JAARGANG 1966 WEDSTRIJDEN O T/M R |
OBBICHT (24 april).1966 Amateurs: 1. J. Harings (Scheulder), Nieuwelingen: 1. J. Krekels (Born), Adspiranten: 1. J. Deckers (Guttecoven), OCHTEN (23
juli).1966 Amateurs ( ODIJK (7
mei).1958 Dames: 1 J. van IJken, Amateurs: 1 J. van Ingen (Utrecht) ODIJK
(2 oktober).1966 Nieuwelingen: Veteranen: 1 N. Without (Amsterdam) OEFFELT (21
augustus).1966 Amateurs ( Adspiranten ( In het
Homburg-klassement is de laatste wedstrijd in Oeffelt verreden. Hij weed
gewonnen door W. Maasakkers uit Geldrop (Homburg); 2 J. v. Katwijk uit oploo
(Amstelbier); OIRSBEEK
( (15 juni).1966 ) Nieuwelingen: 1. Jac Ramaeckers , 2. Frits Sluper , 3. Ger Harings
, Adspiranten: 1. Jacques Deckers , 2. Ben Kooken , 3. Jos Sijen , Amateurs: 1. Eddie Beugels , 2. Evert Dolman , 3. Rinus van de
Klooster , OIRSCHOT (24 april).1966 SCHUURING en VAN ESPEN animators Rik Luyten winnaar in OIRSCHOT Slechts vier TeleVizier-renners waren (in verband met Parijs-Brussel),
aan de start in de Ronde van Oirschot en van deze omstandigheid maakte onze
sterke Zuiderbuur Rik Luyten prompt gebruik om het “monopolie" van deze
ploeg op de overwinning in Nederlandse profcriteria te breken. Maar ook anderen voelden hun kansen ditmaal goed aan: drie Duitsers van
de ploeg Ruberg - die al zo vaak naast het net hadden gevist - -bevonden zich
in de kopgroep, welke na Het (eindelijk) fraaie weer had zo'n vijfduizend toeschouwers naar het
wijdse parcours gelokt en toen na tien van de vijftig ronden Luyten met
Harings en de Australier Veale het peloton in de steek lieten, leek het erop,
dat deze hardwerkende mannen niet alleen premies, maar ook hoofdprijzen
zouden gaan verdienen. Maar vijftien ronden later was er in het peloton over
hun lot beslist: men pakte hen terug en meteen ging Cor Schuuring er met Cees
van Espen vandoor! Hun zegetocht zou echter niet lang duren, want Luyten, Oellibrandt en
de Duitsers Klausing, Streng en Peffgen sprongen er achter aan, Bart Zoet ging
mee en even later was ook Hermens erin geslaagd, in deze sterk doorduwende
groep te komen. Daarmede was het oordeel over het peloton geveld, niemand zou er meer
in, slagen, de tot driekwart minuut groeiende voorsprong in de laatste Dat Rik Luyten met al zijn kracht deze koers zou gaan winnen, was
onder deze omstandigheden te verwachten, voor Cor Schuuring - die zo lang het
zware werk had verricht - was het een hele teleurstelling, met de laatste
plaats van de kopgroep genoegen te moeten nemen. Toen kort daarop het peloton aangestormd kwam, was het weer Joop
Captein, die onbedreigd van kop af naar de negende plaats spurtte. Beroepsrenners: 1. Rik
Luyten (B.), de Nieuwelingen, de Adspiranten, de OISTERWIJK
( (5 juni).1966 ) Amateurs: 1. Roel Snijder , 2. Leen de Groot , 3. Piet
Legierse , OLDEBROEK (20 maart).1966 Amateurs: 1. R. de Wilde, Epe, OLDEBROEK (26 maart).1966 Amateurs: 1. S. Scholten (Wezep) Adspiranten: 1. P. Hazeveld (Apeldoorn) OLDEBROEK
( (4 juni).1966 ) Amateurs: 1. Dries van Wijhe , 2. Wim Holste , 3. --- , OLDEBROEK
(3 september).1966 Adspiranten: 1. Henk Vaessen, 2. --- 3. --- Amateurs: 1. Fred Niemeijer, 2. Henk van de Brink, 3. --- OLDENZAAL (26 maart).1966 Bas Maliepaard won '0' van Oldenzaal De Brabantse coureur Bas Maliepaard, heeft het prof-wielerseizoen op
vaderlandse bodem bijzonder succesvol ingezet. Na Arie den Hartog (1964) en
Cees van Espen (1965) heeft ook hij zijn naam op de erelijst kunnen laten
plaatsen van de reeds nu volkomen “ingeburgerde" O van Oldenzaal. Met zijn ploegmakkers Bart Zoet, Jo de Roo, Gerben Karstens, Huub
Zilverberg alsmede Jan Schroder, Nico Lute, Jan Hugens en Piet Steenvoorden
had “Basje" een volle ronde op het peloton kunnen nemen en toen Jos,
van der Vleuten, Hans den Hartog, Joop Captein en Rein de Jong op hun beurt
ook op winst uitgingen, wipten Maliepaard en Zoet ad rem mee. In de
eindsprint liet Maliepaard de Sassenheimer geen kans, want tegen de flinke
helling van het Kalheupinkcircuit knalde de pittige Brabander weg en inde daarmede
de zege. Beroepsrenners: 1. B.
Maliepaard, Willemstad, OLST
(28 augustus).1966 Amateurs: 1. Henk Nieuwkamp, 2. Fred Niemeijer, 3. Evert
Dickhof, OLYMPIA’S TOUR (11 mei t/m 17 mei).1966 Tacticus JAN VAN DER HORST een groot winnaar van 15e Internalionale Olympia's Tour door Nederland
Iedere dag strijd op het scherp van de snede De strijd in de vijftiende Internationale Olympia's Tour door Nederland
is gestreden. Een groot heroiek wielergevecht tussen onze vaderlandse en
buitenlandse amateurs is tot stilstand gekomen en heeft een winnaar
opgeleverd, die zeker als een „grote" mag worden aangemerkt. Vooral,
omdat de 23-jarige Haarlemse machine-bankwerker Jan van der Horst, alle van
tevoren gestelde en wat voorbarig gepubliceerde' prognoses - waarbij zijn
naam niet eens werd gememoreerd - totaal aan flarden heeft gereden en door
een juiste bepaling van ,tactiek, volledige inzet en grote
koersijver heeft laten zien, dat hij niet voor niets reeds vele klinkende
successen in dit nog zo kort aan de gang zijnde wielerseizoen heeft behaald. Hoe deze zevendaagse rittenkoers werd verreden, is per etappe als volgt
opgetekend: OLYMPIA’S TOUR.66.01E RIT (11 mei).1966 Den Haag, 11 mei. De vijftiende Internationale Olympia's Tour door
Nederland, zoals gewoonlijk met zoveel moeite en zorg tot stand gebracht is
na alle gebruikelijke bedrijvigheden in en om het Olympisch Stadion, een
geneutraliseerde tableau de la troupe door Amsterdam en een voorstelling der
ploegen op het Rembrandtsplein - zelfs het spelen der verschillende nationale
hymnen ontbrak niet - tot leven gekomen. Via een prachtige tocht door het
hart van Nederland werd koers gezet naar Den Haag en al heeft het in deze
rit aan echte heroieke, tot ontroering brengende wielergevechten wel
enigszins ontbroken, toch „leefde" deze etappe beslist. De wijze, waarop
de Harderwijker Fedor den Hertog - eerstens door pech en verkeerd rijden
nogal gedwarsboomd - zich in de kijker reed, deed alle volgers bijzonder veel
goeds. Hij luidde immers herhaaldelijk een hard “roffelen" in en al kwam
het niet tot een definitieve afscheiding, zijn laatste vlucht met Chris
Pepels, Ad Russens en Gert Bongers hield zeker enig perspectief in. Voordien
had hij bij Gouda al eens alleen een poging gewaagd en later, toen ook Holst,
Hoekstra, Stakenburg, Wagtmans en de Belg Pierre Robberechts naar voren
kwamen gestormd, wipte hij attent mee. Veel zoden bracht het allemaal niet
aan de dijk, evenmin als de “wip", welke hij vanaf Waddinxveen langs de
Gouwe naar Boskoop met Jan Harings, Piet Kettenis, Jan van Katwijk en
Wagtmans (wanneer is deze kleine ,rakker" er niet bij?) had uitgevoerd.
Het hoge, droge tempo liet geen enkele serieuze ontsnapping toe en al bleef
men aldoor maar “schutteren", het zou op de brede Leyweg in de Haagse
satellietstad Rijswijk, waar duizenden de aankomst met eigen ogen wilden
zien, uitdraaien op een sprint van nagenoeg het compacte peloton. En met hoeveel klank en verve deed Leo Duyndam dat? Hij won zoals hij
wilde; drie, vier lengten op Wagtmans, Koel en de gehele stoet. Hij had de
eerste trui, het goudkleurige kledingstuk, dat de aanvoerder van het
klassement zo sierlijk uitbeeldde voor de toeschouwers, maar dat voor de
concurrentie zo duidelijk de man aangaf, die in de volgende dagen moest
worden bedwongen en het liefst bevochten. Amateurs: Dagploegenklassement: 1. Vredestein; 2. Trio Bubble Gum; 3.
Smith's Chips-Acifit Accu's. Prestatieprijs: Fedor den Hertog (Militair Team). OLYMPIA’S TOUR.66.02E RIT (12 mei).1966 Vlissingen, 12 mei. Hoezeer berustte onze sluitregel van de korte
samenvatting over de gisteren verreden etappe op waarheid, want met zoveel
klank en verve als Leo Duyndam zich in het eerste leidersschirt had gehesen,
zo naar en overmand door stomme pech moest hij vanavond de trui aan Jan
Serpenti overgeven. Hij was vandaag wel bijzonder ongelukkig geweest met de
verdediging van zijn eervolle positie. Juist op het moment dat het er zo op
aan kwam was hij met enkele anderen komen te vallen. Leo hield er een
gezwollen pols en ontwrichte schouder aan over, maar toch versaagde hij niet.
En al kon hij niet meedoen met de belangrijke jachtgroep, welke onder leiding
van een “duivelse" Evert Dolman naar voren trok, hij bleef in het
zadel, wipte van groep naar groep en kwam zowaar belangrijk naar voren. De
strijd kwam daarop in een beslissende fase, want de elf koplopers; die zich
over de slingerende wegen en dijken door het nijvere Zuidhollandse
scheepswervengebied in twee groepen - een van zes van een van vijf - hadden
weten los te maken, werden zonder pardon teruggehaald. Zo werden Wagtmans
(de animator), Holst, Brouwer, Heijnig, Geraeds, Hoekstra, De Wit,
Poortvliet, Van Piere, Neeskens en de Zwitser Luthi weer tot de orde geroepen.
Dat gebeurde vlak voor de brug over de Grevelingendam, al moeten we wel even
memoreren dat de omvangrijke jachtgroep een niet onbelangrijke steun van
buitenaf had ondervonden. Tussen Numansdorp en Oude Tonge was het elftal vooraan namelijk door
een onattente politieagent de verkeerde weg opgestuurd en dat brak bij velen
de cadans. De meute rook de prooi en daarop ontwikkelde zich in het mooie
Zeeuwse land, dat door schitterende bruggen - denk aan de kilometerslange
Oosterscheldebrug, een allergrootst monument voor de Nederlandse weg- en
waterbouwkunde - eindelijk aan zijn isolement wordt ontsloten, een hels
wielergevecht. Een gevecht, dat pas aan de eveneens zo druk bezochte
eindstreep in Vlissingen tot rust kwam. Voordat het zover was hadden 27
renners zich eerstens aan het front geplaatst en al wijzigde deze stand in de
laatste fase nog enigszins door lekrijden en onmacht van enkelen en al wisten
Serpenti, Gerrits, Huybrechts en de Zweed Pettersson eveneens vooraan te
komen, de strijd was nu toch gestreden. Of eigenlijk niet, want Nol
Kloosterman, een dag eerder behept met “lood in de benen" en op deze dag
fris en monter, demarreerde op drie kilometer voor de aankomst zo onstuirrug.
dat hij alleen aankwam. De strijd om de tweeds plaats, precies een halve minuut later, werd in
het voordeel beslist van Jan Serpenti, die daarmede tevens de nieuwe
aanvoerder werd. Het algemeen klassement onderging een eerste grondige
wijziging, want al waren de meeste favorieten in deze voorste groep te
onderscheiden, toch herkende men er niet in een Duyndam, een Groen en een
Ottenbros, een Van Middelkoop of een Van Rooy. Zij hadden of door pech of
door vallen de boot gemist, maar „that's all in the game", nietwaar? Jammer dat er in deze etappe, die door prachtige strijd zo'n groot
sportief karakter kreeg, een incident voorkwam, dat met de nasleep ervan -
publiciteit etcetera - zo'n duidelijke inbreuk deed op de werkelijke
waarheid. Wat was er nu precies aan het handje? Wel, bij Kamperland werd
groep twee, waaruit niet Piet Kettenis, Jan Harings en Jan van Katwijk net
waren gedemarreerd door groep drie, met onder andere de zo gedupeerde Leo
Duyndam, ingelopen. Deze laatste formatie had door verkeerde aanwijzingen een
weg „binnendoor" gevonden en op dat moment lag wedstrijdleider Bram
Koopmans de koers voor deze ten onrechte samengesmolten groep, uitgezonderd
de drie demarranten, volkomen terecht stil. Een en ander bracht de gemoederen
bij onder andere Liebregts, de Smith's-Acific-ploegleider, heftig toe
beroering. Er vielen over en weer harde woorden, onheuse beschuldigingen
werden geuit (Koopmans zou zelfs renners geslagen hebben) en het eind van
alles was, dat de sport, in ons geval de wielersport, weer een “deuk"
kreeg, die er met een beetje meer beleid en diplomatie, normale
fatsoensnormen, respect voor elkander en in achtneming van volkomen
gereglementeerde wetten beslist niet zou zijn ingedrukt. Amateurs: 1. N. Kloosterman, Dagploegenklassement: 1. Vredestein; 2. Caballero; 3. Trio Bubble Gum. Prestatieprijs: Peter
Heijnig (Trio Bubble Gum). Niet gestart: Ted Blom (Caballero) en Cees
Stam (Peugeot) - beiden door blessures. Opgegeven: Vlemming Gleerup
(Denemarken), Erik Pettersson (Zweden), Harry van Piere
(Locomotief-Vredestein) en Adrie Heijnekamp (Olympia). OLYMPIA’S TOUR.66.03E RIT (13 mei).1966 Waalwijk, 13 mei. Misschien dat er enigszins waarheid in schuilt, maar
vandaag was het vrijdag de dertiende. In de oud-Hollandse volksmond is dat
een dag vol pech en hindernissen. De Fries Tiemen Groen zal zich in de
toekomst ongetwijfeld aan zulk een uitspraak optrekken, want ook nu moest hij
bij de aanvang van de derde rit zijn makkers laten vertrekken zonder zelf mee
te doen. Waren het vorig jaar zijn knieen, nu deed een infectie op het
zitvlak hem een verder meedoen beletten. Jammer, maar waar! Aan strijd heeft het ook op deze dag niet ontbroken, want nauwelijks
hadden de renners het gastvrije Vlissingen verlaten of daar knalden Hoekstra
en Van der Klooster weg. Met de wind in de rug en een felschijnend zonnetje
werd het tempo in de groep al dadelijk hoog opgeschroefd en de twee dartele
vluchters werden den ook weer vlug ingerekend. Bij het uitgelopen Ovezande,
waar evenals elders langs de route door het vriendelijke en o, zo heldere Zeeland,
vele mensen de karavaan gade sloegen, kwam er plots toch weer beweging. Negen
renners, te weten Wagtmans (alweer de gangmaker), Wijdenes, Van Katwijk,
Bruin, Dijkstra (een “nieuwe" uit Schoonoord, maar gelijk een beste),
Eckelboom, Schepers en de twee Denen Hansen en Blaudizun waren na de
premiespurt gelijk doorgestoomd, kregen ook nog Kloosterman mee en toen was
de “patrouille" compleet. De winst steeg van een naar liefst twee minuten
en al hadden eerst Kettenis, Hoejlund, Bongers en Lijthi nog een poging
gewaagd het gat te dichten, voorlopig was dat onmogelijk. Het prachtige Brabantse land werd in zijn “vergeten" hoek,
Woensdrecht en later Huijbergen, binnengereden en onder aanvoering van
groene-truidrager Wagtmans stuurde men in snelle vaart op Wouw aan. Het ging
hard, zelfs verschrikkelijk hard voor de wind uit en eigenlijk is het
onbegrijpelijk, dat het zevental Vianen, Van der Holst (reed later nog lek
maar kwam meesterlijk terug), Serpenti, Holst, Van der Klooster, Brouwer en
Heijnig er toch bij wisten te komen Over de vaak smalle polderwegen van de
Brabantse Westhoek ging het vervolgens op Zevenbergen aan en in deze stad
ontliep de kopgroep precies de achter hen neerdalende spoorbomen. Het
peloton, dat al een achterstand telde van ruim een minuut moest nog twee
minuten aan deze verliespost toevoegen en dat betekende de
“genadeslag". Ze zaten in de “bagage" van een naarstig voortrazende
kopgroep, die onderweg eerst John Schepers loste, kort daarop ook de Deen
Blaudzun kwijtraakte en toen zelf aan een slijtageslag van jewelste begon.
Voorbij 's-Gravenmoer (na Amateurs: 1. J. van der Horst, Dagploegenklassement: 1. Trio Bubble Gum; 2. Amstel Bier; 3. Caballero. Prestatieprijs:
R. Wagtmans (Vredestein). Niet gestart: K. Gazda (Polen) en T. Groen (Peugeot). Algemeen
ploegenklassement: 1. Trio Bubble Gum 33.17.4'8; 2. Amstel Bier
z.t.; 3. Caballero 33.2-2.02,; 4. Vredestein 33.24.59; 5.
Locomotief-Vredestein 33,25.48. OLYMPIA’S TOUR.66.04E RIT (14 mei).1966 Geleen, 14 mei.
Nadat bij het prachtige Cafe-Restaurant ,,Lido", gelegen in een nieuw
aangelegd park van de schoenenstad Waalwijk een minuut stilte werd gehouden
ter nagedachtenis aan de ook in wielerkringen zo diep betreurde Mgr.
Bekkers, kwam het wielerleger van de vijftiende Internationale Olympia's
Tour door Nederland weer op gang. De vierde etappe naar Geleen stond op het
spel en men was benieuwd of nu eindelijk de strijd der Limburgers, Harrie
Steevens, Eddy Beugels en Jantje Harings, Chris Pepels en John Schepers,
Willy Geraeds en Hans Hesen tot volle ontwikkeling zou komen. Uit ervaring
weet men dat deze knapen met het “naar huis rijden" altijd als een stel
„jachthonden" rijden en daarom is het eigenlijk onbegrijpelijk, dat en
oranje-truidrager Jan van der Horst en groene truidrager Rini Wagtmans zich
vooreerst zo lieten verrassen. Later zou alles nog enigszins goed komen,
maar in het begin geleek dat er geenszins op. De Fries Henk
Hoekstra, gisteren liefst En wat was er van de rest der aanvankelijke kopgroep (15 man) gebeurd?
Zij werden door het peloton, dat vooral door de Trio Bubble Gum-mannen tot
„full speed" werd aangemaand, weer teruggehaald, maar een man zou zich
kilometerslang tegen deze degradatie tot het alleruiterste verzetten. Dat was
Daan Holst, de moedige vechter die alsmaar achter die expressetrein bleef
jagen en zich zo leeg rammelde, dat toen hij op het Geleense circuit nog pech
kreeg ook, volslagen „out" aan de finish kwam. Amateurs: Dagploegenklassement: 1. Belgie; 2. Amstel Bier; 3. Smith's Chips-Acifit Accu's. Prestatieprijs: Daan Holst
(Amstel Bier). Gestaakt: Rene Rutschmann
(Zwitserland, Ton Rijkers (Fongers-Rih), Jery Linde (Polen). OLYMPIA’S TOUR.66.05E RIT
A (15 mei).1966 Heerlen, 15 mei. Met een ploegentijdrit over Wij hebben tenminste - evenals al die duizenden Limburgers langs de
“golvende" route - genoten van de diverse ploegen. De strijd was met
open vizier en uit al die groeperingen kwam Caballero als de allerbeste te
voorschijn. Het was te verwachten, want de Nederlandse Australier Henk
Vogel reed als „van de duivel bezeten". Wat sleurde hij aan zijn grote en
wat spoorde hij ook z'n oude schoolvriend, oranje-truidrager Jan van der
Horst aan, om toch vooral niet te verslappen. En hoe moedig streden Gerard
Vianen, Willy Geraeds en de dag daarvoor bij een valpartij zo gekwetste Gaby
Minneboo niet mee om de zege absoluut veilig te stellen? Ze haalden het, de
mannen van Ge Peters en zelfs met duidelijk verschil. Uitslag: 1. Caballero 23.14 (met
bon.); 2. Denemarken 23.49 (met bon.) ; 3. Zweden 24.10 (met bon.) ; 4.
Smith's ChipsAcifit Accu's 24.26; 5. Vredestein 24.28; 6. Trio Bubble Gum
24.34; 7. Locomotief-Vredestein 24.38; 8. Belgee 24.41; 9/10. Militair Team
en Breda Bier, beide 24.48; 11. Fongers-Rih 24:55; 12/13. Bergklimmers Stein
en Amstel Bier, beide 25.00; Olympia, Amsterdam 25.27; 15. Peugeot 25.32'; 16,/17.
Polen en CO-OP Nederland, beide 2542; 18. Zwitserland 25:5'-2. OLYMPIA’S TOUR.66.05E RIT
B (15 mei).1966 Daarna startte om half vijf een bergcriterium over ruim vijftig
kilometer en daarin zou een spectaculair gebeuren plaatsgrijpen. De Elslooer
Harrie Steevens, duidelijk in zijn eer aangetast omdat hij zijn grote winst
van verleden jaar, de eindzege, voor een prolongatie duidelijk in gevaar zag
komen, wilde voor eigen volk eens laten zien, dat hij echt nog niet van plan
was zich nu al bij de beslissing neer te leggen. Hij wilde “gensters" slaan en dat gebeurde pas halverwege deze
race, welke een venijnige “pukkel", de Oliemolenberg" kende en
welke in het begin vooral in het teken stond door vluchtpogingen van de
Belgen Jos van Mechelen en Ludo Goossens, de Zwitser Hans Lijthi en de Nederlanders
Cor Groenewegen, Rini Wagtmans, Gerard Vianen, Frans van de Ruit, Jan Harings
en Piet Kettenis. Ook Beugels, Wagtmans en Steevens (ja, ook toen al) hadden
al eens een poging gewaagd en nadat daarop Evert Dolman met wederom Hans
Lijthi het gordijn openschoof - zij het tevergeefs - liet Harrie Steevens met
een enorme demarrage alle anderen ter plaatse. Steeds verder schoof hij weg,
nam de bult als een volleerd klimmer en was voor niemand meer te benaderen.
Harrie ging zelfs belangrijke winst noteren, want eerst 55 seconden later kon
een verrassende Jan Bols met een glanzende eindsprint het hele „pak" in
toom houden. Hij werd tweede en spurtte aldus voor Van Katwijk Wagtmans, Koel
en de rest. Amateurs: 1. Harrie Steevens OLYMPIA’S TOUR.66.06E RIT (16
mei).1966 Doetinchem, 16 mei. Het lijkt bijna onvoorstelbaar, maar de jeugdige
Duyndam heeft alweer een etappe gewonnen. Weer spurte hij „Jan en
alleman" van het peloton voorbij en steeds meer geloven we dat onze
woorden na de eerste rit, welke in Den Haag eindigde en toen we voorspelden,
dat men de Honselerswijker buiten pech of valpartijen zeker niet gauw meer de
trui - helaas gebeurde dat in de tweede rit door grote pech toch - zou kunnen
ontnemen, op werkelijke waarheid berustten. Ontegenzeggelijk is de achttienjarige een ,klasse apart" en zijn
directe leiders doen er bijzonder goed aan voor de komende weken hem in toom
te gaan houden, want met zijn overgrote gretigheid en ongebreidelde
“koersgoesting" zou deze forse knaap, die aan techniek en “gogme"
nog echt wel wat bij te leren heeft, misschien te vlug over zijn top heen
zijn. Leo moet nog verder groeien; moet de geest nog kiener laten aanscherpen
en proberen, “zuinig" te zijn. Hetgeen bij tot nu toe in deze zo
verschrikkelijk snelle Olympia's Tour heeft laten zien, grenst evenwel aan
het ongelooflijke. Vooral gezien zijn leeftijd. Ook vandaag weer, want nadat een gedegen vlucht met acht anderen - de
winst liep zelfs op tot bijna twee minuten - was gesmoord, verstond hij het
toch maar weer snel te recupereren en de winst van de etappe alsnog naar zich
toe te trekken. Toch was bij niet de grondlegger van deze „coupe de
pedale" geweest, neen, dat was de strijdbare Rini Wagtmans. Een
“paniekzaaier" tot en met, want als de kleine man uit Sint Willebrord
maar even een gaatje ziet, dan is bij 'm gepiept. In deze voorlaatste etappe naar Doetinchem, die vanuit het Limburgse
Siebengewald liep en over geweld, dat nagenoeg het complete veld aan de meet moest brengen. Dat
was, zoals reeds verteld, een kolfje naar de hand van Duyndam. Voor de Deen
Hansen, de Zweed Ripfel, Serpenti, Koel, Steevens (behield daardoor zijn
groene trui van bet puntenklassement), Brouwer en de ganse troep meldde bij
zich bet eerste. Een zege van wederom grootse allure! Amateurs: Dagploegenklassement: 1.
Smith's Chips-Acifit Accu's; 2. Denemarken; 3. Amstel Bier. Prestatieprijs: Leo
Duyndam (Smith's Chips-Acifit Accu's). Gestaakt: Piet Schreur (Fongers-Rib),
Pierre Robberechts (Belgie), Piet Tesselaar (Vredestein), Harm Smit (Militair
Team), Henk Stakenburg (Olympia-Amsterdam) en Henri Lochs
(Bergklimmers-Stein). OLYMPIA’S TOUR.66.07E RIT (17 mei).1966 Amsterdam, 17 mei. De laatste aanval op de positie van
„gezagvoerder" Jan van der Horst, is door nauwkeurige strategie en het
uitspelen van geraffineerde tactiek door de Caballero-formatie verijdeld. Zij
hebben de eindwinnaar in hun midden kunnen houden en een dikke vette streep
gehaald door een snood plan, dat tegenspeler Herman Krott (Amstel Bier) zo
listig in elkaar had gezet. Niet Harrie Steevens (reed deze Tour beslist
onder zijn volle kunnen) en niet Daan Holst, de tomeloze vechtjas, werden in
het vuur gejaagd om het reeds zo fraai gesmede ijzer van Calballero nog
radicaal om te vormen, neen men speelde in het ,gerstenat-kamp' op de
jeugdige Jan van Katwijk uit Oploo. Zijn achterstand op de leidersplaats
bedroeg nog geen drie minuten en als, ja als, deze rappe spurter nu eens ver
genoeg weg kon komen en de etappe zou winnen, dan was de buit op het
allerlaatste moment nog netjes binnengehaald. Maar.. .. het ploegenklassement
was tot nu toe in handen van Trio Bubble Gum en moesten deze „gele
ridders", van wie Peter Heijnig bovendien op de tweede plaats stond in
de algemene individuele rangschikking op deze laatste dag nog de vlag
strijken voor ook alweer Amstel Bier? „Dat nooit", dachten zij en daarom sleurde Eddy Beugels en de rest
van de selecte Rotterdamse groepering uit alle macht aan de groep om de
schade ten opzichte van de uitlopers zoveel mogelijk te beperken. Waren er
den vluchters ? Ja, zeer zeker, want bij Loenen op de Veluwe wipten Hoekstra,
Schouten en de in deze buurt wonende Den Hertog weg. Een tiental kilometers
verder kwamen Van Middelkoop, Hesen, Van Katwijk (daar was ie dan!), de Deen
Hoejlund, Kloosterman en Wijdenes eveneens vooraan en toen werd het sein:
„full speed" met grote klem nagestreefd. De grote aanval
was begonnen en al probeerden voor Ede de Denen Blaudzun en Aadal, de
militair Pier Dijkstra en de Tilburger Cor Zoontjes de zaken weer op orde te
gaan stellen, prompt reageerde ook Willy Geraeds. Hij wilde zijn kopman Jan
van der Horst niet de das om laten doen en daarom controleerde hij zeer
consequent deze tweede ontsnapping. In de frontlinie was de winst echter al tot
2.45 minuut opgevoerd en dat betekende voor oranjetruidrager Van der Horst
het teken tot een georganiseerde tegenaanval. De afstand werd
daarom steeds kleiner gemaakt en vlak voor Diemen - met nog slechts zeven
kilometer te rijden - was de afstand reeds tot het nemen van een brutale
„sprong" teruggebracht. Daarop begon een helse slag in deze zo fel
bevochten Olympia's Tour door Nederland. Een deel van de oorspronkelijke
kopgroep bleef net buiten het bereik van de meute en uit het restant wisten Andre
van Middelkoop, Jan van Katwijk en ritwinnaar Henk Hoekstra, die zijn twee
rivalen respectievelijk naar de derde en tweede plaats verwees, met een
laatste beslissende demarrage de voornaamste dagprijzen op zak te steken. De Tour was
gelopen, de prijzen verdeeld en Jan van der Horst, door velen niet genoemd
als een serieuze kanshebber, ondanks dat hij dit jaar reeds in de Ster van
Zwolle, de Ronde van Friesland, het Circuit des Mines de allerbeste was, in
het Belgische Zouteleeuw en in Berlijn eveneens de hoogste eer opeiste,
heeft met het winnen van deze moeilijke, vaak onberekenbare etappe-wedstrijd
laten zien, dat hij beslist geen eendagsvlieg is. Neen hij is een coureur,
die geen enkele moeilijkheid uit de weg gaat en zichzelf voorhoudt, dat de
prijzen op de meet liggen en niet op een presenteerblaadje worden
aangedragen. Deze instelling, vervlochten met een uiterst goed gebruik van
het “koppie", zal de naam Jan van der Horst zeker nog vele malen doen
weerklinken. Amateurs: 1. H. Hoekstra, Dagploegenklassement: 1. Amstel Bier; 2. Fongers-Rih; 3. Trio Bubble Gum. Prestatieprijs: Jan van Katwijk (Amstel Bier). Eindstand Algemeen OLYMPIA’S TOUR.66.EINDKL. (17 mei).1966 1. J. van der
Horst (Haarlem) 23.52.21; 2. P. Heijnig (Rotterdam) 23.52.51; 3. J. Hansen
(Denemarken) 23.53.00; 4. J. Serpenti (Wijk aan Zee) z.t.; 5. R. Wagtmans
(SintWillebrord) z.t.; 6. D. Holst (Amsterdam 23.53.06; Eindstand
Martini-Rossi Ploegenklassement: 1. Tria Bubble
Gum 68.42.311; 2. Amstel Bier 68.42.34; 3. Caballero 68.46.25; 4. Vredestein
68.49.59; 5. LocomotiefVredestein 68:50:5$; 6. Denemarken 68.53.40; 7. Belgie
68.5'5.56; 8. Peugeot 68.57.02; 9. Breda Bier 68.57.10; 10. CO-OP Nederland
68.57.21. Eindklassement
van het Puntenklassement „Sport en Sportwereld" (Groene Trui) 1. H. Steevens
(Amstel Bier) Eindstand van het
TeleVizier Sprintklassement: 1. R. Wagtmans
(Vredestein) Winnaar Peter
Post-Trio Bubble Gum-Bokaal (de strijdlustigste renner gehele Tour) R.
Wagtmans (Sint Willebrord). De Tour 1966 is dus weer voorbij, het Nederlandse wielercircus bij
uitstek is tot rust gekomen en met een soort van „weemoed" voor een vol
jaar uiteengevallen. Wellicht lopen er nu al weer plannen door het brein van
de organisatie om te proberen het in de toekomst nog weer anders, nog weer
anders, nog weer beter te gaan doen. Maar .... ook dan zullen hoogte- en
dieptepunten en puntjes elkaar weer aflossen en ook dan zal er van sommigen
weer goed en minder optreden te verwachten zijn. Dat zijn nu eenmaal
onontkoombare aspecten, welke bovendien in iedere vorm van samenleving zijn
waar te nemen. leder(e) bedrijf of organisatie heeft daarmede te maken en dus
ook de wielersport waarin het “eigen ik" nog duidelijker op de
voorgrond treedt. Daarom steken wij reeds nu een waarschuwende vinger op, want het was in
de voorbije Tour tussen alle sportieve hoogtepunten door al duidelijk
merkzaam, dat er een soort „sfeerloosheid" gaat optreden. Een
sfeerloosheid, die als een verlammend en dus remmend iets kan gaan werken en
die bijna zeker gevoed wordt door een te strak aanhalen van wat mag en niet
mag en verder van een te harde naleving van de niet meer weg te denken en
broodnodige „business". Blijft men dat handhaven, dan zal er verdomd
weinig ruimte overblijven om als sportmensen of dienaars nog langer onder
elkaar te vertoeven en dat is toch zeker niet het uitgangspunt, welke de
mannen van het eerste uur met de opzet en inrichting van de Olympia's Tour
door Nederland hebben beoogd. Het vele, bijna onmenselijke werk dat men heeft
moeten verrichten om ook deze Tour weer te kunnen laten draaien is een te moeizaam
en daarom ook te mooi iets geweest om dit werkelijk grootse gebeuren daaraan
ten gronde te laten gaan. Men weet het toch: des te strakker men een kabel aanhaalt, des te
vlugger breekt hij .... ?! OMLOOP VAN DE BARONIE (27 maart).1966 IJskoude stormwind maakte
7e Omloop van de Baronie tot barre tocht Oppermachtige
EDDY BEUGELS ongenaakbaar
in grandioze wegwedstrijd In de loop der jaren hebben wij het voorrecht - ja, zonder meer is dat
een voorrecht! - gehad al vele grote wegwedstrijden in binnen- en buitenland
van dichtbij, beter gezegd: met de neus er bovenop, te volgen en na afloop
van een of andere koers, hebben wij - als het verloop ons hevig had
aangesproken - onszelf er al menigmaal op moeten betrappen, dat we nog nooit
“zoiets moois, zoiets onvoorstelbaars groots en zoiets tot de verbeelding
sprekends" hadden gezien en dat “dit niet meer te overtreffen"
was. De praktijk wees dan later uit, dat het toch nog mooier kon en dan
stonden we opnieuw met bovenstaande vergelijkingen het wedstrijdverloop aan
anderen te schilderen. Ook nu proberen we dat weer te doen, want wat er aan pure wielersport,
aan opperste kunde van het koersen allemaal kan worden geboden, indien vele
belangrijke factoren meewerken, dat heeft de zevende Omloop van de Baronie
afgelopen zondag duidelijk naar voren gebracht. Een oppermachtige Eddy Beugels - op 19 maart net 22 jaren oud geworden
en daags tevoren reeds winnaar van de Ronde van Twente - liet in een
grandioos gereden koers, welke een solo van meer dan twintig kilometer inhield,
zien hoe ongenaakbaar hard hij het hoofd wist te bieden aan de ijskoude,
geselende stormwind en aan de felle achtervolging van een even grootse Wim du
Bois. De Zeeuw, aanvankelijk “verloren" geraakt in een groep, die een
achterstand van rond vier minuten op de kopgroep telde, was met enkele
anderen (Leo Duyndam, Rinus Hoogerland en de tijdens deze jacht
teruggevallen Frank Ouwerkerk en Richard Bukacki) mede aan het front gekomen
en plaatste in de slotfase een heftige tegenaanval. Een attaque, die hem tot
op minder dan twee minuten bij Beugels bracht. Ook hij werd daarmede een der
hoofdfiguren van deze zo voortreffelijk georganiseerde en zo ordelijk
verlopen klassieker. Er heerste rond het middaguur van zondag 27 maart jongstledeen een
drukte van belang in en om Hotel “Boschhek", dat zo prachtig in het
Bredase Mastbos is gelegen. Koud en rillerig liepen de coureurs rond, nerveus
om wat zou gaan komen. De orkaanachtige stormwind en de neerplenzende
regen van de ochtenduren waren weliswaar opgehouden, maar de loodzwarte,
dreigende wolkenvelden joegen te hard door het zwerk om niet te weten, dat
het desondanks een lastige, zeer zware koers, zou worden. Een
koers, die door het wedstrijdverloop en tussenkomst der weerselementen het
karakter kreeg van een barre tocht, een „Elfstedentocht" op de fiets ... De neutralisatie door het nieuwsgierige Breda was nog maar net door
wedstrijdleider Jan Klip - rustig en bedeaard, en.... altijd daar, waar zijn
aanwezigheid nodig was - vrijgegeven, of het eerste schudden aan de
“wielerboom" begon. De lijst der lossers, onder wie echt wel renners van
kwaliteit (bijvoorbeeld Bas van der Bom) maar die net niet in de
„waaier" konden komen, kreeg een eerste serie namen te verwerken. Al voor Terheijdeen gebeurde dat en steeds meer namen vielen er te
noteren. Teveel om ze allemaal te releveren en daarom stoven we maar naar
voren om te zien hoe de stand daar was. Een ongelukkige valpartij, waarbij
Piet Kettenis, Hennie van Vught, Piet Barendregt en alweer Eddy Kroon was
betrokken, deed ons nog even ophouden, maar toen ging het snel voorwaarts.
Breda Bierman Jan van Geel zagen we wat verderop repareren (voor de tweede
maal zelfs) en de Lekkerkerker Henk Barendregt had eveneens met pech ter
kampen. ALS RIJPE APPELS De felle zijwind had als een “gesel" door de inmiddels al sterk
gedunde gelederen gezwaaid en zo lagen Jaak de Koning, Piet Snoys, Siem van
de Berg, Cor Maas en Frits Hoogerheide ook te “zwemmen" toen door Lage
Zwaluwe heen naar Moerdijk werd gekoerst. De schade was onherstelbaar, het
gehele verband was uiteengerukt en dat door een hechte kopgroep van circa
zestien man. Zij lieten de anderen als “rijpe-appels" van de boom
kletteren en boorden naar steeds meer winst. Kwalitatief een zeer sterke
groep, want men herkende: Cees Brugel, Cor Zoontjes, Henri van Rooy, Adrie
van Hest (een “nieuwe"; uit het edelste wielerhout gesneden), Ton
Barten, Gerard Koel, Adrie van Middelkoop, Bouwen Minekus Jo van Seggelen,
Cees van Dorst (onvermoeibaar), Eddy Beugels, Marines van der Klooster, Leo
Motke, John Brouwer, Peter Heijnig en Harm Ottenbros. Ook Adrie Drop had
erbij gezeten, maar plots was het met de kleine coureur gebeurd, de man met
die hamer kwam op bezoek en zelfs in de tweede groep, waarin Frank Ouwerkerk,
Wim du Bois, Rini Wagtmans, Marcel Toussaint, Leo Duyndam, Rinus Hoogerland,
Rini Huybregts, Leo van Schalen, Richard Bukacki, Henk Luchies en Chris
Broekmans (alsmede de later weggevallen Matje van Groezen) was voor de
dappere vechter geen plaats meer. Deze omvangrijke formatie verloor steeds
meer terrein op de eerste, telde op een gegeven moment zelfs rond vier
minuten achterstand, maar toch zou een vijftal dapperen - Duyndam (nogmaals:
wat een coureur! ), Du Bois (overtuigende klasse), Hoogerland (een prettige
verrassing), Ouwerkerk (gebrand op een eventuele prolongatie van zijn zege
van, vorig jaar) en Bukacki (sterk, doch wat onervaren in het grote werk)
laten zien, dat aanvankelijk verlies ook nog genivelleerd kan worden. In een
latere wedstrijdfase maakten zij - op de twee laatsten na - dit onwaarschijnlijke
zonder weer waar! ONGELOOFLIJK MOOI De gehele Brabantse Westhoek, waar de uitgestrekte polders met de
netjes op een serie getaste ploegvoren de noeste arbeid van de
plattelandsbevolking zo exact uitbeelden, lag al achter de rug en ook waren
Moerstraten (waar Ottenbros, Heijnig, Minekus, Beugels en Van Dorst al eens
een flinke ,rimpel" in de kopgroep hadden getrokken), Wouw, Roosendeal
en Rucphen reeds gepasseerd, toen het gehele wedstrijddecor naar een
ongelooflijke schoonheid promoveerde. De dekselse Cees Brugel, vorig jaar
ernstig belemmerd door een keelaandoening, spoot in Klundert plotseling weg.
Hij kreeg meer ruimte dan de sterke Arie van Hest, die ook al was weggeweest
en zelfs tot een halve minuut kwam, waar toen weer vlot werd ingerekend. De
grote Van der Klooster wipte naar de gebrilde man uit Zevenbergen toe, samen
verkregen zij rond 25 seconden en toen ging die tweede Trio-rijder Eddy
Beugels met een enorme krachtsinspanning eveneens een kijkje vooraan nemen.
Een kijkje? Neen, een positie innemen, want de Sittardse coureur is van deze
post niet weer teruggekomen. Steeds harder zweepte hij zijn makkers op,
steeds harder ranselde bij de pedalen in een hels tempo rond en bleef - wind
of geen wind - onbarmhartig doorgaan. De jacht van die anderen was inmiddels ontstaan en dat kostte de arme
Koel, die na een lekke band toch zo prachtig alleen was teruggekomen, de kop.
Hij moest, evenals Van Rooy, Zoontjes (waren er al eerder “afgewaaid"),
Minekus (kramp) en Van Dorst de anderen laten gaan. De anderen, die ondanks
hun tempo en nijvere werk werden ingehaald door Du Bois, Hoogerland en
Duyndam. Zij hadden Ouwerkerk en Bukacki verloren, gewoonweg losgefietst in
de sterke jacht, welke hen met iedere trap dichterbij bracht. Dit was
ongelooflijk, dit kon niet bestaan! Een ogenschijnlijk niet weer weg te
werken achterstand werd op een wijze tenietgedaan alsof het slechts enkele
meters bedroeg in plaats van minuten. Vooraan ging het „trio"-Beugels onverminderd voort. Steeds feller,
steeds harder trok Beugels zijn metgezellen voorwaarts. Het kon niet
uitblijven, dit moest aan een van hen teveel worden en door de enclave
Baarle-Nassau heen moest de kleine Brugel lossen. De laatste resten macht
waren hem finaal onttrokken en toen de wind in de rug kwam, op de grote weg
naar Riel, peurde tempobeul Beugels nog harder naar het aas. De
kilometerteller schoof naar die vijftig, vijf en vijftig, zonder waar een
moment te verslappen bleef de Limburger doorjagen. Aan zijn zijde
“schommelde" nog steeds ploegmakker Van der Klooster, maar het was ook
bij hem reeds te voorzien. Hij zou moeten afhaken; het geweld had hem teveel
aangetast. Toen de route weer draaide en de wind pal op kop of schuin tegen
kwam, was het gebeurd. Totaal “uitgevloerd” verdween de Rotterdammer naar de
achtervolgers, werd gepasseerd door de heftige Van Hest, zag hoe
Ottenbros ook vooruitstormde en werd toen opgevangen door “toeverlaat"
Andre van Middelkoop. HET HOOGTEPUNT De koers was naar het hoogtepunt toegegroeid. Beugels telde
reeds een batig saldo van bijna drie en een halve minuut (na Wat kan de RKWC Sportief uit Breda met bijzonder veel genoegen op deze
wedstrijd terugzien, want zowel organisatorisch - pet af voor de heren Van
de Wijngaard, Van Tilburg, Petrucco en Simons - als sportief gezien heeft
deze „nieuwe" klassieker, die zonder overdrijving tot een echte
onvervalste wegkoers kan worden gebombardeerd, iedereen tot en met bekoord.
Het klopte overal tot in de perfectie en daarbij heeft de jury zich door
vakkundig en doelbewust werk evenmin onbetuigd gelaten. Een wedstrijd, die
nog veel “stof" tot praten, maar dan in uitermate gunstige betekenis,
zal geven. Het is ons dan ook volkomen onbegrijpelijk dat de twee grote
publiciteitsmedia van onze huidige samenleving, radio en televisie, bij dit
uitzonderlijke gebeuren zomaar verstek hebben laten gaan. Men mag ons in
deze kringen aantonen, waar op deze zondag meer pure sport, meer het gevecht
van de nietige mens tegen de elementen, tegen elkaar en tegen de afstand
werden geboden. Dat zou ons ten zeerste benieuwd hebben! BRON:JAN BALDER Amateurs: 1. E. Beugels, Sittard, OMLOOP VAN DE KEMPEN (4 september).1966 Strijd in 18e Omloop van de Kempen verkreeg wisselend karakter Zeeuw Wim du Bois onstuitbaar in slotfase Al had de 18e Omloop van de Kempen door de wat late wedstrijddatum -
vroeger organiseerde men deze amateurklassieker in de eerste week van
augustus - dan veel van de ouderwetse bedoeling, een laatste selectie
betreffende het wereldkampioenschap op de weg, verloren, toch heeft het in de
uitgave van jongstleden zondag zeker niet aan glans ontbroken. Opnieuw werd
deze lange wegkoers er een van de allerbeste soort, een wedstrijd die door
nimmer aflatende strijd een prettig wisselend karakter verkreeg en in de
slotfase zelfs een serie hoogtepunten liet optekenen, welke hun weerga
slechts bij hoge uitzondering zullen terugvinden. Na een lange vlucht van de Rotterdammer Peter Heijnig, aanvankelijk
gesteund door zijn ploeg- en stadgenoot Johnny Brouwer alsmede door Henk
Nieuwkamp en Cor Groenewegen, werd de stand vooraan op minder dan twintig
kilometer van de finish drastisch gewijzigd door de Zeeuw Wim du Bois. Hij
verstond het om onstuitbaar bij de concurrentie weg te gaan en aldus alleen
naar een van zijn allermooiste zeges te rijden. Reeds in het voorjaar van 1965 vestigden wij middels een artikeltje in
dit veelgelezen blad de aandacht op Wim du Bois. We kunnen ons er op beroemen
dat we de eersten waren die deze, door velen als een Belg “versleten",
talentrijke knaap in de Nederlandse belangstelling brachten. Zijn manier van
rijden, zijn gehele inzet en zijn wedstrijdinzicht verraadden reeds toen, dat
onze headline: “In Zeeland rijpt een nieuw wielertalent" beslist niet
overdreven was. Nadien heeft Wim du Bois, geboren op 10 januari 1946 te
Zuidzande (Zeeuwsch-Vlaanderen) vele malen onze uitspraak bevestigd. Diverse
grote koersen - Driedaagse van Hensies, Omloop der Vlaamse Ardennen, Ronde
van Belgisch Luxemburg - schreef de met vele gaven begiftigde renner op zijn
naam, studeerde tussendoor zeer vlijtig en behaalde met lof zijn felbegeerde
HBS-B diploma, kwam bovendien weer terug om naarstig voort te doen in de
koers. Ja, na zijn opzienbarende verrichting in de Omloop van de Baronie dit
voorjaar (achter een werkelijk briljante Eddy Beugels werd hij zeer fraai tweede)
was hij gestopt, leerde nijver en kon zich weer volledig op de
“wielerstiel" toeleggen toen het benodigde “papiertje" in de
“knip" zat. Ook dat deed hij met toewijding, want reeds de volgende dag
- na zijn examen - was Du Bois al vroeg uit de veren gekomen om het op
wielergebied wat „verloren" geraakte terrein zo vlug mogelijk te
herwinnen. Bij ons telefoontje van die morgen, omstreeks 9 uur, vertelde
moeder Du Bois tenminste dat zoonlief al een paar uur weg was om te trainen. TOT EN MET INZETTEN Een en ander houdt natuurlijk niet in dat hij het zomaar cadeau krijgt.
Neen, ook Du Bois moet zich tot en met inzetten en dat bleek meer dan ooit
in de zo schitterend door de Veldhovense Wielerclub Tempo georganiseerde
Omloop van de Kempen, welke voorbije zondag in de Brabantse Zuidoost-hoek
werd verreden. Deze koers, gaande over het respectabel aantal kilometers van 189, werd
er een van de allerbeste soort. Een harde wind, die dan pal tegen, dan weer
in de rug of van opzij de krachten van nagenoeg iedereen sloopte, gaf deze
aloude amateur-klassieker een bijzonder cachet mede. Het was „lastig",
uiterst lastig en wie niet tegen het klappen kon, moest op deze dag zeker de
zweep niet hanteren. Zaak was het om attent en kwiek te blijven. Na het spel van proberen, het zoeken van mogelijkheden in de
beginperiode, was het de Zeeuw Wim de Wilde - gelukkig weer hersteld na zijn
ernstige val in de Ronde van Midden-Zeeland - die de eerste aandacht voor
zich opeiste. Veel bracht het niet in het laadje, maar een eerste „schudden"
had de boom al wat bladeren doen verliezen. De zwakke broeders moesten eraf,
zij kwamen tekort voor dit werk, dat echt meer vereist dan men denkt. De
Zevenberger Tonny Barten reed echter lek en kon een kruisje slaan over de
wedstrijd, die reeds in dat eerste koersuur zoveel moois en beduidends te
zien gaf. De sliert viel in brokken uiteen en in een van de achterste
groepjes ontwaarden we onder andere een Piet Bregman, een Cees van Dorst, een
Harrie van Piere, een Ton Mayenburg, een Willy Maasakkers, een Peter van den
Donck en ... een Adrie van Hest. Zij hadden met vele, minder bekende,
sportmakkers moeten lossen, waren doodgewoon “uit de wielen" gereden en
dat impliceerde genoegzaam de strijd, welke vooraan was losgebrand. ALLEEN OVER In de eerste rijen koerste men op het scherp van de snede. De
Trio-mannen: Peter Heijnig, Johnny Brouwer en Marinus van der Klooster, op
deze dag rijdend zonder hun „top"-makkers Evert Dolman en Eddy Beugels,
wilden voor hen niet onder doen. Zij gaven het inmiddels danig geslonken
hoofdpeloton (circa dertig man) steeds meer vaart en er zat dan ook wat in de
„lucht". Het moest wel op een ontsnapping uitdraaien, temeer daar het
parcours met de vele “uit het zicht" draaiende bochten daarvoor unieke
gelegenheden bood. Tussen de landerijen door, waarop netjes op “tassen"
gestapelde korenschoven de laatste tekenen van een helaas voorbije zomer
levendig probeerden te houden, wisten Brouwer en Heijnig, Nieuwkamp en Groenewegen
plotseling weg te komen en dit kwartet kon de voorsprong steeds meer
vergroten. De hoogste marge werd genoteerd na honderd kilometer en toen, ja toen
kwam het peloton eerst goed los. Onder impuls van vooral Wim du Bois, die
keer op keer hemel en aarde bewoog, maar ook door Hans Hesen (aan het einde jammergenoeg
gelost), Ge van de Winden, Fred van Lachterop en een wat
“teruggekeerde" Hennie Schouten werd de kloof steeds minder breed. In
deze gelederen had men na een lekke band eerst een meesterlijke terugkeer van
„afgedankte" pistier Gerard Koel kunnen bewonderen. Aanvankelijk was de
Amsterdammer met de Helmonder Cor Vriens aan een poursuite - na zijn
“platvallen" - begonnen, maar de speed van “Koeltje" was zo hoog,
dat Vriens er direct weer afmoest. Vooraan gingen Brouwer, Nieuwkamp en Groenewegen op hun knieen.
Langbenige Peter Heijnig reed ook zo formidabel op kop, dat het te
verwachten was. Zij werden gulzig door het peloton opgeslokt en toen dit
eenmaal de eerste prooi te pakken had, wilde het gelijk doorstomen. Fred van
Lachterop, bij voorspraak zijn bedoelingen voor deze dag kenbaar gemaakt, nam
de stijlvolle rouleur Ge van de Winden mee en samen wisten zij de afstand
naar Heijnig te overbruggen. Daarmede kwam een eenzame vlucht tot stilstand
en gedrieen boorden zij verder. Het was evenwel nog een lange weg, want eerst
een dikke zestig kilometer vederop zou de verlossende eindstreep liggen. De
“snee" geraakte er dan ook uit, vooral toen Van de Winden begon
„door" te zitten en zijn beurt aan kop met minder overtuiging deed. Wat
zou deze knaap, indien hij zich eens terdege voorbereidt, anders ver kunnen
komen, want zijn vloeiende stij1 verraadt in hem een geboren coureur. Als hij
het echter helemaal wil worden dan zal Van de Winden er goed aan doen ook
eens een proeve uit de lijdenskelk te nemen. Daaruit komen de werkelijke
wielerkarakters te voorschijn, daaruit worden voor een eventuele carriere de
successen geboren. Is het immers niet zo: wie kan afzien tot op de bodem is
de ware? Vele coureurs in de dop roepen al “auw", voor het werkelijk
pijn doet doch wie een weg naar de top ambieert zal moeten ervaren dat dit er
onverbrekelijk bij verbonden is! ONSTUITBAAR NAAR DE ZEGE Het zat er dus in dat deze vooruitgeschoven driemanspositie ongedaan
werd gemaakt. De oud-Badhoevedorper Hennie Schouten trok daarom al eens naar
voren en toen het knusse plaatsje Wintelre (na Precies een en
twintig seconden voor de flitsende Gerard Koel - bewees op deze dag toch maar
dat hij wel degelijk „klassiekers" kan rijden, waarom ook niet? - die
newcomer Schoofs naar de derde plaats verwees, stormde hij over de meet en
bracht daarmede een eerste klinkend succes op vaderlandse bodem tot een
vaststaand feit. En de “geblokte" Johnny Brouwer voerde met een
daverende eindsprint het peloton eerst 48 seconden later langs de jury-waren.
Hij stelde daarmede zijn zege in het „Sport en Sportwereldklassement"
te weten de knap gehonoreerde ereprijs “Zilveren Stuur" volkomen
veilig. Resumerend: een
koers, die het klassiekerseizoen 1966 op een schitterende wijze afsloot en
nogmaals bewees tot een van de allermooiste wedstrijden van ons land te
behoren. Voor de wielersport in het algemeen en voor de organisatie in het
bijzonder is het dan ook te hopen dat deze race over de lange adem behouden
blijft en zo mogelijk weer kan terugkeren naar zijn vroegere datum. Slechts
daarmede zou het vele, welhaast onbegonnen werk van Tempo-voorzitter Molenaar
en zijn naaste “staf", naar volle waarde worden beloond. Een dergelijke
wedstrijd mag eenvoudigweg de intentie van selectie niet missen, er wordt daarvoor
bij iedere uitgave een te mooie wielerhistorie geschreven! BRON: JAN
BALDER Amateurs: 1. Wim du Bois, Zuidzande, OMLOOP
VAN DE MAASVALLEI ( (11 juni).1966 ) Adspiranten: 1. Jacques Deckers , 2. Hein Schetters , 3. Ben
Kooken , Nieuwelingen: 1. Jan Krekels , 2. Karel Keijbeck , 3. Jan Spetgens
, Amateurs: 1. Piet de Wit , 2. Herman Hoogzaad , 3. Cees Stam , OMLOOP
VAN HET ZUIDEN (24 september).1966 Nieuwelingen: 1. Marinus Smallegange, 2. Hennie Kuiper, 3. Joop
Glas, OMLOOP VAN ZEEUWS-VLAANDEREN (17 september t/m 18 september).1966 Derde Omloop van Zeeusch-VIaanderen op naam van FRITS HOOGERHEIDE Ploegenklassement voor BREDA BIER De renners van Breda Bier hebben hun ploegleider Rini Roks op de tweede
dag van de Omloop van ZeeuwschVlaanderen een enorm succes bezorgd. Zowel in
ploegverband als individueel reikten zij naar de allerhoogste klasseringen,
hetgeen tot uitdrukking kwam door de volle winst in het dag- en algemeen
ploegenklassement en door de knappe eindzege van de jonge Frits Hoogerheide
uit Dubbeldam. De winnaar van de eerste dag, 's zaterdags toen de langste etappe werd
gereden, namelijk De eerste etappe - Amateurs: 1. W. du Bois, Dagploegenklassement: 1. Breda Bier; 2. Reisbureau Rouw; 3. Smiths
Chips-Acifit Accu. KLINKENDE SUCCESSEN Daags daarop - 's zondags - werd allereerst een ploegentijdrit
verreden en daarin stormde het team van Breda Bier naar een klinkend succes.
Tien seconden winst telde men op de formatie Verdegem Legrand en Smiths
Chips-Acifit Accu kwam zelfs 1 minuut en 2 seconden tekort. Waarschijnlijk
heeft dit de mannen van ploegleider Roks dermate geinspireerd, dat zij - het
duo Frits Hoogerheide Rini Huybregts - ook de nog te rijden wegrace OostburgOostburg
met meer dan overgrote belangstelling tegemoet zagen. Er waren in deze ,brok" weliswaar slechts Toen, in de buurt van Sluis dan ook de slag in volle hevigheid tot
ontwikkeling kwam en er veertien renners aan de leiding postvatten, zaten
Hoogerheide en Huybregts er bij. Zij waren daarmede attenter geweest dan Du
Bois, want hij werd met Pijnen, Rentmeester, Gerrits en anderen op meer dan
vier en een halve minuut gereden ... Het waren, met nog vele, vele kilometers voor de wielen, onder andere
Hoogerland, Vogelaar, Bravenboer, Prinsen, Kroonen, Deelen, Van Dongen,
Zoons, Huybregts en Hoogerheide en Du Bois ploegmaat Boode geweest die de
definitieve beslissing forceerden. Zij werden niet meer achterhaald en al
won Hoogerland met een strakke eindsprint deze tweede etappe, voor Frits
Hoogerheide betekende zijn „meegaan" met deze expresse een regelrechte
rit naar de eindzege. Amateurs: 1. R. Hoogerland, Amateurs
Eindklassement: Eindklassement
der ploegen: 1. Breda Bier 21.03.42; 2. Smiths Chips-Acifit Accu 21.18.01; 3.
Verdegem Legrand 21.18.21. De organisatie
van deze derde Omloop van Zeeuwsch Vlaanderen klopte als een bus. Ook de
belangstelling was ditmaal beduldend groter dan voorgaand jaar, zodat van
toenemende interesse voor dit tweedaage evenement, waaraan 65 renners
deelnemen, mag worden gewaagd. Een mooi stuk propaganda voor de wielersport! BRON:ADRIAAN
VERAART OMMEN
( (28 juli).1966 ) Nieuwelingen: 1. Wim Klinkenberg , 2. Harrie Homan , 3. Be Duit , ONSTWEDDE
( 8 oktober).1966 Amateurs: OOSTBURG (6 maart).1966 Amateurs: 1. Wim Du Bois, 2. Richard
Bukacki, 3. Rines Hoogerland, Nieuwelingen: 1. Charles De Smit, 2. Peter
Vonck, 3. Theo Schouwenaar, Adspiranten: 1. Cees Priem, 2. Toine van
de Bunder, 3. Peter Remijn OOSTBURG
(26 juni).1966 Nieuwelingen: 1. Cees Frijters, 2. Jan Kiviet, 3. Cees Koeken, Adspiranten: 1. Cees Priem, 2. Toine van de bUnder, 3. J. Merselaar, OOSTBURG
(18 september).1966 Nieuwelingen
1e serie: 1. Cees
Freijters, 2. Leon Schrauwen, 3. Gerard Plieger, Nieuwelingen
2e serie: 1. John van
Waes, 2. Guido Paridaen, 3. Marinus Smallegange, Nieuwelingen
finale: 1. Leon Schrauwen, 2. Gerrit
Plieger, 3. Arie Versluis, OOSTENDORP (22 mei).1966 Nieuwelingen: 1. J. Bakker (Zaandam), OOSTERHOUT (15 augustus).1966 Amateurs: 1. Roger Rosiers (Bel), 2.
Wim Emo, 3. Ad Russens, Nieuwelingen: 1. Gerrie Veldhuizen, 2.
Ferry Buermans, 3. P. Rovers, Adspiranten: 1.
Cees van de Meijden, 2. Peter Remijn, 3. Hennie van Rijswijk, OOSTERWOLDE
(11 april).1966 Amateurs: Nieuwelingen: 1 P. ten Klooster (Hasselt) Adspiranten: 1 P. Meyer (Apeldoorn) OOSTERWOLDE (28 mei).1966 Amateurs: 1. J. Serpenti; 2. H.
Tijhuis; 3. D. v. Wijhe; 4. J. van Dam; 5. J. Dickhof; 6. R. de Wilde; 7. Th.
Oudshoorn; Adspiranten: OOSTVOORNE.KAMPLAAN
(23 juli).1966 Amateurs: 1. E. Beugels (Sittard) Nieuwelingen: OPLOO (24 april).1966 Amateurs: 1. Dolman (Rotterdam), Nieuwelingen: 1. J. Jansen (Metrik), Adspiranten: 1. J. Schaap (Eindhoven), OPMEER
( (31 juli).1966 ) Nieuwelingen: 1. Be Duit , 2. J. Tol , Amateurs: 1. Theo Degeling , 2. Joop Zoetemelk , 3. Peter van
de Voort , OSS (15
mei).1966 Amateurs: 1 N. v. Venrooy (Heesch) Nieuwelingen: Dames: 1 K. Hage, (Sint Maartensdijk), OSSENDRECHT
(21 juni).1966 Amateurs: 1. Frank Ouwerkerk, 2. Jac de Goede OSSENDRECHT
(25 september).1966 Harrie Steevens eerste in Ossendrecht De jonge professional Harrie Steevens uit Elsloo heeft zijn eerste zege
tussen de beroepsrenners te pakken! In de sluitingsronde van Ossendrecht, een
sportief en vrij aantrekkelijk gebeuren, versloeg hij in de eindsprint zijn
mede-vluchtmakker Jos van der Vleuten zeer gemakkelijk. Ongeveer vijftig profs waren aan de start verschenen om in de plaats
van Jan Janssen (deze laatste was door contractuele verplichtingen elders
verhinderd) het zogenaamde sluitingscriterium van Ossendrecht te rijden.
Reeds in de tweede ronde toog Van der Vleuten op pad, later achtervolgd door
Nijdam, Harings en Steevens. Een aansluiting volgde, de winst werd opgevoerd
naar omstreeks een halve minuut en toen begon de “achterhoede" de ernst
van deze vlucht te begrijpen. Eerst probeerde Piet Braspennincx het en wat
later trachtte Bart Zoet eveneens op het voorplan te geraken, maar de vier
koplopers lieten zich niet meer verschalken. Zij waren onderling een
slijtage-slag begonnen welke met glans door Harrie Steevens werd gewonnen.
Hij beukte zo ongenadig door, dat Harings en Nijdam eraf moesten en
terugvielen in de jagende groep. Met nog slechts tien seconden(!) voorsprong
gingen Steevens en Van der Vleuten de laatste ronde in en al kon of wilde de
TeleVizier-Batavus-renner Van der Vleuten geen kopwerk meer doen, het deed
„de Witte" uit Elsloo allemaal niets. Hij stoomde door en won met
overtuiging. Beroepsrenners: 1. H.
Steevens (Elsloo) Amateurs: 1. Wim Bravenboer, 2. Rene Pijnen, 3. Leo Bogers, OUDE TONGE (9
juli).1966 Amateurs (100km
in 2.31.56): 1. Leo Duyndam (Honselersdijk); Nieuwelingen ( OUDELANDE
(16 juli).1966 Nieuwelingen: 1. J. Spetgens (Someren), Adspiranten: OUD-GASTEL (17 april).1966 Amateurs: 1. Johnny Brouwer, 2. Cees
van Dorst, 3. Leen Poortvliet, Nieuwelingen: 1. Wil Luppers, OUD-VOSSEMEER
( (30 juli).1966 ) Adspiranten: 1. Cees Priem , 2. Melle van de Meule , 3. J. de
Graaf , Amateurs: 1. Frits Hoogerheide , 2. Rinie Huijbrechts , 3.
Cees Rentmeester, PAPENDRECHT
(7 mei).1966 Amateurs ( Nieuwelingen: Adspiranten: 1. J. Schouten, 2. Hennie van Rijswijk, 3. J. van Bakel, PEIZE (8
mei).1966 Nieuwelingen le
groep: 1. W. Briggeman, Nieuwelingen 2e
groep: 1. J. Eggink, 2. D. Bathoorn, 3. H. Brand, 4. T.
Meijer, Adspiranten: 1. D. van der Sluis, 2. H. Kruims, PHILIPPINE
(18 juli).1966 Nieuwelingen: 1. Jan Kiviet, 2. Arie van de Enden, 3. J. Ooms, Adspiranten: 1. Cees Priem, 2. --- PIJNACKER (14 juli).1966 Amateurs: 1. Leen Poortvliet,
Herkingen; 2. Hennie Schouten, Badhoevendorp; 3. Siep van Dongen,
Middelharnis; 4. Joop Zoetemelk, Rijpwetering; 5. Gijs van Noord, Den Haag; Nieuwelingen: 1. Koos van de Knaap, De
Kwakel; POELDIJK (22
juni).1966 Amateurs: 1. Harrie van Pierre, 2. Sjef van de Burg, 3. Johnny Brouwer, PRINSENBEEK
(17 juli).1966 Amateurs: 1. Rudie Liebrechts, 2. Pierre Pellenaars, 3. Leo Duyndam, Nieuwelingen: 1. Ferry Buermans, 2. Adrie Coppens, 3. Peter Oerlemans, Adspiranten: 1. Cees Priem, PUIFLIJK (22 mei).1966 Amateurs: Nieuwelingen: 1. H. Tibben (Amsterdam), PURMEREND
(8 juli).1966 Amateurs: 1. Harm Ottenbros, 2. Joop Zoetemelk, 3. Rudi Liebrechts. PUTTE (1 mei).1966 Amateurs: 1. R. Pijnen; 2. H. Luchies; PUTTERSHOEK
(21 mei).1966 Amateurs ( Nieuwelingen ( Dames ( Adspiranten: 1. Cees Priem, 2. Hans Koot,
3. H. Rietkerken, RAALTE (20 maart).1966 Amateurs: 1. H. van Piere, 2. J.
Hesse, 3. E. Kroon, RAAMSDONKSVEER (19 mei).1966 Amateurs: Nieuwelingen: 1. Jan Bakker, Adspiranten: 1. Hans Koot, 2. J. Cirkel,
3. Peter Godde, RAAMSDONKVEER
(14 augustus).1966 Amateurs ( Nieuwelingen ( Adspiranten: 1. J. Rijvos, 2. Peter Nijssen, 3. Melle van de Meule, RAVENSTEIN
( (7 augustus).1966 ) Amateurs: 1. Johnny Meijer , 2. Melle Jongkind , 3. Peter van
de Donk , Nieuwelingen: 1. Piet van Katwijk , 2. Jan krekels , 3. Cees van
de Pol , Adspiranten: 1. Jacques Deckers , 2. Ben Kooken , 3. Janus van
Tol , REUSEL (30 mei).1966 Amateurs: 1. H. Benjamins; 2. T.
Gruyters; Nieuwelingen: 1. J. Jansen; RHOON (16 april).1966 Amateurs ( Nieuwelingen ( RIED/66
(4 september).1966 Adspiranten: 1. Dick van de Sluis, 2. Jos Kieftenburg, 3. Gerrit
Hoekstra, Amateurs: 1. Joop Zoetemelk, 2. Popke Oosterhof, 3. Henk
Hoekstra, RIJEN.LEREN
ZOOL (22 mei).1966 JAN JANSSEN
schoeide 'Leren Zool' te Rijen naar zijn leest Hoe snel een in
zeer goede forme zijnde renner vermag te herstellen na ernstige
vermoeienissen demonstreerde Jan Janssen afgelopen zondag in de profronde van
Rijen. Daags voordien had hij in Nootdorp gereden en ofschoon de goede wil
ook daar zeker aanwezig was, wist hij er voor „eigen" publiek niet veel
van terecht te brengen. In Rijen wilde hij echter revanche nemen, want onder
geen enkele voorwaarde wilde de klasseman uit Ossendrecht de indruk wekken
dat hij de Nederlandse klusjes maar als “zo, zo" opnam en eigenlilk
alleen maar kwam op zijn gezicht te laten zien. Nee, hij wilde waar voor het
door de organisatie aan hem betaalde geld geven en daarom schoeide hij deze .
„Leren Zool" volledig naar zijn leest, reed een formidabele koers en
bracht het stuk met klank en verve naar voren. Er waren in
Rijen, waar circa tienduizend toeschouwers de strijd gadesloegen, precies 36
ronden oftewel ALLEEN WEG De strijd om de
eindzege hield voor velen een verrassing in, want de snelle spurter Janssen,
die in deze kunst voor niemand opzij behoeft te gaan, wilde het enthousiaste
publiek tot volle vervoering brengen. Daarom knalde hij in de laatste ronde
zo onwaarschijnlijk hard bij Schuuring, Pieterse en Geldermans, vandaan, dat
geen van hen de man uit Ossendrecht kon volgen. Alleen ging hij op pad naar
de net tevoren ontsnapte Belg Monty, kwam met iedere pedaalslag dichter bij
hem, vloog met een allerlaatste krachtsinspanning langs deze heen en
behaalde aldus een overwinning die niet beter bij het publiek had kunnen
inslaan. Ook Schuuring en Geldermans passeerden de onthutste Belg nog en
daarmede was het Nederlandse succes in „eigen huis" compleet. Beroepsrenners: 1. Jan Janssen, Ossendrecht, 12+ Nieuwelingen: 1. Marcel pennings, RIJSSEN
( (18 juni).1966 ) Amateurs: 1. Henk Nieuwkamp , 2. Fred Nuemeijer , 3. Johan
Pluimers , RIJSWIJK/66
( (4 juni).1966 ) Adspiranten: 1. H. Rietkerken , Nieuwelingen: ROLDE (8
juli).1966 Amateurs: 1. Jan Bols, 2. Anne Koster, 3. Henk Benjamins, RONDE DOOR HET LAND VAN BARTJE (30 juli).1966 MARCEL PENNINGS GLORIEERDE DOOR „LAND VAN BARTJE" De Ronde „Door het Land van Bartje" is afgelopen zaterdag onder
zeer slechte weersomstandigheden verreden. Van de 160 renners bleven er
slechts vijftig in de strijd. Reeds in bet begin viel het peloton in twee
groepen uiteen, namelijk op de weg van Grolle naar Rolde. Toen nabij Gasselte
een groep van negen man zich losmaakte, leek aanvankelijk dat de strijd
beslist was. Maar van deze negen man, sprongen Pennings, Van der Knaap,
Spetgens en Wassenburg weg, achtervolgd door Bathoorn, Van Doorn, Hulsebosch,
Van Velsen en Brand. Het leek er even op dat deze negen renners weer bij elkaar
zouden komen, maar de vluchters lieten zich niet verrassen. Marcel Pennings
uit Nieuw-Vennep ging als eerste over de streep voor K. van der Knaap uit De
Kwakel. Nieuwelingen: RONDE OM DE HAARLEMMERMEER (7 mei).1966 Veertiende Ronde om de Haarlemmermeer werd in slotfase
een boeiend wielergevecht Glasharde
eindstoot van winnaar
FRANS VAN DE RUIT niet meer te pareren Glashard was de eindstoot, waarmede de 20-jarige Amsterdamse stucadoor
Frans van de Ruit (25-3-1946) zich op drie kilometer voor de finish van de
veertiende Ronde om de Haarlemmermeer van zijn zes andere mede-koplopers
ontdeed en subliem was zijn daaropvolgende formidabele pace naar de
eindstreep. Zo kan men het beste de prachtige overwinning van de jeugdige Smith's
Chips-Acifit Accu's-renner Van de Ruit analyseren welke hij behaalde in de
ook nu weer met zoveel moeite tot stand gebrachte klassieke wegwedstrijd van
de Halfwegse Sportclub De Bataaf. Met initiatiefnemer Henk van de Brink,
diens clubmakker Hans Eckelboom, de tomeloze Daan Holst en sterke Rudi
Liebrechts, gewiekste Cor Leunis en “klasseman" Jan Harings was hij na
veel “gewirwar" eindelijk aan de leiding gekomen. Ook toen tempobeul
Nol Kloosterman - die er eveneens “bij" zat - door een jammerlijke lekke
band werd teruggeslagen, kon een felachtervolgend peloton met onder andere
Steevens, Koel, Hesen, Van Rooy, Pellenaars, Bregman, Pijnen, Rijkers en Van
de Winden geen wijziging meer in de stand aanbrengen. De wagen vooraan was
reeds te snel op gang! Hoe de strijd op het totaal gewijzigde parcours langs de Ringvaart op
de straatsteentjes (door grote stukken bitumenweg veel van de
oorspronkelijke hardheid" verloren) en over de kaarsrechte, veelal open
polderwegen verliep tijdens deze koers over EERSTE OMLOOP Ruim tachtig amateurs, onder wie ondanks de „concurrentie" van de
Ronde van Overijssel toch nog vele gerenommeerden, vertrokken op
zaterdagmorgen 7 mei om precies tien uur voor een gevecht, dat door de
aanwakkerende wind en dreigende regen - kwam na het eerste koersuur ook los -
extra zwaar werd. Peugeot-renner Cees Stam reed al direct plat en op de
Nieuwe Meerdijk, waar een bar slecht geparkeerde melkwagen door een harde
rukwind een zeildoek verloor kwamen Frits Rabe, Henk Kouwenoord en Ton Bos
(de laatste nogal ernstig) ten val. De Engelsman Lesley West verloor daardoor
het contact met de voortrazende hoofdmacht, die op weg naar Rozenburg een
felle jacht deed ontbranden op de Beverwijker Cees van de Borre en de Amsterdammer
Bas Wijdenes. Op de Sloterweg werd dit tweetal weer teruggehaald en het was
ook op deze landelijke weg, dat de sterke Dirk Bronger uit Sint Anna Parochie
moest lossen. Door Vijfhuizen heen, in welke plaats oud-stayerkampioen der amateurs
Henk Buis zo gewetensvol de richting aangaf, wipten Richard van Smirren en de
onvermoeibare Daan Holst weg. Meer dan honderd meter kregen zij niet en zo
kon men zonder de lek gereden hebbende Cock van der Hulst beginners aan de: TWEEDE OMLOOP De strijd begon toch levendiger te worden, want voorin was het
“vuurwerk" niet van de lucht. In Rozenburg (na ongeveer Op de dijk naar Zwanenburg kwam de Hagenaar Jaak Broomans met een
lekke tube te staan en vooraan, zo meldde het onmisbare „leitje" van
“verklikker" Jan van Straten, gingen acht renners, te weten,
Cees van de Borre, Martin van Boheemen, Anton Rijkers, Aldert Jongkind, Bas
Wijdenes-, Frans van de Ruit (ook toen al present), Daan Holst en Gerard Koel
aan de leiding. Favoriet Harrie Steevens trok daarop eens een paar maal zijn
“trekregister" open en dat kostte in de achtervolgende groep het
loslaten van Pietje Leunis en Jan Jonker, alsmede van de nog steeds maar zijn
beloften niet inlossende Halfwegger Jan Buis. Zij waren „gezien" voor
de: DERDE OMLOOP In de kopgroep had de jonge Ton Mayenburg uit Wilnis de plaats
ingenomen van de uitgebluste Van Boheemen, maar zijn aanwezigheid impliceerde
geenszins dat daarmede de voorsprong van de acht moedigen verzekerd bleef.
Neen, in geen geval, want op de Nieuwe Meerdijk wist een omvangrijke groep
zich eveneens op de eerste rij te nestelen. Het was ook hier dat Leo Duyndam zijn eerste lekke band kreeg te
verwerken en zo magnifiek terugkwam. Helaas zou de tuinderszoon uit
Honselersdijk, aan wiens wieg naast de rijke gaven uitdelende wielerfee ook
bepaald ongeluksgodin Ate heeft gestaan, nog tweemaal een nieuw wiel moeten
“steken". De laatste maal kwam dat op een zeer ongunstig wedstrijdmoment,
juist toen de strijd in de beslissende fase kwam en zodoende heeft hij,
evenals de door hetzelfde hiaat getergde Nol Kloosterman, geen rol van grote
betekenis meer kunnen spelen. De kleine Piet Bregman uit Benthuizen
daarentegen kon na die eerste lekke band van Duyndam precies zo'n kunstwerk
te voorschijn toveren toen ook hij van de fiets moest. In een strakke pace
kwam hij zo voordelig mogelijk sturend tussen de volgauto's door weer bij.
Ja, ja, „den Piet" bezit het ,,gogme" van de doorgewinterde
coureur; een bezit, waarmede slechts de „echten" zijn bedeeld. Rudi Liebrechts en Jan Harings gingen op de Oude Meerweg naar
Rozenburg nu eens samen in de aanval en toen zij op de Diogonaalweg naar de
Vijfhuizerweg door de anderen werden teruggehaald, liet de frele Beverwijker
Ge van de Winden zich ook eens in het „vizier" bewonderen. Toch was ook
dat niet de ware slag, want voorbij Vijfhuizen, gaf de Oldebroeker Henk van
de Brink pas het sein tot de definitieve aanval. Hij bracht de wagon op
gang, die ook in de VIERDE EN LAATSTE OMLOOP niet meer was af te remmen. In allerijl hadden Rudi Liebrechts (stond
op deze dag meer dan „scherp") en Nol Kloosterman zich bij Van die
Brink gevoegd en vanuit de achterhoede kwamen Mayenburg (moest er aan het einde
af), Harings, Holst, Van de Ruit, Eckelboom en Leunis nog over en daarmede
was de loopplank binnengetrokken. Vol stoom raasde dit negental door en al
moest in Badhoevedorp de Leidenaar Kloosterman zijn makkers node laten gaan
en verloren zij daardoor een belangrijke trekkracht, toch bleef dit zevental
uit het schootsveld van de fel-achtervolgende jagers. Maar al te graag hadden
Steevens, Hesen, Pellenaars en anderen de zaak weer recht getrokken, doch
even graag lieten de zo op winst beluste mannen vooraan zich niet meer
verschalken. Eendrachtig samenwerkend, maar vooral onder impels van de
temperamentvolle Holst, bleven zij weg en toen bij het indraaien van de
Sloterweg - op dit hoekje stond het KNWU-Hoofdbestuurslid Mr. G. C. van der
Willigen, oud-burgemeester van Haarlemmermeer en thans als zodanig
geinstalleerd in Leiden, het schouwspel gade te slaan - de stand eens werd
bekeken, werd het duidelijk dat dit de onvoorwaardelijke beslissing was. Zij
zouden het onderling gaan “uitknobbelen", hetzij in een gezamenlijke
eindsprint, hetzij in een demarrage onderweg. Het werd het laatste aspect,
want op de Vijfhuizerdijk, dicht in de buurt van Fort de Lie, plaatste Frans
van de Ruit zijn keiharde eindstoot en snelde aldus naar een schitterende
zege. Een zege, welke wij in de aanhef van deze nabeschouwing over de weer
als vanouds prefect georganiseerde Ronde van de Haarlemmermeer reeds nader
omschreven. BRON:JAN BALDER Amateurs: Schiphol-Trofee: 1. T & WC Maastricht Ploegenklassement: 1. Amstel Bier 1' RONDE OM HET IJSSELMEER ( 15 september t/m 17 september).1966 Driedaagse Ronde om het
IJsselmeer bevestigde “komst"
van wegrenner TIEMEN GROEN
Dominerend optreden van ploeg Cycles Jabo De driedaagse
Ronde om het IJsselmeer, ditmaal in organisatorische handen van ASC De
Germaan-voorzitter Joop van Hal, is weer verreden. Deze wegrace, in opzet en
uitvoering nogal beconcurreerd door een “overlappende" Omloop van
Zeeuwsch-Vlaanderen (een omstandigheid waarmede geen van beide wedstrijden
gediend is en welke door de KNWU in de toekomst moet worden “omzeild";
indien mogelijk!) heeft zich desondanks een bijzonder fris en levendig
gezicht laten aanmeten. Het wat (te) iele
rennersveld toonde zich uitermate strijdlustig en waar het directe
wapengekletter niet viel te beluisteren, daar deed het tomeloze tempo
indirect dezelfde uitwerking veroorzaken. Als
eindtriomfator kwam drievoudig amateur-wereldkampioen der achtervolgers
Tiemen Groen op het hoogste “plankie". Hij ontnam in een schitterend
gereden tijdrit de mogelijke illusies aan rivaal Harrie Steevens. Tot en met
het eerste deel van de derde en laatste dag had deze de leiding behouden,
maar die desondanks geen voorsprong bezat op de Friese temporijder. Het
heroische gevecht, slechts over twee kilometer gaande, besliste met liefst
acht seconden verschil in het voordeel van Groen en daarmede kwam de eindzege
definitief bij de man terecht, die door kunde en macht, sterke
klasseringen op de voorgaande dagen bezig is ook op de weg tot een der
sterksten - allersterksten - uit te groeidn. Misschien heeft
Tiemen Groen een langere aanloopperiode nodig gehad, den wij allen hem in het
begin van zijn wielercarriere (de adspiranten- en nieuwelingentijd) hebben
toebedacht. We zijn wellicht weleens te haastig in ons oordeel geweest, we
geloofden niet meer in hem; vooral niet na zijn min of meer stuntelige
optreden in diverse klassieke wegwedstrijden. Natuurlijk, de Fries wist bij
tijd en wijle zijn „criteriumpje" te winnen, maar tot werkelijke, met de
pur sang wegrenner vereenzelvigde, daden in koersen over de lange adem zagen
wij hem nooit komen. Nu is dat allemaal echter anders, ook Tiemen Groen heeft
zich als een “gezagdragend" iemand ontwikkeld, hij flitst en vlamt
tussen de wielen evenzeer als zijn felste concurrenten en weet de zaken zo
naar zijn gedragslijn te stellen, dat de winst hem niet of bijna niet meer
ken ontgaan. In de jongste, zo goed geslaagde Ronde om het IJsselmeer, heeft
hij dat overduidelijk aangetoond! Hoe, dat ontlene men aan het onderstaande: EERSTE ETAPPE Nadat
wedstrijdleider Joep Voots - deed het als invaller voor de door minder
prettige familiaire oorzaken verhinderde Stef van de Berghe overigens maar
voortreffelijk - de vlag had ingetrokken, konden de 45 renners in Weesp
aanzetten om de reis naar het verre Sneek te gaan volbrengen. Het werd een
koers die menigeen zal heugen, want alle mogelijke weerselementen (harde
windvlagen vergezeld van tomeloze stortbuien) deden de Al gauw na de
start was een groepje bij elkaar gekomen, dat eerst aan de streep in Sneek
werd terug gezien. Onder impuls van Harrie Steevens, Tiemen Groen, Hennie
Schouten, Peter Heijnig en Harm Ottenbros kwamen ook Rink Cornelisse, Fedor
den Hertog, Joop Zoetemelk en Frits Kooy aan de leiding. Deze kopgroep
groeide uit tot de achttien renners en al moest Kooy wegens “panne" de
anderen helaas laten gaan, de overigen voelden dit niet direct als een zwaar
verlies. Zij bleven aan het jagen naar de winst, stormden de Afsluitdijk
over naar het Friese land en gingen toen een onderling gevecht aan, dat negen
man voorop bracht. Groen, Steevens, Schouten, Heijnig, Ottenbros, Jansen, Den
Hertog, Cornelisse en Zoetemelk hadden de kaarten geschud, maar het bleek
slechts een voor-uitgifte. De twee “grootsten" - Groen en Steevens -
begonnen een serie afmattende demarrages te plaatsen, stoten, welke door
routine Ottenbros en prettig verrassende Zoetemelk met kunde en inzicht
werden gepareerd of overgenomen. Het was dan ook Peugeot-man Harm Ottenbros,
die de eindfase inluidde. In een der laatste bochten knalde hij weg, maar
Steevens pakte hem ogenblikkelijk terug, inspireerde Groen en Zoetemelk en
daaraan ging Alkmaarse Harm kansloos ten onder. Een allesvergende eindspurt bracht de zege aan Harrie Steevens en
Tiemen Groen, met de kleine Zoetemelk bij hem aan het wiel, eiste netjes - in
dezelfde tijd - de tweede plaats voor zich op. Ronde-miss Ria Verda kon daarmede de eerste leider van de Ronde om het
IJsselmeer 1966 een warm eerbetoon bereiden, ze deed het met charme, wetende
dat Harrie Steevens, die in deze wedstrijd zijn laatste amateur-status
voerde, het nog wel eens moeilijk kon krijgen in de komende ritten. TWEEDE ETAPPE Een koers van Nadat Harm Ottenbros in Emmeloord de premie had geind voor Hans
Eckelboom, toog deze laatste gelijk op pad. Hij kreeg Roel Snijder, Dicky
Zeeman, Peter Heijnig en Hennie Schouten alsmede zijn clubgenoot Fedor den
Hertog mee. De reis was tenslotte naar de “eigen" streek en daarom begeerden
beide IJsselstreek-renners een zeer goede uitslag. De voorsprong steeg tot
plus-minus een minuut en deze winst bleef schommelen tot ongeveer tien
kilometer voor de aankomst. Het had een sensationeel iets kunnen worden, want
zowel Den Hertog (Militaire Ploeg) als de twee Amstel Bier-rijders Heijnig
en Schouten stonden op dat moment op de nominatie om de leidersplaats op
Steevens te veroveren. Maar zover liet de ,afscheid" vierende Elslooer
het niet komen. Hij stormde naar voren, werd in zijn opmars gesteund door de
“ontwaakte" Tiemen Groen en samen trokken en streken zij alle plooien
weer glad. Bovendien deden Schouten en Heijnig weinig of niets in de kop en
ook Eckelboom wist dat hij zijn kopman Steevens niet mocht onttronen; al het
zware werk kwam dus voor rekening van Den Hertog, die als laatste
“bijgekomene" toch al zoveel had moeten doen.... Het vloeide dus weer samen tot een “pak" en op de Harderwijkse
strandboulevard moest een massa-spurt uitmaken wie zich als eerste van deze
snelle tocht mocht aandienen. Het werd Harrie Jansen, die voor zijn
ploegmakker Jan Serpenti (gaf daags daarna op wegens griep) en Wim Emo de
finishlijn passeerde. DERDE ETAPPE De thuisreis naar Weesp zou misschien nog een denderende ontknoping in
petto houden. Zou Steevens zich in deze „overbrugging" van Het werd dan ook een levendige rit, waarin diverse grote en kleine
vluchten konden worden waargenomen. Ze werden ondernomen of alleen of „en
masse" en kwamen te boek van Fred van Lachterop (bijzonder actief), Harm
Ottenbros, Roel Snijder, Ton van der Valk, Cor Groenewegen, Fedor den Hertog
en Cor Leunis. Betere kansen verkreeg het trio Van Lachterop, Zeeman en Kooy,
dat in de buurt van Bunschoten (na circa DE TIJDRIT Was het een
voorgevoel geweest of wilde organisator Joop van Hal perse iets nieuws aan
zijn Ronde van het IJsselmeer toevoegen, toen hij reeds bij de planning van
deze driedaagse etappewedstrijd een tijdrit over In ieder geval
heeft de man, die bergen werk voor dit opnieuw geslaagde wielerfestijn heeft
verzet, er een uiterst gelukkige greep mee gegaan. De strijd om de absolute
hegemonie groeide daarin naar de climax, gadegeslagen door vele bezoekers en
meebeleefd door allen. Ritwinnaar Jan
van Katwijk was de eerste die met een knappe “richttijd" uit de bus
kwam, hij noteerde 3 minuten en 4 seconden. Het gros kwam beduidend boven
deze tijd, maar toen Fedor-den Hertog aan de start kwam, wist men
dat er mogelijk een nog snellere tijd in de lucht hing. De
oud-Harderwijker kwam tot 3.02, maar een op reed Den Hertog
opnieuw en noteerde toen precies drie minuten. Gestart in series
van twee was het voor Steevens, tot dan toe leider in het algemeen
klassement, een zware gang tegen Groen. Hij wist dat slechts met “alles of
niets" mogelijk aan de op handen zijnde nederlaag was te ontkomen. Het
mocht niet baten, want al was hij met 2.58 even snel als Jansen, de acht
seconden verlies verduidelijkten tevens met welk een enorme inzet Tiemen
Groen aan deze laatste “klus" was begonnen. Daarmede viel het
doek van de Ronde om hat IJsselmeer 1966. Een wedstrijd, die door het deels
samenvallen met de Omloop van Zeeuwsch-Vlaanderen veel van zijn belangrijkheid
verloor, maar daaraan niet stuk is gegaan. Integendeel, deze driedaagse
kenmerkte zich door felle strijd, een hoog tempo en prettige,
kameraadschappelijk sportiviteit. Bovendien deed zich de “komst" van
wegrenner Tiemen Groen bevestigen en viel het dominerende optreden van de
jonge Cycles Jabo-formatie wel heel bijzonder op. De jonge Joop Zoetemelk uit
Rijpwetering (geboren 3-12-1946) belooft wat voor de toekomst evenals zijn
makkers Guus Zantingh, Roel Snijder, Melle Jongkind en Ton van der Valk. Ze
hebben „het", zijn ongeschonden uit deze etappe-wedstrijd gekomen, maar
rijden echter nog weleens teveel „op de force". Als zij het volgend
seizoen meer klassieke wegwedstrijden willen gaan rijden, moeten zij zich
daarvoor waken; des te langer en des te beter zal hun aanwezigheid in deze
geheel andere middens te bemerken zijn. WEESP-SNEEK 168
km: 1. H. Steevens (Amstel Bier) 4.00.59; 2. T. Groen (Peugeot-Michelin)
z.t.; 3. J. Zoetemelk (Cycles Jabo) 4.01.02; 4. H. Jansen (Peugeot-Michelin)
4.01.27; 5. H. Schouten (Amstel Bier); 6. P. Heijnig (Amstel Bier); DAGPLOEGENKLASSEMENT:
1. Amstel Bier 12.03.53; 2. Peugeot-Michelin 12.04.53; 3. Cycles Jabo
12.11.55. SNEEK-HARDERWIJK
117 km: 1. H. Jansen (Peugeot-Michelin) 2.35.14; 2. J. Serpenti
(Peugeot-Michelin); 3. W. Emo (CO-OP Nederland); 4. J. van Katwijk (Mil. Ploeg);
5. H. Steevens (Amstel Bier); 6. T. Groan (Peugeot-Michelin); 7. H. Ottenbros
(Peugeot-Michelin); 8. R. Jonker (Fa. Duikelman); DAGPLOEGENKLASSEMENT:
1. Peugeot-Michelin 7.45.42; 2. Amstel Bier z.t.; 3. Cycles Jabo z.t. HARDERWIJK-WEESP
97 km: 1. J. van Katwijk (Mil. Ploeg) 2.13.34; 2. H. Ottenbros
(Peugeot-Michelin); 3. H. Jansen (Peugeot-Michelin); DAGPLOEGENKLASSEMENT:
1. Peugeot-Michelin 6.40.42; 2. Amstel Bier z.t.; 3. Militaire Ploeg z.t. EINDKLASSEMENT
DER PLOEGEN: 1. Amstel Bier 26.30.17; 2. Peugeot-Michelin 26.31.17; 3. Cycles
Jabo 26.38.19; 4. Militaire Ploeg 26.45.55; 5. Vezet Zuurkool 26.54.12; 6.
CO-OP Nederland 26.55.06; 7. Fa. Duikelman 27.20.45. TIJDRIT WEESP
CIRCUIT 2200 meter: 1. T. Groen 2.50; 2./3. H. Steevens an H. Jansen 2.58; INDIVIDUEEL
EINDKLASSEMENT: 1. T. Groen 8.52.37; 2. H. Steevens 8.52.45; 3.
J. Zoetemelk 8.52.53; 4. H. Jansen 8.53.13; RONDE VAN BRABANT (8 oktober t/m 9 oktober).1966 Woensdrechter RENE PIJNEN doorkruiste 't Brabants land het snelst Rommelig verloop en massale valpartij ontsierden beslist interessante
koers Ook dit jaar heeft men - na veel “stormen" - de tweedaagse Ronde
van Brabant weer kunnen laten verrijden. Al was de wedstrijddatum ditmaal wel
heel erg laat in bet seizoen, een en ander een gevolg van het niet
verstrekken van de benodigde papieren en vergunningen voor een vroeger
tijdstip, en al kleefden er aan de organisatie en uitvoering van dit amateurwielergebeuren
weer diverse foutjes, toch is het in sportief opzicht zeker weer een
geslaagd festijn geworden. Als eindwinnaar kwam de sterke Woensdrechtse
West-Brabander Rene Pijjnen op het ere-podium en dat was eigenlijk geen
verrassing, want wat deze 19-jarige boerenzoon in beide etappes heeft laten
zien, getuigt zonder weer van grote klasse. Nagenoeg alleen wist hij de felle
uitvallen van diverse belagers het hoofd te bieden. Belagers die naar de
namen van bijvoorbeeld John Schepers, Frits Hoogerheide en Joop
Zoetemelk luisterden, knapen van een nieuwe “liefhebbers"-generatie, die
de mannen van morgen en overmorgen zullen zijn. De eerste etappe bestond uit twee gedeelten. De autoriteiten in Den
Bosch gaven - overigens zeer terecht, want deze stad is veel te groot om een
uit elkaar liggend rennerslint te laten passeren zonder dat het verkeer wordt
lamgelegd - geen toestemming om
“vliegend" door te komen. Daarom was er een tussentijdse aankomst
gecreeerd te Sint Michelsgestel, waarna, na een half uur „rust",
geneutraliseerd door de Brabantse hoofdstad werd getrokken en men buiten
deze stad het vertreksein kon gaven voor de rit naar Tilburg. Met inachtneming
van de tijdsverschillen in het eerste gedeelte maakte men in deze stad het
klassement op, tellend voor een etappe. Helemaal af was de aankomst in de wolstad niet. Zo mankeerde er een
spandoek, werden de renners middels wegaanduidingen niet geattendeerd op de
naderende finish, werd het werk van de jury bemoeilijkt door onvoldoende
accommodatie voor het opnemen der nummers en was er ook geen afrastering
geplaatst om het publiek op veilige afstand te houden. Bovendien bleek geen
politie aanwezig om de zaak in handen te houden. VERLOOP EERSTE RIT Het eerste gedeelte naar Sint Michelsgestel verliep vrij vlak. Tien
kilometer voor de aankomst waagden Ton van der Valk, Wim Deenen, Matje
Gerrits, Piet Legierse, Piet Deenen en Peter Heijnig een uitval en toen dit
zestal een winst van 45 seconden wilt te veroveren, geleek het erop dat de
slag gevallen was. De Belg Paul in 't Ven, tot en met “roerig" in het
peloton, haalde de vluchters echter in, bracht met zijn demarrage de boel op
gang in de achterhoede, maar wilt zelf toch met dertien seconden voorsprong
te arriveren. De rest kwam in vrijwel gesloten formatie over de finishlijn. In het tweede gedeelte van deze eerste etappe trachtten de Belgen de
koers volledig te controleren. Men wilde perse de leiderspositie van In 't
Ven verdedigen en persoonlijk deed hij ook daar het zijne toe. Zo haalde hij
Frits Hoogerheide terug, die in een ommezien tot twee minuten voordeel was
gekomen. Wellicht had de Belg er toen verstandiger aan gedaan ook zjjn medewerking
te verlenen -- de balans had den misschien definitief in zijn voordeel
kunnen overslaan -, maar hij remde af en zo smolt de zaak weer aaneen.
Niemand dacht nog aan ontsnappen, uitgezonderd de Woensdrechter Rene Pjjnen.
Ongeveer tien kilometer voor Tilburg “vloog" hjj weg, vlamde door de
bochtige straatjes van de aankomstplaats en verzamelde 26 kostbare seconden.
Volkomen fris ging hij over de rommelige aankomststreep en mocht uit handen
van “Oude Glorie" Jan Pijnenburg de bloemen in ontvangst nemen. VERLOOP TWEEDE RIT De tweede etappe van Tilburg naar Rucphen begon in een druilerige
motregen en kende een parcours dat over vele “kinderkopjes" en
“steentjes" voerde. Alles wees er op dat het zwaar zou gaan worden, maar
de huidige generatie amateurs deinst daar niet meer voor terug. Onmiddellijk
na de start togen Bert Broere, Wim Prinsen en Bob Kroonen op pad, zij
vergaarden omstreeks veertig seconden, maar werkelijk echt gevaarlijk werd
het toen ook Joop Zoetemelk en Rink Cornelisse mede vooraan kwamen.
Klassementsaanvoerder Rene Pijnen moest daarop zijn “hulptroepen" wel in
he4t geweer laten komen om de opgelopen schade zoveel mogelijk te beperken.
Als secondant nam hij de Zeeuw Rinus Hoogerland mee en toen was het met de
uitstap van de vijf renners vlug gebeurd. Buiten Zevenbergen, waar de wegen door slik en ander vuil van
bietenwagens verraderlijk glad waren geworden, deed zich helaas eon massale
valpartij voor, waarvan Hoogerheide, Hoogerland, Cornelisse, Kroonen en vele
anderen het slachtoffer worden. Zij het met wat minder aanvalsdrift, konden
zij gelukkig de strijd voortzetten. Minder gelukkig was evenwel Piet Deenen;
de olijke Vlijmenaar kwam in een moddersloot terecht, maar al was hij totaal
onherkenbaar, toch zette hij dapper de strijd voort. De comingman uit Rijpwetering, Joop Zoetemelk, was in deze
„slachting" als een van de weinigen overeind gebleven en gebruik makend
van de situatie, nam hij de benen en telde in Oudenbosch liefst anderhalve
minuut voorsprong. Wederom kwam Rene Pijnen tot actie; Frits Hoogerheide (een
bijzonder goede coureur!) en John Schepers sloten zich bij hem aan en
gedrieen gingen zij op zoek naar de uitloper. Ook Gerrits, Van den Donck,
Wouters en de kleine Siepke van Dongen formeerden een “patrouille" en
tegen deze gebundelde krachten moest Zoetemelk uiteindelijk het loodje
leggen. Voorbij Steenbergen was het zover en kon het spel van opnieuw
“aangaan" wederom beginnen. Het was Frits Hoogerheide, de oer-sterke renner uit Dubbeldam, die de
knuppel in hot hoenderhok gooide. Hij “spoot" weg, maar de attente Rene
Pijnen en John Schepers waren ook ter plaatse en zo moesten zij als drietal
gaan uitmaken wie de mooiste klasseringen van deze etappe zouden opeisen. De
snelste man, Pijnen, reed in de laatste kilometer echter lek en verdedigde op
een lekke band zijn positie met de moed der wanhoop, want als er een te grote
achterstand zou ontstaan, glipte de eindoverwinning hem alsnog uit handen. Na een onregelmatige eindsprint, waarin Hoogerheide al of niet
moedwillig een overtreding beging tegen Schepers, werd de ritzege toegekend
aan deze laatste. Voor Pijnen was dit allemaal niet meer zo belangrijk, hij
had de eindzege binnen en dat was voor hem uiteindelijk het
allerbelangrijkste. Buiten de minder geslaagde aspecten, welke zich in deze Ronde van
Brabant voordeden, mag doze tweedaagse etappe-koers toch wel succesvol
genoemd worden. De strijd kende vele sportieve hoogtepunten en dat was,
gezien de late wedstrijddata, toch wel een gezichtspunt hetwelk met
welgevallen word bekeken. Etten-Tilburg ( Tilburg-Rucphen ( Eindstand: 1. Rene Pijnen, Woensdrecht, 7.22.39; 2. John Schepers,
Stein, 7.23.00; 3. Frits Hoogerheide, Dubbeldam, 7.23.00; 4. Jo van Seggelen,
Budel-Schoot, 7.23.53; 5, Joop Zoetemelk, Rijpwetering, ZA.; 6. Peter van den
Donck, Rosmalen, &t.; 7. Chris Pepels, Stein, 7.24.08; 8. Matie Gerrits,
Oploo; 9. Karel Wouters, Baarle-Hertog; 10. Piet Legierse, Den Bommel; 11.
Frans Mintjes, Belgig; 12. Ad van Overveld, Zegge; 13. Adrie van der As, Den
Dungen; 14. Marinus Hoogerland, Kapelle; 15. Henri Schoofs, Bladel; 16. Piet
Deenen, Vlbmen; 17. Siepke van Dongen, Middelharnis; 18. Eddy Beugels,
Sittard; 19. Chris Broekmans, Breda; 20. Andr6 de Wael, Belgid (allen zelfde
t(jd als Pepels); 21. Cor Diepstraten, Gilze, 7.25.35; 22. Harry Vogelaar,
Rotterdam, 7.25.37; 23. Willy Bellemans, Belgie, z.t. ; 24. Cyrille de Raedt,
Belgili, &t.; 25. Gerard van Hemert, Hank, z.t. Ploegenklassement: 1.
Smiths Chips-Acifit Accu; 2. Brabants Nieuwsblad; 3. Kalmi. RONDE VAN
DRENTHE (28 mei).1966 Verrassend sterke
PIET TESSELAAR
greep de zege in 5e Ronde van Drente FRED VAN
LACHTEROP strijdlustigste renner De vijfde Ronde
van Drente heeft een verrassend sterke winnaar opgeleverd! Want, terwijl de
andere “groten" van de uit zeventien renners bestaande kopgroep elkaar
nauwlettend in het vizier hielden toen het einddoel - Hoogeveen - naderde,
kreeg de Kalversdijker Piet Tesselaar het op zijn heupen en nam de door
ploegmakker Rini Wagtmans op gang gebrachte demarrage gretig over en ging
alleen keihard en onweerstaanbaar door. Op deze wijze wist de 21-jarige
Tesselaar, die vorig jaar - aan het slot van het seizoen - op zo'n
overtuigende en fraaie manier de driedaagse Ronde van het IJsselmeer wist te
winnen en dit voorjaar wat minder gemakkelijk op dreef kwam, een schitterende
triomf te behalen. Winnaar Piet
Tesselaar, deel uitmakende van de Vredesteinformatie 1966, verstoorde
daarmede alle tevoren gestelde prognoses en gaf tevens een ietwat onverwacht
slot aan deze klassieke wegwedstrijd. Een wegwedstrijd, welke jammer genoeg
niet rijk was aan opwindende momenten. Wel werd er oerhard gereden door het
prachtige Drentse land, maar tot uitlooppogingen van formaat kwam het helaas
niet. Kortom, het bleef van meet af bij schermutselingen, die – en dat
moeten we zonder meer toegeven - de spanning toch soms tot het uiterste
opvoerden. Onder ideale
weersomstandigheden ging deze vijfde Ronde van Drente van start op de
Hoogeveense Markt en dat op het sein van Burgemeester J. H. de Goede. Tevoren
had deze met zijn wethouders in het stadhuis voor een stijlvolle ontvangst
van genodigden gezorgd en enige woorden tot hen gericht. Ook KNWU-voorzitter,
Dr. P. van Dijk, kwam daarbij nog aan het woord en ook hij memoreerde van
welk een belang de Ronde van Drente voor de gehele Nederlandse wielersport in
opbouw eigenlijk wel is. Daarna werd het definitieve vertrek gegeven en
konden de renners hun toeclipsriempjes strak trekken ... EERSTE ACTIE De eerste actie
vanuit de bontgekleurde rennersstoet noteerden we na Dit ongeval
gebeurde voorbij Emmen, een plaats die pas kon worden aangedaan nadat er al
veel, zeer veel strijd - zij het steeds tevergeefs - was gevoerd. In de val
van Nico Been (eveneens in genoemd ziekenhuis opgenomen) was ook de Arnhemmer
Jan Hesse meegesleurd, maar hij wist na een fraaie achtervolging toch weer
bij te komen. In deze hoofdmacht “waaierden" wat later Wiebe Boonstra en
Fedor den Hertog naar voren en vooral de Harderwijker gaf daarmede nogeens
aan, dat hij beslist geen man is van „tussen de wielen". Fedor houdt van
de ruimte, van het avontuur en daarom wipte hij maar attent en actief mee met
Boonstra. Toch was deze vlucht geen lang leven beschoren want Jan Boode,
Fred van Lachterop en Adrie van Hest namen het niet langer en meldden zich
eveneens aan dit eerste „loket". Meteen reageerde
het peloton en deze duidelijke verhoging van het tempo kostte Gerrie Bruin en
Cor Leunis hun plaatsjes. De Benthuizenaar Piet Bregman kwam met pech langs
de kant te staan (bij Dwingelo) en Hans Tesselaar, een broer van Piet,
“stuiterde" over een Drentse kei en kreeg een slag in het voorwiel.
Lange tijd vocht de strijdlustige Noordhollander door, maar aansluiting was
er ook voor hem niet meer bij .... SLIJTAGESLAG Er werd
plotseling een nieuw vluchtersgroepje gevormd. Fred van Lachterop trok er nu
eens met Gerard Vianen, Piet Tesselaar (ja, ook toen zat de blonde Piet er al
bij!) en vlugge Harm Ottenbros op uit, maar alweer kwam het niet tot een
definitieve afscheiding. Dit was de voorloper van een helse slijtageslag, die
het peloton op de vlakke wegen van Hijken naar Assen, in welke plaats
eerste-jaars amateur Ties Francke het eerst zijn gezicht liet zien, in zeker
drie groepen sloeg. Een volggroep, waarin onder andere Gaby Minneboo, Pier
Dijkstra, Henk van de Brink, Jan Hesse, Henk Luchies, Gerard Koel, Bram
Breur, Tiemen Groen en Adrie van Hest “knokte" heihard terug en wist op
het Asser TT-circuit de aansluiting met vooraan zowaar weer te volbrengen. De koers was nu
voor de helft “gelopen" en de hoofdmacht bestond nog slechts uit een
veertigtal renners, van wie, er in de komende kilometers nog meer zouden
moeten lossen. Het begon met Tiemen Groen, de man uit Follega was al met
maagklachten van start gegaan, draaide niet zoals het moest en kwam te
“zwemmen”. Met de pechhebbers Fedor den Hertog, die bij Borger van de fiets
af moest en met Hennie Schouten (reed ook lek) kwam hij weer terug. Toch had
deze jacht kilometers geduurd en dat kwam omdat men „en masse" jacht
maakte op de gedemarreerde Hans Eckelboom. Het tempo lag dus hoog en het
pleit in hoge mate voor Eckelboom, dat men zolang heeft moeten “sjassen"
om hem weer tot de orde te roepen. Dit seizoen heeft de man uit het Gelderse
Heerde al meermalen van zich doen spreken in wedstrijden over de lange adem
en ook nu dacht hij zichzelf een heldenrol toe. Tegen de grote activiteiten
van Jan Bols, Henk Hoekstra, Rini Wagtmans, Fred van Lacliterop (alweer die
man) en de als een “trein" pedalerende Peter Heijnig, die de groep tot
nog grotere spoed aanspoorden, moest hij echter het hoofd buigen. Geen
schande voor Eckelboom, want juist van dit werk wordt men coureur. In deze fase
moest Tiemen Groen andermaal lossen en met hem zouden ook Den Hertog
(misschien wat teveel gevergd), Dickhof, Van Rooy, Van de Brink, Hesse, Van
Midden, Hoogerland, Stakenburg, Barendregt en de reeds gememoreerde Henk
Vogels afhaken. NAAR HET EINDE De
schermutselingen in de voorste gelederen bleven van kracht. In het gebied van
de „ja-knikkers", tussen Nieuw-Amsterdam en Schoonebeek, wisten Eef
Dolman, Andre van Middelkoop, Nol Kloosterman, Piet Tesselaar, Willy Geraeds,
Peter Heijnig en .... natuurlijk Fred van Lachterop op de voorgrond te
treden, maar vooral door toedoen van Jan Bols (reed tenslotte naar
,eigen" huis - Hoogeveen -), CA van de Winden, Jan Gisbers en Jan van
der Horst werd ook deze plooi weer glad gestreken. Zou het dan toch op een
massale eindsprint gaan uitdraaien? Voorlopig nog niet, want Van der Holst,
Dolman, Bols en Van de Winden sloten een “verbond" en knalden weg. Weer
rekte het peloton zijn grijpgrage arm en rekende de “schavuiten" in. Bij
Coevorden - na Dat gebeurde ook
niet toen Van der Horst en van Middelkoop het op twintig kilometer voor de
aankomst probeerden en ook niet toen Rini Wagtmans in de laatste kilometers
zijn kaarten op tafel gooide. Neen, het gebeurde pas toen Piet Tesselaar
handig gebruik maakte van de afwachtende houding die de anderen aannamen om
positie te kiezen voor de eindsprint. Toen greep de “tempobeul" zijn
kans en stormde onbedreigd naar de zege, welke hem beslist toekwam en
waarmede deze goed georganiseerde vijfde Ronde van Drente wederom een puike
naam op de erelijst kreeg bij geschreven. BRON: BEN
ZOMERDIJK Amateurs: 1. P. Tesselaar, Kalversdijk, Ploegenklassement: 1. Vredestein Zij nog vermeld,
dat de organisatie van deze 5de Ronde van Drente in goede handen was van de
Hoogeveense Wielervereniging De Peddelaars. Verder lof aan wedstrijdleider
Stef van de Berghe, die in nauwe samenwerking met Jan Klip (voorzitter van de
wedstrijdcommissarissen), het mogelijk maakte, dat deze wedstrijd naar behoren
was te volgen. RONDE VAN
FRIESLAND (16 april).1966 Renners in goed
georganiseerde -
Ronde van Friesland
ten prooi aan bittere, koude Harde uithaal van
winnaar JAN VAN DER HORST niet meer in te tomen Voor velen - en ook voor ons - zal voorjaar 1966 nog lange tijd in de
herinnering voortleven als een bitterkoud, kleur en dus zonloos jaargetijde.
,Le printemps", in vele toonaarden bezongen en bejubeld, heeft het dit
jaar lelijk laten afweten en ook de coureurs weten allemaal welk een ellende
zij hebben moeten doorstaan om dit nog zo jonge wielerseizoen verder op gang
te helpen. Zo ook in de voorbije zaterdag verreden negende Ronde van Friesland,
waarin de elementen zich lieten gelden zoals slechts bij de befaamde
Elfstedentocht op de schaats te verwachten is. Een IJzige noordoosten wind,
aangevuld met een onophoudelijke druilregen maakte de bijna tweehonderd
kilometerslange wegkoers tot een ware tocht door de “hel”. Toch heeft het in
deze wedstrijd beslist niet aan strijd ontbroken, want er zat pertinent
“verhaal" in, zij het dat de ellende daarin voor velen de overhand had.
Het best van alien wist echter de Haarlemmer Jan van der Horst aan deze
moeilijkheden het hoofd te bieden. Sterker nog, hij overtroefde met een
harde uithaal in de slotfase alle anderen en was tijdens een briljante solo
niet meer in te tomen. Uitgedost met allerlei verwarmende kledingstukken (bivakmutsen,
wanten, wollen truien, maillots en zelfs nylonkousen - compleet met
gordeltje en jarretelles -) togen de ruim tweehonderd, renners om
een uur vanaf het VSFterrein op pad om voor de negende Ronde van Friesland
een brok geschiedenis te gaan schrijven. Een geschiedenis, die doorspekt zou
worden van het water en een ijskoude wind! De Ettenaar Rini Huybregts moest
na de start al vlug van die fiets voor een lekke band en ook Jan Kramer uit
Buitenpost hoorde die lucht uit zijn tube sissen. Ze waren niet de enigsten,
want buiten vele andere pechvogels moesten tallozen er wegens gebrek aan
macht gewoonweg af. Het rennersveld reed reeds in de eerste twintig
kilometer totaal versplinterd voort en al liet de achterhoede vaak enerverende
gevechten zien tussen groepen en groepjes om weer aansluiting enzovoorts te
zoeken, waarbij bijvoorbeeld individuele staaltjes van kunde werden
weggegeven (we denken daarbij aan een zeker niet van talenten ontblote Jan
Buis uit Halfweg, die het voor het zware werk echter beslist anders moet gaan
aanpakken! ), die werkelijk het aankijken waard waren. Eveneens smulden we
van de achtervolging van een Gerrie Bruin, die nog net even dat kleine beetje
tekort kwam, om zich aan het eerste „loket”te melden. VOORAAN Liet de achterhoede dus een „chaos" van losgereden renners noteren,
in de voorhoede boorde een compacte groep eendrachtig verder. Daar had men
al eens een demarrage van Hennie Schouten en Daan Holst teniet gedaan. Samen
waren zij een halve minuut vooruit geweest, maar bij Jutrijp (na Pal daarop had de Hagenaar Eddy Kroon eens zijn neus aan het venster
gestoken, dat was bij Heerenveen, maar ook dat was tevergeefs. Inmiddels hadden John Meijer uit Utrecht (de militaire landmacht-
kampioen), Adrie van Hest, Wim Neeskens, Hans Eckelboom, Jaak de Goede, Anne
Koster en Cees Hoedelmans alsmede de Engelsman Lesley West hun tweede formatie
doen aansluiten bij de eerste en zo kreeg de hoofdmaeht een omvangrijke
gestalte. Te groot voor
Peter Legierse, Piet Kettenis, Frits Hoogerheide en Jo van Katwijk, want zij
togen bij Heerenveen eveneens op pad, maar lang duurde deze uitstap niet. Ze
werden dus weer ingerekend en van de rust die daarop weerkeerde, konden Peter
Heijnig, Fedor den Hertog (was in een valpartij betrokken geweest), Henk van
de Brink, Hans Tesselaar en Frans van de Ruit dankbaar profiteren. Zij waren
vanuit de diepe achterhoede opgerukt en konden nu tussen soms allerakeligst
manoeuvrerende volgauto's (een kunst apart, dat volgen!) precies aanhaken. LEVENDIG De groep had weer verliezen moeten incasseren Wereldkampioen der
amateur-achtervolgers, Tiemen Groen, reed lek en al duurde het erg lang
voordat de materiaalwagen bij hem was, toch hadden we graag eens gezien, dat
de Fries eens een poging had gewaagd “terug" te komen. Kan de man uit Follega,
die wij in zijn nieuwelingenperiode zulke verbluffende staaltjes - Chaam,
Wijk bij Duurstede, Zandvoort - hebben zien uithalen, dan geen “pijn"
lijden? Is hij met al zijn kwaliteiten werkelijk gedoemd te
blijven “hangen" en ten onder te gaan in een als wegrenner roemloze
wielercarriere? Den coureur moet karakter bezitten en “bijten" kunnen.
“Afzien" tot op het tandvlees. zoals bijvoorbeeld “Tarzan" Evert
Dickhof. Wat kwam deze sterke knaap uit Oostwolde schitterend terug, nadat
hij door de rappe mecanicien Ton Bouma vanuit de officiele materiaalwagen
van een ander wiel was voorzien. Net even voor Dickhof had ook Sander Douma
weer vlug na “platrijden" kunnen aanhaken, een “kunst" die
Peugeot-man Henny Hoogzaad uit Venhuizen hem niet kon nadoen. Ook Jan Hesse,
geplaagd door onuitstaanbare pijnen in de benen en waarschijnlijk veroorzaakt
door het doorweekte maillot, had met tranen in de ogen moeten afkoppelen.
Hennie Schouten, vandaag ondanks de koude welke hij zo verschrikkelijk
verafschuwt, beter op dreef, moest omstreeks dit wedstrijduur ook voor een
lekke band van de fiets. Moedig probeerde hij nog weer aan te sluiten, maar
ook voor hem bleef dat een schone doch onvervulde droom. De koers wend
levendiger, want nadat Eckelboom en Van de Ruit na een vlucht van DE EINDFASE De verdeling der
prijzen kwam op tafel en het begon harder te “schudden". Door het
uitgelopen Dokkum (waar was het niet druk in deze perfect- georganiseerde
wielerronde?) heen, knalden plotseling Henk Vogels, John Brouwer, Cor
Zoontjes, Jaak de Goede en de onvermoeibare Daan Holst weg. Zij regen een
driehonderd meter winst aaneen, maar toen kwam de man, die met koele
berekening zijn grootste slag sloeg. Met een verbluffende demarrage stormde
de 23-jarige Haarlemmer Jan van der Horst naar het vijftal, haalde hen vlot
in en ging in een schrikbarend tempo door. Zonder op, of om te zien maalde de
Caballero-rijder zijn benen rond, bleef ook als het moeilijk werd
onversaagd doorgaan en gaf zodoende geen schijn van kans aan de felachtervolgende
Daan Holst, die op zijn beurt het vege lijf moest redden voor Jo van Katwijk,
Evert Dolman, Wim Emo en Piet Kettenis. Ook zij waren uit het huis vol
“ruzie" gevlucht en wisten nog een dikke halve minuut voordeel te
vergaren. Toen het
„pak" binnenviel - zonder de twee kilometer voor de finish lekrijdende
Jan Boode, desondanks netjes voor de rest binnen - gaf de eerst nog geloste
maar weer prachtig teruggekomen Gaby Minneboo zijn bijnaam “het razende
hert" weer gestalte en won op sublieme wijze de spurt van de greep. Voor Jan van der
Horst dus de allergrootste eer en terecht, want deze vijfde zege, behaald in
afgrijselijk weer en bevochten tussen Neerlands allerbeste amateurs, kwam
daarmede terecht bij de man, die er beslist het meeste recht op had.
BRON:JAN BALDER
Ploegenklassement: 1. Caballero; 2. Amstel Bier; 3. Vredestein. RONDE VAN GELDERLAND (26 april).1966 Snelle koers en felle demarrages brachten tiende
Ronde van Gelderland naar boeiende finale Er is een oud Nederlands spreekwoord, dat luidt: “Paarden, die de haver
verdienen krijgen hem niet!" en ook nu, bij het verrijden van de tiende
Ronde van Gelderland, heeft dit gezegde zijn onvervalste waarheid weer eens duidelijk
onderstreept. Niet de klasrijke en schitterend koersende Leo Duyndam iit
Honselersdijk zou met de grootste eer in deze verregende klassieker gaan
strijken, een eer die hij met zijn vele werk zeker verdiend zou hebben maar
die hem door overmatige pech werd ontroofd, neen, de „tandem" Evert
Dolman-Eddy Beugels, met wie hij in de laatste fase van eon zeer boeiende
finale was ontsnapt, kwam alleen naar en over de meet. En... aangezien een
dergelijk “voertuig" zowel een „voor als een achterwiel" bezit,
werd Dolman eerste en kon Beugels tevreden zijn daad van „noblesse
oblige" ten uitvoer brengen... Zo kwam deze voortreffelijk georganiseerde Ronde van Gelderland aan
een wel onduidelijk einde bij de finish, maar wat zich daarvoor in de laatste
vijftien kilometers had afgespeeld, was zonder meer prachtig. Het was een
strijd geweest op leven en dood, een gevecht dat tot in alle facetten het
aankijken meer den waard was geweest. Toen de veel te snel gereden neutralisatie - een “onding", waarvan
de Hilversummer Karel de Graaf, de Hagenaar Jaak Broomans (beiden door pech)
en de Haarlemmer Ted Blom (later wear netjes teruggekomen), de Andijker
Gerrie Bruin, de Woensdrechter Rene Pijnen alsmede de Oldebroeker Henk van
de Brink (zij waren betrokken in een valpartij) het slachtoffer werden - bij
de Apeldoornse Marchantstraat kon worden opgeheven, liet het wedstrijdbeeld
al heel kort daarop een toneel van vele “gelosten" zien. Bij bosjes
warden er renners uit de wielen gereden en al hadden de wind en de aanhoudende
regenval in deze ook een zeer groot aandeel, toch komt het ons voor, dat vele
jonge coureurs zich te weinig op het “scherp zijn" voorbereiden.
Natuurlijk, men moet goed rijden om zich te kunnen handhaven en als de vorm
en conditie er eenmaal is, den laat men voor geen enkele prijs los; doch te
vlug laat men nu de moed zakken om nog enigszins te trachten de schade te
herstellen. Een Jan Frissien, Rini Huy'bregts; Bram Breur, Jean Mesu,
Meindert Dijk, Peter Stevens, Andre Leyten, Peter van den Donk, Ray Barker en
vele, vele anderen hadden echt net zover achter behoeven te
geraken, indien zij de handen eens eendrachtig ineen hadden geslagen en met
een doelmatige wisseling 'aan kop het tempo hadden opgevoerd. DE STRIJD OP HET VOORPLAN Voordat het eerste wedstrijduur goed en wel was verstreken, lag de
omvangrijke kopgroep (een vijftig a zestig renners) al in drie grote stukken
uiteen. Aan de spits “bomden" onder andere Jan Hesse, Andre van
Middelkoop, Eddy Beugels, Daan Holst, Willy Geraeds, Cees Rentmeester, Piet
Bregman, Matjle Gerritsi, Jan van Katwijk, Leen de Groot, Rudi Liebrechts,
Evert Dickhof, Rinus Hoogerland, Gaby Minneboo, Henri van Rooy, Jan van Geel,
Fedor den Hertog (later gevallen), Nol Kloosterman (natuurlijk, is er altijd
bij), Bas Wijdenes, Cor Beckers, Gertie Bongers (jammer genoeg lek), Haitze
van Sinderen (moest er even later af), Jan Dickhof, Leo Althuyzen (twee maal
„plat"), Piet Lemmens, Rene Lotz, Hans Hesen, Hans Eckelboom (ook al
voor een lekke band van de fiets) en de man, die bij Kootwijkerbroek (na naar boeiende finale was de jonge, en klasrijke Leo Duyndam uit
Honselersdijk, Alleen raasde hij in een schrikbarend tempo terug naar de
frontlinie, een stunt die de groep achtervolgers onder wie Rudi Liebrechts
(teruggevallen), Henk Hoekstra, Piet Soetekouwv, Jan Baars, Ge van de
Winden, Jan Gisbers, Gerrit Heijnekamp, Fred, van Lachterop (evenals zijn
ploegmakker Hennie Schouten nog steeds zoekend naar de groee „forme"),
Andre Leyten, Jan Schepers, Jo Kersemakers; Ted Blom, Chris Pepels, Jan
Stolk, Karel van Dorp, Gerard Siega, Boy Kanselaar, Arie Hooning en de vanuit
de verste achterhoede van groep naar groep opgerukte Pierre Pellenaars niet
vermocht na te doen. Vooraan werd er beslist niet “gelummeld", dat merkten de mannen
van die tweede formatie maar al te goed. Bijna honderd kilometer bleef de
stand steeds ongewijzigd, zij het dat zowel in de eerste als in de
tweede formatie “verliezen" vielen te noteren. Zo kwamen Bregman,
Harings (had in de beginfase ook al eens lek gereden) en Jan van Geel vooraan
ten val en moest de laatste zelfs met een gebroken sleutelbeen het
strijdperk verlaten. Anderen vielen weg door onmacht of pech, maar toch
bleef het nog vrij compact in de nimmer aflatende voorhoede. MOOIE ONTKNOPING Nog waren de kaarten schijnbaar niet volledig geschud, want opnieuw
begon het te “splitsen". Het kaf werd nog meer van het koren gescheiden
en toen Barneveld en Otterloo reeds waren gepasseerd, er een einde was
gemaakt aan de ontsnapping van de Zeeuw Cees Rentmeester en Hans Hesen met de
geloste Rinus Hoogerland, Gaby Minneboo en Wim Emo een vergeefse poging deden
om weer aansluiting te zoeken, werd het decor aangevoerd voor een
mooie ontknoping. Op de “Kop van Deelen", een nijdig klimmetje, wisten
achttien renners zich voorgoed los te rukken en hoe of Daan Holst, Piet
Kettenis, Harm Ottenbros, Ad Russens, Jan van der Horst of Jan Burik (deze
twee laatsten waren na een achtervolging weer bij de tweede groep gekomen)
ook hemel en aarde bewogen om de kloof te overbruggen, het was niet meer te
doen! Toch kwam er nog een wijziging in de stand, want bij Hoenderloo waren
Evert Dolman, Eddy Beugels, Leo Duyndam, Andre van Middelkoop, Jan van
Katwijk, Matje Gerrits, Willy Geraeds en Nol Kloosterman nogmaals op de loop
gegaan en toen begon het spel van “kat en muis” eigenlijk pas goed. Eerst
knalde Duyndam (onvermoeibaar en sterk gebrand") weg, maar Dolman en
even later Van Middelkoop pakten hem terug, ploegmakker Eddy Beugels trok de
anderen bij en dat deed hij nog enkele malen. Ook toen Van Katwijk met zijn
plaatsgenoot Gerrits „aanging" en ook toen een “ziedende" Evert Dolman
opnieuw de ruimte begeerde. Nogmaals knalde Leo Duyndam weg, eerst met Van Middelkoop en pal
daarop weer met Dolman, die nog. weer later met Kloosterman een
“verbond" wilde afsluiten. De Limburger Eddy Beugels had echter zijn
kans terdege afgewacht, want nu stormde hij plotseling weg en weer moest
Duyndam het opknappen om erbij te komen. Hij haakte aan en zag hoe ook Dolman
nog was „over" gekomen. Gedrieen gingen zij daarop door en al was de
taakverdeling bijna gelijkelijk verdeeld, toch reed Duyndam ontegenzeggelijk
het hardste. Hij sleurde uit alle macht, speelde met de pedalen en
“rammelde" door want de mannen achter hem zaten evenmin stil. Nol
Kloosterman, vloog daarbij nog in de kant, raakte los en kwam pas met, de op
het barre grindpad nog lekrijdende, Geraeds aan de meet. Nog erger was echter het “platrijden" van Duyndam, want daarmede
moest hij zijn metgezellen laten gaan en al probeerde de sterke coureur met
een moedige poging de schade nog te herstellen, het tweetal vooraan -elkaar soms broederlijk op de rug
kloppend ten bewijze dat ze het „gloeiend" met elkaar eens waren - liet
zich niet meer terughalen. En daarmede viel het doek van een puike Ronde van
Gelderland, een ronde die organisatorisch prachtig verliep en in sportief
opzicht bijzonder veel moois liet optekenen. Daarom vinden wij het voor en
Dolman en Beugels, verder voor de sport in het algemeen en voor de
organisatie in het bijzonder erg jammer, dat deze twee Nederlandse
top-amateurs, die toch al wisten dat zij een dubbele overwinning zouden
behalen zo duidelijk en hard hebben meegeblazen om deze helder brandende
kaars te doven. Meer willen wij er niet over schrijven ...BRON: JAN
BALDER Amateurs: 1. Evert Dolman, Rotterdam, Ploegenklassement: 1. Trio Bubble Gum; 2. Caballero; 3. RONDE VAN LIMBURG (4 juni).1966 HARRY STEEVENS klankvol spurtwinnaar
18e Ronde van Limburg Neerlands wielertalent kwam tot volle, sportieve ontladingen De tienduizenden enthousiast meelevende toeschouwers rond de tien
kilometer„lus" Stein-Beek-Geelen-Elsloo-Stein, aankomst op de
volgepropte Kruisstraat, zagen de negen hoofdrolvertolkers van deze
tintelende en (weer) bijzonder geslaagde 18de Ronde van Limburg wiel aan wiel
voorbijflitsen. Die Limburgs getinte menigte ontwaarde vier streekgenoten
in deze bepaald veel haast hebbende troep: de rappe Harry Steevens, de een
demarrage in zijn benen hebbende Eddy Beugels, de keer op keer door pit in
de kijker lopende Willy Geraeds en de ook in de slotfase van deze pracht
koers heel actieve Jan Harings. Het legioen op de trottoirs en straten,
hangend uit vensters, deze meelevende sportlui hoopte - uiteraard - dat
iemand uit de buurt op de hoogste trede van het “schavotje" zou kunnen
plaatsnemen, om wanneer deze verwachting teniet zou worden gedaan, de dan
uit andere contreien afkomstige winnaar eenzelfde welgemeende lof toe te
zwaaien, gelijk bijvoorbeeld verleden jaar het superieure duo Dolman-Van Middelkoop. Andre van Middelkoop huisde ook ditmaal temidden van de aanvoerders,
voorts Nol Kloosterman, Rini Wagtmans, Peter Heijnig en de Belg Ferdinand
Geelen. Deze negen uitlopers hadden voordien het onderste uit de kan moeten
halen, om de op een bepaald moment dicht genaderde achtervolgers op afstand
te houden, om het “gat" te bestendigen en de afscheiding een
duidelijker aanzien te geven. Zij kwamen van “ver", want de slag was al
op de klim van Eys ingeluid, de race - en het verloop - had al in de omgeving
van Voerendaal, Ubachsberg, Wijlre, Huls (circa Welgemoed begonnen de 134 deelnemers - start Heisteeg - aan de zware
brok, een karwei die in Urmond ( KOPLOPERS HIELDEN STAND In Eys begon het „feest" pas goed want daarna werd de stoet in een
bijzonder kort tijdsbestek gedund. Nabij Epen ( SLOTFASE BIJZONDER AANTREKKELIJK Het slot was enerverend; in Geulle de Slingerberg af, in Elsloo de
Maasberg op. Willy Geraeds trachtte bij het uitgaan van Geulle een gat te
maken, Jan Harings had dezelfde bedoelingen, niemand kwam weg en intussen
hadden de negen koplopers deksels goed begrepen, dat zij de handen fiks uit
de mouwen moesten steken en dat van “afwachten" en het maken van
berekeningen geen sprake kon zijn. Zeker, bepaalde versterkingen - voor
enkele kanshebbers - waren uitermate welkom, doch dit sommetje ging niet op,
want werd het tempo niet de hoogte ingebracht dan zou een flink gezelschap
alsnog een woordje gaan meespreken en dat mocht niet, dat was ook niet de
bedoeling. De verschillen werden duidelijker, de staart kreeg opnieuw
klappen, de grote troep werd uiteen geslagen. De kansen? Al is de Ronde van
Limburg een individuele koers, onderlinge “strategische" bijstand (een
gat laten vallen; de spurt aantrekken etcetera) is zeer wel mogelijk en
derhalve was het interessant de samenstelling van de kop even te bekijken:
Trio Bubble Gum had een ... trio voorhanden (Beugels, Van Middelkoop,
Heijnig), Caballero beschikte over Geraeds, Amstel over Harry Steevens,
Locomotief-Vredestein had Harings en Kloosterman in de slag, Wagtmans was
lid van de Vredestein-equipe en voorts was de Belg Geelen een gevreesde
opponent. Toen Stein (daarna nog Harry Steevens, vanaf de kop, won de spurt klankvol, het verschil
tussen de nummers twee en drie - Beugels en Wagtmans - was gering. Een ovatie
voor Harry Steevens, door een glunderende Herman Krott naar het erepodium
gebracht voor de huldiging door Mr. Van Ballegoyen de Jong (KNWU).
Microfonist Chris Delbressine - weer op dreef - riep tevergeefs Eddy Beugels
derwaarts. Verbazing en afkeuring. Zonder reden evenwel. Harry Steevens en
Eddy Beugels hadden daags voor de Ronde van Limburg „vrede" gesloten,
tijdens de koers miste Beugels de verzorging, hij verging van de dorst, hij
kreeg drinken van ... Steevens. Op advies van zijn ploegleider ging Beugels
na aankomst meteen een verfrissing gebruiken en een bad nemen. Dus geen
vuiltje aan de lucht. Niets staan een selectie en van Steevens en van
Beugels voor de Ronde van de Toekomst en de wereldkampioenschappen in de weg.
Trouwens de veel beschreven rivaliteit werd meer door buitenstaanders dan
door de betrokkenen zelf veroorzaakt. In Stein dus niets dan lachende gezichten: elkeen was content, de 18de
Ronde van Limburg werd voor de BRC Bergklimmers uit Stein een zwierig
pluspunt. Bovendien kon de Rijkspolitie worden geprezen, was het niveau opperbest
en bet gehalte van onze top-amateurs hieraan evenredig. Nederland bezit
momenteel erg veel talent. Talent dat in de zware race - daarnaast een schone
rit, volop spanning en voorzien van pikante ingredienten: ontsnappingen en
jachten, keiharde pogingen - en op een alles biedend parcours zich niet
ontzag en tot volle, sportieve ontladingen kwam. BRON: GERARD SILLEN Amateurs: 1. H. Steevens (Elsloo), de RONDE VAN MIDDEN-ZEELAND (17 juni t/m 18 juni).1966 Wielersport beleefde hoogtij dagen in 7e Internotionale RONDE, VAN MIDDEN-ZEELAND RINI WAGTMANS
greep tweede etappe en daarmede eindzege CEES ZOONTJES
spurtte in Middelburg het snelst De zevende
uitvoering van de Internationale Ronde van Mdden-Zeeland heeft opnieuw
aangetoond, dat dit tweedaagse wielertreffen er een van de hoogste - beter
gezegd en geschreven: allerhoogste - rangorde is. Het was ook nu weer een
sportief gebeuren dat door een strakke organisatie, perfecte uitvoering en
sfeervol optreden binnen en buiten de koers in belangrijke mate er toe heeft
bijgedragen, dat de “image" van onze huidige Nederlandse wielersport
nog duidelijker werd geaccentueerd. Voor de heren Jan van Stee (voorzitter),
Adriaan de Schipper (penningmeester) en Wim Jeremiasse (secretaris) dus niets
anders dan grote lof voor het vele, vaak onbegonnen werk dat met de
organisatie van een dergelijk groot evenement gepaard gaat. Ook voor hen moet
het bijzonder verheugend geweest zijn, dat, al had „hun" tweedaagse
wegwedstrijd dan iets aan waarde ingeboet wat betreft een mogelijke selectie
voor de Tour de l’Avenir omdat men in KNWU kringen reeds tot een keuze was
gekomen, er door de renners toch een soort laatste wapenschouw werd
gehouden, waarin het kletteren der degens duidelijk weerklonk. Zo zelfs, dat het
de andere, plotseling voordoende en minder prettige geluiden - overvloedig
hemelwater, valpartijen, slecht “schoonvegen" der wegen door de
begeleidende politic, onverhoeds op de renners inrijdende wagens, verkeerd
rijden, abnormaal aantal lekke banden etcetera - totaal overstemde. Wat deze
drie heren in samenwerking met de overige comite-leden en gesteund door de
Provinciale Zeeuwse Courant alsmede door de onmisbare financiele
toezeggingen van de gemeentebesturen Middelburg en Goes en de talrijke
sponsors hebben weten to realiseren, getuigt van een weldoordachte planning,
aanpak, volledige inzet en stipte uitvoering. Dat er desondanks enkele hiaatjes
aan hun koers zijn blijven kleven (slechte wegaanduidingen en onvoldoende
beveiliging) is niet hun schuld. Het zijn van die bijkomstige oorzaken, welke
grotendeels aan overmacht zijn toe te schrijven. Nogmaals dient te
worden aangehaald dat de 132 renners zich tot en met hebben gegeven, dat de
strijd tussen hen naar boeiende gevechten toegroeide en dat eindtriomfator
Rini Wagtmans met vaardige hand de „finishing touch" hanteerde. Zijn
ongebreidelde aanvalsdrift, in vele voorgaande wedstrijden al dan niet
verstandig naar voren gebracht, heeft hem dan nu een werkelijk duidelijke en
grootse zege doen bezorgen. Evenmin mag men echter vergeten hoe ook de
winnaar van de eerste dag, de sterke Tilburgse “belofte" Cees Zoontjes,
zichzelf kundig naar voren schoof waar het ging om zijn zo magnifiek in
Middelburg gewonnen luiderstrui te verdedigen .... De zevende
Internationale Ronde van Midden-Zeeland begon op vrijdagavond 17 juni met
een wedstrijd over honderd en twaalf kilometer. Daartoe diende men vier maal
de omloop: Middelburg, Sint Laurens, Oostkapelle, Domburg, Aagtekerke,
Grijpskerke en weer Middelburg te nemen. Een “karwei" welke om half
zeven van start ging en waarvoor 132 renners, verdeeld over 22 ploegen, de
voetriempjes hadden strak te trekken. Een gouden
avondzon wierp haar laatste felle en doordringende stralen over het lage,
frisse land van Walcheren en dit spel werd nog in hoge mate geaccentueerd
door het bontgekleurde rennersveld, dat zich in die eerste twee omlopen
slechts bezig hield met wat plaagstootjes, schermutselingen en wat
“spielerei". Weliswaar had eerstens de geblokte Bouwen Minekus al eens
een poging ondernomen en waren ook de stijlvolle en klasrijke Adrie van Hest
uit Tilburg en de jonge Zeeuw Ko de Vrieze ..aan de kletter" gegaan,
maar toen de stampvolle Markt van Middelburg, waar toch zo'n bijzonder
stadhuis staat en men buiten het wielergebeuren om direct “opgenomen"
geraakt door de aparte bekoorlijkheid van deze allervriendelijkste provinciale
hoofdstad, de renners weer zag aankomen, bleek alras dat alles weer
broederlijk bijeen was. Kort daarop probeerde de Engelsman Graham Owen het,
kreeg wat later John Brouwer en Leendert Poortvliet bij zich en moest
eveneens toelaten dat ook Fred van Lachterop (doorlopend in de slag!), John
Schepers (wat rijdt hij toch verschrikkelijk hoog), Bertus Lelieveld, Theo
Brus, Fedor den Hertog en Peter Legierse aan de “voordeur" kwamen
loeren. Veel zoden zette het echter niet aan de dijk en in het door Duitse
vakantiegangers overspoelde Domburg werd deze plooi weer volkomen glad
gestreken. Een valpartij deed een siddering ontstaan, waarvan Den Hertog en
Van Middelkoop gebruik maakten. Samen gingen zij op pad, brachten met hun
escapade de groep in heftige beroering, maar opnieuw reageerde het peloton.
Een uitgedund peloton, dat reeds vele „lossers" en pechhebbers had laten
noteren. De kleine stevig gebouwde Brouwer was na een ,smak" al eens
teruggekomen en Kloosterman verstond dit moeilijke werk ook; overigens
precies op tijd, want de opstekende wind, die het slechte weer voor de
volgende dag aankondigde, deed in de derde lus de strijd in alle hevigheid
ontbranden. ELFTAL AAN KOP Er moest „op het kantje" worden gereden, het “touwtje" brak
herhaaldelijk en uiteindelijk resulteerde dat in een vluchtersgroep van elf
renners die voorgoed uit de greep bleven. Dat waren Cees Zoontjes, Willy
Geraeds, Robert Csenar (een Oostenrijkse renner, die hier enkele maanden
vertoeft, van beroep smid is, 22 levensjaren telt en allerbest weet - denk
aan zijn beroep - wanneer het “wielerijzer" heet is), Cees van Dorst,
Hennie Schouten, Peter Legierse, Gerard Vianen, Peter Heijnig, de allerbest
“marcherende" Fred van Lachterop, de Engelsman Dave Mitchell en Andre
van Middelkoop. Deze laatste was na een val, waarbij ook zijn
“stalgenoten" Evert Dolman en Brouwer (voor de tweede maal) waren
betrokken, in een strakke pace naar voren gegaan, had met Geraeds en Vianen,
alsmede de Brit Mitchell spoedig de kloof overbrugd, die zeven anderen (zie
de uitslag) hadden gemaakt. De klap was nu gevallen en al kwam het wat ontredderde peloton nog
beangstigend dichtbij toen er voor de laatste maal op Middelburg werd
aangestuurd, de mannen vooraan verstonden elkaar prima en zorgden dat er een
luttele winst van dertien seconden bleef gehandhaafd. Weliswaar begon men
elkaar in de laatste kilometers af te matten, deden de verrassende Scenar
(als een eenling), Geraeds en Van Middelkoop om-beurten nog een verwoede
poging om „alleen vooruit" te geraken. Het mocht evenwel niet meer
baten, want de scherprijdende Cees Zoontjes (geboren op 19 augustus 1944, van
beroep planning-assistent na opleiding ULO-school en UTS) stuurde steeds
weer vol vuur en zegedrift naar de kop. Hij wilde graag tonen niet voor niets
tot een der beloftevolle jongeren gerekend te worden en maakte deze uitspraak
in een flitsende eindsprint op meer dan overtuigende wijze waar. Aan hem dus
de door burgemeester Mr. J. Drijber uitgereikte blauwe leiderstrui, het
symbool van een trotse en fiere winnaar in deze voortreffelijk
georganiseerde, maar door enkele valpartijtjes wat ontsierde race. Amateurs: STROMENDE REGEN Nadat er in het Goede stadhuis een officiele ontvangst had
plaatsgevonden, waarbij burgemeester Mr. F. G. A. Huber, en voorts de heren
L. Vuyck (presentator), J. van Stee, Ken Matthews (ploegleider Kirby Cycle
Club, Liverpool - Engeland) en Walter Hoffstetter (ploegleider Zwitserse
equipe) alsmede de heer Mr. J. P. A. van Ballegoyen de Jong (voorzitter
KNWU-Sportcommissie) aan het woord kwamen en nadat de gezamenlijke lunch
(speeches van de heren: F. van de Velden Jr., directeur Provinciale Zeeuwse
Courant en sportjournalist Frits van Griensven) was genuttigd, werd het
actieve wielerleven van deze Internationale Ronde van Midden-Zeeland weer
verder voortgezet. Een zware etappe, gaande over vaak smalle polderwegen en dijkjes,
slingerende weggetjes en nauwe straatjes en bovendien te verrijden over een
afstand van 190 kilometer stond op het programma. Geen gemakkelijke
,klus" bij goed weer, helemaal niet gemakkelijk wanneer de regen in een
nimmer aflatende stroom naar beneden plenst en alles en iedereen doorweekt.
Al direct na de start zat de „vlam" er in, de geestdrift waarmede onze
amateurs zo zijn behept, wakkerde ook de buitenlanders (Engelsen, Duitsers en
Zwitsers) aan en daarmede bleef het tempo strak en regelmatig. Pechhebbers -
en deze zouden er op de pas geasfalteerde weg tussen Oudelande en Ovezande
wat zijn! - kregen nagenoeg allemaal toch weer de kans om terug te komen. Ja,
wie reed er op deze onheilsweg niet lek? Teveel om op te noemen, het totaal
aan lekke banden op deze dag bedroeg liefst 57 stuks, maar enkele namen mogen
toch niet worden vergeten. Vooral niet omdat deze renners poursuites lieten
bewonderen, die vaak adembenemend mooi waren. We denken bijvoorbeeld aan de scherp
“versneden" en zo goed rijdende Gaby Minneboo, aan klasseman Wim du Bois
(stapte later met een gebroken rem in Middelburg af), aan sterke Bennie
Groen, aan rappe Wim Emo, aan de twee tot drie maal door hetzelfde hiaat
getergde Jan van Kessel, Rini Huybrechts en Adrie van Hest, aan de zo
prachtig terugkoersende Peter Heijnig die in zijn zeker geslaagde opmars werd
neergeknuppeld door een stom manoeuvrerende volgwagen waarvan men onverhoeds
het portier opende. De lange Rotterdammer ligt er nog voor in het ziekenhuis,
onvoorzichtige “wielerkenner"! Vooraan was de Nijverdalse amateur Jan Boode het geweld, gewring, geduw
en gemartel op het smalle weggetje ontvlucht. Hij verkoos de ruimte,
vergaarde zelfs een minuut winst en kreeg bij 's-Heerenhoek assistentie van
Cor Groenewegen. Wat later wijzigde deze stand in het trio Boode, Motke en
de - we schreven het reeds eerder - veel te hoog rijdende John Schepers. Tot
bij Ritthem ( DRAMATISCH Verzorging brengt altijd enige verwarring en de uitgekookte
ploegleiders geven hun mannen liever voldoende voorraad mee omdat er zich
juist bij het aanreiken van de koerszakjes zo'n mooie gelegenheid voordoet
het hazenpad te kiezen. Ook nu gebeurde dat, want de meute sloeg totaal
uiteen en aan het front hadden zich geplaatst: Geraeds, Brouwer, Zoontjes
(uiteraard ter verdediging van zijn trui), Van der Klooster, Minneboo,
Dolman, Brouwer, Van Middelkoop, De Wilde, Van Hest, Hoogerland, Tesselaar,
Rentmeester, Hesse, Pellenaars, Wagtmans, de zo verrassende Robert Csenar,
Harings, Hoogerheide en De Groot. De „mep" was. raak geweest, want de
groep die er met alle geweld achteraan zat te boren kreeg ondanks de
aanwezigheid van Steevens, Vianen, Van Lachterop, Kloosterman, Hesen en vele
anderen geen gelegenheid meer bij te komen. De vissersplaats Veere ( 't Is moeilijk te zeggen, dat Tesselaar voorgoed zou zijn weggebleven
zonder deze betreurenswaardige gebeurtenis. De weg naar Goes was op dat
moment immers nog Lang, maar is 't niet even moeilijk om te zeggen dat dit
niet moeilijk was geweest? Vooral omdat Tesselaar opnieuw aanging en de basis
legde voor de definitieve beslissing? Weer sprong de moedige knaap namelijk
weg en al kreeg hij en ploegmakker Rini Wagtmans, die in de laatste
kilometers zo formidabel koerste en concurrent Evert Dolman nog aan het wiel,
hij was het die dat Loch maar weer fikste! Dit drietal bleef weg, ook toen de moedige Cees Zoontjes een verwoede
poging ondernam om alleen de schade te herstellen en daarvoor kilometerslang
bleef jagen. Hij redde het niet evenmin als de andere achtervolgers, van wie
Leendert de Groot (flinke bloeduitstorting in rechterdijbeen) en Wim de
Wilde (gebroken sleutelbeen) door een onverlaat in een van linksaf komende
auto werden aangereden. Dat was in Kortgene gebeurd, vlak voor Tesselaar
voor de tweede en beslissende maal aanging. De Wilde kwam op een aangereikte,
veel te kleine fiets zowaar over de streep en moest daarna ijlings in een
ziekenhuis worden opgenomen .... De overgebleven achtervolgers kregen door
pech in deze slotfase en onmacht zelfs nog meer verliezen te incasseren en
moesten daarnaast ook nog tolereren, dat de van ver overgekomen Harrie
Steevens en Nol Kloosterman (op ruim drie minuten) op het aankomstparcours
konden aansluiten. Marop was de sterke Wagtmans (26-12-1946) met een snelle
spurt de keihard gedemarreerde Dolman en wat minder aandringende Tesselaar
vooraf gegaan en had het “razende hert" Gaby Minneboo, de komst van de
achtervolgers groots aangekondigd. Al met al een mooi, maar totaal verregend slot van deze grote
Internationale Ronde van Midden-Zeeland. Een ronde die qua inhoud, sportief
genot, organisatie en opzet haar grote naam en faam ook nu weer gestand deed.
BRON:JAN BALDER Amateurs: 1. R. Wagtmans, Sint
Willebrord, Dagploegenklassement: 1. Trio Bubble Gum 13.26.57; 2. Vredestein 13:28:54; 3. Caballero
13.34.1'5; 4. Smith's ChipsAcifit Accu's 13.36.12; 5. CO-OP Nederland
13.38.04; 6. Stadsblad Breda 13.28.21. Amateurs Eindklassement: 1. R. Wagtmans, Sint Willebrord 7.03.21; 2. E. Dolman, Rotterdam; 3.
P. Tesselaar, Kalversdijk (beiden z.t.); 4. R. Csenar, Oostenrijk, 7.04.53; Algemeen ploegenklassement: 1. Trio Bubble Gum; 2. Vredestein; 3. Caballero; 4. Smith's
Chips-Acifit Accu's; 5. CO-OP Nederland; 6. Stadsblad Breda; 7. Breda Bier;
8. Amstel Bier. Strijdlustigste renner: Piet Tesselaar, Kalversdijk. Pechprijs: Leen de Groot, Utrecht en
Wim de Wilde, Oudelande. RONDE VAN NOORD-HOLLAND (2 april).1966 Wederom plaatste EDDY BEUGELS de laatste beslissende stoot Met welk een overtuigende zegedrift moet de jonge Limburger Eddy
Beugels (19-3-1944) momenteel behept zijn! Na zijn grandioze
dubbelslag - Ronde van Twente en Omloop van de Baronie - van het vorige
weekend, heeft de ambitieuze en opper-eerzuchtige knaap uit Sittard wederom
de hoogste prijs van een zware wegkoers opgeeist. Ja, zonder meer een zware
wegkoers, want ook nu liet de Ronde van Noord-Holland (de 21ste in totaal)
zich dikwijls onbarmhartig gelden en ook nu maakte de keiharde strijd deze
klassieker tot een sprankelend gevecht. Nimmer verflauwde het, aldoor
wisselende het decor en al liet de achterhoede door valpartijen, pech en
onkunde een meer dan troosteloze blik achter, vooraan was alles even
verhelderend, even levenslustig en even strijdvaardig. Wie daar de laatste, keiharde stoot zag, waarmede Beugels achter de net
voor hem vertrokken Russens (reed een formidabele wedstrijd) wegtrok,
besefte gelijk, dat dit de beslissing was. Ogenblikkelijk werd het gele
„Trio"-gordijn neergelaten en wie zich nog trachtte uit de voeten te
maken, ging gelijk ten onder in de (te?) straf toegepaste ploegentactiek van
de gele rijders.... Nog maar net hadden de dik tweehonderd amateurs op zaterdagmiddag 2
april - start half twee - de voetriempjes aangetrokken en nog maar net had
het gros der kanshebbers hun posities voorin de groep opgezocht, of daar
werd het kleurrijke rennerslint wreed verbroken. Een kapitale valpartij
vergruzelde de illusies van velen en al waren de sterke Leo Duyndam - voor
wie de zon in het grote werk nog niet zo geweldig schijnt - Harm Ottenbros,
Adrie van Hest en Leentje de Groot met een stel andere coureurs
ogenblikkelijk bereid de achterstand zo vlug mogelijk te nivelleren. Toch was
het voor hen evenals voor pechvogel Piet Bregman en de losgeraakte Hans
Verbeek, Jan Serpenti en de later teruggekeerde Halfwegger Jan de Jong
onbegonnen werk. De wind, schuin op kop, had al voor Beverwijk aanzienlijke
schade aangebracht en deze was, zoals gezegd en later steeds
duidelijker werd, niet meer te herstellen. IN BROKKEN Door Egmond-Binnen heen lag het al volkomen in brokken en vooraan
streden twee omvangrijke groepen op leven en dood. De allervoorste om het
viertal uitlopers, te weten Ton Rijkers (allerbest op dreef), dartele Rini
Wagtmans, prettig verrassende Hans Eckelboom - ook in de schaatssport een
,,belofte", kwam met streekgenoot Eddy Verheijen deze winter best voor
de dag in Italie - en pechhebber Piet de Wit (kwam nogal pijnlijk te vallen)
terug te halen en de daarachter “kassende" groep om de
aansluiting te volbrengen. Onder Bergen, waar net uitkomende bloembollen een
rijk kleurenpalet lieten bewonderen, vloeiden de twee formaties samen. De
eerste veertig van de ruim honderd en zestig te rijden kilometers zaten er
toen op en een globale schatting bracht aan het licht, dat er op dat moment
reeds een vijftig a zestig renners kansloos naar de diepe, verre en
dus roemloze achterland waren afgevoerd. Een ongelukkig, spekglad bruggetje in Schoorldam deed opnieuw een
“siddering" ontstaan. Diagonaal kruisende spoorrails lieten weer een
harde “smak" optekenen. De sterke Piet Schreur en zijn provinciegenoot
Meindert van der Klooster werden er het slachtoffer van en ook Leo van
Schalen (rijdt anders weer goed!) alsmede de sterke Utrechtenaar Wim Emo
konden “vaarwel" zeggen tegen de nimmer aflatende strijd in de eerste
gelederen. Daar was het weer in alle hevigheid ontbrand want opnieuw
dwarrelden een drietal “waaiers" over de weg. In de allerachterste
ontdekten we nogal wat “namen", want hebben Frans v. d. Ruit, Piet
Fontijn, Wim Janssen, Anne Koster, Boy Kanselaar, Joep die Ruiter (militair
wegkampioen), Jan Harings, Frank Ouwerkerk, Jan van Geel en de met veel kleur
en verve aangekondigde Enigelse kampioen Les West niet reeds een behoorlijke
staat van dienst? En hebben de mannen van groep twee, onder wie bijvoorbeeld
ook Fred van Lachterop, Hendrik Epema, Bas Wijdenes, Henny Hoogzaad, Jan van
der Horst, de Duitser Jobs Ludjo, Evert Dickhof, Eddy Koster, de Engelsman
Ray Barker en Hennie Schouten - met wie wij afgelopen dinsdag hebben
“afgezien" in de Vredestein Gentlemenkoers - niet eveneens prachtige
resultaten bereikt in hun wielercarriere? Nu waren zij nagenoeg allemaal
voor het gevecht in de allereerste gelederen “gezien" behalve dan Van
der Horst, want de sterke Haarlemmer deed eerst alleen en later met de
Duitser Jobs Ludjo nog een moedige poging. Hij kwam evenwel pas bij, toen ook
Gerrie Bruin - in eigen streek -, Henk van de Brink en Henny Hoogzaad hem
assistentie verleenden. Alle anderen waren kansloos; ze waren het
slachtoffer van: Net even aan het verkeerde wiel, net even „rot" gezeten
of net even „op het kantje". Gebeurde dat, dan wapperde je eraf als een
losgeslagen vracht van een op de woeste golven stampende boot! KLEINE „RAKKERS" Nadat Schouten met Van Lachterop echter toch nog een „alles of
niets"-poging hadden ondernomen om weer aansluiting te verkrijgen -
doch tevergeefs - werd het hoogtijd om het wapengekletter in de allervoorste
linies eens in ogenschouw te gaan nemen. Door het alleraardigste plaatsje
Twisk - wat een prachtig, statievol stadhuis staat daar - gierend en op
“zoek" naar de kopgroep, konden we - daarbij eenmaal beland in de buurt
van Wervershoof (na De negenmans kopgroep was intussen weer teruggehaald, maar opnieuw
probeerde de onvermoeibare Wagtmans (neemt toch wel wat al te veel werk voor
zijn rekening! ) een kloof te hakken. Als een “schaduw" volgde Brouwertje
hem en daarmede begon het afwisselende wielerspel wederom. De sterke Be
Jansema moest ook nu meedogenloos afhaken en kreeg nog meer tegenslag, toen
in het mooie bomenlaantje naar die Beemsterpolder de kopgroep net voor de
aanstormende trein over die onbewaakte overweg wipte en hij moest stoppen.
Gulzig streek de achtervolgende groep, waarin onder andere die opgerukte Van
der Horst, de te laat gekomen Evert Dolman (reed voor de finish pardoes naar
het kleedlokaal), de Belg Jos Sneijers en Gilbert Roosbroeck, de Duitser
Dieter Leitner, de sterke, maar gemakzuchtige Van Rooy en een hele ris
andere “makkers van het snelle wiel", op hem neer. Aan de spits maakte Rinus Hoogerland nog een vreemde manoeuvre door
plots op het rijwielpad te gaan koersen, maar toch zocht de Zeeuw, die dit
jaar meer in het vermogen heeft dan voorgaande jaren, weer gauw de
“abri" op van het voortzoevende peloton. Daar trok Rini Wagtmans nog
eens flink aan de kluwen en toen het uitgelopen Purmerend was gepasseerd,
scheen het zowaar te gaan lukken. De strakke tactiek van Trio Bubble Gum
maakte er echter een eind aan en ook toen de frele Beverwijker Ge van de
Winden (kan er wat van!) zonder de minste moeite bij de anderen wegreed, deed
de “gele trein" zijn werk. In Landsmeer - op Achter hem deed Hans Hesen nog een val bij de scherpe bocht vanaf de
Zuiddijk en daarmede had spurter Gerard Koel een concurrent minder voor het
gevecht om de derde plaats.BRON: JAN BALDER Amateurs: 1. E. Beugels, Sittard, ZWOLLE (3
april).1966 Amateurs: 1. D. Leijen, Kampen, SINT
MICHIELGESTEL (3 april).1966 Amateurs: Nieuwelingen: 1. W. Klinkenberg; 2. P. van
Katwijk; 3. E. Diepenveen; 4. Th. Zeldenthuis; 5. H. van Leeuwen; 6. T.
Mansvelders; 7. H. van Erp; Adspiranten: RONDE VAN OVERIJSSEL (7 mei).1966 Met een flitsende eindsprint greep GERARD VIANEN de overwinning in 15e Ronde van Overijssel Rini Wagtmans werd
tweede; animator Andrd van
Middelkoop door pech uitgeschakeld Duizenden
wielersportliefhebbers, die zich aan de finish van de vijftiende Ronde van
Overijssel hadden opgesteld, hieven een luid en enthousiast applaus aan toen
de 22-jarige Gerard Vianen uit het Utrechtse Kockengen met een flitsende
eindspunt de zege greep. Achter hem werd Rini Wagtmans, door velen als de
grote favoriet gedoodverfd, vooral omdat ook hij op een zeer sterk gereden
wedstrijd kon terugzien, een goede tweede en daarmede waren de eerste twee
ereplaatsen zonder meer in de handen terecht gekomen van de meest
rechthebbenden. Toch viel er
helaas een schaduw over deze in de slotfase zo boeiende wedstrijd. De
Rotterdammer Andre van Middelkoop, die met bovengenoemd tweetal de
beslissende demarrage had ingeluid op een veertigtal kilometers voor het
einde, kwam bij een opnieuw aanzetten ten val en werd daarmede uitgeschakeld
voor een eervolle klassering. Een klassering, welke hem gezien zijn inzet,
tempo en ijver beslist meer dan toekwam. . . . Onder aanvoering
van de zeer strijdlustige Van Middelkoop hadden de drie vluchters op het
heuvelachtige terrein tussen Nijverdal en Holten een voorsprong van bijna
twee minuten opgebouwd. Na de afdaling van deze “berg" sloeg
het noodlot echter onbarmhartig bij de Rotterdammer toe. Op het moment dat
hij opnieuw wilde aanzetten sloeg zijn achterpignon finaal aan stukken en
het gevolg was dat hij een fikse buiteling maakte. Daarmede waren zijn
illusies voor een “heldenrol" totaal vervlogen en hadden zij plaats
moeten maken voor de hulpeloosheid, waarmede de ontgoochelde coureur naast
zijn onbruikbare fiets in de straten van Holten zat. Triest voor de
man die steeds het tempo had aangegeven en na zijn zekere derde plaats -
misschien had hij zelfs nog hoger geroepen- in handen zag komen van Chris
Hoedelmans uit Deurne, die overigens door knap werk deze plaats zeker
toekwam. VLAKKE WEDSTRIJD Ruim honderd en
vijftig amateurs gingen van start in deze vijftiende Ronde van Overijssel, die
weer knap „in elkaar" was gezet door de organisatie. Jammer genoeg gave
de eerste honderd kilometer een vrij vlakke wedstrijd te zien. Misschien een
gevolg van de regen die gedurende een vol wedstrijduur op de ruggen van de
renners neerstriemde of misschien een gevolg van de omstandigheid, dat de
“groten" - onder wie zich geen Tiemen Groen bevond; was door ziekte
verhinderd - zich vooralsnog niet druk wensten te maken. Mede daardoor kon
tussen Goor en Haaksbergen pechhebber Gert Bongers weer terugkomen en ook de
Arnhemmer Jan Hesse, verstond het, na een solo van vijftien kilometer weer
aansluiting te verkrijgen. De Utrechter Leen de Groot slaagde niet in zulk
een opzet en ook Piet de Wit, die kwam te vallen, was voor een verdere rol
van betekenis uitgeschakeld. Een feit dat eveneens aan kanshebber Jan van
Katwijk uit Oploo kon werden toegeschreven. Verder dan het circuit van
Tubbergen kwam hij helaas niet. Intussen bleef de
koers “dood", al moesten de schermutselingen, waaraan Johan Jager, Jan
Boode, Henk Hoekstra, Piet Boersma, Haitze Epema (werd later in de eindspurt
door de jury zelfs over het hoofd gezien), Meindert Douma en Jan van der
Horst zich nogal gewaagden, zeker werden gememoreerd. De Steenwijker Bennie
Groen en de Harderwijker Fedor den Hertog, beiden tot en met waakzaam in het
“pak" hadden het door pech al moeten laten afweten en in de buurt van de
Nijverdalse Berg (na De laatste, die
na een geweldige achtervolging weer bijna aansluiting kreeg, werd helemaal de
dupe van een „drama". Op een kruising, waar de renners richting Deventer
moesten rijden, waren door de organisatie jammer genoeg geen pijlen
aangebracht en bovendien liet ook de politieagent op die kritieke plaats
verstek gaan.... Geraeds, die weer bijna kon aanpikken, draaide zodoende met
de ook verkeerd rijdende auto's mede en eer hij weer was achterhaald en op
de goede weg “gezet", was het peloton al in geen velden of wegen meer te
herkennen. Een onbegonnen taak voor de diep teleurgestelde Limburger, die
zijn tranen niet langer kon bedwingen en ons stamelend verklaarde: „En dan te
weten dat ik er bijna weer bij zat .... Ik knokte zo voor mijn plaatsje in
Olympia's Tour door Nederland". Gelukkig behoefde
de sympathieke Willy uit Thorn zich daarover geen zorgen te maken, want zijn
selectie stond reeds vast, opelijk heeft hij in de Tour wat meer geluk en kan
hij zijn kwaliteiten eens duidelijk „aan den volke" demonstreren. KOPGROEP In de voorhoede
wisten Harm Smit (sterk en zeer strijdlustig), Cor Salentiin, Cees
Rentmeester, Johnny Brouwer en Jan van der Horst plotseling een kopgroepje te
formeren en al bouwden zij een voorsprong op van rond twee minuten, voor een
definitief “afseheid" konden zij niet zorgen! Nabij Deventer werden zij
weer tot de orde geroepen en toen stond het vast dat er in deze laatste
zestig kilometer nog heel wat te gebeuren stond. Alles wat naam heeft zat
immers voorin en zo kwamen er uitlooppogingen aan de lopende band. Steeds
weer werden deze gesmoord, totdat... Vianen, Van Middelkoop en Wagtmans er in
slaagden een flink gat te slaan. In enorm tempo bouwden de drie koplopers,
een veilige voorsprong op en zonder pech of andere overmacht zou dit drietal,
dat zo fel werd aangemoedigd door het talrijke publiek, onbedreigd naar de
finish stormen om elkaar daar de juiste verdeling der ere-plaatsen te
betwisten. Helaas kwam toen de val van Van Middelkoop een streep trekken door
de rekening die en door hem en door ons reeds voorzichtig was opgemaakt. Na veel moeite kon de jury van aankomst ons de volgende twintig
geklasseerden doorgeven: BRON BEN ZOMERDIJK Amateurs: Strijdlustigste renner: Johan Jager, Dokkum. Pechprijs: Andre van
Middelkoop, Rotterdam. Ploegenklassement: 1. Caballero; 2. Vredestein; 3.
Trio Bubble Gum. RONDE VAN TWENTE (26 maart).1966 Ronde van Twente EDDY BEUGELS spurtwinnaar
voor GERARD VIANEN en DAAN HOLST De Ronde van Twente, waarvoor zo'n honderdtachtig amateur-wegrenners
waren binnengestapt, is een moordende race geworden. Een bikkelhard gevecht
bij koud en guur weer en bijtende wind, die het karakter van de ruim Om de winnaar, Eddy Beugels, ten voeten uit te tekenen: hij maakte op
ons een bijzonder frisse indruk. Duidelijk kon men waarnemen, dat de jonge,
talentvolle Limburger de training vroeg had aangevangen. Met zijn twee niet
minder prachtig marcherende makkers Gerard Vianen en Daan Holst voor de
finale overeind gebleven, won hij de eindspurt op overtuigende wijze. De loeiende wind ten spijt begon, kort na de start in het wielerdorp
Enter, het gevecht meteen in volle hevigheid. Spoedig vielen er in het
peloton enorme gaten en fladderden al heel gauw heel wat renners in de
achterhoede. Vooral de minder ervarenen onder hen, nogal eens “in de wind gezet",
moesten bij tientallen afhaken. Onder die vele “gelosten" bevonden zich
ook pechvogels als de Arnhemmer Van de Spreng, Wilkens uit Gieten, de
Oldenbroeker Van de Broek en de Zaankanter Konijn. Zij hadden geluk dat de
spoorbomen in Wierden gesloten warren waardoor zij weer met de grote groep
de reis door het vrijwel verlaten Twentse land konden vervolgen. Wie waren, van voren, echter de demarranten, die tussen Delden en
Hengelo, na een kilometer of veertig rijden, naar winst zochten? Wie waren de
twee amateurs - in een geelzwarte en zwarte trui - die samen de vrijheid
verkozen? En wie was de man in het b1auwe shirt, die, even voorbij Weersele,
alleen aan de haal ging? De “verklikker met het leitje" had het ons - en
andere volgers in de stoet - kunnen vertellen. Hij heeft zich de hele
wedstrijd door evenwel slechts een keer laten zien. De keer dat hij er was,
vermeldde zijn leitje blanco. BOEIENDE SPORT Na het binnenrijden van Ootmarsum ( De jonge Haarlemmer Jan van der Horst, de knappe winnaar van de “Ster
van Zwolle", onlangs gehouden. Zij werden gevolgd door dertien makkers,
te weten Eckelboom, Van Lachterop, Rijkers, Heijnig, Hesen, Gisbers, Cees
Smit, de nog wat aan de zware kant zijnde Matje Gerrits, Hoedelmans, de
prachtig rijdende Fedor den Hertog, de latere winnaar Beugels, Boode en
Bukacki. Over deze laatste hadden we goede berichten vernomen, vooral uit
Zeeland, waar hij geboren en getogen is. In deze wedstrijd hebben wij echter
weinig spectaculair van hem gezien; het lastige werk liet hij aan zijn
mede-jagers over; hij was niet van de staart weg te slaan. We zullen het maar
houden op de vroegte van het seizoen. De jacht tussen beide groepen, welke zeker een vol uur duurde, is wel
het hoogtepunt van deze fonkelende Twentse wielerronde geweest. Wat een
boeiend stuk sport bracht dit gebeuren met zich mee. Het spreekt vanzelf dat
we alle ,,geloste" renners, en pechvogels onmogelijk kunnen vermelden.
Natuurlijk was het voor Jan Boode geen pretje voor een lekke band van de
fiets te moeten, zoals het jammer was van die valpartij, waar
mannen als Jan Harings, Brus, Hoekstra, De Groot en Schouten de dupe van
werden: Hams Hesen en Joop Hoogland, die ook met die straatstenen kennismaakten,
hadden wat meer geluk: er werd juist even in de groep uitgeblazen. Het is nu
eenmaal zo: de een vliegt door de wereld, de ander kruipt er door. FEDOR DEN HERTOG Het is in deze moordende koers vooral de jeugdige Fedor den Hertog
geweest, die voor een aantrekkelijk sluitstuk zorgde. Hij gaf, op kop, steeds
een duwtje meer, trok er, met Denekamp achter de wielen, samen met Caballerorijder
Gerard Vianen zelfs tussenuit. Zij hadden de aanval ingezet, een aanval die
met succes werd beantwoord door Eddy Beugels en Daan Holst, En terwij1 in het
verdere verloop van de strijd de inspanning voor Den Hertog een tikkeltje
te veel werd, hij daardoor in de volkomen versplinterde hoofdmacht
terugviel, boorden die driftige Beugels, de meer bedaarde Vianen en de hyper-nerveuze
Holst verder op Oldenzaal af. waar vele toeschouwers de aankomst
verbeidden. Het was de Limburger Eddy Beugels, een van de troeven van Trio
Bubble Gum, die het in de eindspurt glansrijk haalde. Om te besluiten: jammer van enige hiaten in de organisatie. Waarom
werden die renners, die, tegen het verbod in, gebruik maakten van het
fietspad, niet zonder meer door wedstrijdleider Stef van de Berghe uit de
strijd genomen? Waarom moesten de aanwezigen zolang op de juiste uitslag
wachten? We nemen tenminste aan, dat die uitslag de ware is. Waarom heeft de
jury slechts een twintigtal renners opgenomen, terwijl er nog zovelen
volgden, die wel van rugnummer werden genoteerd, maar niet in de uitslag voorkwamen?
Weten de heren wel wat die jongens in de achterhoede allemaal hebben
beleefd, wat voor teleurstellingen zij zijn tegengekomen? Een volgende keer
een beetje meer waardering voor hen, Twentse wielervrienden! BRON: Evert
van Mokum Amateurs: 1. Eddy Beugels (Sittard), Ploegenklassement: 1. Trio Bubble Gum (Beugels, Barendregt, Van Middelkoop); 2.
Caballero (Vianen, Van der Horst, Blom) ; 3. Amstelploeg (Horst, Steevens,
Bregman). RONDE VAN
ZUID-HOLLAND (21 mei).1966 Bolderende wind ontrafelde
rennersveld in treffende RONDE VAN
ZUID-HOLLAND Sterke Andre van Middelkoop
ongenaakbaar in keiharde
eindrush Om een klassieke
wegwedstrijd voor amateurs aan het eigen credit toe te schrijven, moet men
echt niet alleen begiftigd zijn met zekere talenten, nodige snelheid of het
vermogen om „af" te zien. Beslist niet, want vooral de courage, de durf,
het lef hebben om in een schijnbaar minder bevoordeelde positie -
bijvoorbeeld het gemis aan -sprintcapaciteiten - het dan toch te proberen de
anderen schaakmat te zetten, dat tekent de mentaliteit van de echte
wegrenner. Met dergelijke
gaven is de 25-jarige Rotterdammer Andre van Middelkoop meer dan behept, want
de wijze waarop hij verleden week zaterdag de dertiende Ronde van Zuid-Holland
aan zijn erelijst wist toe te voegen, onderstreepte nog eens duidelijk
bovenstaande analyse. Niemand van zijn felste concurrenten, te weten Rini
Wagtmans, Harrie Steevens, Jan van Katwijk of de rest van de kopgroep, vermocht
zijn laatste keiharde eindrush ongedaan te maken ... Zij werden allen geklopt
door de man die alleen op de meet in Nootdorp toekwam en daar door duizenden
wielerliefhebbers een grootse hulde werd bereid. Het kleurige
rennersveld had zich na een wat rommelige start bij “Het Blesse Paard"
te Stompwijk nog maar nauwelijks in beweging gezet en de te veroveren
posities enigszins ingenomen of daar buitelden een heel stel coureurs over de
weg. Weg waren de kansen voor een Gerard Vianen, Piet Tesselaar, Adrie van
Hest, een Ton Mayenburg, Karel de Graaf en een Wim Middelaar. Misschien zaten
er nog meer bij, maar zeker weten we dat ook Olympia's Tourwinnaar Jan van
der Horst door dit - altijd jammerlijke - feit los kwam te zitten. Weliswaar
draaide de Haarlemmer ook minder als anders, want nadat hij in Zwammerdam
„mazzelde" omdat de groep tot stilstand werd gebracht voor een
begrafenisstoet en hij zo weer kon aansluiten, moest Van der Horst veel en
veel verder – bij Stolwijk - gewoon lossen uit een der achterste groepen en
daarom stapte hij dan ook prompt af. Wellicht had de overwinningsroes hem
nog even te pakken, maar Van der Horst kennende, zal de eerzuchtige
Caballero-renner er weer spoedig helemaal zijn .... BOLDERENDE WIND Voordat deze
opzienbarende opgave kon worden geregistreerd, had er al een flink
“robbertje" plaats gevonden. De bolderende wind, dan pal tegen, dan weer
opzij en dan weer schuin voor, tegen of helemaal in de rug, deed de cadans
steeds van „speed" veranderen. Zo kwamen er vele
lossers; het was - op enkelen na - het „kaf", dat van het koren
gescheiden diende te worden. Gewoon het zich
ontdoen van renners, die slechts bestaan bij de gratie van hun licentie,
meestal hun sport met meer liefde en hartstocht bedrijven dan de zogenaamd
ëchten" en het wielrennen eigenlijk “vol" maken. Anderen, zoals Jan
Bols en Frans van de Ruit werden geelimineerd door pech en zo konden ook zij
deze wedstrijd afschrijven. Met deze wind en het herhaaldelijk “kantje
rijden", waarbij het „touwtje" om de haverklap brak, betekende een
achtervolging zonder meer je reinste zelfmoord. Er was - vooral in deze
beginfase - beslist geen terugkomen naar gemaakt. Zo dook men na
Koudekerke, Alphen aan den Rijn, Bodegraven, Reeuwijk en Gouda de
Krimpenerwaard in en daar sloeg het veld uiteen in drie stukken. In de
achterste „waaier" ontwaarden we onder andere Hans Verbeek, Hennie
Schouten, Piet Deenen en Berry Verveer en zij zouden met een paar
mede-„slachtoffers" precies op tijd de wip plaatsen, die hen bij groep
twee bracht. Deze eveneens omvangrijke formatie wist ook nog de volgende
aansluiting te voltooien en zo boorde er een hoofdmacht van jewelste verder
voorwaarts. De Oldebroeker Henk van de Brink trok er eens tussenuit, werd in
zijn positie nageaapt door Frits Hoogerheide, maar het zette vooralsnog geen
dikbegroeide zoden aan de dijk. Neen, van werkelijk groot belang was de
vlucht van Gerard van Noord en Frits Hoogerheide die een eind verderop werden
achterhaald door Rini Wagtmans en Evert Dolman. Lange tijd geleek het erop
dat deze vlucht een kans van slagen had, want door deze gehele, veelal open
polder heen, langs de kronkelende dijk van de Hollandsche IJssel waar de
nimmer aflatende wind als een ware gesel door de rennersgelederen joeg, bleef
dit kwartet alsmaar vooruit. De jacht op hen had al heel wat renners doen
afhaken en toen Moordrecht en Nieuwerkerk aan de IJssel in het zicht kwamen,
moesten ook Jo van Seggelen en Willy Geraeds (reden teveel op het kantje en
geraakten van de weg af), Leen de Groot (lekke band) en Henk Vogels afhaken.
Zij werden wat later in groep aangevuld met Cor Zoontjes, Cock van der Hulst,
Cor Lokker, en nog een stel anderen die ook door het knallen der zweep werden
neergeknuppeld. Wie hanteerden deze karwats dan wel? De vier uitlopers
vooraan, van wie vooral Wagtmans veel werk deed, inspireerden namelijk Eddy
Beugels, Andre van Middelkoop en new-comer Jan van Katwijk. Zij wilden er wel
naar toe en met hun jagen scheurde zij de groep weer in tweeen. Piet Legierse
en Bouwen Minekus (beiden vooraan) moesten kort daarop een ander wiel steken
en voor de kleine Van Noord was de pret aan de kop eveneens uit. Als geen
ander had hij vandaag meegeholpen het zware werk op te knappen, fel vocht hij
mee om de voorsprong zo lang mogelijk te behouden en toen siste zijn band
leeg. Helaas duurde het veel te lang voordat de Hagenaar weer kon rijden en
moest door deze overmacht aldus voorgoed het veld ruimen. Europa's grootste
havenstad - Rotterdam - werd aangedaan en dat betekende dat er ruim honderd~
kilometers onder de friele wieltjes waren doorgegaan en .... dat het
Westland, Neerlands grootste groentetuin zowel voor eigen gebruik als voor
export, binnen enkele kilometers zou worden binnengereden. Wie anders van de
kopgroep vooraan, onder wie nagenoeg alles wat naam heeft verenigd was, dan
Leo Duyndam zou zich hier in eigen land willen laten zien? Voor zijn nijvere,
noeste kwekersvolk wilde hij zijn kunnen in volle overgave demonstreren en
daarom knalde hij na P'ijnacker weg. “Alleen vooruit is een niet altijd te
verwezenlijken wielerdroom", schreven we eens, maar toch wist Duyndam
het te bewerkstelligen. Zijn voorsprong groeide van dertig seconden naar
vijftig en zijn grootste marge klokte men af op een minuet en vijftien
seconden. Hadden de jagers achter hem zich al met deze beslissing verzoend?
Wisten zij zich reeds geslagen door de man, die in de laatste weken qua inhoud
en capaciteiten al zovele malen de allerbeste was gebleken? Even geleek her
erop, maar toen bundelden Harrie Steevens, de winnaar van vorig jaar, en
Johnny Brouwer alle krachten samen en togen op pad naar dat verre,
verschrikkelijke verre “baken" in zee. De anderen het steeds verder
gedunde overschot, naar wie pechhebber Henri van Rooy weer zo knap terugreed,
hielden de zaak echter op schootsafstand en toen het duo Steevens-Brouwer
het niet kon bolwerken brachten Rini Wagtmans, Matje Gerrits, Jan van
Katwijk, Nol Kloosterman en Evert Dolman met genoemd tweetal een nieuwe
jagersgroep tot stand. Eddy Beugels reed plat en in tegenstelling tot
Wagtmans, die na eenzelfde euvel op een formidabele wijze terugkwam, wist de
man van het voorseizoen - een voorseizoen, dat misschien wat te slopend is
geweest! - de aansluiting niet meer te volbrengen. Wel deed dat de langbenige
Peter Heijnig, die ook mede vooraan wist te komen en aldus eveneens kon gaan
meedoen met een opwindend sluitstuk. GROOTSE
ONTKNOPING Even voorbij
's-Gravenzande werd de moedige Duyndam teruggehaald. Hij had het hoofd moeten
buigen; deels door een onwillig versnellingsapparaat, deels door de te grote
druk welke op hem werd uitgeoefend. De zege werd te naarstig door allen
begeerd en „furie" Wagtmans, na zijn val en lekrijden in een strakke
pace terug, knalde met Evert Dolman en Leen Poortvliet naar voren. Zou het gelukken?
Als uit een katapult geschoten „jumpte" Steevens er achteraan en toen
begon het spel, het grote spel steeds weer opnieuw. Wagtmans weg, Van
Middelkoop weg, Brouwer aan de haal, Wagtmans met Brouwer, Heijnig alleen,
Dolman alleen, weer Van Middelkoop, weer Wagtmans erbij en toen .... in de
aankomstplaats Nootdorp de laatste, maar -o, zo keiharde uithaal van alweer
Van Middelkoop. Daar was niet
meer tegen te knokken. Ze, de rest van de helden, waren vermoeid of beter
gezegd: murw geslagen onder deze treffende mokerslag. Nol Kloosterman
probeerde het nog ongedaan te maken, maar ook hij kwam te laat, want voor hem
reed Andre van Middelkoop, aangemoedigd door duizenden, naar een klinkende
triomf. Een triomf in een klassieker, die organisatories goed in elkaar zat,
een meer dan schitterend verloop kende en voor de wakkere mannen van de HRC
Hollandia zeker datgene heeft gebracht waarvoor zij zich zo intens hebben
ingespannen. BRON: JAN BALDER. Amateurs: Ploegenklassement: 1. Trio Bubble Gum; 2. Amstel Bier; 3. CO-OP Nederland. ROOSENDAAL
(8 september).1966 Adspiranten: 1. Hans Koot, 2. Jacques Deckers, 3. J. de Hartog, Amateurs: 1. Frits Hoogerheide, 2. Gerrit van Lith, 3. Bob
Kroonen, Nieuwelingen: 1. Arie Versluis, ROTTERDAM (10 maart).1966 Amateurs: 1. Brouwer, ROTTERDAM (30 mei).1966 Amateurs: 1. Johnny Brouwer, 2. Wim
Bravenboer, 3. Maarten Breure, Nieuwelingen: ROTTERDAM.CROOSWIJK
( (12 juni).1966 ) Amateurs: 1. Han Vogelaar , 2. Melle Jongkind , 3. Frank
Ouwerkerk , Nieuwelingen: ROTTERDAM.FEIJENOORD (30 april).1966 Amateurs: Nieuwelingen: ROTTERDAM.VARKENOORD (3 juli).1966 JOOP CAPTEIN RAPSTE SPRINTER IN ROTTERDAM Op een massasprint van meer dan 30 coureurs draaide de
Inter-Sport-ronde van Rotterdam op het overzichtelijke circuit Varkenoord
uit. De Amsterdammer Joop Captein kwam daaruit als winnaar te voorschijn. Dat was na het levendig verloop van deze koers niet zonder meer te
verwachten, want de uitlooppogingen waren niet van de lucht geweest. Maar
steeds had het grote veld de vluchters tot de orde geroepen of zij nu (in het
begin) Stolker, Zoet, Van Smirren, Swaneveld en de Duitser Schlitzkus
heetten, of enige tijd later De Jager, Jan van Amsterdam, Den Hartog en
(alweer) Zoet. Zelfs toen de strijd tegen het einde liep bleek de veerkracht van het
peloton nog niet gebroken. Dat moesten Jan Fransen en Jan Schroder
ondervinden, die spoedig weer teruggepakt werden en ook de Engelsman Albert
Hitchen moest 25 ronden voor het einde het hoofd voor dit oppermachtige
peloton buigen. Piet Braspennincx en Jef Drummen slaagden er evenmin in, aan
de aandacht te ontsnappen en zelfs Bart Zoet moest erkennen, dat een solorit
naar de zegepraal hier niet “in het spel" zat. De laatste durver was
Piet Cooremans, die echter na enkele toeren alleen gevochten te hebben,
tenslotte door het veld weer opgeslorpt werd. Zo kreeg de jury handenvol werk om na de aankomst op de smalle
finishstrodk de juiste uitslag vast te stellen, die er dan als volgt uit kwam
te zien: BRON: WIM POOT Beroepsrenners: 1. Joop
Captein, de Amateurs: 1. Piet legierse, 2. Andre
van Middelkoop, 3. Piet Barendrecht ROTTERDAM.WITTE DORP (10 maart).1966 Nieuwelingen: 1. J. Spethens, 2. J.
Bakker, Adspiranten: 1. B. Koning, 2. J. Schouten,
ROZENBURG
(5 juli).1966 Amateurs: 1. Andre van Middelkoop, 2. Jan Serpenti, 3. Harm Ottenbros, RUCPHEN
(11 september).1966 Adspiranten: 1. Cees Priem, 2. Melle van de Meulen, 3. J. Breure, Amateurs: 1. Adri Wouters, 2. Cees van Dorst, 3. Cees Breugel, Nieuwelingen: 1. Marcel Pennings, 2. Leon Schrauwen, 3. Ferry
Buermans, |