JAARGANG 1962

                              WEDSTRIJDEN O T/M R

OCHTEN.(1962.07.21)

Amateurs: 1. G. Hairwassers, 2. P. Soeltekouw, 3. H. Peters, 4. G. Zwienenberg, 5. R. Houwer, 6. K. Voorn, 7. W. Vleesman, 8. A. Tukker, 9. A. Russens, 10. G. Oudshoorn.

 

ODIJK.(1962.04.23)

Amateurs:1. A. Emo, 2. H. Severs, 3. W. Lonkhuyzen, 4. B. Ver­geer, 5. J. Alma, 6. J. van Galen, 7. G. Ruttenberg, 8. H. v. d. Weyden, 9. K. van Nimwegen, 10. B. Jansen.

Nieuwelingen: 1. J. Meyer, 2. P. Bom, 3. C. Hoogervomt, 4. G., Donkers, 5. H. Haalboom.

Adspiranten: 1. K. Bouwman, 2. J. Kooyman, 3. A. v. d.'Hoef, 4. M. Middag, 5. P. Vos.

 

ODIJK.(1962.00.00.)

Amateurs: 1. Wim Emo; 2. H. Svers; 3. Wim Lokhuizen;

Nieuwelingen: 1. Johnny Meijer; 2. P. Bom; 3. Cees Hoogervorst;

Adspiranten: 1. K. Bouwman; 2. J. Kooijman; 3. A. van de Hoef;

 

OLDEBERKOOP.(1962.08.03)

Amateurs en nieuwelingen: 1. H. Hoekstra, 2. G. van Dijk, 3. P. Schreur, 4. H. Epema, 5. H. Hiddinga.

 

OLDEBROEK.(1962.06.16)

Amateurs en nieuwelingen: 1. H. Nieuwkamp, 2. G. Zwie­nenberg, 3. B. Lohuis, 4. P. van Hoorn (nw.), 5. T. v. Bree­men.

 

OLYMPIA’S TOUR.(1962.05.27 T/M 05.31)

Tour door Nederland

Met mysterieus glimlachende Limburgse heuvels in 't zicht

rijdt Henk Nijdam nog stralend in het Oranje textiel ...

Het lieve Limburgse heuvelland lag met een mysterieus glim­lachje op een schier ondoorgrondelijk gezicht nog op de vermetelen te wachten. . ,

Daar, in het land van brousgroen eikenhout, zou dus in Olym­pia's elfde Tour door Nederland nog van alles kunnen gebeu­ren. Immers, op de smalle, slingerende wegen langs de ,Zelf­kant" en zo rond Stein en in de hellingen tussen Sint Geertruid en Slenaken was het toch helemaal niet denkbeeldig, dat alle klassementen van Olympia's elfde Tour door Nederland in diggelen zouden worden geslagen. Intussen reed de blonde noordeling Henk Nijdam, wereldkampioen aller amateur ach­tervolgers in Zurich 1961, in het gezellige Brabantse dorp Veldhoven nog steeds stralend in het oranje textiel, dat hij in de eerste etappe op prachtige wijze tussen Amsterdam en Zun­dert veroverde en zo kranig in de verdere ritten verdedigde. Mede overigens dank zij een puik met hem samenwerkende Belgische ploeg, getooid in het vurig rood van het Radium­maillot en staande onder leiding van de Vlaamse ploegleider Rend Janssens, die er stellig ook toe bijdroeg het succes van Radium schier weergaloos te maken.

In het typisch Brabantse, dorp Veldhoven scheen de zon. Een stralende zon, letterlijk en figuurlijk. In het schone, schier verblindende licht daarvan stond daar, in de Kromstraat, heerlijk en blij de stevige gedrongen 19-jarige Belg Julien Stevens uit Mechelen, die met vier andere Vlaamse jongens zo'n prachtige ploeg met onze Henk Nijdam in de eerste dagen vormde en waarvan het succes niet alleen van Henk Nijdam, maar niet in de laatste plaats op die Julien Stevens en stellig niet te vergeten op Hendrick Hazeldonkx, afstraalde. . .

Maar vooral op Henk Nijdam die, na zijn val in Berlijn­-Praag-Warschau, weer in grootse worm was en waarvan Julien Stevens het niet bij een zege in de individuele tijdrit rond Zundert liet en waarin Nijdam kansen door pech zag ontglippen. Want de jonge, donkere Belg won ook de eerste rit van de derde etappe Roosendaal-Veldhoven en droeg er met Nijdam toe bij dat het succes volledig werd in de ploegen­tijdrit over 3,4 kilometer, door de Radium-ploeg als afsluiting van de derde dag rond Veldhoven in een record-tempo ge­wonnen. Namelijk in een tijd van 30 minuten en 10 seconden, daarbij uitstekend gevolgd door de ploegen van de Caballero, onder leiding van Gerard Peters (30.51), Drie Hoefijzers (met ploegleider Toon Simons) (31.15), Wim van Beek's Dextro­Energen-team, dat zich moreel herstelde na de vele ongelukjes in het eerste deel tussen Roosendaal en Veldhoven (31.21); ge­volgd door Avid-Nederland (31.32), Het Parool (31.39); Acifit (ook al zo ongelukkig op deze dag) (31.44) en de mannen van Jefke Janssen, die van Locomotief.

Tussen dat alles door liep de 21-jarige Amsterdammer Henk Cornelisse, nog 'n beetje onwennig in dit voor hem nieuwe werk, ietwat verdrietig rond. Hoewel hij nog steeds de gevaarlijke dreiging voor Henk Nijdams positie werd genoemd moest hij wat meer vertrouwen hebben. Dan waren er de meer gerouti­neerde Piet Steenvoorden,(van de ploeg C'aballero), Arie den Hartog (C'apelux), de winnaar van de tweede etappe, waarvan Piet Verwey van Dextro-E'nergen het tweede deel (tussen Zundert en Roosendaal) won voor Den Hartog, die na de twee­de dag de tweede plaats achter Henk Nijdam bezette. Op slechts 18 seconden ...

Enfin, die opmerkelijk goed rijdende Den Hartog uit het Zuid­hollandse Zuidland stond na de derde dag, in Veldhoven, nog als derde genoteerd. Voor de zo succesvolle Belg Stevens en Henk Cornelisse.

Dat was de afsluiting van drie dagen wielersport, waarin we van alles hebben beleefd. Vooral veel regen, waardoor de strijdlust iets scheen te zijn gedoofd, ook al was dat schijn, zoals meteen al op de eerste dag in de rit tussen Amsterdam en Zundert bleek.

De eerste dag, waarop het zevendaags wielerfeest met regen begon, was door de voorzitter - van de Tour-commissie -, de heer Middelink en zijn mede-bestuurders volgens een perfect plan uitgedokterd: het eerste treffen in het Amsterdamse Olympisch Stadion, waar in de foyer allerlei functionarissen, Rijkspolitiemannen, kortom iedereen die iets met dat wieler­feest te maken zou hebben, elkaar ontmoetten, toen de regen­buien de voorgestelde show tot op en van het Rembrandtsplein naar de officiiae start in Duivendrecht letterlijk en figuurlijk in het water gooiden ...

In recordsnelheid

Enfin, we hebben, op het moment dat we deze regels ergens in een gezellig restaurant in Veldhoven zitten te schrijven, enige afstand van de eerste dagen van Olympia's Tour 1962 genomen. Om dus een beschouwing hierover te schrijven - een niet te lang verhaal in verband met de plaatsruimte, zegt redacteur Evert van Mokum - gaan onze gedachten terug naar die eerste rit, over 168 kilometer, deels in stromende regen. De jacht (windkracht 9) in recordsnelheid naar West-Brabant van 72 renners, verdeeld in een dozijn ploegen, die op het Rembrandts­plein, eerst door Olympia's Tour-miss in de bloemen werden gezet en toen door niemand minder dan de Grote Peter Post de ruimte werden ingestuurd. Daartussen de in het oranje shirt gestoken Mik Snijder als winnaar van de Olympia-rond­rit 1961, wereldkampioen Henk Nijdam (ook al gehuldigd) en verder Ger Wesseling, eveneens in de hulde betrokken. Omdat hij nog steeds Nederlands wegkampioen is.

Er ging dus een Bataaf-man in de oranje-trui op weg naar Zundert, waar een andere Bataaf-man deze van hem zou over nemen: Henk Nijdam. Na een rit, waarin niet van bijzondere hoogtepunten kon werden gesproken -en pas in de laatste dertig kilometer beslissende dingen zouden gebeuren, toen de kara­vaan de prachtige omgeving van de Oosterhoutse bossen was gepasseerd.

Helemaal niets gebeurd was, uiteraard in het begin, wel wat overdreven. Piet Verwey bijvoorbeeld wilde al voor Utrecht op de loop gaan, maar dat liep op niets uit. Het scheen trouwens niet de bedoeling te zijn van ploegleider Wim van Beek van de Dextro-Energen-ploeg.

Later, veel later, in de buurt van Nieuwpoort op weg naar Gorinchem, sprongen Cornelisse, Brekelmans en de Belg Ha­zeldonkx weg. Nadien deed Verwey het nog eens. Opnieuw met een Belg, namelijk Stevens, alsmede met Fred Lachterop. Laten we een lang verhaal -echter kort maken. Iets werkelijks gebeurde pas in Galder, ongeveer 15 km. voor de finish in het Zundertse Sportpark. Henk Nijdam en Martin de Jong wipten weg en ... bleven weg. Laatstgenoemde (uit de Breda-Bier­ploeg) wilde heel graag in de buurt van zijn eigen stad (Breda) winnen, maar het scheen hem niet gegund, tot spijt van Henk Nijdam, die het heel jammer vond, dat De Jong na het binnen­rijden van het sportpark ten val kwam en kansen zag ontgaan. Nijdam zou dus voor de eerste maal in de Oranje-trui duiken. Maar Henk Cornelisse liet toen al van zich weten. De grote man van het voorseizoen zat in de buurt met een goede derde plaats. Nog wel voor Jan Janssen, Jaak van der Kloot, Lambert van der Ven en een reeks anderen.

De eerste bloemen werden uitgereikt, de eerste kus gegeven. De oranje-trui hing om de schouders van een wereldkampioen en zou (voorlopig?) het corpus van de blonde noordeling tooien. In een schitterend licht.

In de sfeervolle Koningszaal van de eeuwenoude Natura Artis Magistra aan de Plantage Middenlaan te Amsterdam stond in de avond van Hemelvaartsdag een stevige, 26-jarige man onder het frele licht van de luchters in een barstensvolle zaal naar een indrukwekkende hulde-speech van Olympia's president, de heer Koopmans, te luisteren. Hij werd daarbij geflankeerd door vijf, in keurige rode trainingspakken van Radium gestoken Belgische makkers, waarmede hij eveneens een glorieuze zege in het ploegenklassement veroverde. Die jonge, blonde man was Henk Nijdam, die op zo'n unieke wijze Olympia's-Tour door Neder­land voor amateurs en onafhankelijken op zijn naam had gebracht door in de eerste etappe het oranje-textiel te veroveren om het in de volgende zes dagen niet meer af te staan.

Inderdaad een unieke zege. Immers, nooit in de geschiedenis van Olympia's Tour kwam het voor, dat op een dergelijk grootse wijze de overwinning in de wacht werd gesleept. En ook niet dat een renner van dezelfde wielerclub, De Bataaf uit Halfweg (in 1960 Gerard Wesseling, in 1961 Mik Snijder) voor de derde maal in successie eindoverwinnaar werd.

Het was inderdaad oneevenaard. Maarin deze hulde betrek­ken we ook de tweede aankomende, Arie den Hartog uit Zuid­land en al die andere renners, die in diverse etappen op de ere-plaatsen terecht kwamen en in het eind-klassement voor­aan staan. Voorts niet in de laatste plaats de Olympia-Tour­commissie onder leiding van de heer Middelink, die alles deed om de organisatie teehnisch volmaakt te doen zijn, de heren van de jury met hun vele medewerkers, en de dappere man­nen van de Rijkspolitie, die per motor de karavaan door Neder­land loodsten. Door dat prachtige samenspel van allen werd ook deze Olympia-Tour weer een machtige manifestatie in dienst van de propaganda voor de wielersport.

Was Martin de Jong in de eerste rit een beetje ongelukkig ge­weest, Henk Nijdam zou dat in de tweede etappe (in het eerste deel, de persoonlijke tijdrit) zijn. Immers, toen hij ongeveer vijf kilometer voor het einde de overwinning al in zak zou kunnen hebben, kreeg hij een lekke band en moest later nog eens voor pech van de fiets, waardoor de zege naar zijn ploegmakker, de Belg Julien Stevens ging. Een renner die toen al toonde dat hij ook in dat werk wel een meester is.

In die tijdrit kwam ook Steenvoorden met een puike derde plaats naar voren en liet Miel Verstraete, de blonde, sterke Zeeuw, zien, dat hij weer gaat meetellen. Achter hem  eindigden De Waard, Pieterse en ... Cornelisse.

Het tweede deel naar Roosendaal, eveneens in stromende re­gen, was een kopie van de rit naar Zundert. Een rit over 124 km waarin Ribbelink een sprong in de ruimte nam, kort na de start in Rucphen, maar spoedig weer bij de klarren werd gegrepen, evenals later, tussen Oudenbosch en Standaard­buiten, het duo v. d. Flier en Kemenade. Dieperink daaren­tegen kreeg een lek bandje, de Edammer Nuyens uit zijn ploeg wachtte, maar daarbij bleek dat Edammer niet zo goed rolt als een rode kool. Want toen een andere man uit zijn ploeg (Poly­norm) door ploegleider Gerritse als hulp naar Dieperink werd teruggezonden bleek dat Jan Koolhof het heel wat beter deed ... Dieperink zat daardoor spoedig weer in het peloton.

Om verder te gaan: Deykers kreeg in Klundert een lek bandie,

Jansema loste, evenals Wesseling, die heel slecht draaide („het ging niet", zei Gerrit later), enfin in Roosendaal, waar nog tien ronden op een parcours van ruim twee kilometer moesten worden gereden (geen gelukkige vinding van Olympia's Tour­commissie) won Piet Verwey (Dextro-Energen) na een scherpe sprint.

De etappe op zondag van Roosendaal naar Veldhoven liet even­eens ellende zien. Want was Piet van Dijk in de rit van zaterdag naar Roosendaal de meest ongelukkige - hij was in een val­partij zo onfortuinlijk zijn arm te breken, maar besloot on­danks heftige pijnen toch door te rijden - Mik Snijder, vorig jaar de grote man in Olympia's Tour, was in de rit naar Veld­hoven ten val gekomen en liep daardoor inwendige kwetsuren aan een schouder op. Meteen schoot toen Ger Wesseling, die zelf al enkele malen voor pech van zijn fiets moest, te hulp en bleef broederlijk bij zijn ploegmakker uit de Dextro-Energen­ploeg, die op deze dag erg ongelukkig was. Al moet gezegd, dat Henk Lakemans ploeg Acifit er eveneens niet van ver­schoond bleef.

Het is allemaal te veel om te vertellen. Ook nu viel de beslis­sing erg laat. Wederom in de laatste dertig kilometer. Door een trio, dat ontsnapte, ergens tussen Hilvarenbeek en Diessen. Uit een hoofdmacht, waarin Nijdam en Cornelisse, trouwens alle mannen uit het eerste gelid, zich hadden gehandhaafd. Ook de Belg Julien Stevens, de tijdrit-winnaar, was er weer bij. Met Henk Cornelisse en Miel Verstraete. Een strijd van hen (Ra­dium) tegen twee (Acifit), die door die ene Belg werd gewon­nen. De Belg, die geen meter kop deed en zich naar de meet liet brengen . . .

En maar lachen

Ploegleider Renk Janssens kon dus nogmaals lachen. Zoals hij dat vrijwel iedere dag aan de finish deed. Maar zijn vreugde kon in Veldhoven toch niet op, toen Nijdam, in uitstekende samenwerking met zijn Vlaamse vrienden voor het derde Ra­dium-succes in ... drie dagen zorgde. ,Met genoemde Stevens, Van de Bossche, Salien en Hazeldonck. Dit is een rit tegen Vadertje Tijd, als afsluiting van de derde dag. Hierdoor wer­den de posities van, zijn jongens nog beter, al zat er nog wel een gevaar in de Breda-Bier-ploeg en de jongens van Cabal­lero.

Drie dagen zonder grote gebeurtenissen, van die dingen waar­over men prachtige brieven naar huis kan schrijven, waren er eigenlijk tot in Veldhoven niet geweest. Doch toen ging het naar Limburg, de vierde etappe naar Heerlen. In die rit over 158 -kilometer zou wel eens heel veel kunnen gebcuren, had men in de karavaan gefluisterd. O, zeker, er gebeurde veel, het werd een prachtige, schier onvergetelijke etappe. Het begon al direct na de start in Veldhoven, toe, Wim van Dok, een Enkhuizer knaap, die steeds meer van zich doet spreken, op de pedalen sprong en de kat de bel aanbond. Meteen was alles in rep en roer. Hij kreeg Wesseling en Jansema in zijn spoor mee; Arie den Hartog, de grote tegenspeler van Nijdam, wilde echter ook wel een duit in het zakje doen en sprong er even­eens achter. Dat vroege offensief en de tegenaanval die prompt van Nijdam kwam, had tot gevolg, dat zich een flinke vlucht­ groep vormde. Daarin zag lei-drager Van Staten de rugnum­mers van Van den Ven, De Waard, Hermens, Cornelisse, v. d. Flier, Haast en Van Aert. Maar ook Jan Janssen, die de grote man in deze etappe zou worden.

Enfin, het ware, er dertien, die de beslissende slag al vroeg hadden uitgevoerd. Langs de Willemsvaart, na ongeveer 30 kilometer, was de voorsprong van de vluchtgroep al een mi­nuut en 25 kilometer verder, in Roermond, zelfs drie minuten. Zo misten Steenvoorden en de Belg Stevens de boot, waardoor zij in het algemeen klassement een klap terug zouden krijgen.

Toen gebeurden er dingen die Nijdam op z'n best zouden laten zien. Er ging plots een kreet langs de karavaan: „Nijdam heeft pech". Inderdaad was dat het geval. Meteen sprongen Janssen en Cornelisse naar de spits van de bonte, in vuur en vlam ge­raakte karavaan. Radium-ploegleider Rene Janssens was ech­ter vliegensvlug ten plaatse, met als gevolg, dat het “gat" niet groter dan een paar honderd meter werd. Daar zag men Nij­dam, de wereldkampioen der amateur-achtervolgers heel groot.

Er was echter nog meer te zien. Tot grote verbazing, hier en daar verontwaardiging, elders wat meer begrip, zag men Weasseling van ... de Dextro-Energen-ploeg uit het peloton terug­zakken om ... Nijdam, een steuntje in de achtervolging te geven. Met goed gevolg, bijna. Want Nijdam moest nogmaals van zijn fiets, dank zij een onwillige ketting. Er moest een ander rijwiel komen, maar dat kan soms “eeuwen" duren. Nij­dam was woedend toen hij eindelijk weer in het zadel zat. Op­nieuw was ook Wesseling daar om zijn clubmakker uit De Bataaf (de belangen van zijn ploeg vergetend) te helpen. Een zeer hoog tempo, een indrukwekkende achtervolging werd in­gezet. Helaas kwam er ten derde male pech voor Nijdam. Eerst doordat Wesseling aan het einde van zijn latijn was en ver­volgens toen Nijdam een verkeerde weg in draaide. Intussen trok de vluchtgroep steeds verder weg ...

Doch wat blonde Henk daarna verwezenlijkte grenst aan het ongelooflijke en heeft alles wat in de eerste dagen gebeurde doe, vergeten. Het was groots. In de buurt van het fruitdorp Elsloo had de heftige jager succes. Het was in die fase van de strijd - honderd kilometer - waarin Jaap de Waard met pech kwam te staan en samen met zijn ploegmakker eveneens zijn positie kan redden. In het golvende Zuid-Limburgse heuvel­land sprong de vluchtgroep van de ene helling naar de andere, om zich in afschrikwekkend tempo in de afdalingen te gooien. Van Dok en Hermens werden eveneens door de pechduivel getroffen, terwijl Leo v. d. Flier nog al lelijk ten val kwam. De vluchtgroep rafelde intussen uiteen ... De een na de ander zagen we in moeilijkheden komen: Van Dok, Jansema, Van der Ven en vervolgens- een tikje teleurstellend ook - kreeg Cornelisse 'n ferme tik van de beruchte man met de hamer.

Van de vluchtgroep bleven er slechts zes over: Van Aert, Jans­sen, De Waard, Haast en de twee rivalen Nijdam en de reve­latie van Olympia's Tour, de 19-jarige Arie den Hartog, die daar bet brevet “volledig etappe-renner" stellig verdiend heeft.

In “Klein-Zwitserland"

In “Klein-Zwitserland" sloeg Jan Janssen, met nog slechts twintig kilometer voor het stuur, toe. Ineens spoot hij weg. Kansloos waren de anderen bij de gebrilde Nootdorper, die overigens zonder bril aan de finish in Heerlen zou arriveren, doordat hij in zijn magistrale opmars naar de zege nog ten val kwam en daarbij z'n „fok" verloor. Van Nijdam zou hij geen last meer krijgen. Ook van Van Aert en Den Hartog niet. Om­dat Nijdam nogmaals van fiets moest verwisselen. Hoewel: de oranjetrui hing nog heel netjes om zijn stevige schouders.

Het was ook in deze etappe dat de Belg Stevens uit de kop­groep van het algemeen klassement werd geslagen. Door ... maar liefst zes lekke banden, zoals ploegleider Rene Janssens ons vertelde.

Van de twee volgende etappen, die van Heerlen naar Deventer en van de IJselstad naar het Friese watersportcentrum Grouw, zullen we niet al te veel vertellen.

O, wis en waarachtig, in de rit over 178 km naar de koekstad Deventer is er veel gebeurd dat het vertellen waard is; was er na de finish in het gemeentelijke sportpark ook een onver­kwikkelijke gebeurtenis, die men maar het liefst zo snel mo­gelijk vergeet.

Ook nu was het weer zo, dat er onmiddellijk na de start in Haelen een „gat" werd geslagen, respectievelijk door de Am­sterdammers Schuuring en De Jong, die achter in Blerick door een gesloten overweg werden geremd.

Nauwelijks was de weg vrij, of opnieuw gingen die twee door, nu prompt door Den Hartog ingelopen. Twee Belgen, Hazel­donck en Salien, volgden en gingen - waarom begreep nie­mand, want Nijdam, hun kopman, zat in het peloton - mee „kop lopen". Wesseling, Van Espen, Van Kemenade en Schou­ten volgden netjes en spoedig was de voorsprong (in Wansum, 45 km) een minuut. Veertig kilometer verder (Mook) bijna twee minuten. Er dreigde nu echt gevaar voor Nijdam.

Tussen Bemmel en Huissen gingen de poppen den ook aan het dansen. Er was een jachtgroep gevormd, een sterke groep. Met, zoals men mocht verwachten, Nijdam. Voorts met Breure, Brekelmans, Stevens, Janssen en Verstraete. Het tegenoffen­sief had succes: het zestal streek op de prooi neer in Hoender­lo, na 140 kilometer rijden. Toch wipten er nog twee weg: Wes­seling, die de kans van Nijdam kreeg, en de Belgische ploeg­makker van Nijdam, Hazeldonck. Cor Sehuuring (weer op zijn best) sprong er achter en toen de Belg zegevierend over de streep ging, was Schuuring derde en ... Nijdam weer netjes in het voorste gelid.

Beslissende sprong

In de voorlaatste etappe, tussen de IJselstad Deventer en het prachtige watersportcentrum Grouw in Friesland, was er al direct leven in de brouwerij, toen Cor Schuuring en Ger de Wit een gat sloegen. Het was een beslissende sprong, zoals later bleek, hoewel hun voorsprong bij Koekange dreigde teniet te gaan, doordat de brugwachter de brug niet snel genoeg dicht draaide. Het gevolg hiervan was, dat Dieperink, Breure en Swaneveld (onbetekenend voor het -algemeen klassement) zich bij het duo konden aansluiten. Een quintet, dat niet meer tot orde werd geroepen al probeerde de Belg Stevens het nog even. Hij kreeg achter geen kans van zijn ploegleider Rene Janssens, die Stevens in de buurt van Nijdam wilde houden. Een goede maatregel, want Nijdam kwam een paar maal ten val, zoals dat meet meerderen het geval was.

In elk geval: Hermens, Van de Watering en Karstens boek­ten er een achterstand door; Snijder, de winnaar van Olym­pia's Tour 1961, kreeg vijf minuten straf omdat hij na ge­kregen pech een poosje achter een auto “zat", Jansema ver­dween en intussen werd de voorsprong van de vluchters groter en groter. Totdat de tegenaanval werd ingezet en de bijna zes minuten slonken. Doch ingelopen werden de vijf ver­metelen niet meer. _

In de Oostergoostraat te Grouw zegevierde Ger de Wit tussen dikke rijen toeschouwers voor Swaneveld, Schuuring, Breure en Dieperink.

Nijdam had er nochtans geen tijdverlies van ondervonden.

Levendige slot-etappe

Tegen de tradities in is de slot-etappe naar Amsterdam geen slappe vertoning geweest: Allerminst. Al in de eerste tien kilo­meter op weg naar Warga, ward het peloton in stukken gesla­gen en vormde zich een kopgroep,van vijftien man: Boom, Weaseling, De Waard, Paul, Van Aert, Snepvangers, Haast, Brekelmans, Den Hartog, Gisbers, Janssen, Van Kemenade, Schuuring, de Belg Van de Bossche en Nijdam, die attent bleef.

Spoedig was er een gat van 700 meter. In de achterhoede stond Dieperink, van de toch al zo ongelukkige Polynorm-ploeg, met een lekke band, tot overmaat van ramp weer in de regen. Daar loste ook Van de Watering en wat verder Brunenberg en moest Karstens door pech van de fiets. Nuyens en Hermens raakten voor Goutum, na amper 15 km achter, waar Verwey met zadel­breuk stond en een andere fiets van ploegleider Van Beek kreeg. Hij moest wat later weer afstappen omdat het zadel te hoog stond. Ploegmakker Schouten wachtte vergeefs. Want Verwey was meteen de cadans kwijt en staakte wat verder de strijd. In de achterhoede daarentegen losten Lute, Snijder en Steenvoorden (die meteen een behoorlijke plaats in het al­gemeen klassement verloor), terwijl Brekelmans verdween uit de kopgroep, die langzamerhand Friesland ging verlaten. De Afsluitdijk kwam in zicht toen Gisbers en Van de Bossche af­haakten. Inmiddels was de jacht van groep twee begonnen en in de kop van Noord-Holland aangekomen smolten zij te za­men en ... verdween Cornelisse in de achterhoede van het strijdtoneel.

Op weg door een reeks aaneengesloten dorpen, van Dirkhorn naar Broek op Langedif met slingerende dorpsstraten, wip­ten Verstraete met Snepvangers en Schuuring weg. Men liet het trio aanvankelijk rustig gaan. Maar nadien begon toch een twaalfmans jachtgroep, met alle groten, aan de opmars. Op de rand van Amsterdam-Noord en -Oost moesten de vluch­ters, na een felle jacht, het hoofd buigen.

Onmiddelligk wipten er weer twee weg: Weaseling en de Belg Stevens en samen streden zij tenslotte in de Dapperstraat, tus­sen vele duizenden toeschouwers, om de etappe-zege, die door Wesseling netjes werd gewonnen. De Amsterdammer Schuu­ring volgde als een uitstekende derde, voor Snepvangers, Ver­straete en Haast.

Er volgden er nog 16. Totaal dus 52 renners, die Olympia's Tour 1962 tot een goed einde brachten.

EINDKLASSEMENTEN

  1. H. Nijdam (Radium)                    28.15.01

  2. A. den Hartog (Capelux)

  3. J. Janssen (Locomotief)

  4. A. van Aert (Breda-Bier)

  5. J. de Waard (Avia Nederland)

  6. J. Stevens (Radium)

  7. J. iHazeldonckx (Radium)

  8. C. Haast (Breda-Bier)

  9. C. Schuuring (Het Parool)

10. C. van Espen (Caballero)

11. C. Snepvangers (Breda-Bier)

12. Ad. van Kemenade (Locomotief)

13. B. Boom (Dextro-Energen)

14. M. Paul (Avia Nederland)

15. E. Verstraete,(Acifit)

16. A. Rutte (Acifit)

17. G. Ribbelink (Verbi-Sport)

18. G. Wesseling (Detro-Energen)

19. C. Visser (Caballero)

20. L. v. d. Ven (Caballero)

21. H. Salien (Radium)

22. J. Pieterse (Acifit)

23. M. v. d. Klooster (Caballero)

24. W. Dieperink (Polynorm)

25. G. de Wit (Avia Nederland)

26. L Motke (Locomotief)

27. B. Solaro (Capelux)

28. M. v. d. Bossche (Radium)

29. R. de Jong (Het Parool)

30. P. Steenvoorden (Caballero)

31. J. Hermes (Verbi-Sport); 32. J. Stolk (Verbi-Sport); 33. W. Swaneveld (Verbi-Sport); 34. G. Karstens (Feli-Bonzo); 35. W. van Dok (Avia Nederland)

; 36. T. Brekelmans (Capelux); 37. Chr. Duijker (Caballero); 38. Th. Rutten (Locomotief); 39. J. v. d. Kloot (Breda-Bier); 40. A. Post (Het Parool); 41. M. Snijder (Dextro-Energen); 42. H. Schouten (Dextro-Energen); 43. J. Gisbers (Felix-Bonzo); 44. J. Linders (Breda-Bier); 45. N. Walravens (Avia Nederland) ; 46. H. van Gent (Felix-Bonzo); 47. P. Schreur (Acifit); 48. B. 2oet (Felix-Bonzo); 49. F. Lachterop (Polynorm); 50. J. Dokter (Dextro-Energen); 51. J. Koolhof (Polynorm); 52. C. Nuyens (Polynormn)

Winnaar van het puntenklassement (groene trui):

1. H. Nijdam

2. A. van Aert

3. J. Janssen

Totaaluitslag van het ploegenklassement:

1. Radium

2. Breda Bier .

3. Avia-Nederland

4. Acifit

5. Locomotief

6. Dextx'o Energen

7. Caballero

8. Capelux

9. Het Parool

10. Verbi-Sport

11. Felix Bonzo

12. Polynorm

 

OMLOOP DER KEMPEN.(1962.07.08)

Cees Lute gaf laatste stoot naar zege in 14e OMLOOP DER KEMPEN toen COR SCHUURING al ging juichen

Dat men nooit te vroeg moet juichen, gelijk Cor Schuuring in de eindsprint van een elfmans vluchtgroep, in de veer­tiende Omloop der Kempen deed, zal de lange Amsterdamse wieler-atleet nu stellig wel hebben geleerd. Want toen hij zich met een lenige sprong in de Veldhovense Zonderwijk naar de door duizenden omzoomde finish in de Kromstraat bewoog, beging hij een fout, waaruit niet alleen hij, maar alle renners lering kunnen trekken. Hij stak zijn hand meters voor de finish juichend op, maar kon de oplettende kamprechter Sjaan Suijkerbuijk daarmede niet intimideren. Deze zag met zijn ge­routineerd oog, dat de renner aan de rechterkant van de weg de laatste stoot naar de zege had gegeven: de onafhankelijke Cees Lute uit Castricum, die zijn voorwiel, met nauwelijks waarneembaar verschil, over de streep moet hebben gedrukt.

Een finish-foto was nodig geweest. Doch als men de meester­lijke foto van de jonge, talentvolle Amsterdamse fotograaf Guus de Jong nog eens aandachtig beschouwt, komt het ons voor, dat Cees Lute die beslissende stoot zonder twijfel moest kunnen geven, al stonden de standen van de crancks van bei­de renners dan een meter voor de witte streep op enkele minu­ten over zes...

Toch lijkt ons dat beeld in het voordeel van Lute, die de laat­ste duw met volle kracht van zijn rechterbeen kon geven, ter­wijl Schuuring nog slechts teen hand aan het stuur had, de rechter, terwijl hij links zijn pedaal nog moest drukken.

Het was een enerverend slot van een ongelooflijk mooi wieler­gevecht door het Kempenlamd, waarin Lute de zege van twee jaar geleden in deze 196 kilometer lenge race herhaalde. Toen voor de Limburger Rene Lotz, nu voor de rappe Schuuring, die echter een kapitale fout maakte, maar ontegenzeggelijk een van de beste renners uit de wedstrijd was. Dat toonde hij voor­al in een driemans jachtgroep, toen iedereen al dacht dat acht man het in de eindsprint te Veldhoven zouden uitmaken en dat trio precies op tijd aansluiting bij de kopgroep kreeg, waarvan zowel Lute als Schuuring zich superieur in het sprintgevecht toonden.

Gezegd moet echter worden, dat Gerben Karstens, die met de snelle Roosendaalse spurter Jos Linders om de derde prijs kampte, in de eindsprint zijn rechtervoethaak brak en verder de laatste meters de doorgang door de voor hem duelleren­de Lute en Schuuring versperd zag. Maar hij werd toch een heel knappe derde prijswinnaar, zonder ook maar iets te willen afdoen aan de prestaties van Linders, die het toch maar netjes had geklaard in een jacht met de Rotterdammer Maarten Breure om bij een zesmans kopgroep aan te haken.

In het ploegenklassement won, voor de variatie, ditmaal niet de Breda-Bier-ploeg van Toon Simons (die er al vier in dit seizoen heeft veroverd), maar die van Houthandel Brabant uit Breda, dank zij Cooremans (5e), de jonge vechtias Martien van Ginneken (l0e), die terecht de prestatieprijs kreeg, en Broek­mans, die nag voor het naar de streep jagend peloton op slechts 45 seconden na de glorieuze winnaar over de streep ging.

In alle opzichten was deze Kempen-omloop een succes. Vooral dank zij de medewerking van maar liefst zestien burgemees­ters, die in het Comite van aanbeveling zitting namen. Maar ook dank zij al die honderden ere-leden, donateurs en begun­stigers in dertig plaatsen van doorkomst, waar de strijd in een kleine en twee grote lussen door het Kempenland voerde. Doch niet in de laatste plaats is het succes te danken aan de voor­treffelijke wedstrijdleiding van Jan te Paske, in samenwerking met Jan Klip, de goed samenwerkende juryleden en niet te vergeten de mannen van de Rijkspolitie, Verkeersgroep Eind­hoven.

Een uitzonderlijk succes dus voor de wielerclub Tempo uit Veldhoven, ook al door de grote publieke belangstelling langs de route.

We geloven nu genoeg de loftrompet te hebben gestoken. Nu het verloop van de wedstrijd, die zondagmiddag om een uur precies met 112 man in de Veldhovense Kromstraat in zeer hoog tempo begon en tijdschema's aan flarden scheurde. Het werd dan ook voor pechvogels ondoenlijk weer aansluiting te krijgen. Zo moest de Gelderse kampioen Heusinkveld al na nauwelijks drie kilometer de weg terug zoeken en verdween ook de Hagenaar Althuizen. Zo ging het door een lus van 19 kilometer op weg naar Knegsel en Vessem, waar Henk Schou­ten er plezier in had even uit het peloton te springen, een prestatie die heel slecht werd beloond. We zagen hem vat ver­der met een lek bandje staan; in Middelbeers, na 33, kilometer, ook de Limburger Franssen uit Ubachsberg. In die fase maakte Piet Vesseur zich op even uit het peloton te springen, een voor­beeld dat verder door de winnaar van vorig jaar, Schroder, werd gevolgd, maar die later eveneens door pech kansloos werd gemaakt.

Tussen Knegsel en Steensel controleerden we de kopgroep, welke bestond uit Coone, De Jager, Van Ginneken, Karstens, H. Peters en men zei, ook Van Heijst, die hier echter later niet meer bij zat. In Bergeijk werd de voorsprong een minuut, maar toen we door Valkenswaard draaiden en bijna honderd kilometer onder de wielen waren doorgegaan, zagen we Boog, Van Tilburg, Van Kemenade en Schroder nog in een achter­volging. Zij volgden op dertig seconden.

In de jacht van Linders, Cooremans en Breure, in de tweede grote lus na 132 kilometer, kwam dit trio erbij en was de kop­groep acht man sterk. Toen poogde Cornelisse het alleen, doch slaagde niet. In tegenstelling tot het trio Lute-Schuuring­-Tolhoek, waarvan Schuuring het grote werk deed. Zij haakten 23 kilometer voor het einde in Westerhoven aan. Er gebeurde. verder niets meer. Tot die spannende eindsprint. BRON:JAN CORNELISSE

Amateurs en Onafhankelijken: 1. C. Lute, Castricum, 195 km' in 4.40.58; 2, C. Schuu­ring, Amsterdam; 3. G. Karstens, Leiden; 4. Jos Linders, Roo­sendaal; 5. P. Cboremans, Breda; 6. J. Coone, Eindhoven; 7. W. de Jager, Den Haag; 8. M. Breure, Rotterdam; 9. H. Peters, Haarlem; 10. M. van Ginniken, Schijff; 11. J. Tolhoek, Yerseke; 12. op 30 seconden: C. van Espen, Arnhem; op 40 seconden: 13. G. Wesseling, Halfweg; op 45 seconden: 14. C. Broekmans, Zevenbergschehoek; 15. Th. Rutten, Leende; 16.C. Snepvan­gers, Zundert; 17. L. van Dongen, Made; 18. A. den Hartog, Zuidland; 19. L. v. d. Ven, Vlijmen; 20. B. Solaro, Den Bosch; 21. C. Visser, 's-Gravenmoer; 22. J. Verburg, Kortgene; 23. W. Heeren, St. Willebrord; de rest ex nequo.

Ploegenklassement: 1. Houthandel Brabant, 29 punten; 2. Drie Hoefijzers, 37 punten; 3. Dextro Ehergen, 39 punten.

Het klassement voor clubteams was voor „Kennemerland".

 

OMLOOP VAN DE BARONIE.(1962.05.20)

Amateurs: 1. A. den Hartog, 2. J. Mesters, 3. N. Lute, 4. L. van Dongen, 5. M. de Jong, 6. W. Swaneveld, 7. A. van Aert, 8. B. S6laro, 9. De Rooy, 10. H. de Jong.

 

OOSTBURG.(1962.07.08)

Amateurs: 1. W. Swaneveld, 2. W. de Jong, 3. R. Hoogerland, 4. T. Marcus, 5. J. Sommer (Austr.),,6. C. Paymans, 7. W. van Dongen, S. C. v. d. Borst, 9. F. Ouwerkerk, 10. A. van Breugel.

 

OOSTBURG.(1962.09.22)

Nieuwelingen: 1. A. Naaktgeboren, 2. J. Crul (B.), 3. A. Oost­hoek, 4. J. Oeie, 5. H. v. Lierop.

Adspiranten: 1. W. du Bois, 2. H. Mol, 3. R, Bucacki, 4. J. Mesu, 5. K. de Vrieze.

 

OOSTERHOUT.(1962.08.15)

Amateurs: 1. C. Haest, 2. J. v. d. Kloot, 3. G. Deykers, 4. A. van Haren, 5. A. Mertens, 6. P. Steenvoorden, 7. P. Dorst, 8. J. van Buuren, 9. L. van Dongen, 10. L. Luikx.

Nieuwelingen: 1.J. van Veen, 2. L. Poortvliet, 3.W. Prinsen, 4. A. Oosthoek.

Veteranen: 1. A. Post, 2. H. 'Hordijk, 3. A. van Oosterbosch, 4. H. Stouten, 5. C. Tillen.

 

OOSTERWOLDE.(1962.00.00)

Amateurs: 1. Evert Hup;

 

OPMEER.(1962.09.09)

Amateurs: 1. J. Timmer, 2. F. Tel, 3. J. v. d. Bogaard, 4. Th. Oudshoorn, 5. L. Zonneveld,,6. W. Vleesman, 7. A. Broers, 8. F. van Tongeren, 9. J. Brink, 10. A. Smit.

Nieuwelingen: 1. A. v. d. Lans, 2. T. Groen, 3. L. Schulte, 4. B. Wijdenes, 5. R. Balvert.

 

OSS.(1962.05.20)

Amateurs: 1. M. Breure, 2. J. Droog, 3. B. Zoet, 4. M. Gerrits, 5. A. Russens, 6. H. van Zandvoort, 7. J. Braat, 8. J. v. d. Wete­ring, 9. M. Jans, 10. M. Kettenis.

Nieuwelingen: 1. J. v. d. Vleuten, 2. P. Moens, 3. B. Veerman, 4. C. Lokker, 5. W. v. d. Berg.

Adspiranten: 1. Michel Bertou; 2. Jan van Katwijk; 3. P. de Oor

 

OSS.(1962.06.02)

Nieuwelingen: 1. P. van Dongen, 2. J. Kersten, 3. J. van Vleu­ten, 4. ?, 5. P. Moens.

Adspiranten: 1. H. Brouwers, 2. B. Verveer, 3. H. Mol, 4. M. van Venrooy, 4. W. v. d. Heuvel.

 

OSSENDRECHT.(1962.06.19)

Rentmeester zegevierde in Ossendrecht

Piet Rentmeester heeft dinsdag de 30e ronde van Ossendrecht voor profs gewonnen. Hij versloeg in de eindsprint van de 120 kilometer lange rit een groepje van drie renners, van wie Cees Lute beslag legde op de tweede plaats. De Nootdorper Jan Janssen bezette de derde plaats en Miel Verstraete, die de koers door zijn aanvallend rijden had gemaakt, eindigde als vierde. De kopgroep kreeg een tijd van 2 uur 49 minuten en 11 seconden toegewezen.

De uitslag luidt verder: op 3 seconden: 5. Piet Steenvoorden (Heemstede), 6. Cees van Amsterdam (Breda), 7. Ad Biemans (Ulvenhout), 8. Rein de Jong

 

OUDE TONGE.(1962.07.14)

Amateurs: 1. L. van Dongen, 2. A. den Hartog, 3. C. Schuurmg, 4. M. den Outer, 5. A. Drop,,6. R. Houwer, 7. J. Mesters, 8. W. Heeren, 9. J. van Buren, 10. W. de Ruoy.

Nieuwelingen: 1. A. Oosthwk, 2. B. Minekus, 3. A v. d. Wal, 4. H. Bos, 5. P. van Dongen.

Adspiranten: 1. W. du Bois, 2. A. Akkermans, 3. W. Bravenboer, 4. B. Vermeer, 5. P. v. d. Burgh.

 

OUDELANDE.(1962.07.07)

Nieuwelingen: 1. T. Vlassak, 2. H. v. d. Maas, 3. D. Kosten, 4. J. van Geel,

5. M. de Graaf.

 

OUD-GASTEL.(1962.04.14)

Nieuwelingen: 1. K. Leyten (Breda), 42 km in 1 uur 3 min. 28 sec., 2. J. Berg (Halfweg), 3. E. Dolman (Rotterdam), 4. D. Kosten (Kapelle), 5. B. Schenk (Haarlem), 6. G. Minneboo (Heenvliet), 7. J. Veer­man (Koewacht), 8. C. van de Hulst (Zoeterwoude), 9. J. van Geel (Breda), 10. G. Stiegelis (Dordrecht), 11. P. van Egdom (Woudenberg), 12. A. Naaktgeboren ('s-Gravendeel), 13. A. van de Wel (Zuidland), 14. H. van de Maas (Ouwerkerk), 15. M. van Boheemen (Amsterdam), 16. J. Sandbrink (Amersfoort).

Adspiranten: 1. E. Kroon (Den Haag) 21 km in 32 min. 44 sec., 2. A. Akker­mans (Nw. Vossemeer), 3. M. Brouwers (St. Willebrord), 4. J. Roosendaal (Steenbergen), 5. P. van de Burgh (Maasland), 6. H. Mol (Lewedorp), 7. Z. Koene (Achthuizen), 8. P. Pijnen­burg (Rotterdam), 9. K. Zwerver (Amsterdarn), 10. W. Spit­ters (Roosendaal), 11. W. Dolman (Rotterdam), 12. B, Verveer (Rotterdam), 13. R. van Staverden (Badhoevedorp), 14. K. Ro­mijn (Gorinchem), 15. N. de Jong (IJsselmonde).

 

OUD-VOSSEMEER.(1962.07.28)

Amateurs en Onafhankelijken: 1. J. Tolhoek, 2. J. Verburg (O), 3. G. van Lith (O), 4. W. de Rooij, 5. G. Deijkers, 6. P. van As (O), 7. H. de Jong, 8. B. de Vos, 9. B. v. d. Bom, 10. A. Bas­tiaanse.

 

PAPENDRECHT.(1962.06.11)

Amateurs: 1. W. Swaneveld, 2. W. de Jager, 3. J. Stam, 4. S. Koevermans, 5. M.,Brinkman, 6. P. Heynig, 7. J. van Buren, 8. F. Ouwerkerk, 9. A. Straver, 10. A. Lokker.

Nieuwelingen: 1. A. van Middelkoop, 2. A. Oosthoek, 3. M. Stevens, 4. M. van Schie, 5. B. Schenk.

 

PEIZE.(1962.07.01)

Amateurs: 1. P. Schreurs, 2. J. Wilkens, 3. O. Bakker, 4. J. de Vries, 5. J. Koops, 6. H. Hoekstra, 7. F. Scheuneman, 8. G. Steinbach, 9. O. Kuperus, 10. D. Bossink.

Adspiranten: 1. T. Groen, 2. H. Smit, 3. H. Lassche.

 

PIJNACKER.(1962.07.14)

Amateur: 1. M. Breure, 2. B. v. d. Ven, 3. J. Hermes, 4. H. van Schie, 5. J. Schouten, 6. H. van Gent, 7. W. Swaneveld, 8. M. Paul, 9. B. Solaro, 10. J. Stam.

Nieuwelingen: 1. T. van Schie, 2. J. Middelkoop; 3. E. Dolman, 4. H. Vogelaar, 5. H. van Gulik.

 

POELDIJK.(1962.08.25)

Amateurs: 1. F. van Lachterop, 2. M. Breure, 3. B. Boogaard, 4. H. Schou- ten, 5. M. Paul, 6. G. Ribbelink, 7. L. Althuyzen, 8. H. van Piere, 9. J. Fransen, 10. J. van Geest.

Nieuwelingen: 1. T. van Schie, 2. D. van Helm, 3. G. Stiegelis, 4. W. Paul, 5. M. van Bohemen.

 

PRINSENBEEK.WIELERBAAN.(1962.07.15)

Amateurs: 1. C. Snepvangers, 2. M. Breure, 3. P. Cooremans, 4. L. van Dongen, 5. M. van Ginneken, 6. G. Schuuring, 7. R. Liebrechts, 8. P. Dorst, 9. H. van Gent, 10. W. Heeren.

Nieuwelingen: 1. M. v. d. Wal, 2. A. v. Middelkoop, 3. W. Paul, 4. A. Naaktgeboren, 5. L. Poortvliet.

 

PURMERENND.(1962.04.30)

Amateurs: 1. C. Schuuring, 2. H. Cornelisse, 3. C. Visser, 4. F. van Lachterop, 5. I.. to Riele, 6. C. Fontijn, 7. P. van Dijk, 8. J. Verheul, 9. T. Rijkers, 10. J. Koolhof.

Adspiranten: 1. F. v. d. Ruit, 2. C. Leunis, 3. H. Beuker, 4. H. van Leeuwen, 5. H. Jansen.

 

PUTTE.(1962.04.30)

Nieuwelingen: 1. P. Braspennincx, 2. H. Spitters, 3. J. Meijer, 4. R. Huybregts, 5. C. van Dorst.

 

PUTTERSHOEK.(1962.05.12)

Amateurs: 1. H. Schouten, 2. M. v. d. Klooster, 3. E. Farenhout, 4. M. Breure, 5. N. Lute, 6. W. Swaneveld, 7. R. Liebrechts, 8. M. den Outer, 9. W. van Heyst, 10. P. de Haan.

Nieuwelingen: 1. E. Dolman, 2. A. Naaktgeboren, 3. T. van Schie, 4.'G. Stiegelis, 5. M. van Driel.

 

R0TTERDAM.CROOSWIJK.(1962.07.01)

Amateurs: 1. R. Liebrechts, 2. J. Hermes, 3. J. Mesters, 4. J. Stolk, 5. S. Koevermans, 6. J. Droog, 7. M. Breure, 8. E. Faren­hout, 9.L. v. d. Flier, 10. F. Ouwerkerk.

Nieuwelingen: 1. E. Dolman, 2. A. van Middelkoop, 3. T. van Schie, 4. A. Naaktgeboren, 5. G. Stiegelis.

 

RIJSBERGEN.(1962.04.29)

Amateurs: 1. A. den Hartog, 2. J. v. d. Kloot, 3. W. Heeren, 4. L. van Dongen, 5. C. Haast, 6. ,M. de Rooy, 7. B. de Vos, 8. M. den Outer, 9. R. Liebrechts, 10. J. Mesters.

Nieuwelingen: 1. P. Braspennincx, 2. K. Luyten, 3. M. Schrau­wen, 4. B. v. d. Heuvel, 5.G. Oosterbosch.

 

RIJSWIJK.(1962.06.22)

Adspiranten: 1. C. Mooyman, 2. P. Pijnenburg, 3. M. Bertou, 4. M. v. d. Ende, 5. H. Beuker.

Nieuwelingen: 1. W. Paul, 2. H. van Piere, 3. J. Riensema, 4. G. Stiegelis, 5. M. Stevens.

 

RIJSWIJK.ZH.(1962.09.01)

Adspiranten: 1. J. Aldershof, 2. L. Visser, 3. J. de Groede, 4. H. Beuker, 5. P. de Wit.

 

RONDE OM DE HAARLEMMERMEER.(1962.05.05)

Triomf voor JAAK VAN DER KLOOT

                  in Ronde om de Haarlemmermeer

                                            Vlakke wegkoers op windloze dag

Wielergevechten op hoog niveau, in vaderlandse en uitheem­se wegwedstrijden van betekenis, ze worden de volgers niet keer op keer voorgeschoteld. Zo boeiend als de West-Bra­bant-Koers, de Ronde van Friesland en die van Gelderland zijn geweest, zo vervelend was de voorbije zaterdag gehouden Ronde om de Haarlemmermeer. Niet dat er ook maar iets haperde aan de organisatie, want die was, als gewoonliljk, in handen van hat 5 Mei-comitdevan de Halfwegse wielerclub De Bataaf en dat zat dus wel goed.

In deze jubileum-rondrit (de tiende) was het, ditmaal een bij elkaar klitten van de renners, vrijwel de gehele 180 kilometer lange wedstrijd door. De oorzaak hiervan? Deze lag in het vol­komen afwezig zijn van de wind, die anders op de open polder­wegen van Noord-Holland, zo vaak te keer kan gaan. Vandaar dat de zucht naar avontuur niet erg groot was, ook niet groot kon zijn in deze door de gitzwarte Westbrabander Jaak van der Kloot gewonnen wegkoers.

Zo'n kleine honderdvijftig amateurs en onafhankelijken wa­ren op stap gegaan voor hun tocht van drie maal rond de Haarlemmermeer. Ze deden het rustig aan, de heren, en in, ge­sloten colonne werd Badhoevedorp bereikt. De blonde Half­wegger Henk Meinster, een keurige jongeman met een prettig, open,gezicht, maakte hier een lelijke schuiver. Dat was jam­mer, temeer omdat hij tot het frisse bloed moet behoren, waar­naar we graag speuren. Ook De Rooy, Luyten, Groot en Snep­vangers hadden, als pechvogels van een af ander malheur aan hun fiets, de stroom tegen. Dit in de buurt van Schiphol, dat lag te blaken onder een glinsterende meizon.

Langzaam maar zeker werd het tempo opgevoerd en begon het peloton uit te dunnen. Onder de “gelosten" behoorden onder meer de steviggebouwde Utrechter Maasdijk en de Limburger Harings die, zo komt ons voor, de juiste draai nog niet heeft gevonden. Met pech langs de kant stonden Dorst, Deenen, Van Tol, De Hartog en Peters. Zij wisten misschien niet dat Henk Koopmans - met de kin op het stuur - uit de grote groep was weggesprongen. Hij reed verre van gek, de kleine Amster­dammer, maar de genomen voorsprong hield hij niet omdat niemand hem bij zijn “vlucht" wilde steunen. Evenmin zagen Henk van Schie, Kees Haast en Frans Braat kans om hun ter­reinwinst van rond de driehonderd meter met succes te ver­dedigen.

De volgersstoet heeft dat zelf niet allemaal met eigen ogen kunnen aanschouwen, niet de pech (lekke band of wat dan ook) van Brunenberg, Brekelmans, Rutte, Cuvelier, Gisbers en Re­kers en evenmin de valpartij, waarin Wellinghof, Zomer, Van Gent en Pieterse werden betrokken. We werden, stuk voor stuk, ingelicht door de man met het rondenbord, die luistert naar de naam Jan van Straaten. Hij moet van Badhoevedorp komen, deze wielervriend, die duidelijk blijk gaf zijn werk tot in de perfectie te verstaan. We hopen hem in menige “klas­sieker", met het zwarte bord welteverstaan, terug te zien.

EUGENE BECKERS

Eugene Beckers is dit voorjaar met ons meegeweest naar de Ronde van Tunesie in welk wielergebeuren de jonge Limbur­ger nu niet bepaald heeft voldaan. -Dat hij daar minder goed marcheerde was zijn schuld niet en dat hebben we hem zeker niet kwalijk genomen, niet kwalijk kunnen nemen, omdat ons maar al te goed bekend was, dat hij zich voor deze Tunesische etappenkoers behoorlijk had voorbereid. Zijn minder goede rijden in het bewuste Noord-Afrikaanse land werkte zeker op zijn gemoed, maar het was in elk geval zo, dat hij in Tunesie de zo nodige wedstrijdmentaliteit miste, die men zeker niet kan ontberen als men in een ver land op elkaar is aangewezen. We zullen er niet verder over uitwijden, hebben er trouwens in een vorige editie van „Wielersport" over gerept.

Dit laatste nu heeft Eugene Backers pijn gedaan. Maar in plaats van zijn hoofd te laten hangen, heeft de Limburger, een­maal terug in Nederland, zich willen revancheren. Welnu, wij erkennen het volmondig: daar is de Schaesbergse wegrenner voor een groot deel in geslaagd. Onze bondscoach, de heer Middelink, heeft hem een prachtige Ronde van Friesland zien rijden en in de zojuist beeindigde Ronde van de Haarlemmer­meer liet Beckers eveneens opperbest werk zien. De derde „tour" was nauwelijks ingegaan of hij kreeg een lekke band, dacht niet aan opgeven, integendeel, sprong onmiddellijk van de fiets, repareerde zo vlug mogelijk en zette in zijn eentje de achtervolging in. Hij moest vele, vele kilometers jagen, maar hij bereikte de kopgroep. Welnu; dat wat mooi werk van hem, dat heeft ons echt verheugd, daar kan de jonge Limburger van op aan.

Wat die kopgroep betreft: die was in de derde en laatste ronde aanvankelijk in twee stukken gebroken, maar in Beinsdorp, met nog een kilometer of twintig voor de wielen, zat alles weer zo'n beetje bijeen. Tot dat Kees Haast, de dappere vechter, wegsprong, een 150 meter “pakte", om eerst door de razend­snelle Cornelisse en vervolgens door de groep te worden ach­terhaald. Nee, dan had de niet minder sterk-rijdende Jaak van den Kloot meer veine, hoewel we zijn moed om in de aanval te gaan zeer zeker prijzen. De donkere Drie Hoefijzers­man sloeg op ruim drie kilometer voor de finish toe, haalde door toen hij bemerkte dat men met het inzetten van de jacht even aarzelde en snelde - al was de genomen voorsprong ge­ring - juichend als een beste winnaar over de witte kalklijn. Een triomf die hem een prachtige, fonkelnieuwe Jabo-fits opleverde.

De Hagenaar Marinus Paul, een van de strijdbare figuren in deze nogal vlakke Haarlemmermeer-rondrit, kwam bij het in­zetten van de eindspurt (in de bocht) ten val, waardoor niet alleen zijn kans op een den ereplaatsen in rook opging, maar ook die van Mik Snijder, al kon de Halfwegger hem gelukkig nog bijtijds ontwijken.BRON: EVERT VAN MOKUM.

Amateurs en onafhankelijken: 1. Jaak van den Kloot, Zundert, 180 km in 4 uur 22 min. 13 sec.; 2. C. Visser, Santpoort; 3. B. Boom, Halfweg; 4. Chr. Duijker, Beverwijk; 5. J. Linders, Roosendaal; 6. P. Steenvoorden, Heemstede; 7. W. Swaneveld, Dordrecht; 8. J. de Jager, Den Haag; 9. H. Cornelisse, Amster­dam; 10. M. Breure,.Rotterdam; 11. J. Mesters, Den Haag; 12. A. van Kemenade, Eindhoven; 13. A. van Aert, Achtmaal; 14. T. Rutten,(Leende); 15. J. Tummers, Sibbe; 16. P. van Dijk, Wormerveer; 17. G. Krabbenbos, Haarlem; 18. M. de Jong, Breda; 19. E. Beckers, Schaesberg; 20. P. Verwey, Gouda; 21. M. van de Klooster, Rotterdam; 22. W. van Dok, Enkhuizen; 23. J. van de Burgt, Amersfoort; 24. R. Hendriks, De Wijk; 25. W. Dieperink, Barcherm; 26. !Henk Buis, Vijfhuizen; 27. H. van Schie, Rotterdam.

Winnaar ploegenklassement: Drie Hoefijzers, Breda, 19 punten.

Winnaar Schiphol-trofee: De Kampioen, Haarlem.

 

ZWANENBURG.(1962.05.05)

Nieuwelingen: 1. Jos van de Vleuten; 2. Bram Schenk; 3. Frits Stoots;

Adspiranten: 1. Frans van de Ruit; 2. T. Bronkhorst; 3. Piet de Jong;

 

RONDE OM HET IJSSELMEER.(1962.09.08 T/M 09.10)

Diamanten club De Germaan had succes met Ronde om het IJsselmeer

ADRI DROP na drie dagen rijden de sterkste

Adri Drop haalde in de elfde Ronde om het IJsselmeer de zege in de aanvangsetappe, maar ook de laatste en beste slag binnen en daarmee de triomphale overwinning in het eindklassement. Drop, voor de massa, niet op de hoogte met zijn rijke erelijst vooral bijeengegaard in nieuwelingenwed­strijden, een onbekende, heeft zich met deze glansrijke victorie in een klap onder de meest vooraanstaande Nederlandse ama­teurs geschaard. Duyker, tweede in de einduitslag, behoorde de eerste dag tot de vier jeugdige durvers die, ver voor de hoofd­macht uit, over de eindstreep vlogen. Hij verdedigde zich uit­stekend door zijn moedig en regelmatig rijden. De Jager en Krabbenbos, de eerste dag respectievelijk tweede en vierde, zagen in de tweede rit hun prachtige uitgangsstelling voor een der ereplaatsen in het eindklassement door valpartijen ver­loren gaan. De pittige Koopmans daarentegen, die de eerste dag in het laatste gevecht van die rit door krampen werd geplaagd en enig terrein moest prijsgeven, vocht zich door zijn prachtige prestaties op de tweede dag, maar vooral door zijn voortreffelijk rijden in de slotetappe, waarin hij de tweede plaats veroverde, van de zeventiende plaats naar de uiterste eervolle derde plaats in de einduitslag van deze zenuw- en krachtenslopende wedstrijd.

Na afloop van dit ter gelegenheid van het 60-jarig bestaan van de Amsterdamse Sportclub De Germaan opnieuw tot leken ge­roepen wielerevenement, zijn het niet alleen de renners die trots op hun prestaties mogen terug zien. De heren J. van Hal, G. Leon, H. de Lange en G. Boelenkamp leverden magnifiek werk. Zij verdienen alle lof van wieler-Nederland, dat zij als feestattractie bij het diamanten bestaan van hun vereniging, een etappewedstrijd aanboden, die iedere vergelijking met soortgelijke wielergebeurtenissen glansrijk kan doorstaan. Na­tuurlijk hadden zij het zakenleven nodig voor financiele bij­stand. Die werd hun volgaarne verleend door Avia, Caballero, Heinekens en de nieuwe sponsers Duikelman uit Amsterdam, drukkerij Menno uit Sneek, de overal enorm populaire Radio Veronica, alsmede de oud-stayerskampioen Arie Zwartepoorte van het Amsterdamse Meubelpaleis, die notabene alle fraaie eindprijzen voor zijn rekening nam. Wedstrijdleider W. van Steenbergen zorgde voor een onberispelijk verloop van de course. Hij kon daarbij rekenen op de volledige steun van de jury, welke onder leiding stond van de altijd kalme, welhaast onverstoorbare heer J. Stoop, bijgestaan door jury-secretaris en tijdopnemer J. te Paske en de wedstrijdcommissarissen, die tot in details nauwkeurig hun taak verrichten. Vanzelfsprekend was de Rijkspolitie van de partij; le luitenant Th. van Dol­deren, van het district Almplo en zijn onderofficieren, effenden meet verbluffend gemak het pad voor de renners en de kara­vaan. Zelfs een val van een zijner koene motorrijders kon hun rustige maar uiterst efficiente werkwijze niet verstoren.

Maar laten we onze artiesten - de renners - niet vergeten.

Eerste etappe: Midden Beemster-Sneek.

Drie en vijftig deelnemers vertrokken voor de driedaagse rit om het IJsselmeer. De wind en de afstand, 160 kilometer, leken de moeilijkste factoren in deze rit. Toch werd er onmiddellijk zulk een hoog tempo geforceerd, dat achterblijvers door pech of anderszins daarvan onherroepelijk de dupe werden. Rienus van der Klooster kon daarvan meepraten. Door machinedefect werd hij uit de hoofdmacht geslagen. Tot tweemaal toe kwam hij in zijn eentje binnen handbereik van het peloton. Beide malen kon hij, het laatste wiel net niet bereiken.

Bij het oprijden van de Afsluitdijk draafden Cooremans en Van Espen met anderhalve minuut voorsprong voor de meute uit. Met het windje in de rug vergrootte het sterke duo de tijdwinst tot welhaast drie minuten. Maar eenmaal op de smalle Friese weggetjes kwam het peloton in actie en bij Bolsward zaten de vluchtelingen weer in de eerste groep van ongeveer 20 man. Dat broederlijk bijeen zijn duurde echter niet lang, want in een kromming van de weg, vlak voor een brugge­tje, demarreerde De Jager. Drop, Duykers en Krabbenbos achterhaalden hem. Even zag het er naar uit dat het viertal zou worden teruggepakt. Maar toen het kwartet het juiste ritme had gevonden en zij allemaal hun streng wilden trekken, waren zij snel uit zicht. Met ruim anderhalve minuut voorsprong vochten 'zij' om de krans die Drop ten deel viel. Toch konden zij alle vier tevreden zijn, want zij hadden zich stuk voor stuk een prachtige positie voor de nieuwe strijd op de tweede dag veroverd.

le etappe: MIDDEN-BEEMTER-SNEEK (160 km):

Amateurs: 1. A. Drop, Duikelman 3.44.32 2. W. de Jager, Veronica 3.44.32 3. Chr. Duyker, Caballero 3.44.32 4. G. Krabbenbos, Caballero 3.44.40 5. H. Cornelisse, Heineken 3.46.09 6. S. Koevermans, Menno Z.t. 7. H. Peters, Caballero

De renner H. Westerhof werd uit de wedstrijd genomen wegens

het rijden van een verkeerde route.

J. de Kok, E. Snijders, R. van Geuzinge, J. Lagendijk en N. Paay staakten de strijd.

Tweede etappe: Sneek-Zwolle.

Op deze dag, met slechts 125 kilometer voor de wielen, viel de beslissende slag al in het eerste wedstrijdhalfuur. Het deel­nemersveld viel uiteen in vier groepen, waarvan de kopgroep - ongeveer twintig renners sterk - wel de grootste was. Uit dit eerste peloton, waarin vrijwel alle favorieten huisden, vielen achtereenvolgens drie van de onder de eerste vijf ge­klasseerden door pech ver naar achteren terug. Henk Corne­lisse was de eerste wanboffer. Door een vernield achterwiel zag hij na nauwelijks tien kilometer fietsen niet alleen zijn plaats in de kopgroep verloren gaan, maar ook iedere kans op een eervol eindresultaat. Immers zijn vijfde plaats in de alge­mene klassering met nog geen drie minuten achterstand op de leider en met nog twee ritten voor de boeg, bood nog alle moge­lijkheden op een eervol resultaat. Het tweede slachtoffer werd Wim de Jager. In het gevecht om een plaatsje in de eerste waaier reed iemand in zijn achterwiel en ontredderde daarbij zijn derailleur. Dit bracht hem bovendien ten val. Zijn tweede plaats, welke vanzelfsprekend nog alle uitzicht schiep, zelfs op een zegepraal, ging naar de maan, terwijl de defecte derailleur en de bij de val opgelopen wonden ook de kans op een come­back onmogelijk maakte.

De grootste klap kreeg echter Krabbenbos. Twintig kilometer voor de streep zat hij nog in de kopgroep. Op dat moment demarreerde hij en nam honderd meter voorsprong. Over een natgeregende, dwars door een straat lopende tramrails kwakte hij tegen de stenen. Op haast dezelfde plaats kwam Rienus van der Klooster ten val en moest hij van achterwiel wisselen. Maar deze keer, de derde in twee dagen, had Van der Klooster meer succes met de achtervolging. Keihard knokkend kwam hij weer in de veilige beschutting van de kopgroep. Maar Krabbenbos, lichamelijk geteisterd, moest met de finish haast in zicht, de eerste rangen verlaten. Pieterse, Cooremans en Van Espen, een trio goed voor een ereplaats in onverschillig welke team tijd­race, ontliepen in de laatste kilometers de massaspurt en fi­nishten in die volgorde.

2e etappe: SNEEK-ZWOLLE (125 km):

Amateurs: 1. J. Pieterse, Heineken 3.06.04; 2. P. Cooreman, Heineken z.t; 3.  C. van Espen,  Caballero, z.t; 4.  J. Fransen, Avia, 3.07.21; 5. S. Koevermans, Menno 6. H. Koopmans, Veronica 7. Chr. Duyker, Caballero 8. H. Peters, Caballero 9. A. Drop, Duikelman 10. A. Kraan, Individueel 11. L. te Riele, Menno 12. F. van Lachterop, Le Champion 13. G. Deykers, Heineken 14. A. Rijkers, Heineken 15. J. Schouten, Caballero allen de z.t; 16. .R. v. d. Klooster, Caballero 3.07.36; 17. C. Broekmans, Duikelman 3.07.55 18. H. Schouten, Avia, z.t; 19. W. Griffioen, Avia, 3.08.12;  20. L. Hermens, Duikelman, 3.08.59;  21. H. v. d. Wijk, Le Champion 3.09.11;  22. G. Krabbenbos, Caballero 3.11.09; 23. P. Verwey, Avia 3.11.20;  24. M. Sachs, Menno z.t; 25. K. Zomer, Avia 3.12.15;

B. Boom, N. Lute, G. Hermans, E. Sminia, H. Meinster en P.Konijn gaven op.

De Caballero-sprint te Steenwijk werd gewonnen door H. Schouten (Avia).

Derde en laatste etappe: Zwolle-Amsterdam.

Dat werd daar op de prachtige aankomst bij, het

In het voorste gelid werd inmiddels een hels tempo gehand­haafd, maar desondanks zag men de in het blauw gestoken Koopmans doorlopend pogen zijn gezellen te ontvluchten. Hoopte hij misschien dat zijn stadgenoten-medevluchters, de aanvoerder in het algemeen klassement en diens opvolger, res­pectievelijk Drop en Duyker, wel voor de voeten zouden lopen?

Maar dat was dan toch een ijdele hoop. Integendeel. De Am­sterdammers hielden elkaar in het oog. Iedere aanval van een Mokumse jongen werd door een andere plaatsgenoot beant­woord en het zag er lang naar uit, dat het achttal in de sprint de beslissing zou uitvechten. Totdat Amsterdam aan de hori­zon opdoemde. Dat sloeg bij Cornelisse de aanvalsdrift los.

Maar toen liet Koopmans zien, dat ondanks het enorm-vele werk dat hij al verzet had, zijn macht nog lang niet was opge­bruikt. De aanval die Cornelisse honderd meter voor zijn ge­zellen uitbracht beantwoordde Koopmans onmiddellijk. In een formidabele wip sprong hij naar de „full speed" draaiende Cornnelisse. Koopmans probeerde zelfs zijn grote concurrent in de steek te laten, maar dat stoute plan kon hij toch niet verwezenlijken. Van Smirren en Lachterop konden nog bij hun mede-Mokummers geraken. Geconcentreerd joegen zij op volle kracht naar de finish. Het felle verweer van Koopmans ten spijt, viel de zege in de laatste etappe, de oersterke finisher Cornelisse ten prooi. Toch kon Koopmans er op bogen, door zijn onvermoeibaar zwoegen en verbeten strijdlust, een sprong van de tiende naar de uiterst eervolle derde plaats in de eind­rangsehikking te hebben gemaakt. BRON: JOOP DE JAGER.

3e etappe: ZWOLLE-AMSTERDAM (142 km):

Amateurs: 1. H. Cornelisse, Heineken, 3.25.25; 2. H. Koopmans, Veronica, 3.25.25; 3. R. van Smirren, Le Champion, z.t; 4. F. van Lachterop, Le Champion, z.t; 5. H. Peters, Caballero, 3.26.09; 6. Chr. Duyker, Caballero, z.t; 7. J. Schouten, Caballero, z.t;  8. A. Drop, Duikelman, z.t;  9. A. van Tilburg, Heineken, 3.27.21; 10. J. Pieterse, Heineken, z.t;  11. C. van Espen, Caballero, z.t;  12. P. Verwey, Avia, 3.27.27; 13. I. Verheul, Le Champion, 3.28.31; 14. S. Koevermans; Menno, 3.29.01;  15. L. Hermens, Duikelman, 3.29.01; 16. L. te Riele, Menno, z.t;  17. P. Cooremans, Heineken, z.t;  18. W. de Jager, Veronica, z.t;  19. J. Oudkerk, Le Champion, 3.30.06;  20. H. Schouten, Avia, z.t; 21. A. Kraan, Individueel, 3.30.44;  22. W. Griffioen, Avia, z.t; 23. C. Broekmans, Duikelman, z.t; 24. G. Krabbenbos, Caballero, z.t;  25. A. Rijkers, Heineken, z.t;

Opgegeven: J. Rossenberg en H. Plum (Duitsland).

J. de Boer werd niet geklasseerd wegens het rijden van een verkeerde route.

In Bunschoten werd de Caballero-sprint gewonnen door H. Cornelisse (Heineken).

ALGEMEEN KLASSEMENT

Amateurs: 1. A. Drop, Duikelman, 10.17.02;  2. Chr. Duyker, Caballero, 10.17.47; 3. H. Koopmans, Veronica, 10.18.41; 4. H. Peters, C'aballero, 10.19.39; 5. C. van Espen, Caballero, 10.19.47; 6. P. Cooremans, Heineken, 10.21.00 7. S. Koevermans, Menno, 10.22.31; 8. L. to Riele, Menno, 10.22.47; 9. A. Rijkers, Heineken, 10.24.14; 10. L. Hermens, Duikelnan, 10.24.25; 11. H. Schouten, Avia, 10.24.26; 12. J. Pieterse, Heineken, 10.24.36; 13. A. Kraan, Individueel, 10.24.39; 14. F. van Lachterop, Le Champion, 10.24.57; 15.  C. Broekmans, Duikelman, 10.25.04; 16. J. Schouten, Caballero, 10.25.41; 17.  W. de Jager, Veronica, 10.26.13; 18.

G. Krabbenbos, Caballero, 10.26.33; 19.  J. Fransen, Aivia, 10.27.51; 20. H. Cornelisse, Heineken, 10.28.57; 21. H. v. d. Wijk, Le Champion, 10.29.29; 22. G. Deykers, Heineken, 10.29.41; 23. A. van Tilburg, Heineken, 10.32.42; 24.  R. v. d. Klooster, Caaballero, 10.33.19; 25.  P. Verwev Avia, 10.33.41; 26. W. Griffioen, Avia, 10.33.50;  27. I. Verheul, Le Champion, 10.36.14; 28. J. Oudkerk, Le Champion, 10.40.32; 29. D. Bouquet, Menno, 10.40.53;  30. K. Zomer, Avia, 10.41.30;  31. P. Kooyman, Veronica, 10.42.25;  32. M. Sachs, Menno, 10.43.37; 33. R. van Smirren, Le Champion, 10.44.40;  34. K. Wellinghof, Individueel, 10.47.53;  35. W. Bogaard, Duikelman, 10.48.06;

36. L. Althuizen, Heineken, 10.51.31;  37. W. ten Herkel, Duikelman, 10.52.32; 38. B. Schenk, Caballero, 11.10.26; 39. W. de Graaf, Le Cham- pion, 11.13.15; 40. A. Bakker, Veronica, 11.18.47;

EINDSTAND PRESTATIEKLASSEMENT

1. C. van Espen 9 pnt.; 2. R. v. d. Klooster 6 pnt.; 3. H. Corne­lise 5 pnt.; 4. P. Cooremans 5 pnt.; 5. A. Kraan 4 pnt.; 6. H. v. d. Wijk 4 pnt.

EINDSTAND PLOEGENKLASSEMENT

1. Caballero

 

RONDE VAN BRABANT.(1962.06.02 T/M 06.03)

Ronde van Brabant voor CEES VAN ESPEN

COEN VISSER en COR SCHUURING etappewinnaars

Ploegenklassement nogmaals voor KIKKEROP

Op de grens van hat Peelland, onder de rook van Berkel, in het nog piepionge dorpje De Rips, zagen we de elfde Ron­de van Brabant in het beslissende stadium komen. Daar kwam plots het verheugende bericht op de lei: vier renners op de vlucht. Dat was voor ons aanleiding naar de spits van het „veld" te springen, waar we constateerden, dat Cor Schnuring, Piet Coremans, Kees Snepvangers en Kees van Espen die vluchtgroep in de tweede etappe, na 117 kilometer, hadden ge­formeerd. En we herinnerden ons een gesprekje met mevrouw de weduwe Voorting, een verwoed supportster van Coen Vis­ser, die de eerste etappe van Ossendrecht naar Oss uit een kopgroep van zeven man in een felle eindsprint had gewonnen. Over verdere kansen van Coen Visser in deze tweedaagse, had zij de schouders opgehaald en het blonde kopje geschud: „Nee, ik ben bang voor de jongens van Toon Simons “Drie Hoefijzers­ploeg". ,Wij echter spraken over een veel gevaarlijker man: Cees van Espen uit Arnhem! Welnu, die Cees van Espen rekende netjes uit dat tweemaal drie, als slotsom een kan zijn. Want in de eindsprint te Eindhoven won weliswaar de Am­sterdammer Schunring voor de Drie Hoefijzersman Snepvan­gers, maar Van Espen was derde voor Coremans.

De 24-jarige Van Espen is er dus weer. Na de-Olympia-Tour, waarin hij matig was, staat hij nogmaals in het volle licht van de schijnwerpers en kunnen we zijn verdere prestaties dit sei­zoen met vertrouwen tegemoet zien. Misschien ook die van Coen Visser, al moet het ons van het hart, dat het zo met de Santpoorter gesteld is, dat men nimmer weet waar men met hem aan toe is. De ene dag kan hij vliegen en is steeds attent in de strijd, de volgende dag mist hij de boot ...

Ach ja, in die bijzonder welgeslaagde elfde Ronde van Brabant (er waren ditmaal heel weinig vlekjes aan het technische deel van de organisatie) waren heel wat renners die in het afge­lopen weekeinde een misrekening maakten en na afloop heb­ben gemompeld: “Zo doe ik het niet meer". We denken aan Cor Schuuring, de lange Amsterdammer, die stellig heel wat in zijn wielermars heeft, maar niet kan denken en slechts wakker moet worden geroepen om tot grote daden te kunnen komen. Op de eerste dag was hij “nergens", op de tweede dag zat hij voor in het gelid en kon alles controleren.

Maar hij stond daarin niet alleen. O neen, ook Pieterse, Mar­tien de Jong, Van Aert, Linders, Brekelmans, Van Kemenade (we doen maar een greep) hadden op de eerste dag misge­slagen. De dag waarop tien man een gat sloegen en er zeven over bleven, die maar liefst drie minuten en meer namen.

In die zaterdagse etappe sprongen de 96 dapperen vanuit Os­sendrecht naar de Spek-stad Oss, al direct snel weg en snelde de bonte meute naar Huybergen, waar we het teleurstellende bericht hoorden, dat Arie den Hartog (de revelatie van Olym­pia's Tour) met pech stond. We zagen hem wat verder in een achtervolging, gesteund door zijn ploegmakker Toon v. d. Aa, die hem overigens later niet meer kon bijbenen. Toen Den Hartog echter in het „gat" voor de wat te lange auto-volgers­karavaan dook, bleef hij “hangen".

Inmiddels zagen we Motke met kramp staan, Boom en Wes­seling verwijnen en in Roosendaal, na 45 kilometer, Vesseur en Van Espen een gaatje van twintig seconden slaan.

Maar van ernst was voorlopig geen sprake. Beslissende dingen gebeurden er pas na Oosterhout, toen uiteengeslagen groepen weer waren samen- gesmolten. In het dorpje Oosteind, waar we de karavaan na 94 km stonden op te wachten, zagen we Leo Vreeburg voor het peloton uitdraven. Een paar honderd meter. Maar die sprong was beslissend in die eerste etappe. In Til­burg, 8 kilometer verder, waren De Rooy en Lute bij de vluchters gesprongen. Er kwamen er nog zeven bij, doch door het later weer verdwijnen uit de leidersgroep van Verheul, Lute en ... Vreeburg, die de „slag" maakte, bleven er zeven over, die een eenmaal genomen voorsprong steeds meer wisten te vergroten en zelfs met drie minuten en enkele seconden winst het uitstekend afgezette parcours rond-de fabrieken van Thomassen en Drijver in Oss opdraafden, nadat Haast en Van der Kloot, om beurten, vergeefs op de pedalen stonden. Daar was het Coen Visser, die in een lange, harde sprint de etappe won voor Haast, Van Espen, Van der Kloot en de jeugdige Van Ginniken, die, evenals de op de zevende plaats terecht geko­men Willem de Rooy, vorig jaar nog in de nieuwelingenklasse uitkwam.

Coen Visser winnaar. Een uitstekend winnaar, die een sterk veld tegen- standers overtroefde na een welgeslaagde eerste etappe, welke we goed konden zien, dank zij de heer Faas uit Bergen op Zoom.

De tweede rit volgden we in de snelle Volkswagen-Karman van het autobedrijf Peet van Est uit Rotterdam, waarvan de heer Pijpers aan het stuur zat en met veel wedstrijd-inzicht reed. Al deed hij dat dan voor de eerste maal!

SNEL VERTELD

Om een lang verhaal kort te maken: de tweede etappe van Oss naar Eindhoven, is snel verteld. Wel waren er in de buurt van  Tongelre, na 75 kilometer, zeven man ontvlucht: de jeugdige en opvallend goed rijdende Van Ginniken, Van Espen, Wel­linghoff, Hermens, Gisbers, Vesseur en Coonen, zoals de lei­draagster ons vertelde, maar op de rand van Eindhoven, dat we in de buurt van Opwetten, passeerden, was alles weer bij­een.

Inmiddels zagen we wat pechdrama'tjes, zoals van Piet Kooij­man uit Rijnsburg, op wie Everts wachtte en hem weer bij bracht; Brekelmans, wiens pedaal in Nuenen de geest gaf. Maar op een andere fiets kon hij weer bijkomen; daarna een vlucht van Pieterse, Van Ginniken, I.iebregts, Martin de Jong en Coremans in de buurt van Lieshout, na 85 kilometer. En vervolgens een valpartij in het peloton, waarbij een zestal ren­ners waren betrokken van wie we, in de haast, drie konden noteren: Piet Buuts, Van de Wijk en Jac. Tolhoek. In die fase loste Dieperink, die toch niet slecht in het klassement stond; verdween ook Verwey, die een stofje in een van zijn ogen had gekregen.

Toen viel de, in de aanhef beschreven slag, met de vlucht van de vier, waarvan. Cor Schuuring -weer ouderwets geed reed. Al kent hij soms zijn eigen kracht niet ... Voor het overige: de Kikkerop-ploeg won, evenals vorig jaar, het ploegenklasse­ment voor Drie Hoefijzers en Radium.

Twee mooie wielerdagen in Brabant liggen -achter ons. Zij waren een groot succes voor de organisatoren, hetgeen in de allereerste plaats te danken is aan het team van de gemoto­iriseerde Rijkspolitie.BRON JAN CORNELISSE

UITSLAGEN EN EINDKLASSEMENTEN

Amateurs en Onafhankelijken: le etappe (Ossendrecht-Oss, 175 km):

1. C. Visser, 's-Graven­moer, in 4.38.01; 2. C. Haast, Rijsbergen, 3. C van Espen, Arn­hem, 4. Jac. v. d. Kloot, Zundert, 5. M. van Ginniken, Schijf,

6. L. Tolhoek, Ierseke, 7. W. de Rooy, Bergen op Zoom, allen dezelfde tijd, 8. Th. Rutten, Leende, 4.41.07, 9. Ad van Keme­nade, Eindhoven, 10. A. Rutte, Haarlem, 11. W. Dieperink, Bar­chem, 12 L. Hermens, Nijmegen, dezelfde tijd als Th. Rutten, 13. N. Lute, 's-Graveland, 4.42.46, 14. L. Vreeburg, Veghel, 4.44.18, 15. P. Coremans, Breda, 16. C. Schuuring, Amsterdam, 4.44.41, 17. Th. Brekelmans, Eindhoven, 18. G. Deijkers, St. Wil­librord, 19. J. Pieterse, Oude onge, 20. M. de Jong, Breda, allen dezelfde tijd als C. Schuuring.

Amateurs en Onafhankelijken: 2e etappe (Oss-Eindhoven, 180 km):

1. C. Schuuring, Amster­dam, in 4.20.31, 2. C. Snepvangers, Zundert, 3. C. van Espen, Arnhem, 4. P. Coremans, Breda, allen dezelfde tijd als C. Schu­ring, 5. Th. Rutte, Leende, in 4.21.50, 6. J. Pieterse, Oude Tonge, zt., 7. W. Heeren, St. Willibrord, 4.24.13, 8. Th. Brekelmans, Eindhoven, 9. A. van,Aert, Achtmaal, 10. C. Visser, 's-Graven­moer, 11. J. v. d. Kloot, Zundert, 12. Th. Liebregts, Vlijmen, 13. J. Bong, Laren, 14. Jos. Linders, Roosendaal, 15. Bert. de Vos, Dinteloord, 16. Nic. Lute, 's-Graveland, 17. C. Haast, Rijs­bergen, 18. J. Gisbers, Eindhoven, 19. L. Hermens, Nijmegen, 20. N. Heridriks, allen dezelfde tijd als W. Heeren.

Persoonlijk eindklassement:

1. C. van Espen, Arnhem (Quick Up) 8.58.32; 2. C. Visser, 's-Gravenmoer (Eroba) 9.01.42; 3. Jac. v. d. Kloot, Zundert (Drie Hoefijzers)

z.t.; 4. C. Haast, Rijsbergen (brie Hoefijzers) z.t.; 5. M. van Ginniken, Schijf (Kikkerop) z.t.; 6. W. de Rooij, Bergen op Zoom (Kikkerop) z.t.; 7. Th. Rutten, Leende, Eindhoven (Radium) 9.02.57; 8. Ad. van Kemenade, Eindhoven (Radium) 9.04.29; 9. A. Rutten, Haarlem (Eroba) z.t.; 10. L. Hermens, Nijmegen (Quick Up) z.t.; 11. P. Coremans, Breda (Houthandel Brabant) 9.04.51; 12. C. Schuuring, Amsterdam (Radium)

19. P. Verwey, Gouda (North State) z.t.; 20. W. Heeren, St. Willibrord (Kikkerop) 9.08.19; 21. Jos. Linders, Roosendaal (Drie Hoefijzers) z.t.; 22. A. van Aert, Achtmaal (Drie Hoefijzers)

9.08.42; 23. Th. Liebregts, Vlijmen (Eroba) z.t.; 24. N. Hendriks, Utrecht (Can-Can) z.t.; 25. Th. v. d. Wiel, (Het Nieuwsblad v h. Zuiden)

Algemeen ploegenklassement: Kikkerop 27.04.09; Drie Hoef­ijzers 27.08.14; Radium 27.12.38; Eroba 27.20.21; Houthandel Brabant 27.21.36.

 

RONDE VAN DRENTE.(1962.07.28)

Ronde van Drente was een succes voor de sport

                                                        en voor winnaar BART SOLARO

Tot drie maal toe probeerde de nationale amateur­kampioen Gerard Wesseling zaterdagmiddag in de Ronde van Drente, een klassieke wegwedstrijd over 207 km, zich met een felle demarrage los te maken van het kopgroepje van acht, dat zich ruim 50 km voor het einde had gevormd. Hoe hij ook zwoegde, de strijdlustige Half­wegger, die op een uitstekende koers terug kan zien, hij slaagde er niet in weg te komen. Bart Solaro en Theo Rut­ten waren de mannen, die Wesseling beletten een be­slissende uitlooppoging te forceren. Pogingen van Snep­vangers liepen eveneens op niets uit. Kortom: dit zeer sterke kopgroepje van acht (Wesseling, Rutten, Van Aert, Van Kemenade, Schuuring, Haast, Snepvangers en Solaro) was aan elkaar gewaagd.

Zo zag het publiek, dat zich op het Raadhuisplein in Hoo­geveen bij de finish had opgesteld, een prachtige eind­sprint. Wederom was het Wesseling die trachtte met een laatste krachtsexplosie beslag te leggen op de zege, maar de attente Solaro spurtte op fantastische wijze mee en presteerde het tenslotte, als eerste over de streep te gaan. Wesseling werd een zeer eervolle tweede, terwijl de sterke Rutte uit Leende, van wiens rijden we in deze zeer ge­slaagde Ronde van Drente hebben genoten, als derde ein­digde.

Hoewel het rennersveld klein was (er gingen slechts 48 renners van start) moet gezegd worden, dat het puikje van de Nederlandse amateurs van de partij was. Zo stond bij voorbaat vast, dat er strijd verwacht kon worden, ook al omdat de klassementen voor het Zilveren Stuur en San Pellegrino op het spel stonden.

Wel, het is inderdaad een machtige strijd geworden, zoals we het dit seizoen nog niet hebben meegemaakt. Alle factoren hebben in deze meegewerkt. Vooral het prach­tige parcours, dat de organisatoren (onder aanvoering van de actieve voorzitter, de heer H. Hendriks) hadden uitge­stippeld, leende zich uitstekend voor een klassieke weg­wedstrijd. Via veelal smalle klinkerwegge- tjes, waar de renners gelegenheid te over kregen felle demarrages te ontketenen, ging het parcours door het fraaie Drentse land.

EERSTE UITLOOPPOGING

Vrij spoedig na de start noteerden we de eerste uitloop­poging. Dit was na 10 km, even voorbij Zuidwolde. Tevoren zagen we Piet Kooyman als eerste pechvogel langs de weg staan.

Jac. v. d. Kloot, Gerard Wesseling, Piet van Dijk en Henk de Vries waren aan de haal gegaan. Lang plezier beleefde dit viertal niet van deze vlucht, want nabij De Wijk, na 20 km, constateerden we, dat het peloton weer compact was. Met De Wijk in zicht kreeg de Drentse kampioen Roel Hendriks het op zijn heupen. Immers het was zijn woon­plaats, zodat hij wel verplicht was om hier als eerste door te komen. Met Hendriks, die uitstekend reed en zich een waardige Drentse kampioen toonde, gingen ook de gebrs. Piet en Wim Vleesman en Wim Dieperink aan de haal. Dit kwartet nam ca. 300 meter voorsprong op het peloton waarin de “groten" elkaar nauwlettend in het oog hielden.

PAARD OP HOL ...

Wim Vleesman moest zich terug laten zakken, de reste­rende drie renners gingen in hoog tempo door, zodat het kon gebeuren, dat zij na 40 km, nabij Dwingelo, een voor­sprong van 1 min. 5 sec. hadden opgebouwd. In deze om­geving was het, dat een paard (en waren) eveneens aan de haal ging toen hij de kleurige sliert, dat het peloton was, in het oog kreeg. Dit Drentse ros moest reeds na een kilometer de strijd staken, want de motorkoeriers, gekleed in keurige witte overalls, die in deze ronde assisteerden, traden als ,spelbrekers" op. Men slaagde er in het paard tot stilstand te brengen. De boer echter, van wie dit paard was, bleef met materiaalpech achter: zijn wagen had be­hoorlijk averij opgelopen.

Na dit kleine incident kwam er geducht beroering in het peloton, dat blijkbaar geinspireerd was door de snelle vlucht van het paard.

BESLISSENDE SLAG

Na 53 km rijden, nabij Leggelo, noteerden we de eerste achterblijvers. Dit waren Smouter, Bruins, Broesder, v. d. Berg, Bakker en Piet Vleesman, welke laatste moest boeten voor zijn krachtsinspanningen in de eerste fase van de strijd aan de dag gelegd. Even later zagen we v. d. Kloos­ter in gezelschap van Zwienenberg, de Overijselse kam­pioen, die in de ,Ster van Zwolle" zo goed reed. Zij hadden „de boot gemist", evenals Demoedt en Koopman. Nabij Beilen moesten ook v. d. Kamp, Koops en v. Piere afhaken. v. d. Kloot kreeg in deze fase van de strijd een lekke tube, maar bewees heel wat mans te zijn, want na enkele kilo­meters had hij weer aansluiting met het peloton, dat in­tussen, na 17 km, op weg van Erp naar Schoonloo (wat een fraaie omgeving!), de drie vluchters tot orde had geroepen. Het was in Gieten, dat de rjjzige Amsterdammer Cor Schuu­ring - uit het goede rennershout gesneden - demarreerde in gezelschap van Rutten. Een fel jagende groep onder aanvoering van Piet van Dijk en Dieperink riep beide vluchters evenwel spoedig tot de orde.

Bert Boom werd in de buurt van Eext (na 104 km) blijk­baar geinspireerd door een grote hond, die trachtte de Twentenaar in z'n kuiten te bijten, terwijl wat later Hen­driks, Krabbenbos, Haast en v. Lachterop bij de “hoofd­macht" kwamen. Knap werk zagen we van de sterke Arie den Hartog toen deze bij Anlo door zadelbreuk achterop raakte: na 24 km had Den Hartog zijn achterstand van 50 seconden echter weer goed gemaakt.

LEVENDIGE STRIJD

De strijd bleef levendig. Keer op keer probeerden renners aan de haal te gaan. Door dit geweld geraakten streekren­ners als Koster (Hoogeveen) en Wilkens (Gieten) alsmede door oude blessures geplaagde renners als Piet van Dijk en Chris Duyker achterop, evenals een moegestreden Wim Vleesman, die zich overigens kranig heeft geweerd.

Tussen Oudemolen en Baalo werd het pleit beslecht. Drie leden van de Breda-bierploeg, te weten Van Aert, de rij­zige Snepvangers en de kleine vechtjas Haast demarreer­den fel, in gezelschap van Solaro, Rutten, Wesseling, Van Kemenade en Schuuring. Boom heeft nog geprobeerd deze sterke groep van acht te achterhalen, doch moest na enkele kilometers de achtervolging staken. Hij liet zich in de volggroep terugzakken.

De kopgroep van acht vergrootte intussen de voorsprong zienderogen en bereikte met ruim 2 minuten winst de straten van Hoogeveen. Wat zich hier afspeelde beschreven we reeds in de aanvang. De attente Bart Solaro won, met op de tweede plaats de sympathieke Gerard Wesseling. Jan Fransen won de sprint van de volggroep, die 2 minuten later binnenkwam.

BRON: BEN ZOMERDIJK

Amateurs: 1. B. Solaro, Den Bosch, 207 km in 4 uur 46 min. en 10 sec.; 2. G. Wesseling, Halfweg; 3. Th. Rutten, Leende; 4. A. v. Aert, Achtmaal; 5. C. Snepvangers, Zundert; 6. A. v. Keme­nade, Den Bosch; 7. C. Schuuring, Amsterdam; 8. C. Haast, Rijsbergen; 9. in de tjjd van 4.48.20: J. Fransen, Halfweg; 10. C. v. Espen, Arnhem; 11. C. Visser, 's-Gravenmoer; 12. B. Boom, Enter; 13. J. v. d. Kloot, Zundert; 14. F. v. Lach­terop, Amsterdam; 15. P. Buuts, Veghel; 16. W. Dieperink, Barchem; 17. R. Hendriks, De Wijk; 18. A. den Hartog, Zuidland; 19. G. Krabbenbos, Haarlem; 20. P. v. Dijk, Wor­merveer. Jan Boog, aanvankelijk als 17e geklasseerd, werd door de jury gediskwalificeerd omdat hij zich in de laatste kilometers had laten verzorgen.

Het ploegenklassement werd gewonnen door Drie Hoef­ijzers met 54 pnt; 2. Drenthina 51 pnt; 3. Polynorm 38 pnt; 4. Caballero 23 pnt.

 

RONDE VAN FRIESLAND.(1962.04.14)

HENK CORNELISSE

                   ook in lustrumronde van Friesland de grote triomfator

CEES VAN ESPEN beste tweede

In het buurtschap Triemen, in het wonderschone Kollumer­land onder de rook van het befaamde Elfstedenstadije Dok­kum, viel, met nog amper 24 kilometer voor de sturen, in een vlijmscherp, schier onvergetelijk wielergevecht de beslissende slag in deze toch al zo interessante eerste lustrumronde van Friesland. Daar, langs de in de stevige noord-ooster wind golvende Dokkumer Trekvaart, schoten Henk Cornelisse en Cees van Espen, de grote winnaars van de Ronde van Noord-­Holland en de Ronde van Twente, in flitsende demarrages weg uit de hoofdmacht, die juist even wilde uitblazen na een vijfenveertig kilometer lange en succesvolle tocht op het trio Den Outer, Beckers en Duijker. Een onverwaehte vlucht, zo fel en overdonderend, dat niemand hier een antwoord op kon vinden. Allen waren beduusd van dat enorme geweld na een toch al zo harde strijd van dat glanzende duo Cornelisse­-Van Espen, van wie eerstgenoemde (met een fietslengte ver­schil) de overwinning behaalde.

Toen beide renners zich kort voor Dokkum losmaakten, be­grepen zij, zonder veel tot elkaar te zeggen, dat zij, mits goed samenwerkende, een behoorlijke voorsprong konden opbou­wen. Dit gebeurde ook -en zo werd het tussen Cornnelisse en Van Espen een onvergetelijk slotduel, waarmee niemand zich

scheen te bemoeien. Of toch? Want in de kronkelende straten van Dokkum sprong de kleine Hagenaar Marinus Paul nog achter het tweetal aan, om op weg naar Murmerwoude heel snel te moeten ervaren, dat tegen dat geweld niets was in te brengen.

Door niemand minder dan onze wereldkampioene kunstrijden op de schaats, Sjoukje Dijkstra, was in de Friese hoofdstad het startschot gelost en waren 140 -amateurs tussen rijen van honderden belangstellenden in een , Depart A la Frangaise", een in de dertiger jaren zo geliefde Franse start, vertrokken. Vrijwel onmiddellijk sloeg het veld uiteen, toen de bonte karavaan de richting van Ried insnelde, waar premies voor

Marinus Paul, Jan Timmer en Jaap Frakking lagen te wach­ten. Buiten pechvogels als Andre van Aert, Wim Dieperink, Theo Brekelmans en Hiddinga konden we tientallen „lossers" noteren en had ook een valpartijtje al enkele renners uitge­schakeld.

Via Franeker, Dongjum en Wommels ging het naar Bolsward, waar de eerste vluchtgroep van negen man werd gemeld, te weten Cornelisse, Van Espen, Paul, Frakking, Le Grand, Duij­ker, Van Kemenade, Timmer en de winnaar van de Ronde van Friesland 1961, Kees Snepvangers. Een sterke vluchtersgroep, die vele kilometers de verschillende jachtgroepen vooraf ging.

We dachten al aan een kopie van de Ronde van Noord­Holland.

Jagende groepen

Maar..., hoe anders zou het toegaan. In de jagende groepen bleef men allerminst bij de pakken neerzitten, waardoor na 86 kilometer de voorsprong van de negen leiders hooguit een minuut bedroeg. Van die jagende groepen zaten in “peloton II" renners als Visser, Althuizen, Schuuring, Van Smirren, Broers, Den Outer en Schaap en in “peloton III" onder meer Beckers, Vleesman, Van Dijk, de jonge Harm Ottenbros, Wes­terhof, Lachterop, Strooper en Koolhof, die echter de “pijp aan Maarten" gaf.

In Gorredijk, na Heerenveen te zijn gepasseerd, waar de voor­sprong op het tijdschema liefst tien minuten bedroeg, was de vluchtgroep ingelopen, terwijl voordien groep II en groep III al waren samengesmolten. Het bleef echter onrustig en nieuwe ontsnappingspogingen werden gemeld. We sprongen er heen en zagen dat de Zuidhollander Maarten den Outer juist werd achtervolgd door de Noordhollander Chris Duijker en de Limburger Eugene Beckers. We zagen ook, dat de Amster­dammer Van de Velde in Gorredijk ten val kwam, maar zijn weg later toch kon vervolgen.

In de buurt van Zwagerveen, na 147 kilometer, gingen Henk Cornelisse en Cees van Espen er dan van door. Hun prachtige vlucht gelukte, al deden Snepvangers, Beckers, Le Grand en Duijker (die later door een lekke band werd teruggeworpen) nog energieke pogingen om de twee koplopers te achterhalen. Die twee waren allen echter te sterk ...

Het einde van dit onvergetelijk wielergevecht - met een schitterend slot – bracht opnieuw de Amsterdammdr Henk Cornelisse als een uitmuntende triomfator te voorschijn, maar ook een bijzonder sterke tweede aankomende: Cees van Espen uit Arnhem.BRON: JAN CORNELISSE

Amateurs: 1. H. Cornelisse (Amsterdam), 180 Ian in 4.42.13; 2. op 1 lengte C. van Espen (Arnhem); 3. op 2 min. 1 sec. C. Schuuring (Amsterdam); 4. C. Snepvangers (Zundert); 5. E. Beckers (Schaesberg); 6. M. Paul (Den Haag); 7. J. le Grand (Amsterdam); 8. C. Visser ('s-Gravenmoer); 9. Ad van Keme­nade (Eindhoven); 10. R. v. d. Klooster (Rotterdam); 11. C. Duij­ker (Beverwijk); 12. P. van Dijk (Wormerveer); 13. R. Lachter­op (Amsterdam); 14. J. Timmer (Velsen); 15. Th. Rutten (Leen­de); 16. A. Rijkers (Amsterdam); 17. Bruins (Zuidwolde); 18. M. den Outer (Nieuwerkerk a.d. IJsel); 19. Van Gent (Wasse­naar); 20. B. Jansema (Wagenborgen).

Ploegenklasseitent: 1. Caballero (met Van Espen (2), Visser (8) en v. d. Klooster (10) is 24 pnt; 2. Jabo I (Amsterdam) met Schuuring (3), Paul (6), Van Lachterop (13) is 22 pnt; 3. Le Champion (Amsterdam) met Cornelisse (1), Le Grand (7) en Verheul (34) is 42 pnt; 4. Radiuxn~ Maastricht (met Backers (5), K. Groot (24) en v. d. Velde (26) is 55 pnt; 5. Polynorm (Soest) met Van Dijk (12), Deenen (30) en Nuyens (35) is 77 pnt.

 

RONDE VAN GELDERLAND.(1962.04.28)

In beste wedstrijd, die aan Coen Visser de triomf bracht

Wat moet er in de vallende zaterdagavond van voorgaande week niet allemaal zijn omgegaan in hoofd en hart van die echte Apeldoornse wielerenthousiast Jan van de Blanke­voort, toen duidelijk was geworden dat ook de zesde Ronde van Gelderland het weer best had gedaan, opnieuw glanzend van organisatie was geweest. Wat heeft deze integere, deze ware sportman toch enorm veel werk verzet om alles tot in de puntjes te volbrengen. Natuurlijk, hij heeft het niet helemaal alleen gedaan, niet alleen kunnen doen. Bij zijn voorbereidende arbeid van maanden ondervond hij alom steun en medewer­king, niet in de laatste plaats van zijn zoon, van de burge­meester van Apeldoorn en, wat heel belangrijk was, van de directie van de Nieuwe Apeldoornse Courant. Maar toch, de glorie van het welslagen van dit jaarlijkse wielergebeuren door Gelre's dreven, door de jonge Santpoortse routier Coen Visser uit een kwaliteitsveld van wel tweehonderd amateurs en onafhankelijken gewonnen, straalt voornamelijk af op de man achter de schermen: op Jan van de Blankevoort.

Bij deze vrij winderige rondrit door Gelderland over 166 kilo­meter ontbraken niet alleen de dartelende zonnestralen, er ontbraken, als gewoonlijk, ook de zogenaamde „top-journalis­ten", de mannen die in hun landelijke bladen de wielersport kunnen populariseren, kunnen uitdragen, maar het niet (of zelden) doen, omdat wielrennen hun belangstelling nu eenmaal niet geniet, zij er eerder vijandig tegenover staan. Nietwaar, die hardrijders spreken uit altijd even netjes, ze gebruiken liters doping, ze verkopen aan elkaar de wedstrijd en ga zo maar door!

Het is gek, maar naar Rudi Liebrechts-de-schaatsenrijder en Gerben Karstens-de-schaatsenrijder gaan de bewuste sport­journalisten wel kijken. Vinden ze interessanter. Maar Rudi Liebrechts-de-wegrenner en Gerben Karstens-de-wegrenner hebben ze nog nooit in een wedstrijd aan de slag gezien. Weet u, zo'n wegkoers duurt ook zo akelig lang, verveelt zo snel. Zo'n dikke vijf of zes uur naar al die rugnummers zitten to kijken en dan zonder pauze zoals bij een voetbalwedstrijd, die bovendien maar tweemaal drie kwartier duurt ...

In alle ernst: Is het eigenlijk niet jammer, dat zo weinig, zo bitter weinig sportjournalisten van naam zelden of nooit een studie maken van een coureur, er niet achter trachten te komen wet er in zo'n jonge man leeft? Dat zij nog maar steeds niet willen of kunnen aanvoelen, dat een wielrenner - en dan speciaal een wegrenner - meer voor zijn sport moet doen (en vooral moet laten) dan een heel voetbalelftal bij elkaar? Maar kom, laat ons terugkeren naar de zesde Ronde van Gelderland, waarin het hard is toegegaan, waarin verbeten gevechten zijn geleverd, waarin een renner met een enkele minuut gebrek-aan-cadans, danwel slachtoffer was geworden van een luchtloze band of machinedefect, onherroepelijk naar de achterste regionen verdween.

LEERSCHOOL

Er waren in de beginfase, op weg van Apeldoorn naar Otter­lo, waar de bossen door de late lente zeker nog niet geurden, als van ouds weer demarranten en achterblijvers. Vooral laatstgenoemde categorie telde heel wat wielerridders, voor wie deze wegwedstrijd van formaat nog een leerschool was. Dat viel duidelijk waar te nemen aan hun manier van rijden, aan het voortdurend „los van de wielen" zitten en aan de wijze waarop zij trachtten de achterstand of te wel de gaten te dichten, die zij tijdens het hoge aanvangstempo hadden op­gelopen. Maar daar komt wet verbetering in naarmate zij zich meer met het wezen van de wedstrijden vertrouwd hebben gemaakt. Geen enkele diamant glinstert zonder slijpen of om een wat duidelijker beeld te gebruiken: met een sprong komt men nu eenmaal niet op de hoogste trap.

Maar goed, er waren na een kleine dertig kilometer rijden, met Ugchelen en Hoenderlo en Schaarsbergen achter de wie­len, vele, vele “gelosten", misschien wel zeventig in getal. Er waren ook pechvogels tussen hen, zoals de Maarssense ama­teur Westeneng bijvoorbeeld, verder Van der Kloot (van de Drie Hoeijzers-ploeg), de Dalfsenaar Dekker en Henk Buis. Onze amateur-stayer, die zich binnenkort weer gaat specia­liseren voor het lands- en (mogelijk) wereldkampioenschap, kreeg na pedaalbreuk de fiets van zijn clubmakker Henk Mein­ter, deed een felle achtervolging, maar vermocht de opge­lopen achterstand niet meer wegwerken. Ook Henk Corne­lisse, in de buurt van Barneveld door een lekke band geremd, slaagde hierin niet, al deed ook hij - op het ranke karretje van de behoorlijk marcherende Henk Koopmans - daar een moedige poging toe. Van voren werd echter geen moment ge­lummeld, bleef het tempo hoog, was het veelkleurige veld onder de druk van Nico Walravens, Rien van de Klooster en Jan Pieterse volkomen uiteen gescheurd.

Toen de drie demarranten, ergens tussen Deelen en Woeste Hoeve, tot orde waren geroepen, er zo'n kleine honderd kilo­meter waren afgelegd, was de kopgroep van om en nabij de dertig man door groep twee, acht man sterk  met de Nij­megenaar Piet Soetekouw en de Wolvega'er Piet Schreur als de grote mannen -, achterhaald. En toen ging het weer vro­lijk verder. Vrolijk met die bolderende wind, die langs het Apeldoorns-Dierens kanaal pal in de gezichten van de renners joeg? Nee, dat zou gauw blijken. Verwey en Mesters, Solaro en Boom, Visser, Van Aert, Breure niet te vergeten, Dieperink, Deijkers, Van de Ven en Roel Hendriks deelden om beurten stoten uit van belang. Ook Snijder speelde, wat later, zijn rol mee in het stuk, evenals Van der Flier, Van Kemenade en Van Dongen. De jonge Brabander Leo van Dongen, die goed reed, al moest hij soms een beroep doen op zijn wilskracht.

Hetgeen te begrijpen is: als militair-wegrenner komt men in de meeste gevallen trainingskilometers te kort.

ROEL HENDRIKS

Wat was het echter jammer, dat Pieterse (gebroken voorwiel), Wijnands (machinedefect), Van Espen (lekke band), Frakking (lekke band), Karstens,(aflopende ketting) en Hendriks (lekke band) het contact met de leidende groep verspeelden. Vooral de tegenslag van de prachtig rijdende, zeer strijdbare noorde­ling Roel Hendriks was dood -en dood zonde. Eerst was onze toekomstige onderwijzer (en wielrenner?) in de mooie om­geving van Loenen op de Veluwe de ruimte ingestort in ge­zelschap van Boom, Boonman, Van Burgstede, Motk,6chap van Boom, Boonman, Van ~, Russen en Broomans (een aangename verrassing, deze slanke Hage­naary en vervolgens was hij, na het winnen van een premie­sprint, alleen op pad gegaan. Hetgeen uiteindelijk tot gevolg had flat, toen de jacht op de man uit De Wijk in volle hevig­heid was losgebroken, nieuwe, harde slagen aan de steeds magerder wordende hoofdmacht werden toegebracht. Een hoofdmachtwaartoe, met nog een k1eine twintig kilometer van Apeldoorn verwijderd, onder meer behoorden de harde vech­ter Dieperink, Van Kemenade, Solaro, Van Dongen, Ribbelink, Boom, Visser, Van der Flier en Breure, Mesters, de actieve Verwey, Deijkers, Snijder, Duikers, Martien de Jong, Krabbenbos, Haast, Van der Ven en Gijs de Jager, namen die men ons in de volgwagen verstrekte.

Zelf was dat, in de zoveelste auto, moeilijk te constateren. Want in het Orderbos aangekomen, op een allemachtig slecht stuk weg vol grint en stenen en kuilen, joegen de stofwolken ouderwets hoog op. Gijs de Jager, de boomsterke coureur uit Hoog-Blokland, ,loste' en wreef zich het zand uit de ogen; Lambert van der Ven, steeds in de vuurlinie geweest, sukkelde tot driemaal toe met zijn ketting; Cees (of is het Cor) Haast, die werkelijk een voortreffelijke Ronde van Gelderland heeft gereden, kreeg een lege band. En flat, terwijl de renners hun voetriemen vastmaakten voor de beslissende eindspurt ...

Wij doen echt niets af aan de overwinmng van de Santpoorter Coen Visser, die allang heeft aangetoond wat in de ransel te hebben. Maar die eindspurt, in een bocht en terwijl nergens was aangegeven hoever de renners van de finish waren ver­wijderd, was toch werkelijk een zwart plekje, het enige overi­gens van deze perfeete en zeldzaam mooie wielerronde.

Roel Hendriks verwierf, terecht, de prestatieprijs. Lambert van der Ven ontving, eveneens terecht, die pechprijs. Het ploe­genklassement bracht de triomf aan de groene rijders van Verbi-Sport. Die renners waren Maarten Breure, Gerrit Rib­belink, Leen van der Flier, Jan Hermes, Henk van Schie en Arie Jongejan.BRON: EVERT VAN MOKUM

Amateurs en Onafhankeliljken: 1. Coen Visser, Santpoort, 166 km in 4 uur 2 min. 3 sec.; 2. J. Mesters, Den Haag; 3. M. Breure, Rotterdam; 4. A. van Aert, Achtmaal; 5. M. Boom, Halfweg; 6. B. Solaro, Den Bosch; 7. W. Dieperink, Barchem; 8. G. Deijkers, St. Willebrord; 9. P. Verwey, Gouda; 10. M. Snijder, Halfweg; 11. A. van Keme­nade, Eindhoven; 12. G. Ribbelink, Delft; 13. L. van Dongen, Made; .14. L. van der Flier, Rotterdam; 15. Chr. Duikers, Bever­wijk; 16. G. Krabbenbos, Haarlem; 17. M. de Jong, Breda; 18. G. de Jager, Hoog-Blokland; 19. C. Schuuring, Amsterdam; 20. J. Linders, Roosendaal; 21. W. Dorst, Rotterdam; 22. L. van der Ven, Vlijmen; 23. C. Shepvangers, Zundert; 24. H. de Har­tog, Utrecht; 25. W. Swaneveld, Rotterdam; 26. R. Hendriks, De Witijk; 27. J. Hermes, Berkel;,28. W. Breeuwen; Utrecht; 29. A. Bogaard, Haarlem; 30. J. van Droog, Bleiswijk.

Ploegenklassement

1. Verbi-Sport 27 pnt.; 2. C'aballero 32 pnt.; 3. Drie Hoefijzers 41 pnt.

van Gelderland

 

RONDE VAN LIMBURG.(1962.06.17)

GERREN KARSTENS ontliep eindspurt in RONDE VAN LIMBURG

De Limburgse rekenmeesters kregen ongelijk...

Zij stonden daar op het hoogste punt van de Adsteegbult~ met hun neuzen zo dicht mogelijk op de witte krijtstreep, die een medewerker van de wielerclub De Bergklimunners uit Stein daar zo netjes mogelijk had getrokken. Men verkeerde de laat­ste zeven minuten, hyper-nerveus, in stille hoop, dat een van de Limburgse favorieten als Schroder, Harings, misschien wel Frissen of Schepers (hij vooral), dan wel een andere knaap uit de compacte groep met een lachend gezicht naar een glorieuze zege zou snellen. Zoals bij die laatste Limburgse overwinning, in 1957, door Wim Gramser uit Siebengewald behaald. Edoch, zij vergisten zich, evenals Toon Simons dat deed. Zoals steeds in de “klassiekers" had hij enkele favorieten naar het front gestuurd. Niet alleen om de prachtige ploegenprijs, maar ook om enkele voorname plaatsen in het persoonlijke klassement voor de „Breda Bier"-ploeg te veroveren.

Welnu, voor al- die meprises zorgde de slanke, twintig-jarige notariszoon Gerben Karstens, die van zijn papa heel wat beter had leren rekenen en met heldere ogen z'n kansen had afge­wacht. In de laatste klim sloeg hij met een flitsende, vloeiende demarrage toe, en zorgde daarmee voor een reprise. Op het erepodium, naast de Leidenaar, stonden Cor Haast uit Rjjs­bergen en Jan Schroder uit Koningsbocch, respectievelljk als eervolle tweede en derde.

Toch lachte Toon Simons breeduit. Want vijftien seeonden na de glorieuze aankomst van de dolgelukkige Karstens waren, enkele seconden na Haast, ook Linders en Van Aert in het voorste gelid geeindigd. Zodat daarmee het ploegenklassement toch voor de jongens van de Breda-Bierploeg was.

Dit was het slot van een weliswaar zeer snelle race door het land van bronsgroen eikenhout vol heuveltjes en afdalingen, maar waarin toch eigenlijk te weinig gebeurde om het succes van de veertiende Ronde van Limburg (de tweede van De Bergklimmens) volledig te doen zijn.

De Rotterdammer Piet van Dorst weet nu ook dat hij in het grote werk van de wegrenners zijn successen kan zoeken. Im­mers, een vierde plaats mag er waarachtig wel zijn. Hij ein­digde voor Simons tweede man, Jos Linders en Jan Fransen uit Halfweg, die nog maar pas het militaire grijs voor het burgerpak verwisselde en zich heilig heeft voorgenomen zich voor de rest van het seizoen eveneens te doen gelden. Het begin was in ieder geval heel goed: zesde voor Harings, de Zeeuw Boonman en de Hagenaar Wim de Jager, die steeds voorin was te vinden. Dit in tegenstelling met vele favorieten ...

Toen de bel voor de laatste ronde van het “schavot" klingelde zaten Haast, Karstens, Piet van -Dorst (zijn broer Wim deed het met een negentiende plaats ook niet slecht),en Fransen voorop. Het was de ouverture van de grandioze apotheose op het circuit langs Beek, waarin Jan Schroder ook zijn deuntje kwam mee­blazen en dat voor de Limburgse wielerfans toch best deed met zijn derde plaats. '

WEINIG GROOTS

Wat is er anders weinig groots gebeurd, die ruim 170 kilometer lange tocht met 116 deelnemers. We hadden in het begin, over de kronkelende wegen van Urmond, Nattenhoven en Buchten wel een vlucht gezien van Buuts en Siegers, maar in Roosteren, na 17 kilometer, waren ze door Vriens achterhaald, al gaf de Kieldonker Piet Buuts zich niet direct gewonnen. We noteer­den hier Duckers op 35 seconden, maar tussen Pey en Konings­bosch was alles bijeen, al zagen we Schroder zijn neus aan het venstersteken.

Voort ging het naar Brunssum, waar Harings en Boonman een gaatje sloegen; we joegen in pjjlsnelle vaart binnendoor naar Ubaehsberg, naar de verzorgingsplauts (89 km), waar ons bleek, dat het veld een tikje uiteen lag. Zo waren Siegers, Chonavel, Vinken, De Vree, Peeters, Knoben en Van der Kloot uit het peloton teruggezakt, terwijl daarentegen Wim de Jager, Schro­der, Harings, Meex, Pass en Boonman op de vlucht waren.

Dirk Janssen (Wageningen) stond met pech langs de kant; in Slenaken kwam de Edammer Nuyens ten val en brak daarbij een sleutelbeen; ook de Brabander Deenen viel; verder kreeg Paas in Heer een lekke band en hadden de nodige demarrages plaats gevonden. Scholte en De Rooy waren in Mechelen ver­geefs op de vlucht gegaan, Schepers, Harings, Schroder, Everts en Boonman konden, na 134 kilometer, aanvankelijk 26 secon­den nemen, en kwam Kees Verberkt na een sterke achtervol­ging weer terug in het peloton, dat hij in de heuvels (door kramp) had moeten laten schieten. Later verdween Kees toch weer uit de kopgroep: de jacht had te veel van zijn krachten gevergd.

Bracht Harings het bergklassement op zijn naam, in het zicht van Beek deed Schroder nog een poging om een voonsprong te forceren, doch hij slaagde niet. En om precies te zjjn: in het dorpje Geverik kwamen nog enkele kanshebbers ten val: Henk Cornelisse en Theo Brekelmans, verder ook, in Kelmond Kooij­man (Rijnsburg) en de Gelderse wegkampioen Heusinkveld. Onderwijl zat Gerben Karstens zich op te maken voor de be­slissende sprong naar zijn eerste grote zege in dit seizoen in Nederland.

Zullen er nu meerdere volgen? De kwaliteiten bezit de jonge, donkere Leidenaar in ieder geval: BRON: JAN CORNELISSE.

Amateurs: 1. G. Karstens, Leiden, 171 kilometer in 4 uur 6 minuten 17 seconden; op 15 seconden: 2. C. Haast, Rijsbergen; 3. J. Schroder, Koningsbos; 3. P. van Dorst, Rotterdam; 5. Jos Linders, Roosendaal; op 22 seconden: 6. J. Fransen, Halfweg; 7. H. Harings, Sibbe; 8. F. Boonman, ‘s-Heerenhoek; 9.W. de Jager, Den Haag; 10. L. van Dongen, Made; 11. N. Lute, 's-Gra­veland; 12. W. Schepers,'Stein; 13. A. Frissen, Elsloo; 14. A. van Aert, Achtmaal; 15. J. Mesters, Den Haag; 16. W. Dieperink, Barchem; 17. J. Tolhoek, Ierseke; 18. Ad. van Kemenade,Eind­hoven; 19. W. v. Dorst, Rotterdam; 20. A. a. d. Boom, Roermond; 21. W. de Rooy, Bergen op Zoom; 22. M. Coupe, Engeland; 23. M. Loder, West-Duitsland; 24. H. Plum, West-Duitsland.

Bergklassement: 1. H. Harings, Sibbe, 11 punten; 2. J. Schroder, Koningsbos,,6 punten; 3. W. Lemmens, Beek.

Ploegenklassement: 1. Drie Hoefijzers, Breda, 20 punten.

S. Pellegrino clubklassement: 1. De Spartaan, Den Haag, 56 punten; 2. Maastricht, 40 punten; 3. Feijenoord, Rotterdam, 20 punten; 4. Willibrord Wil Vooruit, 16 punten; 5. De Bataaf, Halfweg, 12 punten; 6. Theo Middelkamp, Goes, 8 punten; 7. De Pedaalridders, Made, 4 punten.

 

RONDE VAN MIDDEN-ZEELAND.(1962.07.21)

Ronde van Midden-Zeeland was opnieuw machtige wielermanifestatie

                         CEES SNEPVANGERS  winnaar

                Ploegenklassement voor de DRIE HOEFIJZERS

Het werd daar op Walcheren, Noord- en Zuid-Beveland weer een machtige wielersportmanifestatie in de vierde internationale Ronde van Midden-Zeeland. Een weg­wedstrijd op bijzonder hoog niveau, waarvoor de grote organisator Ad Verhulst en zijn vele medewerkers de dank van tallozen verschuldigd zijn. De renners, amateurs uit binnen- en buitenland, moeten zich wel een tikje verplicht hebben gevoeld van die 213 kilometerrace eveneens iets uitzonderlijks te maken. Het werd een prachtig wieler­gevecht met als apotheose de machtige vlucht van de 21-jarige Zundertse smid Cees Snepvangers, die ergens op de rand van de Wilhelmina-polder op de Zeedijk de hamer ter hand nam, om het schone kunstwerk te smeden van een glorieuze overwinning. Daarin was de haastige Rijs­berger Cees Haast - de ploegmakker van de grote win­naar - niet in geslaagd: op de Kattendijke langs het Engelse Vaarwater boog hij het hoofd. Maar nogmaals martelde hij de pedalen, om met een lichte voorsprong de zestien man sterke hoofdmacht op te rollen en de tweede man te worden van de Drie Hoefijzersploeg. De eerste plaats in het ploegenklassement kwam daarmee vast te staan, omdat Jaak van der Kloot als achtste eindigde. Hij kon daarmee de stoere Zeeuw Frits Boonman, Gerben Karstens, de kleine Brabander Wout Heeren en anderen van het lijf houden.

Op de door de Kraayertpolders slingerende wegen begon het machtige wielerfestijn, na een weergaloos imposante show op de Grote Markt van Goes, die in de vroege ochtend al begonnen was, toen de lange rij van reclame- en praal­wagens van vele bedrijven het stadje binnenrolde. Een gebeurtenis waarvan de heren Brobbel (van de British ­American Tobacco Comp.) en Ziekemeijer (van Vredestein) en wie al niet meer, met veel genoegen stonden te smullen. Niet alleen zij, maar ook de mannen van de Amstel- en Heinekens brouwerijen, de B.P., Hero Seven Up en ach, wat al niet meer ...

Maar laten we naar de Kraayertpolders terugkeren, waar we na dat Tour de France-achtige begin, de renners voor de eerste maal langs zagen draaien: 121 amateurs, onder wie 47 buitenlanders (Australiers, Fransen, Zwitsers, Bel­gen, Engelsen en Luxemburgers) en tweemaal zoveel Ne­derlandse amateurs. In al of niet complete ploegen, fabrieks­formaties van Polynorm, Kikkerop, Drie Hoefijzers, het Schildersbedrijf Jan Blom, Zeeland's Roem, Dextro Energen, Inter Scaldis, plus enkele zuivere clubteams, al waren het dan de amateurs uit „Maastricht", die door de Radium Rubberfabriek werden geadopteerd en waarvan de heer Middelink en de directie van de Maastrichtse fabriek nu wel spijt zullen hebben. Want de Limburgers misten niet alleen de boot, toen de eerste slagen werden uitgedeeld, zij misten ook de moed om door te vechten en verdwenen op een gegeven moment vrijwel gelijk uit de wedstrijd.

Tussen Heinkenszand en Nisse werd na amper 16 kilo­meter, in de Oudelandse polder, al een behoorlijk hard gevecht geleverd en vertoonde zich daar de Hagenaar Wim de Jager op de voorgrond, met in diens spoor Van Aert, Dieperink, Van Dongen, Van Tilburg, Van Lachterop, De Jong, Verstraete, de Brit Willy Mason, de Belg Seghers en de Zwitser Dubach. Maar toen waren de eerste harde klappen nog niet uitgedeeld ...

Dat moet zijn gebeurd tussen 's-Gravenpolder en Kwaden­dam. Daar gingen we de eerste „lossers" noteren en dat na nauwelijks 24 kilometer. Het waren de Luxemburgers Grisius en Hentges, de Zwitser Dubach, die we in het begin zo goed in actie zagen en verder onze landgenoten Demoed, Verburg en De Jong.

In de Oudelandse polder sprong Boonman weg, ook Mesters loste, vervolgens Cor Kramp en zat een tweede groep al op ... twee minuten.

Pechvogels

In de grote kopgroep (stellig meer dan veertig man sterk) misten we Wesseling en Schuuring, die in Ellewoutsdijk (50 km) een lekke band hadden gekregen en die we later samen in de achtervolging zagen. Ook Van Aert had met een lekke band langs de kant gestaan, maar kon na een mooie achtervolging weer bij komen. In tegenstelling tot de Brit Robert Cromack, die de fiets van zijn vriend Daniels kreeg. Vervolgens draafde Raf Gijzel een poosje voor de hoofdmacht uit en kwamen Solaro, Van Dongen, Van Ke­menade met al die anderen in de kopgroep in actie, terwijl de Fransman Derigey en Kooijman missloegen.

Frits Boonman nam voor Vlissingen een lichte voorsprong, om als eerste bij de ravitaillering te komen, welke op Italiaanse wijze op de Boulevard geschiedde. Dit door Grosco en Coca-Cola, die we later ook in Kortgene zagen, waar de renners nogmaals werden verzorgd.

Theo Rutte zat Boonman op de hielen met Heeren, Van der Kloot, Van Dongen, Buuts, Verstraete, Mesters, Gijzel, Haast, Van Ginneken, Van Kemenade, Boog, Van Espen, Karstens en De Jager. Op 1 min. 30 seconden volgden Kool­mees, Visser, Hendriks, Boom, Den Hartog, Boss, Mik Snijder, W. de Jong (Willebrord) en de Fransman Gwellan en de Australier Wright. Daar vond Schuuring het wel­letjes, terwijl in de buurt van Kamperland, na 159 kilo­meter, Ger de Wit door pech verdween en wat verder Brekelmans uit de hoofdgroep loste, waaruit even voor het dorpje Kats Cees Haast op de vlucht sloeg en een hele poos voor zijn achtervolgers bleef draven. Totdat hij op de Kattendijke werd ingelopen. Hoe het verder ging hebt u kunnen lezen.

Nog even dit: kort voor het einde kwamen De Jager, Ver­straete, Boonman en Rutte nog ten val, waarbij De Jager nog van wiel moest verwisselen.

BRON:JAN CORNELISSE

Amateurs en Onafhankelijken: 1. C. Snepvangers, Zundert, 213 kilometer in 5 uur 19 mi­nuten 26 seconden; op 1 min. 15 seconden: 2. C. Haast, Rijsbergen; op 1 min. 25 seconden: 3. Fr. Boonman, 's-Hee­renhoek; 4. G. Karstens, Leiden; 5. W. Heeren, St. Willi­brord; 6. J. Mesters, Den Haag; 7. R. Gijzel, Eeklo, Belgie; 8. J. v. d. Kloot, Zundert; 9. L. van Dongen, Made; 10. C. van Espen, Arnhem; 11. B. Solaro, Den Bosch; 12. Ad. van Kemenade, Eindhoven; 13. Th. Rutter Leende; 14. P. Buuts, Keldonk; 15. M. van Ginneken, Schijf; 16. Em. Verstraete, Eede; 17. J. Boog, Laren; 18. W. de Jager, Den Haag; op 10.22: 19. C. Visser, 's-Gravenmoer; 20. F. Lach­terop, Amsterdam; 21. L. d'Hooghe (Belgie); 22. W. van Heijst, Haarsteeg; 23. A. Koolmees, Rotterdam; 24. R. Cro­mack (Engeland); 25. R. Seghers (Belgie); 26. M. Engels (Belgie); 27. N. Hendriks, De Wijk; 28. M. Haeberli (Zwit­serland; 29. W. Declerck (Belgie).

Ploegenklassement; 1. Drie Hoefijzers, 10 punten; 2. Mid­delkamp A, Goes; 3. Het Zuiden, Eindhoven.

 

RONDE VAN MIDDEN-ZEELAND.(1962.07.21)

Ronde van Midden-Zeeland was opnieuw machtige wielermanifestatie

                         CEES SNEPVANGERS  winnaar

                Ploegenklassement voor de DRIE HOEFIJZERS

Het werd daar op Walcheren, Noord- en Zuid-Beveland weer een machtige wielersportmanifestatie in de vierde internationale Ronde van Midden-Zeeland. Een weg­wedstrijd op bijzonder hoog niveau, waarvoor de grote organisator Ad Verhulst en zijn vele medewerkers de dank van tallozen verschuldigd zijn. De renners, amateurs uit binnen- en buitenland, moeten zich wel een tikje verplicht hebben gevoeld van die 213 kilometerrace eveneens iets uitzonderlijks te maken. Het werd een prachtig wieler­gevecht met als apotheose de machtige vlucht van de 21-jarige Zundertse smid Cees Snepvangers, die ergens op de rand van de Wilhelmina-polder op de Zeedijk de hamer ter hand nam, om het schone kunstwerk te smeden van een glorieuze overwinning. Daarin was de haastige Rijs­berger Cees Haast - de ploegmakker van de grote win­naar - niet in geslaagd: op de Kattendijke langs het Engelse Vaarwater boog hij het hoofd. Maar nogmaals martelde hij de pedalen, om met een lichte voorsprong de zestien man sterke hoofdmacht op te rollen en de tweede man te worden van de Drie Hoefijzersploeg. De eerste plaats in het ploegenklassement kwam daarmee vast te staan, omdat Jaak van der Kloot als achtste eindigde. Hij kon daarmee de stoere Zeeuw Frits Boonman, Gerben Karstens, de kleine Brabander Wout Heeren en anderen van het lijf houden.

Op de door de Kraayertpolders slingerende wegen begon het machtige wielerfestijn, na een weergaloos imposante show op de Grote Markt van Goes, die in de vroege ochtend al begonnen was, toen de lange rij van reclame- en praal­wagens van vele bedrijven het stadje binnenrolde. Een gebeurtenis waarvan de heren Brobbel (van de British ­American Tobacco Comp.) en Ziekemeijer (van Vredestein) en wie al niet meer, met veel genoegen stonden te smullen. Niet alleen zij, maar ook de mannen van de Amstel- en Heinekens brouwerijen, de B.P., Hero Seven Up en ach, wat al niet meer ...

Maar laten we naar de Kraayertpolders terugkeren, waar we na dat Tour de France-achtige begin, de renners voor de eerste maal langs zagen draaien: 121 amateurs, onder wie 47 buitenlanders (Australiers, Fransen, Zwitsers, Bel­gen, Engelsen en Luxemburgers) en tweemaal zoveel Ne­derlandse amateurs. In al of niet complete ploegen, fabrieks­formaties van Polynorm, Kikkerop, Drie Hoefijzers, het Schildersbedrijf Jan Blom, Zeeland's Roem, Dextro Energen, Inter Scaldis, plus enkele zuivere clubteams, al waren het dan de amateurs uit „Maastricht", die door de Radium Rubberfabriek werden geadopteerd en waarvan de heer Middelink en de directie van de Maastrichtse fabriek nu wel spijt zullen hebben. Want de Limburgers misten niet alleen de boot, toen de eerste slagen werden uitgedeeld, zij misten ook de moed om door te vechten en verdwenen op een gegeven moment vrijwel gelijk uit de wedstrijd.

Tussen Heinkenszand en Nisse werd na amper 16 kilo­meter, in de Oudelandse polder, al een behoorlijk hard gevecht geleverd en vertoonde zich daar de Hagenaar Wim de Jager op de voorgrond, met in diens spoor Van Aert, Dieperink, Van Dongen, Van Tilburg, Van Lachterop, De Jong, Verstraete, de Brit Willy Mason, de Belg Seghers en de Zwitser Dubach. Maar toen waren de eerste harde klappen nog niet uitgedeeld ...

Dat moet zijn gebeurd tussen 's-Gravenpolder en Kwaden­dam. Daar gingen we de eerste „lossers" noteren en dat na nauwelijks 24 kilometer. Het waren de Luxemburgers Grisius en Hentges, de Zwitser Dubach, die we in het begin zo goed in actie zagen en verder onze landgenoten Demoed, Verburg en De Jong.

In de Oudelandse polder sprong Boonman weg, ook Mesters loste, vervolgens Cor Kramp en zat een tweede groep al op ... twee minuten.

Pechvogels

In de grote kopgroep (stellig meer dan veertig man sterk) misten we Wesseling en Schuuring, die in Ellewoutsdijk (50 km) een lekke band hadden gekregen en die we later samen in de achtervolging zagen. Ook Van Aert had met een lekke band langs de kant gestaan, maar kon na een mooie achtervolging weer bij komen. In tegenstelling tot de Brit Robert Cromack, die de fiets van zijn vriend Daniels kreeg. Vervolgens draafde Raf Gijzel een poosje voor de hoofdmacht uit en kwamen Solaro, Van Dongen, Van Ke­menade met al die anderen in de kopgroep in actie, terwijl de Fransman Derigey en Kooijman missloegen.

Frits Boonman nam voor Vlissingen een lichte voorsprong, om als eerste bij de ravitaillering te komen, welke op Italiaanse wijze op de Boulevard geschiedde. Dit door Grosco en Coca-Cola, die we later ook in Kortgene zagen, waar de renners nogmaals werden verzorgd.

Theo Rutte zat Boonman op de hielen met Heeren, Van der Kloot, Van Dongen, Buuts, Verstraete, Mesters, Gijzel, Haast, Van Ginneken, Van Kemenade, Boog, Van Espen, Karstens en De Jager. Op 1 min. 30 seconden volgden Kool­mees, Visser, Hendriks, Boom, Den Hartog, Boss, Mik Snijder, W. de Jong (Willebrord) en de Fransman Gwellan en de Australier Wright. Daar vond Schuuring het wel­letjes, terwijl in de buurt van Kamperland, na 159 kilo­meter, Ger de Wit door pech verdween en wat verder Brekelmans uit de hoofdgroep loste, waaruit even voor het dorpje Kats Cees Haast op de vlucht sloeg en een hele poos voor zijn achtervolgers bleef draven. Totdat hij op de Kattendijke werd ingelopen. Hoe het verder ging hebt u kunnen lezen.

Nog even dit: kort voor het einde kwamen De Jager, Ver­straete, Boonman en Rutte nog ten val, waarbij De Jager nog van wiel moest verwisselen.

BRON:JAN CORNELISSE

Amateurs en Onafhankelijken: 1. C. Snepvangers, Zundert, 213 kilometer in 5 uur 19 mi­nuten 26 seconden; op 1 min. 15 seconden: 2. C. Haast, Rijsbergen; op 1 min. 25 seconden: 3. Fr. Boonman, 's-Hee­renhoek; 4. G. Karstens, Leiden; 5. W. Heeren, St. Willi­brord; 6. J. Mesters, Den Haag; 7. R. Gijzel, Eeklo, Belgie; 8. J. v. d. Kloot, Zundert; 9. L. van Dongen, Made; 10. C. van Espen, Arnhem; 11. B. Solaro, Den Bosch; 12. Ad. van Kemenade, Eindhoven; 13. Th. Rutter Leende; 14. P. Buuts, Keldonk; 15. M. van Ginneken, Schijf; 16. Em. Verstraete, Eede; 17. J. Boog, Laren; 18. W. de Jager, Den Haag; op 10.22: 19. C. Visser, 's-Gravenmoer; 20. F. Lach­terop, Amsterdam; 21. L. d'Hooghe (Belgie); 22. W. van Heijst, Haarsteeg; 23. A. Koolmees, Rotterdam; 24. R. Cro­mack (Engeland); 25. R. Seghers (Belgie); 26. M. Engels (Belgie); 27. N. Hendriks, De Wijk; 28. M. Haeberli (Zwit­serland; 29. W. Declerck (Belgie).

Ploegenklassement; 1. Drie Hoefijzers, 10 punten; 2. Mid­delkamp A, Goes; 3. Het Zuiden, Eindhoven.

 

RONDE VAN NOORD-HOLLAND.(1962.04.07)

HENK CORNELlSSE

               overwon storm, regen en 150 tegenstanders

                                                 in de 11e Ronde van Noord-Holland

Henk Cornelisse uit Amsterdam heeft in de 17e Ronde van Noord-Holland een verrassende overwinning behaald. De­ze 21-jarige coureur- - twee jaar terug nog voetballer in D.W.A.-A - zegevierde na een machtige sprint over niemand minder dan de Limburger Jan Schroder, de Arnhemmer Cees van Espen, de Halfwegger en landskampioen Gerard Wesse­ling, de Barchemer Wim Dieperink en zjjn come-back vierende stadgenoot Jan Legrand.

„Wat goed is komt snel", is ook voor Henk Cornelisse van toe­passing. Vorig jaar als nieuweling vreesden zijn concurrenten reeds zijn eindschot. Dit resulteerde in 17 overwinningen. En nu in zijn tweede wedstrijd als amateur mag hij zijn naam zetten op de lijst van winnaars van de Ronde van Noord-Hol­land, ook dit jaar weer georganiseerd (voortreffelijk) door de Zaanlandse Wielerclub “D.T.S." in samenwerking met de plaatseljjke V.V.V. Het was erg sneu dat tjjdens het startuur de regen maar bleef vallen. Immers alle voorbereidingen waren getroffen om deze l7e Ronde tot een mooi succes te maken. Op de Burcht in Zaandam bleef de belangstelling zeer gering.

Pech voor ploegleider Toon Simons

De ernst begon in de Wijdewormer op de Leeghwaterweg, toen de 150 amateurs met de sterke Zuidwester in de ruggen naar het oude marktstadje Purmerend joegen.

Dat de beslissende dingen direct daarna al plaats zouden vin­den, hadden weinigen onder de volgers vermoed, want in de Zuid-Oost Beemster was een massale valpartij er na amper 15 kilometer al de oorzaak van dat de grote groep in stukken werd geslagen. Van de renners die direct, dan wel indirect de dupe van die valpartij werden noteerden we de Duitser Goed­dertz, de Brabanders Snepvangers, Van Aert en de pas uit Tunesie weergekeerde Linders, Sminia, Bouma, Wellinghof, Van Wijk, Visser, Breure, Verwey, Van Rooy, Jurrie Dokter, Hoeyen en Van Galen. Voor degenen, die uit de uiteengeslagen groepen verdwenen, konden we wel aan het noteren blijven. Zo zagen we in De Beemster Edelenbosch, de Utrechter Hen­driks, de militaire kampioen Russens en nog vele anderen op hun weg keren ... De Breda-Bier-ploeg van Toon Simons werd wel het ergste door deze valpartij gedupeerd, daar 'n drie­tal zijner renners de strijd moest staken.

Twaalf renners op kop

Vervolgens joegen we naar Medemblik waar de hoofdmacht van 12 man was gevormd, een dozijn dat toen al 3 min. 45 sec. voorsprong op 13 anderen had. Dat dozijn bestond toen na plm. 60 km uit Schroder, Solaro, Van Espen, Frakking, Cornelisse, Le Grand, Greuter, Dieperink, Paul, v. d. Burgt, Wesseling en Haast. Een groepje, waaruit wat verder v. d. Burgt, Frakking, Haast en Greuter moesten lossen en de overige acht sterke knapen toen al op meer dan vijf minuten door een groep ge­volgd werden met Deijkers, Den Hartog, Den Enting, Tel, R. Otto, Noors, Schaap, Boonman, Brekelmans, Duijker, Gisbers en v. d. Kloot.

Moeizaam zwoegden de acht aan kop verder. Zij hielden stand, verder en verder van de achterblijvers weglopende. Met gevolg dat de voorsprong in Noord-Scharwoude na plm. 110 km al 61/2 min. was. Toen, in de Schermer, bij Stompetoren, demar­reerde Dieperink. Fel schoot hij uit de kopgroep weg. Keihard was de achtervolging van Wesseling en Van Espen, met het

gevolg dat de Hagenaar Paul en de Bossenaar Solaro werden afgehaakt.

Cees van Espen strandde. . .

Twee gevaarlijke spurters waren verdwenen. .,. De zes bleven bijeen, al deed Van Espen (evenals in Twente) verwoede po­gingen alleen met voorsprong binnen te komen. Maar ditmaal gaf men de sterke Arnhemmer geen kans.

Zo kwam het einde van een harde jacht door Noord-Holland, waarin de ploeg van Capelux in het ploegenklassement zege­vierde, dank zij Van Espen, Solaro en Den Hartog;

Amateurs: 1. H. Cornelisse (Amsterdam) in 4.28.58; 2. J. Schroder (Ko­ningsbosch); 3. C. v. Espen (Arnhem); 4. G. Wesseling (Half­weg); 5. W. Dieperink,(Barchem); 6. J. le Grand,(Adam); 7. op 5.42: M. Paul (Den Haag); 8. B. Solaro (Den Bosch); 9. op 8.11: C. Haast (Rijsbergen); 10. op 8.12: J. v. d. Kloot (Zundert); 11. Ad. van Kemenade (Eind'hoven); 12. A. den Hartog (Schijndel); 13. op 8.22: G. Deykers (St. Willibrord); 14. op 8.32 C. Duijker (Velsen); 15. J. Gisbers (Eindhoven); 16. Th. Brekelmans (Eindhoven); 17. op 8.39: C. Rutgers (Naarden); 18. op 8.44: T. Rijkers (Amsterdam); 19. op 9.07: T. Greuter (Edam); 20. F. Boonman ('s Heerenhoek); 21. T. Moors; 22. Den Enting; 23. de Belg Heazeldoncks; 24. Plum.

Ploegenklassement: 1. Capelux-Verf 23 pnt.; 2. Coco Cola 29 pnt.; 3. Honig 42 pnt.

 

RONDE VAN OVERIJSSEL.(1962.05.19)

Derde „klassieke' triomf van HENK CORNELISSE

                                                     Ditmaal in de Ronde van Overijssel

De erelijst van de Ronde van Overijssel, hct pronkstuk van het „Dagblad van het Oosten" en de V.V.V. te Rijssen, is er een die zeer zeker gezien mag worden. Spreek er maar eens over met de organisatoren van deze jaarlijkse wielermars voor amateurwegrenners en met fonkelende ogen zullen zij u zeg­gen dat alleen een echte coureur „hun" wedstrijd kan winnen en dat dit in de loop der jaren ook wel is bewezen. Nietwaar, door het mooie Overijsselse landschap trokken onder meer Stolker en Snijder, Damen, Niesten, Maliepaard en Jan Jans­sen naar de triomf. En afgelopen zaterdag, Bij bolderende wind, was het de talentrijke Henk Cornelisse die glorieerde. De jonge, dartelende Amsterdammer, uitverkoren voor de zeker niet malse Ronde van Oostenrijk, liet vooral in de bruisende eind­strijd van deze amateur-klassieker door Overijssel zien hoe sterk bij momentenl rijdt. Snepvangers, Van der Kloot en Van Aert, drie harde Brabantse “Hoefijzers", met wie Cornelisse uit de zwaar gehavende kopgroep was ontvlucht, gunden hem na afloop van het treffen over dik tweehonderd kilometer alle eer en lof van ganser harte.

Voor de volgers in de karavaan waren er in deze twaalfde Overijsselse wielerrondrit momenten van het hoogste genot (prachtige jachten soms), maar ook ogenblikken om een lekker dutje te doen. Degene die dit laatste niet mocht lukken, kon het dan aan de stok krijgen met Klaas Buchly, de-veel-getapte! Deze mijnheer, die niets maar dan ook helemaal niets met het verloop van de koers te maken had, begaf zich met zijn auto onnodig in de stoet, eiste een van de allereerste plaatsen op, maakte de mensen die voor hun werk bij deze ronde waren, het leven zuur, had lak aan waarschuwin- gen van de heer Te Paske (voor de K.N.W.U. aanwezig), kreeg met verschillende oostelijke sportjournalisten ruzie en dreigde ons - met zijn „prachtige, melodieuze" stem - op een aantal klappen.

Begriipt deze onbeheerste “mijnheer" Buchly niet, dat wij tot de heel weinigen behoren, die de lust nog kunnen opbrengen (zolang het duurt) om een klassieker te volgen en te verslaan? Nu wij toch bezig zijn: is het eigenlijk niet absurd, dat men het eigen officiele orgaan niet voldoende gelegenheid geeft een belangrijke wegwedstrijd naar behoren mee te maken? Wij voor ons voelen er weinig voor om zoveel dagen later aan de lezers niets anders te vertellen dan dat Pietje daar en daar op kop lag en Jantje vijf kilometer verder niet meer mee kon. Wij gaan graag naar een wedstrijd-over-de-lange-adem, maar in hoofdzaak om renners te observeren. Dat vinden wij belang­rijker.

Gelukkig was er in deze Ronde van Overijssel, waarvoor zo veel en goed werk is verzet door perscommissaris Gerard Vloedbeld en zijn jongere collega Ruud van Houwelingen (bei­den van het „Dagblad van bet Oosten") iemand aanwezig met een rondebord. Hij liet zich nogal eens zien en dat was ook nodig. Want meer dan eens lag het ruim honderd man sterke veld van louter amateurs volkomen uiteen en wist men als volger kop noch staart.

Veel, heel veel last heeft het gros van de renners gehad van de bijtende rukwinden. Die deden, vooral op de open wegen, menig deelnemer de das om. Zelfs mannen als Pieterse, Plui­mers en de kersverse wegkampioen van Gelderland, Heusink­veld, moesten zich in het begin al geheel inzetten om geen contact met bet peloton te verliezen. Het peloton, dat naarmate de wedstrijd duurde, uitdunde. In elk geval was het zo, dat aan “terugkomen" voor een pechvogel niet meer te denken viel. Maarten Breure - wat marcheert bij gemakkelijk op het ogenblik - moest al voor Delden, na nauwelijks een kilometer of twintig rijden, voor machinebreuk van de fiets; Dekker en Gerrits kwamen voorbij Hengelo ten val,(liep goed af); Maats sukkelde met een afgelopen ketting; ook Damo had brokken, terwijl Ben

Lohuis ergens tegen een verkeerd geparkeerde wa­gen opbotste en de aan zijn achterwiel “zittende" Groninger Jan Bruins in zijn val betrok. Jammer genoeg brak Bruins hierbij zijn sleutelbeen. Ja, de wielersport is een harde sport, jongen, maar in elk geval een spoedige beterschap gewenst!

Ten aanval

Het 225 kilometer-lange treffen ging echter door. Over de meest ideale wegen vaak, maar ook wel over nogal smalle weggetjes met veel bochten. En dan die loeiende wind. Cor Schuuring lachte er zo'n beetje om en toog met de Duiven­drechtenaar Kees Verberkt tussen Hengelo en Haaksbergen ten aanval. Zij “pakten" goed honderdvijftig meter, keken eens om, zagen het peloton dichter komen en lieten zich inlopen. Ook de overigens moedige poging om terreinwinst van Van de Klooster, Boom, Snepvangers, Cuvelier, Hermens en Coen Visser had in zoverre succes, dat de toch al zwaar gedecimeerde leidersgroep nog meer manschappen kwijt raakte, veelal in groepjes uiteen viel. In een van die groepjes ontwaarden we onder meer Duijker, Lute, Van Lachterop, Schreur en Piet van Dijk. Wormerveerse Piet, een van de Polynorm-mannen, mocht zich bij de jacht nog zo dapper weren, hij ondervond te weinig steun om de opgelopen achterstand te nivelleren. Daar kwam bij, dat de strijdbare Van der Klooster weer eens aan de haal was gegaan (op route naar Enschede), ditmaal in gezelschap van Dieperink en Wim de Jager, de jonge Haagse coureur, die steeds meer de aandacht gaat opeisen.

Die demarranten ook! Er zijn er genoeg onder die hun krachten niet op de juiste wijze verdelen, nog te weinig course-ervaring bezitten, meer dan eens een, twee, drie hopsasa voor de hoofd­macht uithollen. Maar wat doet men al niet als men jong is en strijdbaar van nature? Waar nog bij komt, dat men al leren­de meester wordt.

In Enschede (veel toeschouwers op de trottoirs) en in Olden­zaal, in Ootmarsum (waar Bert Boom op de Kuipersberg de premie op zak stak), in Almelo, Vriezenveen en in Vrooms­hoop lieten velen zich graag zien. De Velsenaar Jan Timmer sloeg een keer zijn vleugels uit, de Helmonder Vriens en de Bredanaar De Jong noteerden op een gegeven ogenblik aardige voorsprong, maar het haalde allemaal niet veel uit. Zelfs kreeg niemand gelegenheid om op de berg van Nijverdal terreinwinst te boeken. Op die „berg", waar honderden en nog eens hon­derden de renners hartelijk toejuichten, werd anders gekoerst van belang en een aardig stukje sport te zien gegeven, vooral door Van Kemenade, Karstens en Verwey. Waar Goudse Piet gebleven is (lekke band of zo?) is ons niet bekend. In elk geval, zijn naam ontbrak bij de kopgroep van twaalf man, die in hoog maar droog tempo door Raalte trok, met 149 achter en 76 kilo­meter voor de wielen. Hier zijn die twaalf aanvoerders: Van Aert, Everts (die deed het lang niet gek), Snepvangers, De Jong, Mesters en Brekelmans, De Jager, Den Outer, Rutten, Corne­lisse, Karstens en Post. Fons Post welteverstaan.

Ze hielden het niet, de heren, deden er uiteindelijk ook te weinig moeite voor. Dit had tot gevolg, dat de Deventenaren een stoet van wel veertig man „in gezellig samenzijn" door hun mooie stad zagen trekken. Ook Jos Linders behoorde daartoe. De man uit Roosendaal had voor een klein defect aan zijn fiets moeten afstappen, verloor er een goede honderdvijftig meter mee, maar kon deze achterstand vlug wegwerken, hetgeen niet was weggelegd voor Andre Strooper, de flink gebouwde atleet uit Heerhugowaard. Een val had hem uitgeschakeld.

Prachtige slotkilometers

Tussen Heeten en Holten, temidden van niets dan groen, bleek de goede harmonie in de eerste groep ineens te zijn verdwenen. De Sint Willebrorder De Jong was 'm plotseling gesmeerd en had daarmee de eerste stoot gegeven voor prachtige slotkilo­meters. De Hagenaar Everts werd bij de keiharde jacht „uit de wielen" gereden; wat later kon Coen Visser niet meer mee; moesten ook Verberkt en Linders, Timmer, Pieterse, Krabben­bos, Solaro en zelfs Bert Boom, op eigen vertrouwd terrein nog wel, hijgend afhaken, en beet Den Outer zich haast de tanden stuk am het contact met de nog over gebleven leiders maar niet te verliezen. Hij wist zich uitstekend te handhaven al kon ook hij niet verhinderen, dat de prachtig op dreef zijnde Snepvan­gers alleen de ruimte invluchtte, met nauwelijks twintig kilo­meter van de finishplaats Rijssen.

Wat een deksels-mooie finale bracht deze elfde Overijsselse rondrit welke, buiten de affaire-Buchly, hoegenaamd geen wanklanken kende dank zij vooral het voortreffelijke werk van de Rijksmotorpolitie. De hele kopgroep plofte in die fonkelende eindstrijd gelijk de bekende zeepbal uit elkaar, de ene renner na de andere „loste”. Niet echter Henk Cornelisse en evenmin Jaak van der Kloot en Andre van Aert. Die slaagden er in de moedige Snepvangers te achterhalen. Wel poogden de drie Westbrabanders zich aanvankelijk nog van Cornelisse te ont­doen, maar zij kwamen alras tot de conclusie dat er tegen dit Amsterdamse wielertalent, een poulain van bondscoach Joop Middelihk en van de uitmuntende soigneur Henk de Man, niets te beginnen viel ...BRON:EVERT VAN MOKUM.

Amateurs: 1. Henk Cornelisse (Amsterdam), 2245 km in 4 uur 41 min. 40 sec.; op 20 meter 2. C. Snepvangers( Zundert), 3. J. van der Kloot (Zundert), 4. A. van Aert (Achtmaal); op 2 min. 5 sec. 5. M. den Outer Wieuwerkerk aan de Wssel), 6. Th. Rutten (Leende), 7. A. van Kemenade (Eindhoven), 8. W. de Jager (Den Haag), 9. M. de Jong (St. Willebrord), 10. H. Gisbers (Eindho­ven), 11. J. Mesters,(Den Haag), 12. W. Dieperink (Barchem), 13. G. Karstens (Leiden), 14. Th. Brekelmans (Eindhoven), 15. M. van der Klooster (Rotterdam), 16. F. Post (Amstelveen), 17. C. Haast (Rijsbergen), 18. B. Boom (Halfweg), 19. J. Timmer (Vel­sen), 20. K. Verberkt (Duivendrecht).

De prestatieprijs werd toegekend aan M. de Jong (Sint Wille­brord).

 

RONDE VAN TWENTE.(1962.03.31)

Zelden was er een winnaar die zijn succus dermate verdiende als

CEES ESPEN in de RONDE VAN TWENTE

De Ronde van Twente was een mooi succes. De organisatie zat goed in elkaar, men had een schitterend traject uitge­stippeld, de belangsteiling was groot en de winnaar was een jongen die zonder twijfel nog veel meer grote uitslagen gaat maken: Cees van Espen, de Arnhemmer die er geen been in ziet de koers te maken, met een groepje lang vooruit te zitten, ingelopen te worden, op z'n eentje nog eens te springen om den onbereikbaar te blijven. Dat deed deze Gelderse reus in Twen­te met als gevolg dat hij glimlachend over de meet gleed en even later in de gele winnaarstrui van de Twentsche Courant dolgelukkig zijn ererondje reed. Geen sterveling misgunde Cees van Espen zijn succes, hij was inderdaad een schitterend winnaar!

Hoewel er zelden “gelummeld" werd, was toch wel te merken dat vele renners nog een beetje zuinig op hun spieren waren. Het was de eerste grote koers in dit jaar, vrijwel niemand ken­de zijn eigen mogelijkheden voldoende om vlug tot avonturen over te gaan. Voorin het lange lint bepaalde men zich tot het controleren van al te vroege springers, terwijl achterin al ras sombere gezichten te zien waren. Henk Nijdam sukkelde al na enkele kilometers met een kapot wiel, schooide een ander wiel op, ging de groep achterna maar moest ervaren dat hij te veel tijd verspeeld had. Gerrits uit Oploo werd door een platte band uit de koers gesmeten, nog voor hij warm gedraaid was, Van Dock, Zwienenberg en een paar andere jongens werden er door een volgwagen uitgezwiept. We hebben het niet zelf kun­nen constateren, maar men zei ons dat het een auto van de jury was, die daar in de veel te kleine ruimte tussen twee groepen reed, plotseling midden op de weg stopte en op die wijze de valpartij veroorzaakte. Als dat waar is, mogen we toch wel zeggen -dat hier van een schandaal sprake is!

Overigens was de organisatie prima geregeld. Wedstrijdleider Bram Koopmans had de wind er op de bekende manier onder, er waren niet onnodig veel volgwagens en de volgers gedroe­gen zich over het algemeen zoals het-moet. In alle steden en dorpen hadden de mannen van Hermandad de zaak netjes af­gezet, het publiek drong niet hinderlijk op, kortom, het was een prettig geheel.

Doch nu terug naar de koers zelf. Toen we Borne (48 km) be­reikten, waren er al velen teruggeslagen. De wedstrijd hield het karakter van een afvalrace tot het dorpje Vasse, waar de weg (een paar honderd meter maar) aan de middeleeuwen deed denken. Hup, zeiden Walravens, Dokter, Hermens en Damo tegen elkaar. Het viertal was weg voordat de anderen van dat weggetje bekomen waren. Doch tussen Denekamp en De Lutte waren ze weer gepakt en was de rust weergekeerd. Doch niet voor lang, want nu nam Van Espen de benen. Slechts vijf con­currenten konden met hem mee: Be Jansema, Soetekauw, Van Leeuwen, Schouten en (weer) Hermens. In topsnelheid reed het zestal naar en door Enschede en in Buurse (121 km) was de voorsprong op de grote groep anderhalve minuut. Van Leeu­wen had inmiddels moeten lossen en bij Haaksbergen moest Hennie Schouten van de fiets af: lekke band! Dat was wel heel sneu, na al dat harde werk. Maar voor Hengevelde (136 km) had de groep ook Van Espen, Hermes, Jansema en Soetekauw ingerekend. Direct daarna sprong Nico Walravens de ruimte in. Hij werd echter gepakt en toen zag het er naar uit dat de koers in een massaspurt ging eindigen.

Prachtige solo

Maar Cees van Espen dacht er anders over. Tussen Goor en Enter, waar de weg niet al te breed is en vele kronkelingen ver­toont, perste hij nog eens alles uit zijn sterke body. Geen der gerenommeerde tegenstanders had het antwoord klaar en daarmee was de strijd beslist. Cees ging prachtig door en arri­veerde tien seconden eerder dan de spurtende groep aan de meet, toegejuicht door duizenden enthousiaste kijkers. Van Rooy klopte Solaro en de anderen in een felle sprint om de tweede prijs.BRON: CHARLES RUYS

Amateurs: 1. Van Espen (Arnhem) 153 km in 3.53.46; 2. H. de Rooy (Zeelst) op 10 seconden, 3. B. Solaro (Den Bosch), 4. B. Fransen (Ubachs­berg), 5. P. Steenvoorden (Heemstede), 6. T. Brekelmans (Eind­hoven), 7. J. Frakking (Naarden), 8. L. Hermens (Nijmegen). 9. A. Damo (Kortenhoef), 10. A. van Kemenade,(Eindhoven), 11. G. Krabbenbosch (Haarlem), 12. B. Jansema (Wagenborgen), 13. P. Soetekauw (Nijmegen), 14. J. Dokter (Halfweg), 15. A. Russens (Den ~Bosch), 16. J. Gisbers (Eindhoven), 17. N. Wal­ravens(Den Bosch), op 't laatste nippertje gebroken wiel, 18. G. Wesseling (Halfweg), 19. M. v. d. Klooster (Rotterdam), 20. A. v. d. Breugel (Zwijndrecht), allen z.t. als De Rooy.

 

RONDE VAN WEST-ZEEUWS-VLAANDREN.(1962.09.22)

Kees Snepvangers won de Ronde van West-Zeeuws-Vlaanderen

Het luchtig rondenspel op het knusse Kroonwijkparcours met de avant-garde - de adspirantjes en nieuwelingen - was ten­einde. Inmiddels streden amateurs en onafhankelijken in de derde Ronde van West-Zeeuwsch-Vlaanderen, ergens tussen Breskens en Groede naar het oude Stadje Oostburg terug, waar de finish op de Kroonwijksingel lag. Twee Brabantse amateurs sprongen tussen Sluis en Groede uit een tienmans kopgroep weg en men zag hen pas terug toen de witte streep was gepas­seerd. Kees Snepvangers was voordien op de pedalen gespron­gen en had de weliswaar pittige maar toch wel iets minder ervaren Walter de Jong het nakijken gegeven. Zo won de Zundertse crack de grote slot-klassieker, al zegt men dat het nog slechts een semi-klassieker is ...

Het was het enerverende slot van een knap georganiseerde wedstrijd over 110 kilometers, die men met graagte het volgend seizoen terug wil zien. Ook het bedrijfsleven. Want er valt langs deze route, in de dorpen en steden, stellig wat reclame in deze ronde te maken.

Premies werden er overigens ook met gulle hand gegeven en met evenveel graagte werd er om gesprint. De demarrages waren dan ook niet van de lucht. Den gevolg hiervan was, dat er zo ongeveer halverwege de koers een kopgroep werd gemeld, bestaande uit Broekmans, Snepvangers, Pieterse, Hermes en Martin de Jong, waarna Kees Haast aansluiting zocht en vond.

Hierdoor ontstonden nog meer jachten en sloot zich nog een groepje aan, te weten met Tolhoek, Van der Kloot, de Vos, Verburgt en Boonman. De strijd was hiermede wel gestreden. Dat dacht men althans. Maar men wist toen nog niet, wat „Sneppie" en De Jong in hun mars hadden.

Amateurs: 1. C. Snepvangers, Zundert, 110 km in 2.54.12; 2. W. de Jong, St. Willebrord; 3. op 17 sec.: C. Haast, Rijsbergen; 4. J. Pieterse, Oude Tonge; 5. J. Hermes, Berkel; 6. J. v. d. Kloot, Zundert; 7. M. de Jong, Breda; 8. B. de Vas, Dinteloord; 9. J. Tolhoek, Ierseke; 10. Chr. Broekmans, Zevenbergsehoek; 11. H. Verburgt, Kortgene; 12. F. Boonman. 's-Heerenhoek; 13. op p1m. vier minuten: de Belg Roygens; 14. P. van As, Roosen­daal;1,5. P. Verwey, Gouda.

 

RONDE VAN ZUID-HOLLAND.(1962.06.23)

JAN JANSSEN

de meest complete renner in de 9e Ronde van Zuid-Holland

De titel zal u wellicht verbazen, maar Jan Janssen ge­bruikte vooral in de eindfase van de Ronde van Zuid-­Holland zeker zo goed zijn hoofd als zijn benen. En dat stempelde hem tot de meest complete coureur in die wed­strijd en tevens tot de verdiende overwinnaar. Hij zal trou­wens zelf de eerste zijn om te erkennen, dat Gerard Wes­seling in zijn huidige worm, hem de meeste zorgen ten aanzien van de uitslag inboezemde. De rush waarmee Gerard enkele kilometers voor de eindstreep aan de greep van zijn medevluchters ontsnapte, getuigde van zijn uitste­kende kwaliteiten. Was hij bij die rotonde, vlak voordat we Delft voor de tweede maal in het zicht kregen, binnen­door gegaan inplaats van netjes buitenom, dan hadden de kaarten misschien anders gelegen. Toch kon Jan Janssen, die tijdens de hele wedstrijd niets ontging, met trots op het koersverloop, zijn prestaties daarin, en vooral het prachtige besluit waartoe hij in staat was, terugzien. Deze met macht veroverde victorie doet ons het beste voor de Tour de 1'Avenir verwachten.

Bij prachtig zonnig weer trokken honderddertig strijdlus­tige amateurs en onafhankelijken zaterdagmiddag om half twee van de Nootdorpse renbaan de Zuidhollandse polders in. Zoveel haast hadden de renners om weg te komen, dat ze bij de nauwe uitgang elkaar de weg versperden en over elkaar ten val kwamen. Gaf dit, zo te zien, geen directe schade, de lekke band waarmee Kees Haast na luttele hon­derden meters langs de weg stond, deed de aanwezigheid van een extra sterke pechduivel vermoeden. De Brabantse renner mocht nog wel zijn uiterste best doen om weer bij het peloton te geraken, maar dat kende geen genade. Met het westenwindje in de rug was het voor die grote macht geen kunst om het tempo tot boven de vijftig kilometer op te schroeven en daar had zelfs de dappere Kees Haast niet van terug.

Tot Bodegraven zag men achterblijvers bij de vleet, maar voorin was het hoge tempo vanzelfsprekend de ernstige „brekebeen" voor uitlooppogingen. Het smalle weggetje, dat vanaf Nieuwerbrug door de polder naar Haastrecht kronkelt, gaf een definitieve wending aan de strijd. Zo op het eerste oog leek het een heel knap weggetje door die polder, maar er zaten een paar stukken in, die sterk de­den denken aan de beruchte “Hel van het Noorden". Bij een onbewaakte overweg was de toestand zelfs zo bar, dat de meerderheid der renners verkoos te voet te gaan. Kei­stenen van een vuist zo groot bedreigden ernstig de rag­fijne bandjes en daarmee neemt een renner liever geen risico's: Typisch was het wel, dat in de twintig man tellende kop­groep, die daar gevormd werd, vrijwel alle prominenten aanwezig waren. Haastrecht zag deze uitgebreide en sterke leidersgroep met bijna anderhalve minuut voorsprong op de overige renners passeren, maar nauwelijks tien kilo­meter verder hadden de leiders er al een minuut bijge­fietst. In die kopgroep zat op dat moment maar een ,Breda­-Bierman" en dat was Leo van Dongen, die ondanks de han­dicap van het in militaire dienst zijn uitstekend reed. Na­tuurlijk was dat helemaal niet naar de zin van hun sympa­thieke leider Toon Simons. Voor Rotterdam kwam daar nog verandering in. Uit een sterke jachtgroep, welke op zoek naar de leiders ging, kwamen Schroder, Tummers en het duo Linders en de winnaar van vorig jaar, Van Aert gezamenlijk bij de kopgroep. Van der Knaap viel door pech uit de sterke formatie weg. Martien Kettenis uit Den Haag en Wellinghof uit Amsterdam, die er ook lang deel van uitmaakten, moesten hun strijdmakkers, zij het met le­de ogen, in de verte zien verdwijnen.

OPEN BRUG

De betrekkelijke rust in de leidende groep werd door een uitval van een sterk, vijftal, bestaande uit Janssen, Mesters, Wesseling, Kooyman en Rutte-opgeschrikt. Een open brug maakte aan hun illussies een einde. Gelukkig ging dit on­verwachte obstakel weer dicht voordat het grote peloton in zicht kwam, anders had de mogelijkheid van grote ver­warring er zeker in gezeten. Nu bleef in elk geval de af­scheiding met de achterblijvers gehandhaafd.

De ronde door het Westland gaf voor Poeldijk geen bijzon­dere feiten te vermelden, maar daarna ging, na vergeefse pogingen van Verwey en Karstens, Wesseling aan de haal. Een jump was genoeg om hem een paar honderd meter voor zijn medevluchters te brengen. Bij de rotonde, vlak voor Delft, doken J. Janssen en Van Dongen, zuinig aan de binnenkant rijdende, naar Wesseling's wiel. De talrijke wielersportliefhebbers zagen Janssen met een voorsprong van vijftig meter de oprit van de paardenbaan opgaan, voorzichtig laverend. zijn draai nemen en onbereikbaar voor zijn concurrenten als winnaar over de eindstreep gaan.BRON: JOOP DE JAGER

Amateurs en Onafhankelijken: 1. Jan Janssen, de 184 kilometer in 4 uur, 11 min en 4 sec. 2. op 5 sec. Leo van Dongen, Made, 3 op 6 sec. Gerard Wesseling, Halfweg, 4. op 12 sec. W. Swaneveld, Dordrecht, 5. H. Cornelisse, Amsterdam, 6. A. van Keme­nade, Eindhoven, 7. A. van Aert, Achtmaal, 8. G. Karstens, Leiden, 9. R. Evers, Linne, 10. T. Rutte, Haarlem, 11. M. Brinkman, Rotterdam, 12. T. Brekelmans, Eindhoven, 13. J. Linders, Roosendaal, 14. J. Schroder, Koningsbosch, 15. M. v. d. Klootster, Rotterdam, 16. J. Tummers, Geulle, 17. H. de Ruyter, Alblasserdam, 18. P. Verwey, Gouda, 19. R. Vreeburg, Veghel, 20. J. Mesters, Den Haag, 21. P. Kooy­man, Rijnsburg, 22 op 9 min 36 sec. M. Snijder, Halfweg, 23. A. v. Diepen Pynacker, 24. R. Liebrechts, Vlaardingen, 25. J. v. d. Breugel, Zwijndrecht, 26. H. Stubbe, Rotterdam, 27. A. Koolmees, IJselmonde, 28. H. Schouten, Badhoeve­dorp, 29. H. Goud, Dordrecht, 30. J. Dokter, Halfweg, 31. P. Heynig, Rotterdam, 32. J. Broomans, Den Haag, 33. S. Koevermans, Vlaardingen, 34. N. Stoorvogel, Honsler­dijk, 35. J. Batist, Naaldwijk, 36. E. Beckers, Schaesberg, 37. J. Fransen, Halfweg, 38. Fr. Veldhoven,,Poeldijk, 39. L. Luchtigheid, Zoetermeer, 40. R. Bakker, Den Haag, 41. W. Vleesman, Uitgeest, 42. G. Dekker, Rotterdam, 43. W. Verhoeven, Wateringen.

Ploegenklassement: 1. v. d. Laan's vleeswaren, met H. Cor­nelisse, A. v. Kemenade en Gerben Karstens, 19 punten, 2. Breda-bier met L. v. Dongen, A. v. Aert en Jos Linders, 22 punten, 3. T. en W. C. „Maastricht" met R. Evers, J. Schroder en J. Tummers, 39 punten.

 

ROOSENDAAL.(1962.05.26)

Nieuwelingen: 1. J. van Vleuten, 2. L. de Coo, 3. D. Holst, 4. C. v. d. Hulst, 5. F. Stoats.

 

ROOSENDAAL.KERMIS.(1962.09.06)

Amateurs: 1. J. Pieterse, 2. M. Gerrits, 3. L. van Dongen, 4. H. de Jong, 5. C. Haast, 6. J. Schouten, 7. A. Russens, 8. B. Solaro, 9. C. de Rooy, 10. J. van Geest.

Adspiranten: 1. R. Roosendaal, 2. A. Akkermans, 3. B. Verveer, 4. R. Koene, 5. W. Antonisse.

 

ROSMALEN.(1962.07.01)

Amateurs: 1. Andre van Aert; 2. Bart Solaro; 3. Cees Haast;

Nieuwelingen: 1. Piet Braspennincx; 2. Wim Prinsen; 3. Nic van Venrooij;

Adspiranten: 1. Wim du Bois; 2. A. Akkermans; 3. Frans Otten;

 

ROTTERDAM.FEIJENOORD.(1962.04.30)

Amateurs en onafhankelijken: 1. P. Verweij, 2. L. v. d. Flier, 3. A. van Breugel, 4. P. van As, 5. C. van Tol, 6. G. Ribbelink, 7. J. Hermes, 8. W. Swaneveld, 9. H. van Gent, 10. H. Brinkman.

Nieuwelingen: 1. H. van Gulik, 2. G. Stiegelis, 3. T. van Schie, 4. J. van Driel, 5. E. Dolman.

 

ROTTERDAM-DEN HAAG.STEDENONTMOETING.(1962.03.18)

Met grote puntenmeerderheid gewonnen door Rotterdam, dat tot najaar in bezit blijft van de Plaisir-trofee.

Amateurs, profs en onafhankelijken: 1. Jan Janssen, 60 km in 1.33.112; 2. Th. Sijthoff, 3. H. Stubbe, 4. P. Heynig, 5. A. van Egmond, 6. G. Ribbelink, 7. W. Swaneveld, 8. M. Brinkman, 9. J. Hermes, 10. A. Ket.

Nieuwelingen: 1. R. v. d. Wal, 46 km in 1.13.57; 2. C'. Smit, 3. C. Boeymeer, 4. G. van Dorp, 5. J. Heuvelman, 6. W. Houtman, 7. A. v. d. Helm, 8, C. Lokker, 9. J. v. d. Helm, 10. G. Sieraacke.

Veteranen: 1. H. Hordijk, 40 km in 1.09.12; 2. H. Ket, 3. P. Hey­ster, 4. G. Tonder, 5. J. Heiden.

Junioren A: 1. E. Krom, 22 km in 38.52; 2. H. Beuker, 3. B. Ver­veer, 4. P. Smit, 5. F. van Galen,,6. P. Peynenburg.

Junioren B: 1. G. Smit, 11 km in 22.36; 2. J. Brouwer, 3. J. Sil­vius, 4. C. Tak, 5. C. Heyster, 6. D. Jerimiasse.

 

ROZENBURG.(1962.06.19)

Nieuwelingen: 1. E. Dolman, 2. H. van Piere, 3. G. van Veen, 4. T. van Schie, 5. G. Stiegelis.

 

RUCHPEN.(1962.07.01)

Amateurs: 1. P. Dorst, 2. W. Swaneveld, 3. C. Paymans, 4. W. Heeren, 5. J. Linders, 6. M. den Outer, 7. L. van Dongen, 8. J. Stam, 9. W. de Jager, 10. M. Paul.

Nieuwelingen: 1. L Kipping, 2. W. Paul, 3. P. van Dongen, 4. J. van Veen, 5. J. v. Vleuten.

Adspiranten: 1. W. Bravenboer, 2. M. Brouwers, 3. H. Beuker, 4. T. Braber, 5. P. Kettenis.