlot, Zoetemelk (hoe is het mogelijk),
Hoogerheide en Zantingh uit de spits lossen en kwamen even later ook Jans
Vlot, Van 't Hof, Zoons, v. d. Burgh, Vrancken, Groen en Buis te
“zwemmen". Er ontspon zich daar in de prachtige kuststreek van
Noord-Holland een uiterst boeiend gevecht. Een knokpartij waaraan de gevallen
Matthijs de Koning en de later jammerlijk lekrijdende Jan Aling zeker graag
hadden meegedaan. Het flitste trouwens van voor tot achter, want hoe knokten
bijvoorbeeld een Henk Hulleman en een Leo Embregts niet om na een valpartij
weer aansluiting te vinden. Terugkomen was er evenwel niet bij, de
aanhoudende storm - dan weer opzij, in de rug of pal op kop - maakte ieder
verloren contact met de eersten tot een voldongen feit. 't Was moeilijk,
uiterst moeilijk. En toch leek het zo nu en dan vooraan weer samen te
vloeien, want bij Noord-Scharwoude probeerde een sterke ploeg, waarin Vrancken,
Van der Kruijs, Van Venrooy, Zoons en de tot het uiterste gaande Zoetemelk,
aansluiting te vinden. Deze trof het niet dat toen juist in de spits een
felle jacht werd geopend op de plots ontvluchte Cornelisse, Van de Ruit,
Egberts en de even daarna aangehaakte Diepeveen. Nog vier renners, te weten
de in Noord-Afrika gebronsde Piet Hoekstra, Arnold Voogt, Van der Leeuw en
Tabak, kwamen op de eerste rij, maar de sterke reactie vlak echter hen maakte
een voortijdig einde aan deze “insubordinatie". Dat kostte echter weer
een viertal slachtoffers, want de veel te veel achteraan rijdende Trijnco
Buurmeijer (zou later toch zo'n geweldig stukje koersen ten beste geven),
verder de in de kant gewaaide Bart Solaro en Albert Hulzebosch alsmede Dick
Groen werden zonder pardon afgehaakt. BEULENWERK Bij het
uitdraaien van Medemblik de Zuiderzeedijk op naar Onderdijk, Wervershoof en
Andijk, ging het werkelijk alle krachten te boven. Het was daar helemaal
afgelopen met „luw zitten". De omvangrijke kopgroep werd opnieuw totaal
versplinterd. Meer hangend dan fietsend boorde men zich een weg door de
“muur" welke opgetrokken werd door de nimmer aflatende storm. Bruessing
en Diepeveen kwamen ten val, Groen en Buurmeijer (waren zowaar weer een eind
terug gekomen) en Solaro werden opnieuw gelost. Tabak, Cornelisse, Harings,
Bakker, Cornelissen, Voogt en de ook al ten val komende (reed tegen het
achterwiel van Tabak) Van der Leeuw vochten een hopeloze strijd tegen een
tiental dat kennelijk precies een waaier over de weg kon vormen en geen
enkele ruimte meer voor de anderen overliet. Dat waren de tien die in het
verdere verloop van deze onmenselijk zware Ronde van Noord-Holland
eendrachtig bij elkaar zouden blijven. Zij hadden de slag geslagen, de rest
tot kanslozen gedegradeerd. Neen: Hoekstra, Jansen, Westrus, Duyker, Egberts,
Buis (aangename verrassing), Van Katwijk, Leunis, Van den Burgh en de zeer
sterk rijdende Van de Ruit gaven elkaar geen duimbreed meer toe. De jonge
Louis Westrus probeerde het nog eens alleen, maar werd door “domestique"
Van den Burgh weer netjes ingetoomd. Jansen regeerde gelijk een vorst, wist
dat hij met deze sterke kopgroep vrijwel zeker naar een tweeds zege zou
tijgen. Toch werd er
achter dit tiental een jachtgroep geformeerd, waarin de van heel ver uit de
achterhoede opgerukte Peter van der Kruijs in Bakker, Hoogerheide, Voogt, Van
Stralen, Tabak, Solaro, Groen, Harings, Cornelisse en Cornelissen, wederom
Buurmeijer, Wicher Vlot en de sterk rijdende Co Giling eveneens op “bloedige
wrack" beluste makkers vond. Helaas werd Van
der Kruijs wat later geplaagd door krampen en gaf daardoor op, kwam Ger
Harings plots los te zitten en was de kloof van ruim twee en een halve minuut
eigenlijk teveel om nog weg te rijden. Niettemin slonk deze achterstand met
iedere ,trap, kwam men zelfs tot op 38 seconden in de
Middenbeemster. Toen was de “snee" er echter uit en vonden Cornelisse en
Tabak het tijd om de jacht samen proberen te bekronen. Zeer sterk reed het
tweetal, maar aan de streep zouden zij toch acht en veertig seconden te kort
komen. Jansen nam geen
enkel risico, had zelfs zijn broer Jan (de sprinter) in Oostzaan met een
reserve-fiets laten post vatten voor geval hij in de finale mogelijk nog door
pech zou werden belaagd. Een renner in optimale vorm rijdt evenwel zeer weinig
stukken, hij hoeft niet op het kantje te bijten. Hij heeft de macht om de
dans te leiden, de koers in handen te houden. Harry Jansen gaf in
Noord-Holland duidelijk blijk van deze kwaliteiten. BRON. Jan Balder Amateurs: 1. H. Jansen, Westzaan, RONDE VAN
OVERIJSSEL (3 mei).1969 "VETERAAN"
BART SOLARO GAF JEUGD EEN LESJE
IN RONDE VAN OVERIJSSEL Ongetwijfeld
verdient de dertigjarige Brabantse coureur Bart Solaro hulde voor de wijjze
waarop hij voorbije zaterdag de 18e Ronde van Overijssel op zjjn naam wist te
brengen. Zjjn vlucht met de ruim acht jaar jongere Wim Jansen uit Nes aan den
Amstel, bracht de apotheose van een werkelijk boeiende finale, al dient
hierbij tevens de naam van Hennie van Zandbeek te worden aangehaald omdat
deze met een schitterende sprong nog juist de aansluiting met het tweetal
wist te volbrengen. Tegenjroutinier Solaro kon hij in de eindmeters echter
niet meer op. De Bosschenaar flitste te sterk, geloofde helemaal in zijn
geslaagde opzet om Neerlands wielerjeugd, waaronder velen die ergens de
„top" vertegen-woordigen, eens een duidelijk lesje te geven. Dankzjj een
voortreffelijke conditie, bovenal echter door een perfect koersinzicht, wist
Solaro precies waar het psychologisch hoogtepunt van deze wederom
voortreffelijk georganiseerde wielerklassieker lag. Hij buitte zeer efficient
de “botsing" uit welke tussen de renners van twee gerenommeerde ploegen
plaats vond. En ook de ”eenzamen", Wim Jansen en later Hennie van
Zandbeek, konden door de snaarstrak gespannen mazen heenglippen. Ook nu kende de
eerste koershelft weer 'n uitermate vlak verloop. Weliswaar kon men vele
pechvogels noteren, bij voorbeeld Jan Hordijk, die reeds in het geneutrallseerde
vertrek plat reed, verderop - nabij Goor - Michel Bertou, die ook al met een
wiel langs de weg stond te zwaaien. Voor Ted Blom, Gerrie Slijkhuis en Ton
Valkenburg was evenmin geluk weggelegd. Zjj kwamen in genoemde plaats ten val
en moesten opgeven. Na ONBEGRIJPELIJK Niettemin sloeg
de jacht op dit drietal het peloton in vier stukken uiteen en geraakten v.
Lachterop en Huisjes alsmede vele andere renners hopeloos achter. Zantingh en
Wesselius gaven maar op. Er zouden trouwens in het verdere verloop nog vele
renners zomaar afstappen. Het warme, lome weer werd niet door iedereen goed
verdragen, waar nog bij kwam dat het alsmaar furieuze tempo eveneens verlammend
werkte. Bij Albergen, toen er Met Deventer in
zicht pakte het evenwel geheel anders uit. Er kwam een volle jacht op gang.
Neeskens, v. d. Ruit, Leunis, v. d. Berg en Bruin moesten athaken. Strijbosch
en de NieuwZeelander James Dean kregen pech en moesten een nieuw wiel
steken. Dean reed daarna zeer knap terug naar een groepje achterblijvers;
beter echter deed Jos Dekker, die ook al van de fiets moest, maar toen met
een prachtige solo zijn plaats in de eerste flard van de jacht weer opeiste.
Daaruit waren ondertussen Niemeijer, Cornelisse, Vermeulen, Egberts, Jansen,
Wicher Vlot, Solaro en de zo sterk rijdende Schoofs al naar voren getrokken.
Op weg naar de kopgroep, waarin om onbegrijpelijke redenen de sterkst
vertegenwoordigde ploeg (Smiths-Acifit) schijnbaar niet de kracht bezat om
door te stoten. Nauwelijks waren de zes ingelopen door de acht achtervolgers
of daar verschenen ook Bravenboer (als “controleur"), Leferink, Jans
Vlot, Benjamins, Dekker (!) en de alle duivels ontbindende Van Zandbeek. “ALS EEN KLOK…” Dit Ales gebeurde
met nog zo'n schitterende
sprong van jonge Hennie van Zandbeek. Hij sneed in een machtig tempo op het
duo Solaro-Jansen aan. Kilometerslang vocht hij de ongelijke strijd, maar
iedere pedaalslag bracht hem dichter op hen. Voor de
geroutineerde Solaro was het intussen een bekeken koers. Hij hield het heft
in eigen handen, reed op zijn grootste plaat sterk op kop, dirigeerde en
commandeerde makker Jansen. Toch schuwde hij zijn streekgenoot Van Zandbeek,
die in het zicht van de streep zowaar bijkwam. Hij was bang voor diens
aankomst en daarom was een keiharde demarrage de enige oplossing. Als het
ware „op een been" kon de donkerharige Bosschenaar de zege innen. De
jeugd kromp ineen onder zijn geweld ... Amateurs: 1. B. Solaro, Den Bosch, RONDE VAN
TWENTE (14 juni).1969 WIM WANDERS verrassend winnaar Ronde
van Twente Tino Tabak de grote
animator „De prijzen
worden nog altijd op de meet verdeeld. Daar weet je pas wie er nu werkelijk
“kapot" zat!" Deze rake opmerking plaatste de kleine Hengelose
amateur Freddy Niemeijer direct na afloop van de 8e Ronde van Twente, toen er
in aankomstplaats Enter nogal fel over de zege van de 25-jarige Limburger
Wim Wanders gediscussieerd werd. De man uit Meerssen had het nogal kwaad te
verduren gehad bij de grote favorieten Popke Oosterhof, Peter van der Kruijs,
Matthijs de Koning en de alsmaar aandringende Tino Tabak. Met Wanders had echter
ook de Nieuw-Zeelander John Dean zijn laatste reserves moeten aanspreken om
de stormlopen van de andere koplopers op te vangen. Het tweetal, dat niemand
bij de eersten had verwacht, bleef evenwel bijzonder attent en Wanders, die
pas sinds vorig jaar op de racefiets is gekropen nadat hij daarvoor in de
bokssport zijn heil had gezocht, begreep hoe zwaar de “keien" elkaar in
het vizier hielden. Aanvallen is nog altijd de baste verdediging en daarom
ging hij zelf. Als een komeet flitste hij weg, slechts Tabak en Dean konden
nog enigszins in zijn buurt blijven. Van de zege kon men de Limburger echter
niet meer afhouden. Dat was het
sensationele slot van een Rondo van Twente, die 's middags met ruim 150
deelnemers vanuit Enter op pad was gegaan en waarin Tino Tabak zich de rol
van grote animator met brio toeeigende. Vergeleken bij voorgaande jaren kende
de Twentse galop ditmaal niet zo'n vlak verloop, al werd er een
verschrikkelijk hoog tempo gedraaid. Toch wisten maar liefst 94 geklasseerde
renners (een compliment voor de juryleden) de eindstreep te halen, waarbij
de factoren van het ideale koersweer en de meestal door bossen beschutte
wegen eveneens een belangrijke duit in het zakje deden. ALLURE Tot Den Ham ( Aan de kop ging
het plotseling niet zo gesmeerd meer. Het vlotte ineens beduidend minder, de
vermoeidheid ging een woordje meespreken, het vonnis zou spoedig worden
geveld. Onder aanvoering van de sterke Henk Benjamins, de man die vanwege
zijn fraaie successen in de laatste weken nauwlettend in het vizier werd
gehouden, volgde een keiharde reactie vanuit het peloton. Aan deze felle
jacht kon de winnaar van vorig jaar, Wim Prinsen uit Hank, helaas niet
deelnemen. Materiaalpech schakelde hem ult. Bij Oldenzaal (na
de benen, men
vond het in de groep schijnbaar welletjes. Daar deed zelfs de veel te laat op
gang gekomen actie van veertien dapperen, onder wie Evertse, Bakker, Van
Venrooy, Benjamins, Niemeijer en Nieuwkamp, niets meer aan toe of af. 't Is
maar zo men het bekijken wil. In ieder geval kwam er slechts een hele kleine
“reductie" uit voort. Vooraan had men geen „pottekijkers" meer
nodig ... FRAAI SLOT De zes koplopers
zorgden voor een fraai slot. Er werd gedemarreerd dat de stukken eraf
vlogen. Tabak, dan De Koning. Oosterhof haalde hen steeds weer terug en toen
hij ook zelf eens sprong, waren het Van der Kruijs en De Koning die hem
inrekenden. De kansen werden inmiddels al voor een eindsprint afgewogen. 't
Zou waarschijnlijk wel tussen Tabak en misschien Oosterhof of wellicht toch
Van der Kruijs gaan. Zij waren ontegenzeggelijk de grootste kanshebbers in
die snelle laatste meters. Althans zo dacht men ... De Limburgse
vertegenwoordiger in automabielen, de sterke atleet Wim Wanders, heeft ieder
uit de droom geholpen. Bogend op een voortreffelijke conditie, opgedaan
tijdens zijn pugilistische periode, wist hij wat incasseren is. Zijn rechtse
directe betekende een knock out voor de mannen die buiten de waard hadden
gerekend. Of een mens zich ook vergissen kan! Amateurs: 1. W. Wanders, Meerssen, RONDE VAN
ZUID-HOLLAND (22 maart).1969 Sterke PETER VAN DER KRUIJS won
felle temposlag in 16e Ronde van
Zuid-Holland Zoals bijna ieder
voorjaar, melden zich ook nu weer enkele nieuwkomers die wellicht in de
nabije toekomst een flinke reputatie als wegrenner weten op te bouwen. Vorig
jaar kwam de Limburger Jan Krekels als een komeet naar voren en thans, na
afloop van twee nationale klassiekers, is er een Louis Westrus verschenen.
Een omstreeks twintigjarige knaap, die een allerbest stukje kan
koersen,.echter nog niet de punch naar een regelrechte overwinning heeft
weten te plaatsen. Maar zoals ook in de Ster van Zwolle, wilt de Amsterdammer
in de Ronde van Zuid-Holland wederom de derde plaats te bemachtigen en zulk
een tweevoudig resultant binnen een tijdsbestek van slechts een week is
zonder meer hoopgevend. In die
Zuidhollandse Rondrit is trouwens nog een naam op het voorplan gekomen, te
weten die van winnaar Peter van der Kruijs uit Helmond. Hij was het die uit
een op het allerlaatste moment geformeerd kopgroepje van zeven de beslissende
stoot plaatste. Zijn demarrage was verlammend, de anderen - Westrus, De
Koning, Zoetemelk, Van Venrooy, Leferink en ploegmaat Harrie Jansen - moesten
hem zonder meer laten gaan. Tegen deze op 25 september Een koude, dunne
oostenwind sneed ook nu weer velen de adem af. 't Was weliswaar prachtig
zonnig weer, maar de temperatuur was laag en dan wordt het tekort aan
kilometers, aan conditie en enige vorm des te meer geillustreerd. Het gaat
allemaal nog niet vloeiend, men moet nog te veel bijten, de “snee" zit
er nog niet in. Slechts zij, die de afgelopen wintermaanden flink wat aan
conditietraining hebben gedaan, kunnen met redelijk succes aan dergelijke
lange wegkoersen deelnemen. „OP HET
KANTJE" Deze zestiende
Ronde van Zuid-Holland, waarvoor het organisatie-comite weer bergen werk
verzet heeft, is zonder meer een prachtige wedstrijd geworden. Een koers van
groot kaliber, waarin zoals altijd de allerbesten weer van voren zaten en
waarin vooral tijdens de finale een strijd werd opgevoerd zoals iedere
wielerliefhebber graag ziet. Over de vaak smalle polderwegen en dijken, den
weer met zijwind, dan weer de stevige oosterbries in de rug of pal in het
gezicht, ontwikkelde zich een temposlag van de allerbeste soort. In het begin
waren er helaas wat valpartijtjes, waarbij onder andere Hans Geilenkirchen,
Karel Keybeck, Wim Bravenboer, Gerrit v. Hemert, Flor de Bree, Roel Snijder
en Leo Brouns waren betrokken, terwijl later ook Sander Douma en de geweldig
terugkomende Sjef v.d.Burgh nog een smak maakten. Intussen was Leo
Embregts (in Delft) eens aan de haal gegaan, deden de traditioneel gesloten
spoorbomen in Pijnacker even een stremming ontstaan voor de nog steeds
gesloten hoofdmacht en gaf Herman Nak daarna een kleine demonstratie van
solo-rijden weg. Ook Gerrie Velthuysen stak de neus eens aan het venster,
spoedig gevolgd door Ger Harings, die met Jan Zoons in Hazerswoude eens een
brede streep licht trok. Allemaal verspilling van kracht, want in Koudekerk
aan de Rijn, waar een pittoresk klapbruggetje en op de achtergrond gelegen
torenspitsje een prachtig rustiek plaatje opleveren, sleurde de in twee grote
moten geslagen hoofdmacht de twee vermetelen weer binnen de slagorde. Vijftien renners:
Van de Ende, Van Driel, Van Venrooy, Van de Burgh, Hoogerheide, H. Jansen,
Schools, Bertou, Stolle, De Koning, Hordijk en Bakker, Cornelisse, Diepeveen
en de haastig aangehaakte Zoons vormden daarna een sterke voorhoede, maar
achter hen drong een nieuwe formatie op, die even voor Nieuwkoop (na ca. Er kwamen nogal
wet lossers, de sterke zijwind zette velen „op het kantje" en wie net
even niet in de luwte van de waaier kon komen, was “gezien". Voorgoed
gezien! BOEIEND SLOT De sterke
Peugeot-renner Louis Westrus - een regelrechte belofte - verbrak opnieuw de
keten. Hij wilde wel weg, kreeg kort daarop Harrie Jansen en Jan Hordijk bij
zich en langs de Gouwe naar Boskoop kwamen ook Matthijs de Koning en Peter
v. d. Kruijs deze “expresse" versterken. Nog wat later deden Mari v.
Venrooy en Harrie Schools eveneens zulk een geslaagde poging en het was bijzonder
spijtig dat de laatste toen op het smalle polderweggetje tussen Waddinxveen
en Bleiswijk platreed. Zoons had dit eerder op de brug in Boskoop moeten
ervaren, maar hij bevond zich niet bij de directe koplopers. De zes anderen
gingen onvermoeibaar door, hadden vooral in Westrus een „pacemaker" van
jewelste en toen Moerkapelle ( Verleden jaar had
hij na zijn dienstperiode van anderhalf jaar een stuk of wat
criteriumwedstrijden alsmede enkele ritten in zogenaamde meerdaagsen gewonnen.
De man, die de gehele dag meeging met alle serieuze ontsnappingen, bewees
naast grote kunde ook een finke dosis van aanvoelen waar het psychologisch
hoogtepunt van een wedstrijd ligt,te hebben. En de opmerkelijke frisheid,
waarmee hij over de streep reed, toonde aan dat Van der Kruis een heleboel
kan hebben. Hij had totaal niet geleden. Waarborg voor een volgend groot
“exploot"? BRON:JAN BALDER Amateurs: 1. P. v. d. Krijs, Helmond, ROOSENDAAL
(2 juli).1969 Amateurs: 1. Jac van Hoek, 2. Cees Frijters, 3. Ad van
Overveld. ROOSENDAAL
(3 juli).1969 Amateurs: 1. Jan Kemps, 2. Bob Kroonen, 3. J. Rijnvos. ROOSENDAAL
(4 juli).1969 Amateurs:
1. Cees Frijters, 2. Anton
Konings, 3. Ad van Overveld. ROSMALEN
(7 april).1969 Amateurs: 1. P. v. Doorn Nieuwelingen: Adspiranten: ROTTERDAM
(13 april).1969 Amateurs
en profs: Nieuwelingen: 1. J. Breur, Adspiranten: 1. J. Hiemstra, ROTTERDAM
(20 april).1969 Amateurs: 1. v. d. Ruit Nieuwelingen: 1. Vos Adspiranten: 1. Meulemans ROTTERDAM
- AHOY (12 oktober).1969 Amateurs: 1. W. Bravenboer, 2. S. v. d. Burgh, 3. J. v. Dijk, Nieuwelingen: 1. H. v. Groezen, 2. J. Klomp, Adspiranten: 1. J. Muilwijk, 2. R. Zuijdweg, 3. H. v. Dijk. ROTTERDAM
- CROOSWIJK (1 juni).1969 Amateurs: Nieuwelingen: 1. R. Aversteeg ROTTERDAM
- MAASDIJKSEWEG (25 mei).1969 Amateurs: 1. Hordijk Nieuwelingen: 1. R. Aversteeg, 2. J. Breur, 3. J. v. Herk, 4. B. Hordijk, 5. J.
Brinkman, 6. T. v. d. Leist, 7. J. Zuijdweg, 8. B. Bala. Adspiranten: 1. J. v. d. Lugt, Veteranen B: 1. W. Vermetten, ROTTERDAM
-FEIJENOORD(30 april).1969 Amateurs: 1. B. Kroonen, Nieuwelingen: 1. R. Aversteeg, 2. Breur, 3. v. d. Leist, 4. J. v.
Herk, 5. R. Beusekamp, 6. J. v. Herk, 7. J. Brinkman, 8. H. Ensing. Adspiranten: ROTTERDAM-
OUD-MATHENESSE (5 april).1969 Amateurs: Nieuwelingen: 1. B. Jurriaans Adspiranten: 1. E. Meylemans ROZENBURG
(10 juni).1969 Amateurs: RUCPHEN
(14 September).1969 Amateurs: Nieuwelingen: 1. J. Zuidweg, 2. J. Voesenek, 3. T. Huijzen, Adspiranten: Dames: 1. J. Jonkers, 2. K. Hage, 3. B. Hage, RUURLO
(27 juli).1969 Amateurs: 1. H. Nieuwkamp, 2. W. Derkink, 3. J. Ribbers, 4. H.
Egberts, 5. J. Hobert, Nieuwelingen: 1. J. Krake, Adspiranten: 1. T. Trentelman, 2. H. Scholtes, 3. R. Evans. |