JAARGANG 1958

                              WEDSTRIJDEN O T/M R

OCHTEN (19 juli).1958

VAN DEN BOS WAS DE STERKSTE IN OCIITEN.

Met een vlijmscherpe spurt, waartegen zijn enige belager Lentelink niet over afdoende wapens beschikte, behaalde de 19-jarige magazijnbediende Antoon van den Bos uit Beverwijk Zaterdagmiddag een verdiende triomf in de wielerronde, welke in het kader van de Sportweek door het wielercomite van Ochten in samenwerking met „de Meteoor" uit Dodewaard was georganiseerd.

Sedert het merkwaardige herstel van haar oorlogswonden van deze landelijke Betuwse plaats, blijken de activiteiten tel­kenjare een grote trekpleister te zijn voor Nederlands promi­nente amateurs en onafhankelijken. Naast o.m. Ab Gelder­mans, Bertus Lute, Gijs Pauw en de amateur Ben Teunisse, viel nu de de eer te beurt aan Van den Bos om zijn naam in de „Raadhuis"-wisselbeker gegraveerd te zien.

Van de vele voorpostgevechten, welke tot halverwege de wed­strijd waarneembaar wagen, willen wij memoreren de ver­dienstelijke poging van de uiteindelijke winnaar om alleen of in gezelschap van anderen de course vroegtijdig een beslis­sende wending te geven.

Zoals gezegd geschiedde zulks eerst op de helft van de te ver­rijden afstand toen Van den Bos in gezelschap van Lentelink en Rademakers hun voorsprong van luttele seconden zagen uitgroeien tot ruim een minuut. Jammer was het dan ook, dat op het beslissende moment toen aansluiting met het peloton zou worden verkregen de Utrechtenaar door een gebroken remkabel de strijd moest staken.

De op de voorgrond tredende Markeloer Boom had in eerste instantie de trein wel gemist, maar slaagde er toch in met Frits Rabe, Leo v. d. Ven, Joop Blauw, die even later defini­tief zou wegvallen en de Culemborger Van Asch het kwartet Van Engeland, De Boer, Middelkamp en Dieperink de scha(n)­de van een ronde achterstand te besparen. De beide koplopers maakten, gesteund door Ge Nijkamp en Frits Klardie inmid­dels felle jacht op hen. Slaagden zij niet in hun oorspronkelijke opzet, het peloton moest voor de tweede maal er aan geloven. De in tweeen gehakte groep demarranten, waarvan de eerste werd versterkt door de Nederlandse Fransman Jean de Vries uit Prigny, zag Boom alleen de ruimte ingaan en met 25 sec. voorsprong eindigen. De sprint van het peloton werd een aan­gelegenheid tussen de enigszins tegenvallende Gelderse kam­pioen Van Tiem en de Stichtenaar Ruttenberg, welke met miniem verschil door de man uit Leeuwen werd gewonnen. BRON: W.GRUTTERS

Amateurs en Onafhankelijken: 1. A. v. d. Bos, Beverwijk, 100 km in 2.21.05; 2. G. Lentelink, Ambt Delden; op 40 sec. 3. B. Boom, Markelo; op 1,05 min. 4. C. v. Engeland, Schijndel; 5. L. v. d. Ven, Vlij­men; 6. W. v. Asch, Culemborg; 7. F. Rabe, Amsterdam; op 1,30 min. 8. G. Nijkamp, Zwolle; 9, W. Dieperink, Barchem; 10. H. de Boer, Bussum; 11. G. Middelkamp, Almelo; 12. F. Klardie, Castricum; 13. J. de Vries, Prigny; op 2 ronden 14. F. v. Tiem, Leeuwen; 15. G. Ruttenberg, Baarn; 16. H. Falken­rech, Weesperkarspel; 17. K. Niemeijer, Hengelo; 18. C. Schaut, Lijnden, 19. J. Smit, Arnhem; 20. J. Scheuten, Hengelo.

 

OLDEBROEK (26 juli).1958

JEUGDIGE J. VAN STRALEN (BLOKKER) GREEP ZEGE IN RONDE VAN OLDEBROEK,

Jan van Stralen, de jonge renner uit Blokker, is winnaar ge­worden van de Ronde van Oldebroek. Tezamen met de „wes­terlingen" P. Riethof uit Haarlem en G. J. Ruttenberg uit Soest was de actieve Van Stralen weggesprongen toen er nog acht ronden waren te rijden. De voorsprong van dit drietal werd zienderogen groter op het peloton, dat intussen vanwege het hoge tempo waarin werd gereden sterk was geslonken. Bij het ingaan van de laatste ronde was het drietal nog broeder­lijk bijeen, maar ca. 100 meter voor de finish was dit niet meer het geval. De sterke Van Stralen ontdeed zich met een ge­weldige demarrage van zijn twee rivalen en met ruime voor­sprong ging hij juichend, daarbij een geweldig applaus in ont­vangst nemend van het talrijke publiek, over de meet. P. Riet­hof bleef G. J. Ruttenberg met een banddikte de baas en werd dus tweede. De tijd van Van Stralen over de 75 km was: 1 uur 48 min, 14 sec.

Het duurde vrij lang eer bovengenoemde uitlooppoging kwam. Wel noteerden we naast het vele werk, dat bovengenoemde drie renners verzetten het kranige rijden van de Kampenaren Gert Steinbach en G. Ekkel, alsmede de activiteit van de Zwollenaren Reitse Lemstra en Herman van Keulen. Voorts deden de Veluwse renners de gebrs. Bertus en Henk Klooster­ziel, Wolff, Van Essen en Heideveld ook van zich spreken, evenals de nieuwelingenkampioen van Drente, Henk Reinders uit Ruinerwold, die na een moeizaam begin de sprint van het peloton won en zich dus als vierde klasseerde.

BRON: BEN ZOMERDIJK

Amateurs en Nieuwelingen: 1. J. van Stralen (Blokker); 2. P. Riethof (Haarlem); 3. G.J. Ruttenberg (Soest), 4. Henk Reinders (Ruinerwold); 5. B. Kloosterziel, Wezep; 6. R. Lemstra, Zwolle; 7. G. Steinbach, Kampen; 8. H. Visser, Huizen; 9. H. Kloosterziel, Wezep; 10. J. Cornelis, Belgie; 11. Frakking, Naarden; 12. A. Hogeboezem, Baarn; 13. G. Ekkel, Kampen; 14. M. v. d, Horst, Hattem; 15. B. Schimmelpennink, Epe; 16. J. de Jager, Amster­dam; 17. H. Wolf, Wezep; 18. J. Gerrits, Deventer; 19. H. v. Keulen, Zwolle en 20. Hubers, Arnhem.

 

OLYMPIA’S TOER (27 mei t/m 1 juni).1958

Olympia's Toer door Nederland is voor de vierde maal gestre­den. Een kleine duizend kilometer zijn door de karavaan vol­bracht met het indrukwekkende gemiddelde van 41,32 km per uur. Olympia's Toer door Nederland, internationaal gestart en nationaal beeindigd, omdat de buitenlandse deelnemers uit Denemarken en Belgie nauwelijks met de vechtlustige Neder­landers konden meekomen, is op de eindstreep in bet Olym­pisch Stadion beslist. Terwijl duizenden de tribunes van het Olympisch Stadion bleven bevolken na de wedstrijd Blauw­-Wit-Ajax, vochten drie militairen in een kopgroep om een voortreffelijk geslaagde aanval op het ploegenklassement vei­lig te stellen en beten Ab van Egmond en Piet Steenvoorden zich vast in elkaars wielsporen. Niemand kon in die laatste kilometers naar de eindstreep zeggen, wie van die twee de winnaar zou gaan worden en pas toen op het cement van het Stadion Van Egmond in de oranje trui de sterke finisher Steenvoorden voorbij snelde om nog een halve minuut bonificatie te grijpen achter etappe-winnaar Pietje Rentmeester, pas toep kon men met zekerheid zeggen, dat de winnaar van Olympia's Toer 1958 de 19-jarige Ab van Egmond zou zijn, de man die in Warschau-Berlijn-Praag niet versleten was in zijn greep naar een achttiende plaats en die bij de aankomst in het Sta­dion van zijn moeder nog meer gelukwensen in ontvangst mocht nemen, omdat moeder Van Egmond zoon Ab kon komen vertellen, dat hij tot October niet in militaire dienst behoefde en dus zijn schitterende seizoen voorlopig zonder zorgen zou kunnen voortzetten.

Dat geschiedde dan op Zondag de eerste Juni in Amsterdam. Zes dagen tevoren, op de Dinsdag na de Pinksteren, had Bur­gemeester Mr. G. van Hall, na meer dan een halfjaar van in­tensieve voorbereidingen, voor het Koninklijk Paleis wegge­schoten. Vijf en een  half, uur later zou Miss Remington een tweede oranjeshirt gaan uitreiken. De eerste had de gewezen Miss Holland nog een frisse knaap om de schouders kunnen trekken, op de Dam, toen Adri Roks als winnaar van de Toer 1957 in het oranje mocht vertrekken. Dat waren dan onder­delen geweest van indrukwekkende ogenblikken voor de orga­nisatoren. De route van het Olympisch Stadion naar de Dam, de plechtigheden voor het Koninklijk Paleis en daarna de rit naar de Amsteldijk als officele startplaats, hetgeen alles zo schitterend volgens het minutieus opgestelde schema was ver­lopen. Tot op de seconde klopte alles, dwars door de drukste straten van Amsterdam en voor de organisatoren begon dan ook direct een schitterende triomf.

 

OLYMPIA’S TOER.58 02e RIT A (28 mei).1958

Militair offensief.

De eerste halve etappe op de tweede dag, over 94 km van Hoogeveen naar de Legerplaats Nunspeet, heeft een militair offensief gebracht, dat in de bossen rond Nunspeet evenwel volkomen vastliep. De mili­taire ploeg had op de eerste dag reeds de aandacht op zich gevestigd, toen Ben Teunisse en Emiel Verstraete en later nogmaals Ben Teunisse malheur kregen. “Allemaal van de fiets", commandeerde wielergene­raal Gerrit Schulte, zodat men tot tweemaal toe zijn manschappen peloton kon zien rijden. Voor korte duur overigens, want de zeven soldaten marcheerden met een fors gemiddelde terug naar de hoofd­macht. Op de morgen van die tweede dag heeft Schulte opnieuw met gebalde vuisten staande in zijn nu onbeschadigde jeep zijn mannen kracht ingesproken, maar ditmaal niet achter, doch voor het peloton. Ben Teunisse is overigens de enige geweest die in het hevige vuur­gevecht heeft kunnen standhouden. Teunisse was ook de man, die na dertig kilometers het offensief opende. Hij demarreerde fel en kreeg zijn ploegmakker Verstraete, de Limburger Knoops, de vechter Kool van De Spartaan en Walravens van de Rotterdamse Leeuw mee. Tien kilometer verder stonden negen man in de vuurlinie, omdat de ver­sterking was aangerukt van Piet Steenvoorden (De Kampioen), Swane­veld (Feijenoord), een tweede Spartaanman v. d. Berg en de derde militair Visser. Vijftien kilometer nadat de aanval was geopend, had­den de negen vluchters reeds 47 seconden; op de IJsselbrug was de winst een minuut en de kloof scheen groter te worden, totdat Jan Hugens zijn tegenaanval opzette. Aanvankelijk slaagde hij niet, omdat militair Hermes en Hofmans van De Baronie bij de drager van de oranjetrui aan het wiel kwamen zitten en dat wiel niet meer los lieten, de tweede aanval slaagde echter wel. En De Spartaan zond zijn derde man naar voren, namelijk Arie van Houwelingen. Deze gevaarlijke op­zet werd door De Baronie serieus genomen, en Van Steen, Hofmans en Biemans gingen mee naar voren. Een duidelijke tegenzet dus tegen de militaire ploeg, maar om bij de vluchtelingen te komen werd door Hugens zonder meer het meeste werk verzet. De Limburger vocht als een leeuw, joeg met zijn wilde tempo Van Houwelingen en Biemans alle lucht uit de longen, passeerde in de bossen van Nunspeet twee kapotgereden militairen (Visser en Verstraete) en joeg het kleine groepje jagers kort voor de meet naar de voor hem zo gevaarlijke kopgroep toe. Dat Piet Steenvoorden van de overgebleven tien man­nen de eindsprint in het prachtige kamp Nunspeet won, was geen verrassing; opvallend was wel, hoe indrukwekkend Jan Hugens zijn trui had verdedigd na die krachtenslopende etappe van de eerste dag. Er was nog een opvallende zaak, namelijk de schitterende ploeggeest in bijna alle teams. Een lekke band van Hanegraaf bracht de gehele ploeg van De Baronie enige tijd in de achterhoede, malheur van Bal­vert betekende een verzameling van de krachten van geheel Le Cham­pion plus een terugkeer in de hoofdmacht die met een gemiddelde van 45 kilometer aan het jagen was. Slechts 94 kilometers lang was de rit tussen Hoogeveen en Nunspeet geweest, maar de bijna vijf uren die de militaire autoriteiten de renners en de volgers in Nunspeet gunden, was welverdiend, want er was fel gestreden. De lunch werd in de imposante eetgelegenheid van Nunspeet gebruikt en net als de gang van zaken van alledag hebben renners, officials en andere vol­gers zich tussen de militairen in de rij opgesteld om bestek, bord en eten in ontvangst te nemen.

Amateurs: 1. Piet Steenvoroden, 2. Bram Kool, 3. Werner Swanenveld

 

OLYMPIA’S TOER.58 02e RIT B (28 mei).1958

Eigen initiatief.

Op weg naar Amersfoort (65 km) heeft Jan Hugens aanvankelijk niet het initiatief aan anderen overgelaten: Hij demarreerde zelf en kreeg acht man mee. Deze eerste poging mislukte. Aanmerkelijk serieuzer werd het pas, toen vijftien kilometer voor de eindstreep twee mili­tairen (Timmermans en Visser), twee mannen van Le Champion (Wuurman en Jonker), de actieve Limburger Knoops en de even vecht­lustige Kool van De Spartaan ontsnapten. Vijf kilometer verder, in Bunschoten, hadden zij zeventien seconden, toen gingen Hugens (oranjetrui) en Steenvoorden (groene trui) het tempo opzwepen. Be­grijpelijk, omdat Kool als sprintwinnaar met een geringe voorsprong reeds een nieuwe aanvoerder zou behelzen. De laatste zes kilometers brachten het hoogtepunt van de strijd. Jan Hugens geraakte mee voor­aan, Harry Scholten kon eveneens nog aansluiting krijgen en toen de zaken in Amersfoort opgemaakt waren, kon men voor Hugens opnieuw een schone oranje trui gereedhouden en moest Miss Remington op de tenen gaan staan om de lange winnaar van die middag, Harry Scholten, de overwinningskus te kunnen geven.

Amateurs: 1. Harry Scholten, 2. Ab van Egmond, 3. Antoon van Steen,

 

OLYMPIA’S TOER.58 03e RIT A (29 mei).1958

Onvergetelijk.

De derde dag bracht de karavaan al vroeg uit de veren, omdat reeds om half negen de reclamekaravaan Amersfoort moest verlaten en een half uur later de renners de route op zouden worden gezonden. Een route, die - dat stond bij voorbaat vast - voor velen een aantasting van reserves zou betekenen, omdat al vroeg slopende heuveltjes ge­nomen zouden moeten worden en onmiddellijk na Nijmegen heel veel vergende, korte maar fel stijgende klimmen kwistig rondgestrooid wa­ren. En toch werd het offensief verbluffend vroeg geopend. Door Le Champion, dat zich in de eerste twee dagen voorbeeldig had ingereden en nu met drie man tegelijk zijn kansen ging afwegen. Jonker, Balvert en Gudde spurtten na slechts acht van de 184 kilometers uit de groep en forceerden volkomen buiten de verwachting de beslissing. De Olym­pianen Van der Ruit en Groot gingen mee, Van Selm (De Spartaan) huisde snel mee vooraan, Reekers van De Kampioen en Piet de Jong (De Baronie) kwamen eveneens in de voorhoede en de belangrijke slag was daarmee ingeleid. Opnieuw ging Hugens in de tegenaanval, maar hij slaagde niet. De snel veroverde winst van de acht vooraan werd zeker niet minder, ook niet toen Rob van der Ruit met een slingerend wiel de vluchters alleen moest laten. Wel kon zich een nieuwe groep losmaken, die tien man sterk was, waarbij Le Champion aan Wim van Smirren een vierde man in vooruitgeschoven positie kreeg, waar­in drie Middelkampers (Beers, Niesten en Rentmeester) zich vestigden en ook De Spartaan en De Baronie weer sterke afgezanten zonden. Het gevolg was, dat Elst zeventien coureurs aan de leiding zag pas­seren. Deze toch reeds grote groep werd nog eens uitgebreid. Na nauwelijks 45 kilometer course, toen de Wageningseberg voor de Toer juist verleden tijd was, draafden 33 man ruim een minuut voor de rest uit. Wederom was Hugens niet in staat geweest mee te gaan. Toen Arnhem eenmaal achter de rug lag en de eerste klimmetjes het par­cours een ander aanzien kwamen geven, slaagde Hugens er in, uit zijn nog uitgebreide groep weg te komen, tezamen met twaalf anderen. De jagers kregen de aanvoerende groep steeds duidelijker in het zicht en zouden tenslotte ook kunnen aanhaken. Maar in die tijd waren er belangrijjke dingen geschied en stonden er nog belangrijkere voor de deur. Tijdens,de jacht van de groep-Hugens hadden negen man zich opnieuw afgescheiden. Van hen viel Ad Biemans terug tot achter de nu uit 25 man bestaande tweede groep, maar kon daarin terugkeren met de onmiddellijk aangeboden hulp van ploegmakkers Hanegraaf, De Jong en Hofmans. Acht man bleven op kon dus staande, met op­nieuw drie mannen van Jan Ladenius (Le Champion), Wuurman, Van Smirren en Balvert en verder Groot, Rentmeester, Roks, Van Egmond en De Jager. Acht man, die een verschrikkelijke demarrage begonnen aan de voet van de Sterrenberg. Renners die achtergeraakten, zouden nooit meer kunnen terugkeren. En daarbij waren ook vooraanstaande mannen. Robert van der Ruit, die met zijn malheur uit de kopgroep was geworpen, kwam achter het toen nog compacte peloton terecht, kreeg assistentie van De Hoog, Klebach en De Vries, waardoor vier man van Olympia negen minuten zouden moeten prijsgeven. Nog har­der kwam de klap aan voor het zo opvallend rijdende De Spartaan.

Tweemaal pech van Harry Scholten betekende aanvankelijk alleen een achterstand van de winnaar van de rit naar Amersfoort, met zijn club­makkers Van Leeuwen en Van Houwelingen en tenslotte zelfs de ge­nadeslag: het drietal moest plaats nemen in de brokkenwagen, waar zij later het gezelschap kregen van een zieke militair Hermes, De Vries van de Rotterdamse Leeuw en de twee Denen Skoedt en Larsen.

Maar ook in de frontlinie sneuvelden talrijke coureurs. De Jager en Balvert moesten aangeslagen hun gezellen laten gaan en het gat tus­sen de nu zes aan de leiding en de tweede groep was snel vijf minuten groot. Hugens was daarmee zijn trui kwijt aan Van Egmond. Ben Teunisse, Jan van Vliet en Jo Beers gingen achter de ver voor hen rijdende gevluchten aan, kregen versterking van v. d. Klundert en Steenvoorden en moesten daarna toestaan, dat Kool na een indruk­wekkende poursuite zich noch bij hen aansloot. De zes jagers konden in de slopende rit niet zo heel veel meer van de achterstand afhalen en dat was voor Jan Groot een gelukkige bijkomstigheid, hoewel een schrale troost. Groot was zeker de rapste van het leidende sextet, een absolute winnaar van de zwaarste etappe, totdat kort voor Oirschot zijn band snel begon leeg te lopen en hij zijn gezellen nog een goede minuut moest prijisgeven. Tussen de duizenden militairen in Oirschot door snelde nu Adri Roks in de armen van Miss Remington, zodat,

toen Van Egmond achter Rentmeester als derde finishte, Van Egmond zijn ploeg De Spartaan toch de vreugde kon verschaffen van een oranjetrui, Jan Hugens was zelfs naar de negende plaats gedrongen.

Amateurs: 1. Adrie Roks, 2. Piet Rentmeester, 3. Ab van Egmond.

 

OLYMPIA’S TOER.58 03e RIT B (29 mei).1958

Vertrouwde klederdracht.

De ploegentijdrit, die tussen St. Oedenrode en Den Bosch over 22 kilo­meters voerde, leek aanvankelijk alleen van belang voor de klassering van de teams, maar zou nog belangrijker worden. Niet lang nadat de commandant van Oirschot zijn zo gastvrij ontvangen karavaan van Olympia's Toer weer een goede reis had toegewenst, worden de twaalf ploegen op die 22 snelle kilometers afgezonden. In het Sportpark „De Vliert" werden toen verschillende dingen duidelijker. In de eerste plaats, dat de militairen wel degelijk nog bijzonder gevaarlijk zouden zijn - zij wonnen de rit glansrijk - en bovendien dat Manneke Roks ernstig bezig was, een herhaling van de Toer 1957 te gaan presenteren. Toen de klassementen worden opgemaakt, verkeerde Adri Roks name­lijk in de wetenschap, dat hij de volgende dag naar Goes een ver­trouwd kledingstuk zou kunnen aantrekken. De oranjetrui, die hij een jaar eerder naar Amsterdam had gevoerd. Van Egmond heeft dus kort plezier gehad van het oranje kleinood, maar in zijn eigen Spar­taanshirt zou hij de volgende dag toch niet uit Vlijmen vertrekken, want de rit naar Oirschot had de Hagenaar ook het groene tricot bezorgd.

Ploegen: 1. Militairen, 2. Breda, 3. Limburg,

 

OLYMPIA’S TOER.58 04e RIT  (30 mei).1958

EEN NIEUWE LEIDER.

De vierde etappe heeft opvallend weinig strijd gebracht, maar toch wel een dertigtal slotkilometers, die niet alleen interessant waren door de schitterende attacque van De Baronie en Theo Middelkamp, die ook de dag tevoren de krachten hadden samengebundeld, maar ook en vooral door de consequenties die er aan de eindphase zaten, omdat Piet Rentmeester bij het naderen van Goes steeds zekerder werd van het bezit van de oranjetrui.

De man, die op deze dag de prestatieprijs kreeg, Robert van der Ruit van Olympia, was de eerste, die demarreerde. Evenals later Wil Bra­venboer, daarna Kool met Steuten en tenslotte ook Kool met Gudde gelukte dat niet. Robert van der Ruit was de man, die het een tweede maal probeerde. Hij kreeg zijn clubmakker Johnny de Vries, de mili­tair Coen Visser en de Zeeuw v. d. Klundert mee. Dat geschiedde op de dijk die de karavaan naar -Standaardbuiten (80 km) leidde, toen dus reeds het grootste gedeelte van die etappe achter de rug lag.

In Fijnaart hadden de vluchtelingen 17 seconden, enkele kilometers verder was de winst 53 seconden en toen het terreinverlies voor het peloton een minuut bedroeg, vonden De Baronie en Theo Middelkamp, het de hoogste tijd om - in Bergen op Zoom - de tegenaanval in te zetten. En aangezien Rentmeester in de tweede groep, die zich af­scheidde, was meegegaan, liet v. d. Klundert zich - na pech - terug­vallen uit de kop, om zijn ploegmakker en kanshebber op de oranje­trui, zo snel mogelijk vooraan te brengen. Dat gelukte, zodat ook twee man van Le Champion, Joop Wuurman en Joop Gudde, twee van De Baronie, Van Steen en Hofmans, twee man van de Rotterdamse Leeuw, De Jager en Van Vliet, en voor Feijenoord v. d. Ven vooraan geraak­ten. Jammer genoeg moest v. d. Ven met malheur even later afhaken. De nu dus tien nieuwe leiders liepen uit tot anderhalve minuut, Rent­meester scheen reeds zeker van de oranjetrui, maar toen gebeurden er niet voorziene dingen. Op het circuit van Goes, waar duizenden de renners opwachtten, snelden Hofmans en Van Steen vooruit om onder­ling de zaken aan de meet te regelen. De opzet slaagde, Hofmans word winnaar en De Baronie versterkte zijn positie in het ploegenklassement aanzienlijk. Tegelijkertijd kreeg Rentmeester kettingbreuk en moest de man uit Yerseke toch nog 25 seconden prijsgeven, terwijl v. d. Klun­dert tweemaal malheur aan de ketting kreeg en op een damesfiets de rit moest volbrengen. Een onverwachte tegenslag dus voor Theo Mid­delkamp, maar toen aan de eindstreep journalisten snel een algemeen klassement ineendraaiden, kon Barend Barendse de duizenden enthou­siaste Zeeuwen kond doen van het feit, dat Piet Rentmeester met een voorsprong van vier seconden toch in het oranje kon worden gehesen. Minder prettig was de aankomst van de brokkenwagen, omdat daarin drie buitenlanders zaten, de laatste Denen Byrgesen en Christiansen, en de Belg Depreker,

Amateurs: 1. Frans Hofmans, 2. Antoon van Steen, 3. Coen Visser,

 

OLYMPIA’S TOER.58 05e RIT  (31 mei).1958

AANVAL VAN EGMOND.

Er waren 61 renners de finish in Goes gepasseerd, 58 vertrokken er, kort nadat de Burgemeester van Goes de officials en journalisten op het raadhuis had ontvangen. De wedstrijdcommissarissen hadden na­melijk besloten, de Belg Mintjes, de Zeeuw Jo Beers en de Rotterdam­mer Wil Bravenboer uit de strijd te nemen, omdat zij kilometers lang achter een vrachtwagen hadden getracht, een achterstand weg te wer­ken. Op deze vijfde dag lieten leden van de militaire ploeg met de regelmaat van de stopwatch, waarmee Majoor Storm herhaaldelijk voorsprongen van kopgroepen timede, honderd, soms tweehonderd meter goedmaken door Piet Rentmeester of leden van De Baronie. Volkomen berekend tastten de militairen steeds meer de krachten van de oranjetrui en het leidende team van de Drie Hoefijzers aan, totdat Ben Teunisse demarreerde. Hij kreeg aanvankelijk alleen Mick Snijder en Steuten mee. Snijder viel snel terug, maar Teunisse en Steuten kregen daarvoor in de plaats een aanmerkelijk belangrijkere steun: eerst Timmermans als tweede militair tezamen met de bijzonder actie­ve Johnny de Vries, daarna Feijenoord's gastrenner Solaro, Piet Steen­voorden (voor het algemeen klassement nog gevaarlijker als Teunisse) en de drager van de groene trui, Ab van Egmond die slechts 49 secon­den verwijderd stond van het oranjeshirt van Rentmeester. Schulte had zijn aanval volgens plan uitgevoerd, Steenvoorden en Van Egmond kwamen er een dankbaar gebruik van maken en toen de kaarten zo op tafel lagen, was het duidelijk dat er in deze kopgroep een nieuwe aanvoerder school voor het algemeen klassement en - indien de winst stevig opgevoerd kon worden - ook in het ploegenklassement.

Wel, de opzet van de mannen vooraan slaagde. In Halsteren had de kopgroep 34 seconden voorsprong op Jan van Vliet, die zo dolgraag bij de eersten in “zijn" Rotterdam zou willen aankomen, en 37 seconden op het peloton. In Steenbergen was het verschil reeds 1.25 minuut op het gesloten peloton, in Standaardbuiten bleek er enig terrein ver­loren te zijn gegaan: 48 seconden op wederom Van Vliet en 55 seconden op het peloton. Maar toen gingen de vluchters er serieus werk van maken, met het gevolg dat er in Zevenbergen twee minuten verschil waren tussen kopgroep en peloton, op de Moerdijkbrug 2.53 min. op opnieuw Van Vliet nu met Reekers (die kort tevoren een schitterende solo na een lekke band had volbracht) en 3.17 min. op de hoofdmacht. In Rijsoord, met nog 17 km voor de boeg, hadden de ontsnapte man­nen 3.23 min. op de vergeefs voortstrijdende Van Vliet en Reekers, en 3.50 min. op het peloton. Voor Rentmeester was de strijd beslist, voor de anderen nog niet, want voor hen was de verdeling van de tijds­bonificatie van uiterst groot belang. Op Varkensoord greep Steenvoor­den voor de tweede maal de bloemen, was de halve minuut,bonificatie voor militair Ben Teunisse, finishte Van Egmond als derde man en waren de drie snelste finishers tegelijkertijd de drie eerstgeplaatsten in het algemeen klassement geworden. Ab van Egmond kon het lei­dersshirt aantrekken, maar de voorsprong op nummer twee, Piet Steenvoorden, was belachelijk klein na de reeds 800 kilometer strijd (17 seconden) en op Ben Teunisse was de voorsprong ook niet meer dun 35 seconden. Alleen Rentmeester was definitief voor het leidersshirt uitgeschakeld.

En de militairen? Ze hadden zoveel zelfvertrouwen in hun kundige chef d'equipe gekregen, dat zij voor zichzelf de overtuiging waren toegedaan dat niemand ze in het klassement nog kwaad zou kunnen doen.

Amateurs: 1. Piet Steenvoorden, 2. Ben Teunisse, 3. Ab van Egmond,

 

OLYMPIA’S TOER.58 06e RIT  (1 juni).1958

BESLISSENDE SPRINT.

Immers, zij hadden op de laatste dag van de Toer niet anders te doen dan de course te “controleren" en zij deden dat voortreffelijk. Daarom was een ontsnapping van de overigens strijdlustige Hagenaar Kool nutteloos en konden even later ook De Jong, Van Weeren, De Vries en Van Vliet hun biezen heel snel pakken. Neen, geen demarrage werd toegestaan of het meest zijn, dat de militaire ploeg er bij aanwezig was. Zoals de aanval, die Rentmeester in alle wanhoop nog deed en waardoor achttien man aan de leiding kwamen. Daarbij waren toen niet alleen de zes best geplaatsten in de algemene rangschikking maar ook drie militairen. Deze achttien verloren snel de verkregen kleine voorsprong, maar onmiddellijk daarop tastte Rentmeester opnieuw de krachten van zijn concurrenten af en het gevolg was, dat er een defi­nitieve afscheiding tot stand kwam: Dertien man geraakten vooraan, steeds bedreigd door de volgende groep, maar tot in het Olympisch Stadion toch niet meer bereikt. Bij die dertien waren opnieuw de zes gevaarlijkste mensen en drie militairen: Piet Rentmeester, Ben Teu­nisse, Coen Visser, Timmermans, Hofmans, Roks, Wuurman, Van Stra­ten, Steenvoorden, Groot, De Vries, De Jager en Van Egmond. Dertien sterken, die een hernieuwde aanval van Rentmeester nu met De Jager, in Aalsmeer, de kop indrukten en die ook een vlucht van Olympia's beste man Johnny de Vries niet toestonden. Want de eindsprint.zou de zaken moeten verdelen. Op de meet van het Olympisch Stadion zou de winnaar moeten worden aangewezen, eerder niet. Drie mogelijk­heden waren er nog, omdat indien de winnaar van deze laatste etappe Steenvoorden, Van Egmond of Teunisse zou zijn, een van deze drie ook de machtige trofee in ontvangst zou kunnen nemen. Begrijpelijk, dat het meest gedacht werd aan de scherpe finisher Piet Steenvoorden. Maar toen op de piste van Amsterdam Piet Rentmeester nog niet uit­geblust bleek en enkele lengten winst kon pakken, zakten de kansen voor de Nederlandse kampioen onmiddellijk en toen bovendien Van Egmond met krachtige pedaalslagen over Steenvoorden heen kwam, was het overduidelijk, dat Van Egmond zijn oranje leiderstrui ook na de eindstreep van de vierde Toer tot zijn eigendom wilde rekenen.

Zo geschiedde. De meest constants rijder, Van Egmond, werd winnaar van de Toer en van het puntenklassement. Piet Steenvoorden kreeg de prijs voor de snelste sprinter en aangezien de militairen met hun voor­uitgeschoven post van drie mannen het dagploegenklassement weder­om op hun naam brachten, hadden zij met de aanval niet alleen hun positie het beste verdedigd, maar zelfs aanzienlijk verbeterd. BRON:JOOP REUVECAMP.

Amateurs: 1. Piet rentmeester, 2. Ab van Egmond, 3. Piet Steenvoorden.

Amateurs Eindklassement; 1. A. van Egmond (De Spartaan) 23 uur 25 min. 0.2i sec.; 2. P. Steenvoorden (De Kampioen) op 32 sec.; 3.B. T'eunisse (Mili­tair) op 1 min. 5 sec.; 4. P. Rentmeester (Theo Middelkamp) op 2.40; 5. A. Roks (De Baronie) op 3.44; 6. J. Wuurman (Le Champion) op 4.22; 7. F. Hofmans (De Baronie) op 4.45; 8. A. van Steen (De Baronie) op 6.22; 9. C. Visser (Militair) op 6.25; 10. J. Hugens (Limburg) op 6.57; 11. A. Kool (De Spartaan) op 7.02; 12. J. van Vliet (R'dftmse Leeuw) op 7.30; 13. H. v. d. Klundert (T'heo Middelkamp) op 8.18; 14. J. de Haan (Militair) op 8.25; 15. G. van Straten (Feijenoord) op 8.32.

Algemeen ploegenklassement.

1. Militair Team 70.26.20; 2. De Baronie (Breda) op 2.51; 3. Theo Middelkamp (Goes) op 8.29; 4. De Kampioen (Haarlem) op 11.01;,5. Le Champion (Amsterdam) op 11.29; 6. De Spartaan op 11.45; 7. Limburgs Team op 11.50; 8. Feijenoord (Rotter­dam) op 14.03; 9. Olympia (Amsterdam) op 15.05; 10. Rotter­damse Leeuw) op 22.55.

Puntenklassement.

1. A. van Egmond (De Spartaan) 42 punten; 2. P. Steenvoorden (De Kampioen) 71 punten; 3. A. van Steen (De Baronie) 87 pun­ten.

 

OLYMPIA’S TOUR.58.01E RIT (27 mei).1958

De strijd, die op de eerste dag al de belangrijkste schifting heeft moe­ten brengen, is voor de buitenlandse ploegen dramatisch verlopen. Vooral voor de Belgen. Reeds na dertig kilometer, toen Vinkeveen nauwelijks de rug was toegekeerd, viel de eerste man van de Zuider­buren „plat". Ploegleider Verbeke keek de zaken even aan, ondernam niets omdat zijn renner De Ridder tot op honderd, meter van het pelo­ton terugkwam, bleef aarzelen toen De Ridder ondanks krampachtig vechten ,verachterde" en beging de enorme fout, pas assistentie naar De Ridder te zenden, toen deze reeds dertig kilometer lang eenzaam maar vergeefs had gestreden voor de aansluiting met de groep. Pas toen gaf hij de order aan Coopmans en Kersemans om hun makker op te halen, een bevel dat evenwel te last van de chef d'equipe was ge­komen, want hoewel ook het jachtende trio tot kort achter de hoofd­macht kon komen, moesten zij tenslotte het hoofd buigen voor de vereende krachten van de groep en stonden zij aan het begin van een oneindige race tegen de tijd, die het trio van de Koninklijke Antwerp­se Renners- en Supportersclub glansrijk verloor, omdat de meters aan­zwollen tot kilometers, tot vele minuten tenslotte en zij zover achter­geraakten, dat met geen mogelijkheid meer de juiste route gevonden kon worden. Voor Coopmans werd zulks teveel, zodat Jan Silleman als eerste buitenlandse uitvaller deze Belg in de brokkenwagen kreeg. De Ridder en Kersemans arriveerden, toen de jury acht minuten eer­der de controle had gesloten,

De Denen hadden een bijna even grote tegenslag, omdat Byrgesen juist malheur kreeg op het moment, dat zijn ploegleider vooruit was gesneld naar de verzorging in Apeldoorn. Pas toen chef d'equipe Olsen bijde ravitaillering Byrgesen niet kon ontdekken, kon hij drie van zijn mensen opdracht geven, op hun ploegmakker te wachten, een opont­houd, dat de Denen tenslotte meer dan 21 minuten ging kosten. Het team uit Kopenhagen kon de handen toen ineenwrijven, dat men met slechts vijf man de reis naar Amsterdam had kunnen aanvaarden en Olympia de Deense ploeg met Spaans en Koolhof kon completeren, van wie vooral Koolhof zich bijzonder actief toonde. Deze twee man­nen en Skoedt redden de klassering van Kopenhagen in het ploegen­klassement.

POGINGEN

Dat de Belgen en Denen zulke enorme achterstanden moesten incas­seren, was niet zonder meer het gevolg van eigen zwakte. In de groep werd namelijk een hoog tempo constant gedraaid en moesten de wie­len talrijke malen sneller over de wegen rouleren bij de vele ontsnap­pingspogingen. Harry Scholten, actief van begin tot eind, startte met de talrijke demarrages. Hij slaagde niet, maar werd in zijn poging on­middellijk opgevolgd door Koolhof (Kopenhagen) en Ad Biemans (De Baronie), welk duo achter Scherpenzeel de steun kreeg van Jonker (Le Champion), Johnny de Vries (Olympia), Wim Klebach (Olympia) en Kool van De Spartaan. Een jacht van drie groepen betekende een snel einde van deze ontsnapping.

Onmiddellijk daarop demarreerde Kool van De Spartaan opnieuw en konden vier man met Scholten's clubgenoot aan de leiding komen: de Middelkamprenners Henk Nijdam en Heeren, Walraven (Rott. Leeuw) .en Koolhof (Kopenhagen). Heeren moest afhaken, viel ver terug en werd later zelfs uit de strijd genomen, Piet Hanegraaf (De Baronie) ondernam een achtervolging met de Zaanse Zeeuw Jo Beers, Hane­graaf reed lek en toen sleepte Nijdam zijn ploegmakker alleen naar de kopgroep toe. Nijdam zelf moest niet lang daarna terug naar het pelo­ton, omdat zijn nauwelijks herstelde sleutelbeen hem parten speelde en toen de zaken er eenmaal zo voor kwamen te staan, geven de res­terende vluchtelingen hun veroverde halve minuut snel prijs. Meer dan 148 kilometers was de strijd op deze eerste dag oud, toen de Lim­burgse klasseman Frits Knoops een aanval op de etappezege ging doen. Helemaal alleen. Frits Knoops begon aan een schitterende race tegen een overweldigende overmacht, veroverde op de meute een veertig seconden, moest er twintig prijsgeven, kwam weer tot een halve minuut, vocht verbeten dertig kilometer lang en werd toen door de ganse karavaan opgeslokt. Een dappere Limburger had een ver­geefse attacque hoofdschuddend beeindigd, niet wetend dat een mak­ker uit zijn ploeg onmiddellijk daarop een wel degelijk succesrijke aanval zou ondernemen.

Jan Hugens demarreerde, op het moment dat nog 38 kilometers naar Hoogeveen moesten worden afgelegd. Jan Hugens demarreerde, zoals men dat, nog zelden in een course aanschouwen mag. De 19-jarige Limburgse kampioen sloeg een gat, dat binnen enkele kilometers een minuut groot was. Zijn winst werd waarlijk zienderogen groter. Steeds indrukwekkender draaide Hugens een adembenemend verzet in het rond. Maar zelfs een Hugens kan teveel van het goede krijgen en toen Ab van Egmond tezamen met Adri van Steen een tegenoffensief begon, brak voor Hugens een lijdensweg naar Hoogeveen aan. Hardnekkig vocht hij tegen de twee felle achtervolgers; Van Egmond en Van Steen kregen op hun beurt af te rekenen met de jacht van het ganse peloton. Met elke kilometer werden de verschillen onderling geringer. Steeds meer grepen juryleden in de volgerswagens naar de haren met een massale eindsprint voor ogen, maar de dappere Jan Hugens slaagde in zijn vermetele opzet. De man, die de Cauberg in de titelstrijd van zijn provincie had bedwongen, kon als grootse triomfator de eindstreep in Hoogeveen passeren, 19 seconden voordat Van Egmond in een felle eindsprint Van Steen naar de derde plaats verwees en.... 21 seconden voordat Hennie Marinus afgetekend de spurt van het peloton won. Een peloton, dat luttele meters voor de streep nog gehavend uit de strijd te voorschijn kwam, omdat enkele sturen ineen bleven haken. Leen Hartman kwam er in die valpartij het slechtste van af, want met een hersenschudding moest hij naar zijn verblijfplaats worden ver­voerd. Ook het jubilerende Olympia miste een man na de langste etappe van de Toer.

Amateurs: 1. Jan Hugens, 2. Ab van Egmond, 3. van Steen,

 

OMLOOP VAN DE KEMPEN (13 juli).1958

Stormloop der Kempen werd ook door Rene  Lotz gewonnen

Antoon van der Steen spurtte naar verkeerde eindstreep

Als Brabant dit jaar een vertegenwoordiger voor de ploeg naar de Wereldkampioenschappen bezit dan heet deze Antoon van der Steen uit Etten, die dit jaar ook de tweedaagse Ronde van Brabant heeft gewonnen. Maar we vrezen, dat hij een goede pleitbezorger moet bezitten wil hij voor die eer in aanmerking komen. De Ettenaar heeft namelijk door een vergissing de Stormloop der Kempen verloren. Hij spurtte naar de plaats waar een spandoek hing en geen eindstreep te zien was. Lotz werd verschillende lengten los gegooid, doch toen hij het pu­bliek “doorgaan!" hoorde schreeuwen, snapte hij eerder dan v. d. Steen wat er aan de hand was. Vijftig meter verder lag de eindstreep, die de Limburger eerder passeerde dan v. d. Steen, die zich al recht had gezet om met een triomfantelijk opgestoken hand zijn overwinning aan te kondigen.

Het was erg jammer, dat deze moordende Omloop der Kempen, opnieuw door een onregelmatige eindsprint een dubieuze win­naar opleverde. Vorig jaar was er iets met De Roo aan de hand en dit jaar maakt Rene Lotz geen uitzondering. Nu willen we niemand enig verwijt maken om de doodeenvoudige reden, dat dit onjuist zou zijn. Een halve minuut voor de kopgroep, bestaande uit v. d. Steen, Lotz en Coen Niesten, zich voor de eindsprint presenteerde, werd door een volgwagen het finish­doek „rats" van de palen gereden. Wat doet men nu op zulk een moment, dat het hoogtepunt van de course is aangebro­ken? Dan doet er niemand iets! Men is onthutst en het ont­breekt aan tijd om nog maatregelen te treffen!

Wij hebben al vaker beweerd, dat er voor het verrijden van klassiekers bindende voorschriften moeten worden uitgevaar­digd. Wie in binnen- en buitenland coursen volgt, weet, dat wij in Nederland vele fouten maken, die voorkomen kunnen wor­den. Zo'n wedstrijd komt wel aan zijn eind, maar lang niet altijd zoals het behoort. Neen, verwijten maken wij niemand. Zelfs geen jury, al is zij met vlaggen gewapend. Die voorschrif­ten moeten er komen. Dan zijn de taken verdeeld.

Om op de overwinning van Lotz en de nederlaag van v. d. Steen terug te komen: Van der Steen weet, dat hij een eind­streep passeren moet. Op die lijn valt de beslissing. De Ette­naar kon zulk een lijn bezwaarlijk gezien hebben. Hij moet dus direct bevroed hebben, dat er iets scheef ging.

Antoon van der Steen verloor dus de Omloop aan Lotz. En de Limburger komt de overwinning goed van pas. Op drie achter­eenvolgende Zondagen behaalde hij een ereplaats in de Ronde van Limburg, hij won de Ronde van Midden-Nederland en de Omloop der Kempen. Dat valt niet uit te vlakken. De Lim­burgers zullen zich gelukkig prijzen, want of Hugens nog in staat zal zijn eventueel in Reims aan de start te verschijnen valt te bezien. Op weg naar Veldhoven heeft hij namelijk een val gemaakt, die hem belette aan de start te verschijnen. We vernamen, dat hij enkele vleeswonden opliep, maar tevens een middelvinger brak! Dat is een kwalijke zaak. Mocht het een en

ander juist zijn, dan geloven we niet, dat hij in Frankrijk van de partij zal kunnen zijn. Een Lotz, in zijn huidige vorm is een uitstekende plaatsvervanger.

Wie is Van der Steen?

Daarmee steken we ook een pluim op de hoed van de verliezer Van der Steen. Hij heeft wel de Ronde van Brabant gewonnen, maar die etappe-course geldt niet als klassieker. In de Ronde van Midden-Nederland miste hij de slag, die ook toen vrij vroeg gevallen is. Hij liet echter zien, dat hij goed fietsen kon. Met enkele anderen zette hij vanuit het peloton een achter­volging op, waarin hij waarachtig zijn streng durfde te trek­ken. Ofschoon wij vertrouwen in hem menen te mogen stel­len, eerlijkheidshalve moeten wij hieraan toevoegen, dat ook wij nog niet precies weten wat hij in de mars draagt. Het is een sterke, goed-gebouwde knaap, die klaarblijkelijk in zware wedstrijden het best op dreef komt. Als hij dit jaar eerder de klassiekers had opgezocht zouden we wegen hoe snel en hoe groot zijn inhoud is. Hij is het bekijken inderdaad waard.

In de Omloop der Kempen, waarvoor hij op het laatste moment met toestemming nog aan de startlijst kon worden toegevoegd, heeft hij een agressieve in plaats van een defensieve course gereden. Met kijken alleen is de wedstrijd niet te winnen. Men moet zelf de aanval durven blazen. In het Utrechtse verkeek hij zich op de gedragingen van de streekrenners Pauw, Teunis­se, Rademaker, Pothuizen. In de Kempen liet hij niets aan anderen over. Het was er ook geen weer naar. Er stond een storm over het Kempenland, die het parool „voorin-rijden" roodzakelijk maakte. De Omloop begon namelijk met een klei­ne Ronde door een gedeelte van de Kempen, waarna in de rich­ting Eindhoven werd afgeslagen. De wegen door de Kempen zijn over het algemeen vrij smal. Goede course-wegen, maar het peloton moet zich als een wurm rekken. Er kwam bij, dat de eerste kilometers tegen de storm opgetornd moest worden. Het leed was al spoedig niet meer te overzien. Negentig ren­ners hadden de start verlaten, ofschdon er bijna 130 op de startlijst stonden. Voor de organisators was het een grote te­leurstelling, dat Middelkamp de verenigingsinschrijving niet kon nakomen.Piet Rentmeester ontbrak op het appel. Daarbij voegde zich de absentie van Hugens. Dit betekende dus dat er van de tweestrijd Hugens-Rentmeester in de Omloop niets te zien zou zijn. Het verloop van de Ronde van Limburg, door Rentmeester gewonnen, had namelijk verwachtingen gewekt.

Zeventig uitvallers.

Het eerste was, dat het resterende peloton, met een Belgische en een Duitse ploeg in de gelederen, tengevolge van de storm reeds in de eerste twintig kilometer uit elkaar viel. Een groep van zestien renners scheurde zich na een half uur fietsen al van het peloton los. Het waren klaarblijkelijk de sterksten, want ofschoon zich achter hen nog een jachtgroep met Teunis­se, Rabe, Raats, Knoops, Vah Dienst, Van Smirren en Helsloot vormde - een kwalitatief belangrijke groep dus - zouden zij nooit verontrust worden. Toen zich na 25 kilometer rijden deze volggroep uit het peloton had los gemaakt waren de schapen van de bokken gescheiden. De schapen hielden het niet lang meer uit. Met 25 vluchtelingen vooruit en een storm op kop verminderde de liefhebberij in het verslagen peloton ziender­ogen. De een na de ander verdween. Nog voor de helft van de Omloop verreden was lagen er nog maar twintig deelnemers in course.

De pechduivel scheen niemand te willen sparen. Rademakers, Van Beers, H. Rutten en Pardoel vielen uit de kopgroep weg. Dieperink en Wayboer zouden spoedig volgen. In Hapert, half­weg de eerste grote ronde, reden er nog maar tien man op kop, terwijl op 2.45 min. Marbus, Rutten, Helsloot, Van Smirren, Van Dienst, De Bruin, Dieperink, De Vries, Teunisse en Schoen­makers volgden.

Het wegspook teisterde het overschot van het grote peloton al even erg als de storm. In het voorste gelid kwamen Kool, Le Grand, Nijdam en de Belg Quanten langs de weg te staan, terwijl Th. Rutten moest lossen.

In de jachtgroep konden zich ook slechts vijf man handhaven: Teunisse, Knoops, Pardoel, Schoenmakers en Verwijlen, die al op vijf minuten waren gedraaid.

Naar het bittere eind.

Dat was de situatie voor men aan de laatste ronde begon. Het cordon verzorgerg tussen Waalre en Meerveldhoven keek zich de ogen uit om nog meer renners te ontdekken....

De kopgroep bestaande uit Lotz, Van der Steen, Coen Niesten, Dick Enthoven en Corstjens zat theoretisch op fluweel, maar moest practisch op de pedalen staan om de wind te trotseren. Toen de Budelse Corstjens moest afhaken bleven er nog vier koplopers over, waarvan Enthoven met een aflopende tube sukkelde. De Amsterdammer was al twee keer “teruggeko­men", nadat hij had bijgepompt.

De derde keer was hij te dicht bij de finish om zijn achter­stand nog goed te maken.

Met een handvol renners werd deze tiende Omloop der Kem­pen bedindigd op de wijze zoals wij reeds schetsten. De club­prijs behaalde Wilhelmina.

BRON: FRITS VAN GRINSVEN

Amateurs:1. R. Lotz, Stein; 2. A. v. d. Steen, Etten; 3. C. Niesten, Bever­wijk; 4. D. Enthoven, Amsterdam; 5. J. Corstjens, Budel; 6. F. Knoops, Koningsbosch; 7. B. Teunisse, Utrecht; 8. M. Verwij­len, Someren; 9. L. Pardoel, Hedel; 10. J. Borghard, Keulen; 11. H. Schoenmakers, Eindhoven; 12. Th. Rutten, Leende; 13. K. Lippeck, Aken; 14. J. Bruckers, Nederweert; 15. G. Vossen, Someren; 16. G. v. Hees, Heeze; 17. W. Oppers, Eindhoven; 18. H. Rutten, Leende; 19. W. v. d. Heijden, Eindhoven; 20. G. v. d. Heijden, Eindhoven.

 

OMMEN (26 mei).1958

EVERT HUP (KAMPEN) KRANIGE WINNAAR VAN RONDE VAN OMMEN.

De Ronde van Ommen, die op 2e Pinksterdag werd verreden, leverde een fraaie zege op voor de veelbelovende Kamper ama­teur Evert Hup. Hij was het die de wedstrijd ,maakte" teza­men met Wim Dieperink uit Barchem, en de nieuwbakken amateurs Ben Lohuis uit Delden en Dick Bossink uit Den Ham. Dit viertal ging in de tweede ronde reeds aan de haal. Van dit groepje moest Lohuis noodgedwongen „lossen" door een lekke tube. Hup, Dieperink en Bossink draaiden lustig door met een ronde voorsprong op het peloton waarin renners als Fre Mik uit Nw. Pekela, Bertus Boom uit Markelo, Niemeijer uit Hengelo en Reitse Lemstra uit Zwolle al het mogelijke probeerden om de vluchters te achterhalen. Hoe men ook de­marreerde het lukte niet de vluchters in te lopen. Bepaald pech had de potige Bossink toen hij door een val de aansluiting mis­te met Dieperink en Hup. Zo kwam het, dat Dieperink en Hup uiteindelijk moesten uitvechten wie zich winnaar kon noemen. Evert Hup werd de kranige winnaar met op de tweede plaats Wim Dieperink. De tijd van Hup over de 80 km was 2 uur 11 min. en 13 sec., hetgeen, gezien de bijna stormachtige wind waartegen de renners op moesten tornen, een goede tijd is te noemen. BRON: BEN ZOMERDIJK

Amateurs: 1. Evert Hup (kampen); 2. Wim Dieperink (Barchem); 3. D. Bossink, Den Ham; 4. op een ronde: F. Mik, Nw. Pekela; 5. D. M. Schip­per, Doetinchem; 6. K. Niemeijer, Hengelo; 7. F. Bos, Nw. Buinen; 8. B. Boom, Markelo; 9. D. Vervloet, Amersfoort; 10. R. Lemstra, Zwolle.

 

OOSTBURG (21 juni).1958

Amateurs: 1. Piet van Hees, 2. Piet van As, 3. Cees Paymans,

 

OOSTERHOUT.MOLEN (15 augustus).1958

Amateurs: 1. Ab van Egmond, 2. Coen Niesten, 3. Emiel Verstraete,

 

OOSTERWOLDE (13 september).1958

Amateurs: 1. Henk Hoekstra, 2. Piet Schreurs, 3. Marten Wierda

 

OOSTVOORNE (9 augustus).1958

LEO TEN DAM BOEKT EINDELIJK EEN OVERWINNING.

In het zonovergoten Oostvoorne heeft de Hagenaar Leo ten Dam eindelijk een overwinning weten binnen te halen. Het was de eerste sinds de tijd - jaren geleden - bij de junioren. Tevens behaalde Ten Dam de leidersprijs, waarmee zij aan­getoond, dat deze jongen, van wie we zonder meer kunnen zeggen, dat hij tot de vechtjassen van menige ronde behoorde, veel op het voorplan heeft gestaan in Oostvoorne. Na afloop wachtte hem evenwel een berg ongenoegen, toen de renners, waarmee hij na ongeveer tweederde van de rit uit het peloton was weggekomen, hem herinnerden aan een afspraak, als zou Ten Dam, die kilometers voor tijd in moeilijkheden was ge­raakt, hebben toegezegd niet aan de eindspurt te zullen deel­nemen. Hoe dan ook, hij deed het wel en won nog bovendien. Na hem finishten in volgorde Coen Niesten, Mik Snijder, Ger­rit van Dienst, Leen v. d. Leur met een tijd van 2 uur 9 min. 20 sec. over ca. 90 km, welke oak voor de winnaar was afge­drukt. Op 27 sec. kwamen Gerrit van Straten, Jan Stolk en Ger Kreukniet, terwijl weer 7 sec. later de rest volgde.

De nieuwelingenrit, evenals die der amateurs voorafgegaan door een minuut stilte,ter nagedachtenis van de in Chaam zo jammerlijk verongelukte Riethoven, was voor de Numansdor­per Dik Groeneweg, die hiermee zijn 7e overwinning boekte.. Twee ronden voor tijd spurtte Groeneweg uit een groepje van vier weg. Droog, Capellen en Den Hertogh vielen terug in de groep. In de laatste 100 meter kwam deze groep onder aan­voering van Schuling, Meeldijk, Jansen (Noordwijk), Lachter­op; Stam, Ouwerkerk, v. d. Weijden en v. d. Touw, die in deze rangorde finishten, op Groeneweg aangestoven en deze laatste kon nog net een afstand van minder dan een wiellengte over­houden om de Ronde op zijn naam te brengen.

Amateurs en Onafhankelijken: 1.Leo ten Dam, 2. Coen Niesten, 3. Mik Snijder, 4. gerrit van Dienst, 5. Leen van de Leur, 6. G. van Stralen, 7. Jan Stolk, 8. Ger Kreukniet, 9. Jan Hermes, 10. Arnold Ket,

Nieuwelingen: 1. Dik Groenenweg, 2. Wim Schuling, 3. R. Meeldijk, 4. W. Jansen, 5. F. Lachterop, 6. J. Stam, 7. J. Ouwerkerk, 8. van den Weijden, 9. Piet van de Touw, 10. E. Verhagen,

 

OPMEER (3 augustus).1958

WIM BOGERS TE OPMEER DE SNELSTE AMATEUR.

Wim Bogers uit Nieuw Vennep is er in geslaagd de Ronde van Opmeer voor amateurs op zijn naam te brengen. Na 160 km (2 uur en 23 min.) klopte hij de Amsterdammer Dick Enthoven (tweede), de Alkmaarder Jan Ottenbros (derde), S. Keizer uit Oostzaan (vierde) en S. Appel uit Hoorn (vijfde). De zesde plaats was vooir P. Degeling (Schellinkhout), zevende werd A. Duin (IJmuiden), achtste Oudshoorn, Vinkeveen, negende Verstraten, Badhoevedorp en tiende Johnny de Vries, Amster­dam.

C. Dulleman uit Beverwijk toonde zich na 60 km de sterkste nieuweling; 2e S. Rood, Emmeloord, 3e G. Bak, Assendelft, 4e B. de Reus, Castricum en, 5e J. Boog, Laren. De tijd van Dulle­man was 1 uur en 21 sec.

 

OSS (18 mei).1958

FRAAIE ZEGE VAN RADEMAKERS IN RONDE VAN OSS.

Direct na het startschot zetten de 105 nieuwelingen er flink de vaart in, maar het ging niet zo snel of enkelen zagen nog kans een voorsprong te nemen. Aanvankelijk werden zij weer achterhaald, maar tegen de tijd dat de hoofdmacht tot 61 man geslonken was, kwamen Van IJzendoorn (Driebergen) en Lute ('s-Graveland) definitief weg. Zij kregen gezelschap van Van Heeswijk (Drunen) en v. d. Hanenberg (Rosmalen), terwijl ook Balk (Badhoevedorp), Lachterop (Amsterdam) en Van Lith (Gellicum) zich nog wisten aan te sluiten. Dit zevental bleef verder buiten schot. De verrassend sterk rijdende Van IJzen­doorn sprong nog alleen weg, maar met de streep in zicht werd hij door enkelen achterhaald.

Nieuwelingen: 1. Balk (Badhoevedorp), 2. Van Heeswijk (Drunen), 3. Van de Hanenberg (Rosmalen), 4. Van IJzendoorn (Driebergen), 5. Lute ('s-Graveland), 6. Van Lith (Gellicum) en 7. Lachterop (Amsterdam). Vervolgens de grote groep: 8. Van Lokven (Orthen), 9. Rutgers (Naarden), 10. Damo (Kortenhoef), 11. Van Impelen (Odijk), 12. Van Schie (Pijnacker), 13. Verstappen (Geldrop), 14. Westbeek (Utrecht) en 15. v. d. Touw (Rijswijk). De 50 km ging in 1 uur 14 min. en 12 sec. onder de wielen door.

In de inmiddels gestadig vallende regen gingen vervolgens 80 amateurs en onafhankelijken van start. Onder deze om­standigheden viel het parcours niet mee, zoals velen tot hun schade ondervonden. Sommigen (zoals Pauw) verdwenen roem­loos van de weg, anderen (zoals De Rabes) gingen strijdend ten onder en weer anderen (zoals De Reuver) werden door val­partijen uitgeschakeld. Ondanks dat alles werd het een mooie, zelfs enerverende wedstrijd.

Na 5 ronden zat er tussen kop en staart van de groep al 45 se­conden en de laatsten zijn dan ook niet meer bij gekomen. Later waren er nog 2 groepen van resp. 13 en 26 man en de rest al kansloos. Uit de kopgroep, die evenals de volggroep geregeld mannen verloor, ontsnapte Van Uden (voor eigen publiek zo mogelijk nog strijdlustiger dan anders) en ronden­lang draafde hij voor de meute uit. Maar hij werd tenslotte achterhaald en toen eiste Rademakers (Utrecht) de aandacht op door alleen in razend tempo de kopgroep te achterhalen, die al 2 man verloren had. Even later sprong hij weer alleen weg en alleen Van Uden was bij machte hem te houden. In goede samenwerking sprongen zij van groep naar groep, maar toen zij (op de kopgroep na) alle anderen achterhaald hadden, maakte Van Uden een lelijke val, zwaar gehavend zette hij de strijd voort en begon met Van der Lee (Drunen), die ook ont­snapt was, andermaal aan de achtervolging. Maar Rademakers was die middag niet te achterhalen en zette tenslotte ook de kopgroep (nog slechts 4 man sterk) op een ronde, waarbij hij in zijn spoor drie anderen meesleepte. In dit stadium viel het rijden van Helsloot (Amsterdam) op, die na aanvankelijke achterstand bijzonder snel was. De gewonde Van Uden moest Van der Lee (vorig jaar nog nieuweling) laten gaan, maar smaakte het genoegen toch buiten bet bereik van de rest te blijven. Onder groot gejubel fietsten de overblijvende 21 man onherkenbaar door de modder de laatste ronden en zorgden voor een tintelende finale.

BRON:KEES ZWEEDIJK

Amateurs: 1. Rademakers (Utrecht), 100 km in 2 uur 24 min. en 48 sec. Op 30 sec. 2. v. d. Lee (Drunen). Op 52 sec. 3, Van Uden (Oss). Op 81 sec. Ten Dam (Rijswijk), die nog net ap tijd ont­snapte en fraai 4e werd. Op 1 ronde 5. v. d. Burgt (Soestdijk), 6. Van Weert (Vlijmen), 7. Verstappen (Geldrop), 8. Coehorst (Tilburg), 9. Breure (Rotterdam), 10. v. d. Groenendaal (St. M. Gestel), 11. v. d. Tol (Naarden), 12. Janissen (Amsterdam), 13. Helsloot (Amsterdam), 14' Pardoel (Hedel), 15. Falkenreek (Weesperkarspel), 16 Koevermans (Vlaardingen), 17. Jouby (Amsterdam), 18. Muilwijk (Rotterdam), 19. Wallaard (Hoog­Blokland), 20. Huunders (Amsterdam) en 21. Van Espen (Arnhem).

 

OUD-BEIJERLAND (14 juni).1958

Amateurs en onafhankelijken: 100 km in 2.32.39: 1. J. v. Vliet, Rotterdam; 2. H. Giesen, Rotterdam; 3. G. v. Straten, Schiedam; 4. H. v. Bastelaar, Rotterdam; 5. W. Swaneveld, Dordrt; 6. J. Stolk, Zwijndrecht; 7. H. Brinkman, Rotterdam; 8. Fr. Rabe, Amsterdam; 9. H. Breure, Rotterdam; 10. L. v. d. Flier, Rotterdam; 11. G. v. Dienst, Oud-Beijerland; 12. J. Beijer, Dordrecht; 13. M. den Outer, Capelle; 14. J. de Haan, Klaaswaal; 15. P.

 

OUDE-PEKELA (15 juni).1958

Amateurs: 1. Eddy Jongstra, 2. Piet Schreur, 3. Fre Mik,

 

OUD-GASTEL (11 mei).1958

STEENVOORDEN WON IN OUD-GASTEL.

Onafhankelijken en amateurs: 1. P. Steenvoorden, Heemstede, 100 km in 2.20.25. 2. Wolfs, Vlijmen; 3. Biemans, Ulvenhout; 4. Van As, Roosendaal; 5. J. Visser, Santpoort; 6. op 35 sec. F. Rabe, Amsterdam; 7. J. v. d. Klundert, De Heen; 8. op 40 sec. G. v. Straten, Schiedam; 9.

Nieuwelingen: 1. A. v. Overbeke, West Souburg, 60 km in 1.30.08. 2. L. v. d. Leur, Overschie; 3. A. van Aart, Achtmaal; 4. H. Albers, St. Willebrord; 5. J. Wagemakers, Standdaar­buiten.

 

OUD-GASTEL (15 augustus t/m 17 Augustus).1958

Amateurs 1e rit: 1. Adrie Roks, 2. Henk van Bastelaar, 3. Piet van de Horst

Amateurs 2e rit: 1. Gerrit Lentelink, 2. Piet van Hees, 3. Adri Roks,

Amateurs 3e rit: 1. Werner Swanenveld, 2. Frans Stevens, 3. A. Leimbach

Amateurs Eindkl.: 1. Adrie Roks, 2. Werner Swanenveld, 3. Frans Stevens;

 

OUD-VOSSEMEER (20 september).1958

PIET VAN HEES WINT MET VOORSPRONG DE RONDE VAN OUD-VOSSEMEER.

Piet van Hees heeft in de 20 Sept. j.l. verreden Ronde van Oud-Vossemeer ondubbelzinnig bewezen dat zijn opstelling in de Middelkamp-ploeg voor het interclubkampioenschap van Nederland geen misgreep is geweest. In een sterk bezet deelnemersveld en na een uitermate levendige en snelle wed­strijd had hij, nadat reeds 85 inspannende kilometers onder de wielen waren doorgegaan, nog energie genoeg om in een 17 km lange solovlueht met ruim 1 minuut voorsprong de zegepalm te grijpen.

Het eerste uur van de wedstrijd kende de bekende inleidende schermutselingen, waarin vooral de hoog genoteerde Ab van Egmond, Coen Niesten en Cees van Amsterdam domineerden. Talrijke uitlooppogingen werden voornamelijk door dit waak­zame driemanschap in de kiem gesmoord, terwijl zij en passant de basis legden voor het premieklassement (v. Egmond) en de prestatieprijs (Niesten). Het vuurwerk was ook na het eerste uur niet van de lucht, maar ook dan werden alle initiatieven in de kiem gesmoord, zodat 10 ronden voor het einde de de­marrage van Piet van Hees pas de ontknoping bracht. Voor de matadoren kwam deze uitlooppoging als een verrassing, waar­van zij zich te laat herstelden.

Amateurs en Onafhankelijken: 1. Piet van Hees, Hoogerheide, 102 km in 2 uur 29 min. 13, sec.; 2. A. van Egmond, Den Haag, op 1 min.; 3. G. v. Straa­ten, Schiedam, z.t.; 4. C. v. Amsterdam, Breda, z.t.; 5. C. Niesten, Beverwijk, z.t.; 6. C. Lute, Castricum, op 2.00 meter; 7. J. Stolk, Zwijndrecht; 8. W. Swaneveld, Dordrecht; 9. C. Paymans, Til­burg; 10. M. Roks, Bossenhoofd; 11. C. Solaro, Den Bosch; 12. C. van Dienst, Oud-Beyerland; 13. A. Boeren, St. Willebrord; 14. L. Ten Dam, Rijswijk; 15. S. Strave, Haarlem.

 

OVEZANDE (20 april).1958

De Ronde van Ovezande die als clubwedstrijd van de R.T.C. “Theo Middelkamp" voor Nieuwelingen en Adspiranten werd verreden kende een onverwachte belangstelling van de zijde van bet publiek.

Vrij spoedig vormde zich een kopgroep met Van Overbeeke, Deegens, Verburg, Wieles, De Schipper en Boonman, welke groep zich tot het einde vermocht te handhaven. In de achter­ste gelederen veranderde het beeld bij elke doortocht. De ba­lans kwam er als volgt uit te zien:

Nieuwelingen: 1. A. van Overbeeke, Souburg, 50 km in 1 uur 19 min.; 2. G. Deegens, Middelburg, z.t.; 3. J. Verburg, Kortgene, z.t.; 4. B. Wieles, Terneuzen, z.t.; 5. C. de Schipper. Kapelle, z.t.; 6. F. Boonman, 's-Heerenhoek, z.t.; 7. P. Raas, 's-Heerenhoek, op 32 sec.; 8. F. Felius, Kattendijke, op 43 sec.; 9. J. Driedijk, 's-Arendskerke, op 1 min. 12 sec.; 10. J. v. d. Vijver, Axel; 11. S. van Hoeve; 12. R. v.. Overweel, Middelburg; 13. Hr de Waele, Koewacht; 14. W. Kaliouw, Grijpskerke; 15. J. v. d. Weele, Goes; 16. P. Westdorp, Ovezande.

Adspiranten: 1. F. Verbart, Goes, 24 km in 39 min. 33 sec.; 2. D. Kosten, Kapelle, z.t.; 3. F. de Jong, Woensdrecht; 4. M. Ho­gerland, Kapelle; 5. Th. van Poucke, Koewacht; 6. Fr. van Wijchen, Goes; 7. De Jonge, Wissekerke; 8. J. Does, Goes.

 

PAPENDRECHT (7 juni).1958

Amateurs: 1. Werner Swanenveld, 2. Ab Sluis, 3. Jan Stolk, 4. A. van Steenselen, 5. J. Beijer, 6. F. van Tiem, 7. J. Heiden, 8. Theo Sijthoff, 9. B. Lute, 10. H. van Weeren,

Nieuwelingen: 1. G. Cuvelier, 2. R. Riethoven, 3. W. Jansen, 4. N. Lute, 5. Gerrit de Wit, 6. A. Maliepaard, 7.B. de Vos, 8. A. van Haren, 9. A. van den Weiden, 10. N. Hendriks,

 

PIJNACKER (26 juli).1958

JAN JANSEN EEN IN PIJNACKER.

Na het startsein, praktisch op de meet gevallen met enkele collega's, w.o. Stolk en Schuling, daarna deel uit makend van een kopgroepje van zeven man, waaruit Riethoven door een lekke band moest verdwijnen, wist de Nootdorper Jan Jansen de nieuwelingenronde van Pijnacker op zijn naam te brengen. Hij noteerde een tijd van 1 uur 41 min. 47 sec. over de 66 km en hield in volgorde achter zich Groeneweg Numansdorp, Jan­sen Noordwijk, Hermes Berkel, Janszen Delft, Liebregts Vlaar­dingen, voorts op een ronde Boog Laren, Everts Den Haag en v. d. Burg Bleiswijk.

De adspirantenrace was voor Schouten (26 km in 42 min. 48 sec.) voor Althuizen, Lieben, Plieger en Wierix, terwijl een rit voor veteranen werd gewonnen door Jos Geelhoed.

Nieuwelingen: 1. Jan Janssen, 2. Dik Groeneweg, 3. W. Jansen, 4. Piet Hermes, 5. J. Janszen, 6. Rudie Liebrechts, 7. J. Boog, 8. D. Everts, 9. P. van de Burg, 10. G. Hairwassers

Adspiranten: 1. Hennie Schouten, 2. Leo Althuizen, 3. F. Lieben, 4. K. Plieger, 5. W. Wierickx, 6. J. Nijhuis, 7. W. Buitendijk, 8. H. Scharinghuizen, 9. T. van Delzen, 10. Wim de Jager,

 

POELDIJK (30 augustus).1958

ADRI DU PAU VERRAST DE FAVORIETEN EN WINT DE RONDE VAN POELDIJK.

Adri du Pau, die onlangs over is gegaan naar de amateurs, is op verrassende wijze winnaar geworden van de Ronde van Poeldijk. De jonge Leimuidenaar, die een bekeken koers reed en zich niet vermoeid had in premiesprints en ontsnappingen, waarvan er verscheidene zijn geweest, bleek in de slotronde van deze in een hoog tempo betwiste koers nog over voldoende reserves te beschikken om de snelle mamlen uit de „bent" met een lange pace te verrassen. Met enkele meters verschil bleef Du Pau aan de winnende hand. De snelle jongens mochten slechts om de tweede plaats duelleren en dat pleit won Werner Swaneveld voor Joop van der Putten, Piet Steenvoorden en Jack Mesters. Voor al de overigen, die aan deze massale eind­sprint deelnamen, moest er met het ex aequo-bijltje gehakt worden. En dat is altijd onbevredigend.

Van de uitnodiging - die we van het Wielersportcomite Poel­dijk ontvingen - om de strijd in het Westlandse tuindersdorp te komen volgen, hebben we beslist geen spijt gehad. Er werd door de 64 amateurs en onafhankelijken, waaronder zich tal van prominenten bevonden, naar hartelust en met animo ge­fietst. Steeds weer waren er nieuwe aanvallers, die - belust op de premies of een beslissende ontsnapping - hun slag pro­beerden te slaan. Hen allen aan de vergetelheid te ontrukken is onbegonnen werk. Het waren er velen. En als er zovelen zijn die voor de eer en de prijzen werkelijk hard willen fietsen, dan valt het niet mee om een beslissende voorsprong te ver­krijgen.

Toen er nog slechts twintig rondjes waren af te leggen, scheen het dan eindelijk te gaan gebeuren. Bram Kool, de actiefste strijder, sprong weg en kreeg daarbij versterking van Muil­wijk, Stolk, die in de beginne de aandacht op zich had ge­vestigd door na malheur weer terug te komen in het peloton, Van der Burg, Van Leeuwen (Gouda), Ab Geldermans en Balvert. De slag? Nog geenszins. Het veld deelnemers bleek volkomen aan elkaar gewaagd. Van der Putten, Van Straten, Ten Dam, Hartman, Snijder, Steenvoorden, die kort daarvoor tweemaal van fiets had moeten verwisselen, Paymans e.a. joegen het tempo omhoog en juist voordat het peloton weer aansluiting met de zeven koplopers zou krijgen, demarreerde Geldermans. Maar de sterke Beverwijker had ditmaal het ge­luk niet op zijn hand, want in een der bochten van de Voor­straat ging hij onderuit en moest de strijd staken. Een lot dat ook pechvogel Stolk overtrof. Nieuwe acties van Muilwijk en Van der Burg, Van der Leur en Piet de Vries, Kool, Speelman, Van Gent en Mik Snijder kenden evenmin genade in de ogen van de favorieten. Twee ronden voor de finish kwam alles weer bijeen. Zo'n dikke veertig man. Joop van der Putten en Piet Steenvoorden werden toen “getipt" voor de eindsprint. Niemand dacht aan Du Pau. En juist zijn demarrage, die hij driekwart-ronde voor de streep lanceerde, bleek beslissend voor de zege. Het peloton leverde vlak achter hem een felle strijd om de tweede plaats. Met zeven, acht en negen man naast elkaar flitsten de renners over de streep en dat stelde

de jury voor onoplosbare problemen. Ex aequo en loting waren er het gevolg van.

Amateurs en Onafhankelijken: 1. A. du Pau, Leimuiden, de 100 km. in 2 uur 26 min. 37 sec.; 2. W. Swaneveld, Dordrecht; 3. J. v. d. Putten, Den Haag; 4. P. Steenvoorden, Heemstede; 5. J. Mesters, Den Haag; 6. Piet van As, 7. Cees Paymans, 8. Gerrit van Dienst, 9. Leo ten Dam, 10. Mik Snijder;

De strijdlustige Bram Kool uit Delft, die in de laatste ronde nog met Manus Brinkman ten val kwam, zag zijn activiteiten beloond worden met de leidersprijs. Hij was in de wedstrijd de meeste keren als eerste over de streep gegaan.

In de voorwedstrijd voor nieuwelingen wisten de Rotterdam­mers De Jonge en Jansen uit Delft een veilige voorsprong to veroveren. In de beslissende sprint tussen hen trok De Jonge duidelijk aan het langste eind. Aanvankelijk hadden zij nog gezelschap gehad van de Hagenaar Everts, doch die was door pech of anderszins teruggevallen.

BRON: JAN ROOSEBOOM DE VRIES

Nieuwelingen: 1. F. de Jonge, Rotterdam, de 55 km. in 1 uur 28 min. 20 sec.; 2. S. Jansen, Delft; 3. W. Schuling, Den Haag; 4. P. Vollebregt, Zoetermeer; 5. P. Verwey, Gouda; 6. L. Hulspas, Honselersdijk; 7. N. Schellekens, Den Haag; 8. G. de Wit, Dubbeldam; 9. R. Meeldijk, Vlaardingen; 10. G. van Im­pelen, Odijk; 11. R. Liebrechts, Vlaardingen; 12. J. Jansen, Dedemsvaart; 13. P. v. d. Touw, Den Haag; 14. G. Sieben, Zaandam; 15. P. v. d. Touw, Rijswijk.

 

PRINSENBEEK (20 juli).1958

Amateurs en Onafhankelijken: 1. N. Walraven (Den Bosch), 100 km in 2.49.33; 2. B. Teunisse (Utrecht), 3. C. Paymans (Tilburg), 4. J. de Haan (Klaaswaal), 5. Jos Heeren (Sprundel). 6. K. van Amsterdam (Breda), 7. F. Hofmans (Etten), 8. A. v. d. Steen (Etten), 9, H. Boeren (St. Willebrord), 10. W. Swaneveld (Dordrecht).

Nieuwelingen: 1. A. Soetekouw (Nijmegen), 60 km in 1.38.31; 2. P. Beenen (Oploo), 3. L. v. Dongen (Made), 4. T. v. d. Kloot (Zundert), 5. D. Heeren (St. Willebrord), 6. B. v. Lith (Gerlicum), 7. H. v. d. Weyden (Utrecht), 8. M. Jans (Cuyk), 9. Koel (Am­sterdam), 10. H. T'erborg (Breda).

 

PUTTERSHOEK (28 juni).1958

Amateurs: 1. Jan Stolk, 2. Frans Rabe, 3. Leo ten Dam, 4. Jan Hermes, 5. C. van Leeuwen, 6. H. van Bastelaar, 7. Maarten Breure, 8. W. Bogers, 9. G. van Straten, 10. G. van Lith

Junioren: 1. Dik Groeneweg, 2. L. van de Leur, 3. F. de Jonge, 4. Piet Hermes, 5. J. Andeweg, 6. L. van Dongen, 7. G. Deijkers, 8. G. Cuvelier, 9. P. Stoop, 10. J. Stolk,

 

RAVENSTEIN (22 juni).1958

Nieuwelingen 1e serie: 1. Ricardo Quariento, 2. L. Verstappen, 3. Boere,

Nieuwelingen 2e serie: 1. Theo de Kinkelder, 2. Jansen, 3. Leo van Lokven,

 

RIDDERKERK (2 augustus).1958

Amateurs: 1. Maarten Breure, 2. Werner Swanenveld, 3. Theo Sijthoff, 4. G. van Lith, 5. Jan Hermes, 6. Sjaak Koevermans, 7. Wil Bravenboer, 8.Jac Mesters, 9. Gerrit van Dienst, 10.C. van Leeuwen,

Nieuwelingen: 1. L. Francken, 2. G. Barten, 3. K. Plieger, 4. D. Wierickx, 5. A. Bastiaanse, 6. Wim de Jager, 7. Leo Althuizen, 8. W. Buitendijk, 9.J. Nijhuis, 10. B. Zinsmeester,

 

RIED (31 augustus).1958

Amateurs en Nieuwelingen: 1. Henk Hoekstra, 2. H. Sikkema, 3. J. Rinsma,

 

RIJEN.LEREN ZOOL (1 juni).1958

Beroepsrenners en Onafhankelijken: 1. Geurt Pos, 2. Arie van Wetten, Cees van de Zande,

Nieuwelingen: 1. J. Joossen, 2. T. van helvoirt, 3. Tom Brekelmans,

 

RIJSBERGEN (20 april).1956

Amateurs: 1. Ad Biemans, 2. Andre de Vries, 3. Cees van Amsterdam,

Nieuwelingen: 1. Andre van Aert, 2. Jan Janssen, 3. Walter Heeren,

Adspiranten: 1. Leo Althuizen:

 

RIJSWIJK (11 juli).1958

Amateurs: 1. G. van Rhijn, 2. Ab van Egmond, 3. Harry Scholten, 4. C. Kouwenhoven, 5. Leo ten Dam, 6. G. Karels, 7. C. Pupping, 8. Piet van de Burg, 9. W. Kouwenhoven, 10. C. van Calsteren.

Nieuwelingen: 1. Jan Janssen, 2. Piet van de Touw, 3. D. Everts, 4. J. Hendriks, 5. M. Paul,

Adspiranten: 1. Wim van Dussen, 2. Bert Caffa, 3. Frits Luben,

 

RONDE VAN BRABANT (7 juni t/m 8 juni).1958

Ettenaar VAN STEEN won Ronde van Brabant

De jaarlijkse Ronde van Brabant, die gewoonlijk uit twee etappes plus een tijdrit bestaat, was deze keer gewijzigd in een monster-race van 415 kilometer in twee dagen, die door een sterke jonge coureur Van Steen uit Etten, die zich ook in de Tour van Olympia op de voorgrond kon dringen, gewonnen werd voor De Haan uit Klaaswaal, die zo juist zijn militaire dienst verlaten heeft. De Haan reed veel sterker dan hij in de Tour liet zien, maar toch liet hij zich door Van Steen een goede dertig kilometer voor de finish in de pint doen. Trou­wens het gehele ploegje, waarmee ploegleider Simons, ge­steund door de Drie Hoefijzers, de Tour mee introk, reed in deze Ronde uitstekend. Het moet meer hebben gekund, dan het uiteindelijk liet zien. De rivaliteit sprak natuurlijk een woordje mee.

Voor de tweedaagse van Brabant, welke Zaterdag in Bergen op Zoom begon, kwamen een honderdtal renners aan de start. Daaronder be­vonden zich een flink aantal sterke onafhankelijken, die werkelijk geen schitterend figuur zouden slaan, ofschoon zij tot “olie behoor­den, die kwam bovendrijven". De sterkste amateurs lieten evenwel nog juist iets meer zien. Zij bezaten het initiatief, terwijl de onafhan­kelijken tot de afwachters en tot de verliezers behoorden. Reeds op de eerste dag zou het veld der deelnemers tengevolge van de zware course tot twee-derde worden ingekort. Blijkbaar oefenden de 235 kilo­meter, die men van Bergen op Zoom naar Eindhoven voor de boeg had geen invloed op de meute uit. Er werd vrijwel onmiddellijk strijd ge­geven. Reeds vrij spoedig na het begin liet zich de groep uit St. Michiels Gestel met Van Hout zien, maar zij hebben hun inspanningen ernstig moeten bezuren. Aan de finish bleek dat noch Van Hout noch v. d. Groenendaal zoveel kilometers in de benen hadden. In Ouden­bosch, dat was na een goed uur fietsen, deed zich bij de spoorweg­overgang een strubbeling voor. De gesloten bomen werden juist opge­laten maar het was voldoende om enkele pientere jongens een be­hoorlijke voorsprong te laten nemen. Kris kras door het westen van Brabant rijdend kon het groepje voortdurend in macht en getal groeien.

Op het circuit van Etten bestond het tenslotte uit elf man, waaronder manneke Roks en Geldermans. De karavaan had nog een moeilijke weg te goed terwijl het aantal kilometers begon te tellen onder de voortdurende druk der groepen. In Chaam waar de getrouwen weer gereed stonden met hun vriendelijke gezichten en hun premies begon de „slechte weg". De sintels van Gilze maakten veel slachtoffers. De kleine Roks ondervond, dat Vrouwe Fortuna haar madeliefjes-ogen niet op hem gevestigd hield. Met Zopfi en Van de Ven kwam hij langs de weg te staan om een nieuwe tube om te leggen.

De kopgroep bestond nog naar uit acht man, die in de buurt van Kaatsheuvel, negentig kilometer voor de Eindhovense finish, achter­haald werden door een groep van negen man. Dat was  een knappe jachtgroep geleid door De Haan en Van Steen. En verder bevonden zich daar Van der Horst, Teunisse en de Utrechtse Rademaker bij. Zeventien man gingen aan de leiding. Voor die glorieuze stormtroep zouden nog vele desillusies in petto worden gehouden. Joop Blauw, bijzonder hoopvol aan de start verschenen, kreeg last van allerlei krampen, die hem van de kopgroep ver naar de achterhoede deden terugvallen op een moment dat de course op een oortje na gevild ge­noemd mocht worden. Even later, ongeveer dertig kilometer voor het einde bleef Van Amsterdam, in wie men al een etappewinnaar had gezien met krampen stil staan. Intussen was v. d. Lee, die zo dapper meedraaide uit de kopgroep gelost. Er stonden nog veertien man in het eerste gelid. Dat aantal was te groot om geen demarrage meer te verwachten. Zij kwam prompt van de zijde van de jongste Amster­dammer Enthoven en van de Brabander v. d. Horst, eenzelfde soort vechtnatuur. Onder hun sprong kromp het restant van de groep in elkaar. Het eerst werd Paymans het slachtoffer, maar even later volgde weer een drietal: Hofmans, Van Wetten en Wolfs.

Toch werden de vluchtelingen tot de orde geroepen, maar toen kreeg Enthoven de straf voor zijn krachtsverspilling. In het gezicht van de haven moest hij lossen. Er kwamen dus slechts negen man het Sport­park Botenlaan te Eindhoven binnen, waar op de sintels de finish plaats vond. Er was ontgoochelend weinig publiek, doch de course was goed. De eindspurt werd met drie lengten voorsprong gewonnen door De Haan, die daar zijn grote rivaal Van Steen achter zich hield. De tweede dag bleken de 215 km van daags tevoren zwaar in de benen te zitten. Het aantal bedroeg eigenlijk nog maar negen man. Het negenta1 dat als kopgroep was binnengelopen. Men mocht er ook nog Wolfs, Van Wetten, Hofman en Enthoven bij noemen, ofschoon zij meer dan twee minuten verloren hadden, doch daarvoor zouden zij hemel en aarde moeten bewegen. De overige 45 deelnemers, die 's Zondags­middags aan de Botenlach vertrokken waren reeds uitgeschakeld. Tenminste practisch. De kopgroep van negen had in Eindhoven uit­eindelijk bestaan uit: etappewinnaar De Haan, Van Steen, Van der Horst, Teunisse, Rademaker, Geldermans, Biemans, Hopman en Van Straten. Een mooie groep, waarvan wij Hopman nog niet zo goed kenden. Hij kan aardig uit de moeten. Na het vertrek cirkelde de karavaaa over Valkenswaard en Helmond om Eindhoven. Er stand een felle wind, die men tenslotte vanaf Den Bosch tot Roosendaal op kop zou hebben. De negen wapenbroeders van de eerste dag bleken de beslissing zo lang mogelijk te willen uitstellen. Het werd dus een afvalrace, die de gelederen toch angstwekkend dunde. Hofman en Steuten liepen onder Leende al een lekke band op. Na hersteld te hebben trokken zij gezamenlijk op de hoofdmacht af. Het ploegje liep lekker, doch Steuten maakte de fout het grootte mes te hanteren, een krachtsverspilling, die hem tenslotte noodlottig zou worden. Hij kwam net een tikje te kort, terwijl Hofmans zonder moeite zijn her­aansluiting kon verkrijgen. Vrouwe Fortuna gunde hem dit buiten­kansje niet, want onder Schijndel werd hij opnieuw, maar nu door onherstelbaar defect, getroffen. In tussen was ook manneke Roks in de “bagagewagen" van het veld terecht gekomen. Hij scheen de eerste dag te veel geleden te hebben. Het werd in de laatste groep van ver­twijfelden een gewurm, een hollen en stilstaan, dat geen effect meer kan opleveren. Roks verdween daarna geruisloos. Een andere favoriet, de Beverwijker Geldermans, leed nabij Vlijmen bandbreuk. Met een storm gelijkende kopwind schreven wij hem meteen af. Hij heeft nog wel manmoedige pogingen gedaan om zijn achterstand in te lopen, hij benaderde de hoofdmacht zelfs tot op 500 meter, tenslotte moest hij capituleren. De afvalrace werd voortgezet tot Oosterhout. Daar waren het De Haan, Van Steen, Van der Horst, Rutte (niet Th. Rutten uit Leende, die in de eerste etappe evenals Raats boem in een sloot reed) en Verstraten die Teunisse c.s. op de knieen wilden dwingen. Een half uur jachtten de beide groepen door de bochten. Pas in de buurt van Zevenbergen konden de jagers rechtop gaan zitten. De rust scheen weergekeerd, De Ettenaar Van Steen dacht er anders over. Samen met Van der Horst en de Utrechter Pothuizen werd er op­nieuw gedemarreerd. De Haan, Teunisse, Wolfs bleven zitten. Geen der anderen liet zich voor de kar spannen. Tijdens de eerste achter­volging waren er bij de jagers al tekenen van vermoeidheid te bespeu­ren. De samenwerking bleek maar moeilijk tot stand te kunnen komen. Toen er in de jachtgroep gaten vielen wist De Haan een geklopt man te zijn, als hij het initiatief aan anderen overliet. W. Heeren, Van Engeland, Van As en Van Glerum haakten af. De Haan verloor intussen het gezelschap van Van der Horst, maar samen met Pothuizen sloeg hij tegen de wind op toch een gat van drie minuten.

In het courseeinde sprong De Haan weg voor een reddende solo. Zijn prooi bleek zo ver weg te zijn, dat hij haar niet eens meer in het gezicht kreeg. De Ettenaar Van Steen moest tien kilometer voor de finish het kopwerk vrijwel alleen doen. Pothuizen was aan het einde van zijn latijn. Maar het tweetal bereikte Roosendaal, dat voor een entree triomphale had gezorgd. Er stonden duizenden toeschouwers langs de, wegen, terwijl het finish-parcours “zwart" zag.

Eindoverwinnaar Van Steen, man van de streek, werd met luid ge­juich ontvangen. De eervol verslagene was Jo de Haan, die met ander­halve minuut achterstand als derde over de finish liep. Totaal uitge­put. Het was een mooie course geweest.

Amateurs en onafhankelijken Eerste etappe Bergen op Zoom-Eindhoven:  1. J. de Haan. 235 km in 5 uur 52 min, 27 sec.; 2. A. van Steen 5.52.30, 3. G. van Straten, 4. J. Hop­man, 5, C. van der Horst. 6. B. Teunisse, 7. A. Geldermans. 8. A. Bie­mans, 9. J. Rademakers, allen z.t.; 10. M. Wolfs 5.55.04.

Amateurs en Onafhankelijken Tweede etappe Eindhoven-Roosendaal.

1. Van Steen, 180 km in 5.01.22; 2. Pothuizen, 3. De Haan 2.45, 4. v. d. Horst 3.14, 5. Van Lith 3.16, 6. Wolfs 3.29, 7. Van Wetten z.t., 8. Teunisse z.t., 9. Van Straten z.t., 10. Ver­straete z.t

Amateurs en Onafhankelijken Algemeen klassement: 1. Van Steen (Etten) 10.53.32, 2. De Haan (Klaas­waal) 10.55.42, 3. v.. d. Horst (Standdaarbuiten) 10.55.44, 4. Rademakers (Utrecht) 10.55.50. 5. Van Straten (Schiedam) 10.56.00, 6. Teunisse (Utrecht) z.t., 7. Wolfs (Heusden) 10.58.24, 8. Van Wetten (Noordwijker­hout) z.t., 9. Verstraete (Ede) 11.01.01, 10. Pothuizen (Utrechtl 11.02.08,

 

RONDE VAN DE HAARLEMMERMEER (10 mei).1958

Piet STEENVOORDEN een sterk winnaar in de Ronde om de Haarlemmermeer „Schiphol-trofee" weer voor de militaire ploeg

Piet Steenvoorden heeft in de zware Ronde om de Haarlem­mermeer een fraaie en verdiende overwinning behaald. Samen met militair Jan Hermes en Bram Kool, die hij in een lange temposprint zijn wil oplegde, was hij vroegtijdig - er lag nog ruim 80 kilometers in het verschiet - in het offen­sief gegaan. Een offensief, dat in het zicht van de verlossende streep nog bijna tot mislukken was gedoemd, want toen Steen­voorden, Hermes en Kool de Ringdijk afzwenkten naar de finish op het Cirkelparcours, zaten de militairen Leo Timmer­mans, Emiel Verstraete en Jo de Haan, die zich uit de sterk met favorieten bezette hoofdmacht hadden losgerukt, hen dicht op de hielen.

Dat Steenvoorden, die in de eerste etappe van de Ronde van Spanje zo onfortuinlijk de strijd had moeten staken en toe­stemming verkreeg om in de Haarlemmermeer te starten, er zijn zinnen op had gezet om in deze ronde een goed figuur te slaan, liet hij duidelijk blijken. Steeds was hij in de voorste gelederen van het peloton of dicht in de beurt van de door velen als favoriet getipte Harry Scholten, alvorens zijn slag te slaan. Scholten moest overigens - na zijn triomfen in Noord-Holland en Noord-West-Nederland - de lasten van het favo­riet-zijn dubbel en dwars dragen. Hij kreeg geen enkele serieuze kans en reikte in de klassering niet verder dan een schrale veertiende plaats. Vergenoegd wreven de militaire renners en hun superieuren zich na afloop van de koers dan ook in de handen, want behalve een revanche op Scholten hadden zij ook de „Schiphol-trofee" weten te behouden en tal van ereplaatsen behaald.

Vanwege de te verwachten verkeersdrukte van het bloemen­corso bij Lisse en Hillegom, kreeg het 5 Mei-comite van „De Bataaf" geen toestemming om, zoals oorspronkelijk in de be­doeling lag, driemaal rond -de Haarlemmermeer te rijden. Het doorgaan van de wedstrijd heeft daardoor zelfs aan het be­kende zijden draadje gehangen. Maar na verschillende bespre­kingen met de bevoegde autoriteiten in Hoofddorp, kreeg men tenslotte vergunning om de ronde op een parcours van 35 km - dat van Zwanenburg over Vijfhuizen, Schiphol en Bad­hoevedorp weer naar Zwanenburg leidde - te laten verrijden. Desondanks is het toch een aardige strijd geworden. Er werd hard en met animo gefietst. Alle ontsnappingspogingen waren zodoende bij voorbaat tot mislukken gedoemd. Tien of twintig meter mochten de demarranten nemen en dan werd de orde weer hersteld. Niettemin deden deze schermutselingen hun invloed gelden en ook de wind sprak aanvankelijk weer een hartig woordje mee. Vooral op de smalle binnenwegen tussen Vijfhuizen en Schiphol, waar de wind recht op de ruggen van de renners blies, vielen in elke ronde slachtoffers. Behalve de zwakkeren moesten ook degenen, die zich overhaast aan het demarreren hadden gewaagd, zoals de strijdlustige Vijfhuizer Henk Buis voor eigen publiek, eraan geloven. Zij moesten met tientallen afhaken van het hoofdpeloton, waaruit Dusseldorp, Sterrenburg, Zutt en N. van Leeuwen door een valpartij ver­dwenen. Kanshebbers als Theo Sijthoff, Gerrit van Straten, Cor van Engeland en Cor Plasmeyer werden door lekke ban­den uitgeschakeld voor een rol op het voorste plan.

Enkele malen slaagden aanvankelijk gelosten erin om weer aansluiting te bekomen. Dat er zich onder hen be­vonden die dit al stayerende volbrachten, we zagen twee renners - we zullen hun namen verzwijgen omdat zij heus niet de enigen zijn geweest, die zich hieraan hebben bezondigd - naar hartelust achter een grote veewagen koersen, pleit niet voor hun eerzucht en sportliefde. Want in een wegwedstrijd heeft dit gestayer niets, maar dan ook niets, met wielersport gemeen.

Halverwege de 175 km lange strijd, toen er uit de verschillende demarrages nog steeds geen ontsnapping was voortgevloeid, werden de aanvallen om een afscheiding te forceren heviger.

Maar het peloton bleef op zijn hoede. Dat ondervonden Mik Snijder en militair A. W. de Vries, die bij de derde doortocht langs Schiphol het hazenpad kozen. Nauwelijks waren deze twee demarranten tot -de orde geroepen of Hermes, Steen­voorden en Kool sloegen - profiteerden van de verwarring en de adempauze na de jacht op Snijder en De Vries - op de vlucht. Zij hadden succes. Elkaar snel en regelmatig aflossend liepen de drie demarranten steeds verder uit op de door hen verlaten hoofdmacht, waarin de favorieten wijseljjk met het hoofd schudden over zoveel moed en durf. Er moest nog 80 km gefietst worden. Vooral als het Steenvoorden, die - met de handen boven op het stuur - een sterke en oppermachtige indruk maakte, zijn beurt was om over te nemen bleef de gang erin. Een premiesprint, -die bij het ingaan van de laatste ronde door Bram Kool werd ingepalmd, scheen de koplopers bijna noodlottig te worden. Zij waren door deze sprint uit cadans geraakt. Een bulderende aansporing van Piet Steenvoorden: „Alles, we moeten fietsen, want we vallen stil", waarbij hijzelf het goede voorbeeld gaf, deed ook bij de puik marcherende Kool en de ook nu weer verrassend goed rijdende Hermes, het vertrouwen in het welslagen van hun actie herleven. Het noodlot van de ondergang werd daarmee afgewend. De strijd was echter nog geenszins beslist. Want toen de grote mannen in het peloton eindelijk tot het bleef kwamen, dat er werkelijk voor gefietst moest worden, wilden zij nog voor de overwin­ning of een ereplaats in aanmerking komen, kregen de drie moedige vluchters het nog heel even benauwd. Maar de sprong van Leo Timmermans en Emiel Verstraete reikte net niet ver genoeg om Steenvoorden nog de overwinning te kunnen be­twisten. Dat konden alleen Hermes en Kool en zij moesten in hem hun meerdere erkennen. Ook militair Jo de Haan kwam nog „los" van het peloton binnen, waarvan - ook alweer een militair - Ben Teunisse de sprint won.

BRON: JAN ROOSEBOOM DE VRIES

Amateur en Onafhankelijken: 1. P. Steenvoorden, Heemstede (Kampioen), de 175 km in 4 uur 20 min. 31 sec.; 2. J. Hermes, Berkel (mili­tair); 3. B. Kool, Delft (Spartaan); 4. L. Timmermans Roosendaal; 5. E. Verstraete, Eede; 6. J. De Haan (Klaaswaal); 7. B. teunisse (Utrecht), 8. C. van Amsterdam (Oosterhout), 9. J. Groot (Beverwijk); 10. C. Visser (Santpoort

 

RONDE VAN FRIESLAND (10 mei).1958

Zwarte schaduw viel over de 1e RONDE VAN FRIESLAND

De Ronde van Friesland 1958, op Zaterdag 10 Mei j.1. voor de eerste maal gehouden, heeft helaas een treurig einde gevon­den, doordat de jeugdige renner A. Alting uit Loenersloot direct na het passeren van de finish zo ongelukkig tegen een boom terecht kwam, dat hij naar een ziekenhuis vervoerd moest worden. In de nacht van Zaterdag op Zondag is hij aan de bekomen verwondingen overleden in het Stadsziekenhuis te Leeuwarden.

Dit was een triest slot van een zeer mooie wielermiddag in Friesland en dat dit gebeuren zijn stempel drukte op deze zeer goed door een wielercomite in Leeuwarden georganiseerde wedstrijd over 183 km, laat zich begrijpen.

Het begin van dit, voor het Noorden zeer belangrijke, wieler­evenement was echter zeer feestelijk begonnen. Na het star­ten om half 3 van een aantal reclamewagens, volgde een 10 minuten later het defile door de stad van een 150 renners met jury en volgwagens, waarna om precies 3 uur de burge­meester van Leeuwarden, de heer Mr. A. A. M. v. d. Meulen op het Europaplein het startschot loste ten aanschouwe van een paar duizend belangstellenden.

Voorafgegaan door motorrijders van de Rijkspolitie vertrok de karavaan in de richting van Marssum, een, bonte mengeling van kleuren, een schouwspel dat nog niet eerder in het Noor­den was gezien.

Het tempo lag al direct zeer hoog, ongeveer 46 km per uur, zodat uitlooppogingen geen schijn van kans hadden om te slagen en zo zagen we de renners tot Franeker in gesloten gelederen door het mooie Friese land trekken. Na Franeker, waar een gesloten overweg het peloton tot stoppen dwong en enkele achterblijvers weer bij konden komen, ging het in hoog tempo naar Bolsward, Sneek en Spannenburg, waar dit hoge tempo reeds de eerste slachtoffers eiste. Ook in Heerenveen, waar de belangstelling enorm was, overal trouwens in de pro­vincie, ging het peloton in gesloten gelederen door de gemeen­te, op weg naar de verzorging in Surhuisterveen (129 km). Tussen Beetsterzwaag en Drachten begon er echter tekening in de strijd te komen, doordat de renner Boom uit Markelo er plotseling tussen uittrok en even later gezelschap kreeg van de latere winnaar J. van Hout uit St. Michielsgestel, de 2e prijs­winnaar W. Dieperink uit Barchem en Pothuizen uit Utrecht. Dit viertal ging in een zeer hoog tempo door en had in Zwaag­westeinde een voorsprong van 2 minuten op het peloton, waar ook door het hoge tempo en het bewaken van elkaar, niemand meer de gelegenheid zou krijgen om de weglopers te achter­halen. In de plaats Zwaagwesteinde eiste dit echter ook zijn eerste slachtoffers. Boom uit Markelo moest hier de tol betalen voor zijn durf om alles op alles te zetten en door hevige kram­pen geplaagd zigzagde hij over de weg en liet zich even later door het peloton weer inlopen. Bij Valom, nog een 30 km voor de finish kon ook Pothuizen niet meer en liet zich eveneens terugvallen. Van het Hout en Dieperink gingen onverdroten verder, door Dokkum (geheel deze plaats was uitgelopen en dan te zeggen dat Friesland niet wielerminded is) langs de Dokkumer Ee in de richting van Leeuwarden. Het peloton, dat na Dokkum ook spoedig de Oldehove van Leeuwarden weer in het vizier kreeg, zette toen nog eenmaal alles op alles, maar het hielp niet. De twee kopmannen gingen verder en toen de bui­tenwijken van Leeuwarden werden bereikt ging het op de

toejuichingen van bijkans de gehele stad naar de Voorstreek, waar Van het Hout geen medelijden kende en zijn rivaal Die­perink gedecideerd naar de tweede plaats verwees. Ruim een minuut later arriveerde het peloton, een goed 25 man, waar­van J. Legrand uit Amsterdam de sprint won, voor B. Boom uit,Markelo en W. Conrad uit Berlijn.

Tijdens deze massaspurt deed zich het tragisch ongeval voor; toen de renner A. Alting uit Loenersloot (10e in rangschikking) even de macht over zijn stuur kwijt raakte en tegen een boom opreed.BRON: A.TERPSTRA

Amateurs: 1. J. v. h. Hout, St. Michielsgestel, 4 uur 36 min. 38,4 sec.; 2. W. Dieperink, Barchem, z.t.; 3. J. Le­grand, Amsterdam, op 1 min. 14 sec.; 4. B. Boom, Markelo, z.t.; 5. W. C'onrad, Berlijn; 6. H. Materne, Berlijn; 7. W. Bravenboer, Rotterdam; 8. J. Jonker, Amsterdam; 9. C. v. Harselaar, En-' schede; 10. A. Alting, Loenersloot; 11. L. Hartmans, Amster­dam; 12. S. Schreuder, Adorp; 13. G. Jouby, Amsterdam; 14. J. Ottenbros, Alkmaar; 15. N. Ballangee, Amsterdam; 16. Fr. Tel, Zaandam; 17. H. Falkenreck, Amsterdam; 18. W. Gunzel, Berlijn; 19. J. Costa, Amsterdam; 20. H. Hendriks, Heemskerk.

Aan deze wedstrijd was tevens een ploegenklassement verbon­den, dat door de deelname van een ploeg uit Berlijn, een inter­nationaal tintje gat aan deze le Ronde van Friesland. Deze ploegenprijs, een fraaie beker, word gewonnen door Le Cham­pion uit Amsterdam, op de 2e plaats de R.V. Berlijn en op de derde plaats Olympia, Amsterdam.

 

RONDE VAN GELDERLAND (14 juni).1958

BEN TEUNISSE wint in grootse stijl de RONDE VAN GELDERLAND

Begunstigd door prachtig fietsweer vertrok de karavaan klok­slag een uur uit Apeldoorn. In snel tempo gingen de eerste kilometers onder de wielen door, maar naderhand bleek dat deze snelheid van 43 km per uur ook het wedstrijdgemiddelde zou worden, met andere woorden: het bleef hard gaan. Pech­vogel Schoen (Zaandam) kwam dan ook pas na verbeten strijd weer bij. Eerst voorbij Brummen - na 25 km - zagen wij de eerste achterblijvers. Bij Otterlo raakte Schaap (Bussum) in het grint langs de weg, miste de aansluiting en was verloren. Toen ging het snel met aftellen, de kilometers begonnen ken­nelijk hun invloed uit te oefenen. Behalve degenen die uit de wielen moesten, zagen wij v. d. Goor (Oss) door een lekke band, Nijkamp (Zwolle) door kettingpech, De Boer (Bussum) door een lekke band ook het contact verliezen. Onder de gelosten zagen wij ook v. d. Hout (St. M. Gestel), de winnaar van de Friese Ronde. Van Asch (Culemborg), winnaar van de 1e pre­miespurt voor de Amsterdammers De Vries en Koolhof, kreeg na 90 km pech bij Barneveld, juist toen de slag viel.

Het waren de Oostelijke renners Dieperink en Lentelink (die met De Vries als 3e de volgende premiespurt hadden gewon­nen), die reeds vanaf Hoenderloo in het offensief waren. Toen ook Boom (Markelo) zich ermee begon te bemoeien werd het ernst. Hij veroverde geheel alleen ruim een minuut en bij Barneveld sprongen toen 16 anderen in groepjes weg. Zo ont­stond bij Voorthuizen een groep van 17 koplopers. De slag werd gemist door Scholten, Dieperink, Rademakers, Marinus, Pot­huizen en een heel stel anderen.

Toen Teunisse zich bij Garderen (na 115 km) omkijkend had overtuigd van de grote voorsprong begon hij met zijn aanval­lqn. Eerst moesten Van Sark (Boekelo) en Korsel (Naarden) er aan geloven, toen Rakers (Utrecht) en toen hakte hij de groep in twee stukken. Dat gebeurde bij de premiespurt voor Nunspeet, die hij won voor v. d. Ven en Boom, nadat hij de vorige reeds had gewonnen voor Van Leeuwen en Boom. Vijf man sterk ging het richting Nunspeet, maar de gesloten over­weg redde de negen anderen. Na 80 seconden tijdverlies en nog een overweg begon de slag overnieuw. De Brabantse kam­pioen v. d. Ven, v. d. Berg (Den Haag), Lentelink (Delden) en Enthoven (Amsterdam) zagen wij met Teunisse geregeld in de slag. Maar de anderen gaven zich niet gewonnen en een val­partij besliste tenslotte (gedeeltelijk) deze slijtageslag. Het gebeurde bij Tongeren, waar de renners scherp naar links moesten, de voorrijdende motoragent er te kort voor zat en een scooter van de pers uitgerekend daar de groep voorbij reed en.... rechtdoor ging. v. d. Berg en J. Hopman (Egmond a. d. Hoef), bleven gewond liggen, v. d. Heuvel (Hengelo), Len­telink, Boom en Van Uden (Oss) konden doorgaan, maar de acht anderen waren buiten bereik. Toen liet vechter Lentelink iets prachtigs zien. Hij vocht zich alleen terug naar voren, pas­seerde de losgereden Koolhof en bereikte juist de groep toen Teunisse andermaal de zaak op stelten had gezet. Lentelink pakte Blauw (Arnhem), Van Tiem (Leeuwen) en Falkenreck (Weesperkarspel), maar zij konden hem geen steun meer geven. Zo bleef de latere winnaar van de “vecht"prijs kansloos voor de overwinning. Op de klim naar de Wezeperweg voor Heerde moest ook Van Leeuwen (Gouda) het hoofd buigen en drie man sterk boog de kopgroep af naar de IJssel. Teunisse, Van de Ven en Enthoven hadden de wedstrijd in handen. De soepele Teu­nisse, de krachtpatser v. d. Ven en de stugge Enthoven reden zich ruim 3 minuten van de anderen weg. In een beheerste sprint won Teunisse met een wiel voor v. d. Ven. Zij hadden (ondanks tweemaal trein-oponthoud bij Nunspeet) 198 km af­gelegd in 4 uur 36 min. en 15 sec. Zij werden op 3 min. en 25 sec. gevolgd door het volggroepje van vier man, van wie Van Leeuwen de spurt won, zoals De Vries dat deed in de volgende groep van zeven. BRON: KEES ZWEEDIJK

Amateurs en Onafhankelijken: 1. Teunisse (Utrecht), 2. v. d. Ven (Vlijmen), 3. Enthoven (Amsterdam), 4. Van Leeuwen (Gouda), 5. Van Tiem (Leeuwen), 6. Falkenreck (Weesper­karspel), 7. Lentelink (Delden), 8. De Vries (Amsterdam), 9. Oudshoorn (Vinkeveen), 10. v. d. Heuvel (Hengelo), 11. Van Uden (Oss), 12. Den Enting (Amsterdam), 13. Blauw (Arnhem), 14. Koolhof (Amsterdam), 15. Verwijlen (Someren), 16. Diepe­rink (Barchem), 17. Van Lith (Ge]licum), 18. De Bruin (Rotter­dam), 19. Knoppert (Noordwijkerhout), 20. Lenting (Ter Aar). Doek (Heerlerheide), die alleen binnenkwam voor een groot peloton, viel net buiten de prijzen.

 

RONDE VAN LIMBURG (29 juni).1958

Piet Rentmeester sterkste coureur in tintelende Ronde van Limburg

Onmeedogenloos werden vonnissen voltrokken,

                                             alleen de dappersten bleven overeind

Weer ging het op de Zuid-Limburgse heuvels hels toe. Ook dit­maal werden langdurige bombardementen met groot geschut gepresenteerd - die heel wat slachtoffers vergden - en toen na deze keiharde gevechten in allerlei variaties en veelzijdige aspecten tengevolge hebbend, in de buurt van Gronsveld de kruitdamp ietwat optrok, joegen Rene Lotz, de sterke Zeeuw Piet Rentmeester en de over diverse wapens beschikkende Amsterdammer Henny Marinus als aanvoerders van de eens zo fleurige sliert in de richting van Maastricht. Was de kamp gestreden? Helemaal niet, want in Amby (172 km) zat de knap marcherende Frits Knoops vlak in de buurt van de kopmannen en gooiden Hub. Harings, Ben Teunisse en de geduchte Belg Valeer Paulissen er een schepje op, met de kennelijke bedoe­ling om eerst Knoops en vervolgens de drie uitlopers bij de kraag te vatten. Met ere sneuvelde de jonge Harings: hij werd afgehaakt. Intussen haalden (op 1,20 min.) Jan Hugens en Ab van E'gmond het onderste uit de kan. Tevergeefs. En juist toen de drie hoofdmannen aan de beklimming van de Adsteeg be­gonnen - er restte dan nog een ronde van tien km - werden zij door Knoops, Teunisse en Paulissen op de schouders getikt.

Zes man op kop, zes candidaten voor de eindbuit van de tiende Ronde van Limburg; weer een smakelijke wielerkoek. Prog­noses werden gesteld: Rentmeester?, Lotz?, Marinus?. De laat­ste loodjes, de laatste klim, wogen ook nu het zwaarst. Henny Marinus zag plots een gat tussen zijn vier gezellen en zichzelf, nadat Frits Knoops een soortgelijke constatering had beleefd. En even later greep Piet Rentmeester middels een alles gevende sprong de erepalm, duelleerden Lotz en Paulissen zij aan zij om  de tweede prijs, werd Teunisse vierde, Marinus op 12 sec. vijfde en Frits Knoops (45 sec. achterstand) knap zesde.

Attractieve koers van begin tot einde.

Dat de Ronde van Limburg, met het heuvellandschap als moei­lijkste obstakel, de wielermannen iets zegt, bleek - voor de, zoveelste keer - in de permanence, waar vele bekenden elkaar troffen, waar officials, renners en oud-renners bevindingen uitwisselden, en waar - na de reeds geincasseerde successen - de Nederlands/Luxemburgse Tourploeg zeer welwillend werd bekeken. De stoet had nauwelijks Maastricht achter de rug, of het gedrang begon en bij de werkers van het eerste uur werden namen genoteerd, die daarna steevast in de notities zouden voorkomen en die een aanzienlijk aandeel hadden in het boeiend verloop van deze jubileumkoers. Pieters en Jami­non gooiden meteen de knuppel in het hoenderhok en dit ge­beurde met zoveel brio, dat deze heren vliegensvlug 55 secon­den namen op de naaste buren (Hindriks, Lotz en Duckers), een winst die in Beek (22 km) een volle minuut - nu op Harings, Hindriks, Van de Ven, Lotz, Van Smirren, Duckers, Rongen, Rentmeester - bedroeg, terwijl de grote groep op 1,45 min. doorkwam. Rust werd nimmer gecommandeerd: Van Smirren moest lossen en in Roosteren en omgeving werd de zaak finaal uit elkaar getrokken. Het ging hard om hard, zo zelfs alsof de affaire al in een beslissend stadium was gekomen. Vijftien man raasden als leiders door Pey (64 km), waarbij Moonen, Vermylen, Jaminon, Cuypers, Vossen, Knoops, Duckers, Pieters, Rentmeester en Levels. Op een halve minuut volgden Steuten, Marinus, Nydam, de Belg Van de Boer, Corst­jens en Dieperink. Voor Koningsbosch kwamen beide groepen bijeen, hier was het gedaan met Corstjens en Dieperink en na Koningsbosch - op weg naar Hoengen - huisde het peloton op twee minuten. Duckers moest een toontje lager zingen, Ver­mylen en Levels eveneens, zulks tengevolge van een hand­breuk. In Nuth zaten Willemsen, Brunenberg, Kamphuis en Saes op 1,30 min. van de leiders, die op de hoofdmacht een voorsprong vaw3,45 min. hadden.

Bombardement duurt voort.

De Cauberg (108 km) en de afdaling van de Sibbergrubbe (113 km)_ konden geen wezenlijke veranderingen ten tonele brengen. Op 1.30 min. maakte Harings jacht op de uitlopers, op 2,10 min. poogden Teunisse, Kamphuis, Hugens, Van Eg­mond, Brunenberg, Paulissen, De Haan (veel op kop), Wal­raven en Moonen hetzelfde te bereiken. Aan alle fronten werden rake tikken uitgedeeld: in groep 2 kreeg Moonen het te kwaad. Wyman verdween uit groep 1, werd door de achter­volgers overstoken en kwam te “zwemmen". In Simpelveld was het de beurt van Brunenberg om een inzinking te door­staan, moedig beet de kleine Weertenaar op de tanden, hetgeen ook van Vossen - eveneens afgehaakt - gezegd kon werden. Zou de groep Hugens-Van Egmond de kloof overbruggen? Cuypers - mede door een val - geraakte uit het hevige ge­drang. De deining nam steeds toe, niemand wenste te bukken. Vooraan streden Marinus, Knoops, Lotz en Rentmeester met inzet van al hun krachten. In Heyendahl hadden zij een minuut, op de klim in dit mooie oord voelde De Haan iets in zijn benen kriebelen, niet lang, want dra was de vorige positie weer her­steld. Van Smirren keek tegen een lelijke ram op, in Mheer werden Steuten, Jaminon en Van de Ven door de groep Hugens -Van Egmond overstoken. In dit pelotonnetje zaten verder Van de Boer, Ramakers, Pieters en de Belg Deferm. De ont­knoping was in zicht, de heuvels hadden hun steentje bijge­dragen in de grote zifting. Over het slagveld kropen kleine groepjes en eenlingen en vooraan deden de leiders er inmid­dels nog een schepje op. Het ging erop of eronder.

Het geringste teken van zwakte was fataal. In de vuurlinie gaven Lotz, Rentmeester en Marinus geen krimp, al konden zij - zie de aanhef - niet verhinderen dat de sterksten uit deze slijtageslag - Knoops, Paulissen en Teunisse - zich in Meerssen (174 km) present meldden. De verdere verwikkelin­gen zijn bekend: Piet Rentmeester, een kei, behaalde een veel­zeggend succes en met hem deelden Paulissen (2de), Lotz, Teunisse, Marinus en Knoops in het huldebetoon. Een spran­kelende rit, die jammer genoeg bij tijd en wijle ontsierd werd door diverse auto's, scooters en motorrijders die niets met de koers te maken hadden en die zodoende het werk van de offi­cials en journalisten bemoeilijkten. De organisatoren, de leiders van de Toer- en Wielerclub “Maastricht" konden dit euvel natuurlijk niet verhelpen, daar zulk een ingrijpen buiten hun competentie lag.

BRON: GERARD SILLEN

Amateurs en Onafhankelijken: 1. Piet Rentmeester (Ierseke), 195 km in 5 uur 56 min. 20 sec., 2de Valeer Paulissen (B.), 3de Rene Lotz (Stein), 4de Ben Teunisse (Utrecht), 5de Henny Marinus (Amsterdam) op 12 sec., fide Frits Knoops (Koningsbosch) op 45 sec., 7de Ab van Egmond (Den Haag) op 2,30 min., 8ste Jan Hugens (Hoens­broek) z.t., 9de E. van de Boer (B.) op 3,12 min., l0de Hub. Harings (Wylre) op 4 min., 11de Jan Pieters (Maastricht) z.t., 12de A. Deferm (B.) z.t., 13de Frits Ramakers (Echt) op 4,03 min., 14de W. van Smirren (Amsterdam) op 4,04 min., 15de Alfons Steuten (Weert) z.t., l6de H. v. d. Ven (Vlijmen) z.t., 17de Jo de Haan (Klaaswaal) op 4,06 min., vervolgens met aan­groeiende verschillen 18de L. Knops (Bocholtz), 19de Jo Roth (Waubach), 20ste W. Kamphuis (Geleen), 21ste N. Walraven (Den Bosch), 22ste H. Jaminon (Heer), 23ste W. Cuypers (Echt), 24ste A. Janssen (Siebengewald), 25ste C. Visser (Santpoort), 26ste J. Willemsen (Nuth), 27ste A. Boom (Markelo), 28ste L. v. d. Meulen (Badhoevedorp), 29ste W. Boss (Beek), 30ste J. Brunenberg (Weert), 31ste R. van Oppre (B.), 32ste J. Hermans (Valkenburg), 33ste M. Mangelschots (B.), 34ste A. Dekkers (B.), 35ste A. Rongen (Bunde), 36ste H. Rutten (Leende), 37ste J. Doek (Heerlerheide), 38ste P. Kohlen (Heerlen), 39ste W. Koh­len (Heerlen).

 

RONDE VAN MIDDEN-NEDERLAND (6 juli).1958

RENE LOTZ de grote winnaar van de 11e Ronde van Madden-Nederland

Vijftien renners hebben de geschiedenis van de e1fde Ronde van Midden-Nederland gemaakt. Van dit vijftiental werd uiteindelijk de blonde Limburger Rene Lotz, onverwacht, maar verdiend de grote winnaar. De stijlvolle Limburger was de man van het laatste uur toen de kopgroep bijna bezweek onder zijn flitsende demarrages. Piet Steenvoorden beantwoordde dezen het meest. Een ontsnapping was er echter voor Lotz niet weggelegd. Hij moest de erepalm bevechten in de sprint van het vijftiental.

Volleerd deed de Limburger dat. Op kop snelde hij het cement van de Utrechtse baan op en op zijn flitsende eindsprint bleef ook Steenvoorden het antwoord schul­dig. Het was een overgelukkige Lotz, die met fraaie prijzen en een huidigingsspeech van de K.N.W.U.-praeses, Dr. P. van Dijk, werd beloond.

Deze klassieker door het land van Vecht en Eem had ditmaal eens niet de hitte als grootste tegenstander, maar wel de straffe wind, die het peloton danig teis­terde. De eerste pechvogel was Lotz, die al kort na de start zijn derailleur defect had, maar dit al rijdende kundig her­stelde. De eerste demarrages kwamen van Lute, Rjikers, Van Galen en Cees Rabe. Dat was in de omgeving van Wijk bij Duurstede. Bertus Lute won hier­door de eerste premie. Op de smalle Lek­dijkweg werden de durvers weer snel gepakt, maar de slijtageslag was begonnen. Dat bemerkte de karavaan bij de heuveltjes rondom Amerongen, toen al een dertigtal renners waren uitgeschakeld. Hierbij waren drie Duitsers, n.l. Wolf, Schog en Timmreck, die danig teleurstelden.

Scherpenzeel werd door de bonte kara­vaan in vliegende galop genomen. Alleen Harry Scholten moest daar van zijn fiets voor een lek bandje en zou dit later nog tweemaal doen. Hij zette best door, maar moest toen toch bij de derde lekke band opgeven. Even voor Woudenberg kwa­men er weer vluchters. De gebroeders Rabe kozen het hazenpad met stadge­noot Jan le Grand en Oudshoorn uit Diemen. Le Grand won toen de premie op de Pyramide. Het peloton werd daar­door wakker geschud. Eerst demarreer­den Teunisse en Rademakers, maar nog zonder succes. Toen in Huis ter Heide Gijs Pauw op jacht naar de vier vluch­ters ging, kwam er meer tekening. Pauw trok Teunisse, Steenvoorden en Entho­ven mee naar de kop van vier, die werd ingehaald bij Den Dolder, maar tegelijk was de kopgroep al weer gegroeid tot 30 renners, onder wie de Belg Van Houtven. Dat was teveel van het goede en de ho­mogeniteit ontbrak.

Maartensdijk zag weer een compact pe­loton passeren, maar kort daarna kwam er weer leven. Bij het fort de Klop de­marreerden onder de rook van de Dom­stad vier renners. Dat waren Hendriks, Van der Meulen, Jonker en Enthoven. Snel namen zij meters winst, Teunisse wilde dit nog wegwerken, maar kreeg geen steun. In Maarssen had het viertal 55 seconden. Good old George Hogen­kamp stond daar de renners voor zijn woning gade te slaan.

Meer tekening kwam er in de strijd na de ravitaillering. Bij Loenen demarreer­de Rene Lotz, die het eerst zijn proviand­zakje aanpakte en de stijlvolle Limbur­ger kreeg als gezelschap mee de renners Coen Niesten, Frits Rabe, Piet de Vries, Hermes, Van Smirren en Piet Steenvoor­den. De slag was voor 50% gevallen, want er zou nog een tweede groep bij de vluchters komen.

De Belgen gingen zich n.l. roeren. Van Houtven en Van de Bussche demarreer­den en kregen op hun beurt Henk Nijdam, Van Dienst, Jan le Grand en Jongejan mee. De beslissende fase was aangebroken. Tussen de plassen rond Vinkeveen werden de vier eerste kop­mannen Hendriks, Van der Meulen, Jon­ker en Enthoven tot de orde geroepen. Het peloton kwam steeds meer achter en de verwachte tegenaanval van Gijs Pauw en Ben Teunisse liet te lang op zich wachten.

In de hel van het Noorden, die niet zo berucht meer is als tijdens de vroegere ronden, kwam „het drama Van der Meu­len”. Bij Kamerik moest Van der Meulen huilend door kramp zijn makkers laten gaan. Nog voor Woerden gaf ook Jan le Grand, die zo stark had gereden, de moed op en bleven er nog vijftien vluchters op kop.

In IJsselstein volgden toen 10 renners. Dat waren Visser, Rademakers, Kool,

Marinus, Hopman, Pauw, Teunisse, G. v. Straten, de Belg Embrechts en Van de Steen.

Zij volgden op 1 min, 20 sec. Nog voor Jutphaas ontsnapten hieruit Pauw, Van de Steen en Van Straten en een ieder uit de lange volgerskaravaan dacht dat dit sterke trio het nog wel zou klaren. Vlak bij Wijk bij Duurstede keken de volgers in de verte naar de kopgroep van vijftien die het straffe tempo van dik 40 goed kon handhaven. Pauw en zijn makkers strandden echter in het gezicht van de haven.

Wij keerden toen terug naar de kopman­nen, die bij Cothen in heftige strijd ge­raakten om de beslissende demarrage te plaatsen. Eerst trok de Belg Van Hout­ven er tussen uit, maar Steenvoorden bleek paraat. Wat verder was het Lotz die wegliep, maar ook nu was Steenvoor­den de man die deze poging verijdelde. In Bunnik snelde Rene Lotz weer uit de kopgroep. Niesten en Steenvoorden kwa­men bij hem en toen volgde de rest ook weer. Er werd geen ontsnapping toege­laten.

Eerst in het Utrechtse Stadion zou de beslissing vallen. Rene Lotz rook toen zijn kans. Hij had zijn lesje goed ge­leerd, dat hem voor de start was meege­geven. „Op kop het Stadion door" fiitste er door zijn brein en dat deed de Lim­burger. Door de Marathonpoort snelde hij de mooie piste op en spurtte weg. Twee lengten winst werden door Steen­voorden bijna nog weggewerkt, maar Lotz hield een volle lengte over, wat hem een beste overwinning opleverde. Piet Steenvoorden werd eervolle tweede en de Belg Van de Bussche derde. Andere ereplaatsen waren er voor Jonker en Van Smirren. Het was het slot van een harde en mooie ronde van Midden-Nederland, die „De Volharding" op beste wijze or­ganiseerde en waarbij 4.000 toeschou­wers het aankomstprogramma bijwoon­den.BRON: HANS VAN DE KAMP

Amateurs en Onafhankelijken: 1. Rene Lotz, Stein, 188 km in 4 uur 36 min. 12 sec.; 2. Steen­voorden, Haarlem; 3. F. v. d. Bussche, Belgee; 4. Jonker, Amsterdam; 5. Van Smirren, Amsterdam; 6. Hendriks, Heer­len; 7. Van Houtven, Belgee; 8. A. Jonge­jan, Rotterdam; 9. G. v. Dienst, Oud­Beyerland; 10. D. Enthoven, Amsterdam; 11. C. Niesten, Beverwijk; 12. P. de Vries, Rotterdam; 13. H. Nijdam, Eelderwol­dem; 14. J. Hermes, Berkel; 15. F. Rabe, Amsterdam; 16 op 6 min. 30 sec., G. Pauw, Utrecht; 17. A. v. d. Steen, Etten; 18. G. v. Straten, Schiedam; 19. op 7 min. 30 sec. J. Rademakers, Utrecht; 20. C. Vis­ser, Santpoort.

 

RONDE VAN NEDERLAND (17 juni t/m 22 juni).1958

PIET VAN EST en MAGNETEN wonnen kwestieuze tiende RONDE VAN NEDERLAND

PETER POST en RADIUMPLOEG tegenspelers van het eerste tot het laatste uur

Zondagmiddag eindigde de tiende Ronde van Nederland in het Olympisch Stadion met een slottafereel, dat eigenlijk toepasselijk is op de gehele wielerwereld. In stromende regen plaatsten zich als grootste rivalen tegenover elkaar: Piet van Est en Peter Post, de Magneet- en de Radiumploeg, Pellenaars en Gerrit Schulte. Die wereld op wielen, die bonte trein, welke zich Ronde van Nederland noemt, is de bioscoop der wielersport, zoals deze zich de laatste jaren in ons landje manifesteert. Misschien wordt men er door afgeschrikt. Maar het is waarheidsgetrouw. Volkomen waarheidsgetrouw. Twee fronten: een weg-groep contra de universelen, zij die op de weg en baan te vinden zijn. In de Ronde van Nederland hebben de routiers het nog van de rouleurs gewonnen. Hun, kern was harder. Pellenaars won met zijn Magneten en met Piet van Est, de triomfator van deze Ronde. Het was een demonstratie. Maar ook een monentopname uit de verdergaande strijd. De fronten blijven...

Er is nog geen Ronde van Nederland verreden, die zoveel kwesties aan de orde stelde. Het zorgenkind wordt wel ver­schrikkelijk bezocht. Een zorgenkind is het na tien jaar nog altijd. Maar het is niet verwonderlijk. De wegrensport bestaat bij ons nauwelijks tien jaar. In de klassieke wielerlanden heeft zij zich geleidelijkaan kunnen ontwikkelen. Tijdens een periode van vijftig, zestig jaren. Boze ziekten vallen altijd het jonge leven aan tot het zich gewapend heeft. Tot het immuun is. Dat de Ronde strijd voert is een gezond verschijnsel. Maar als de ziekte-aanvallen te fel optreden is er levensgevaar aan­wezig. Dit jaar is de Ronde van Nederland door de nieuwe stichting Sportevenementen georganiseerd, nadat voordien de N.V. Efor zich daarmee bezig hield. Sportevenementen moest een vuurproef doorstaan. Het zat in de lucht. Er was niet aan te ontkomen. Er waren allerlei kwesties gerezen, die in en om de Ronde van Nederland als belangrijkste wielergebeurtenis van het jaar werden uitgevochten. Commerciele kwesties als gevolg van het verschiinen van fabrieksstallen, ploegbazen en ploegleiders der K.N.W.U.

KWESTIES.

Pellenaars kreeg kwestie over het samenstellen van de Tour­ploeg, waarin Van Est en Voorting niet opgenomen waren. Twee oudere professionals, die de Locomotief-star niet wens­ten te verlaten. Anderen zoals Daan de Groot, Van der Pluym en Stolker werden bij de Magneet ondergebracht. Dit is con­tractbreuk, filosofeerde de Locomatief. Enfin, het werd alle­maal onverkwikkelijk toen Pellenaars een proces won. Er kwa­men deurwaarders bij te pas. Procedures werden ingespannen. Pellenaars werd door de Unie afgezet als ploegleider. De Nederlandse deelname aan de Tour kwam in de lucht te han­gen. Met al die kwesties kreeg de Ronde van Nederland te maken. Het uitte zich al direct in de samenstelling van het veld. De Nederlandse ploegen, waarover men zich nooit zorgen had gemaakt, omdat de fabrieken als stichtingslid ingeschre­ven waren, kwamen nog moeilijker aan de start dan de buiten­landse.

De deelname van twee Belgische ploegen stond al lang vast. De Italiaanse met Vannitsen als kopman liet verstek gaan. De vruchtenlimonade-fabriek Si-Si, welke adoptrice van deze ploeg zou zijn, stelde zich tevreden met de tweede Magneet­ploeg, die een goede uitslag zou maken. Volkomen onverwacht overigens. Locomotief verscheen op het laatste moment ook nog met een ploeg, waaraan de Belgische Nederlander Hinsen was toegevoegd. Veranderingen werden aangebracht in de ploeg van Rik van Looy, terwijl de Duitsers zelfs nog niet com­pleet waren nadat Sjef Coone eraan was toegevoegd. Uitein­delijk verlieten er slechts zeven inplaats van acht ploegen het Rembrandtplein in Amsterdam, dat een uitstekende start­plaats voor een grote Ronde bleek te zijn. Burgemeester Van Hall loste, na de plechtige voorstelling van de ploegen, het startschot, waarna de genodigden op het terras van Schiller de karavaan zagen verdwijnen. De eerste burger van Amster­dam deed de Ronde in zijn prachtige Cadillac zelfs uitgeleide. Het was een groots afscheid bij zomers weer, waartegenover de aankomst in het Olympisch Stadion in het water viel.

De conclusie moet luiden, dat de directeur van de Ronde, Otto van Erp, de laatste dagen voor de start grijze haren van de moeilijkheden moet hebben gekregen. Er zal wel nooit een Ronde van Nederland zijn gereden die geen moeilijkheden kende, maar zij konden vaak in tegenstelling tot die in deze Ronde geruisloos uit de weg worden geruimd. Sommige eraan werden veroorzaakt door belanghebbenden, die waarschijnlijk ook weer door de omstandigheden werden gedwongen. De er­varingen zijn er om er lering uit te trekken voor een volgende gelegenheid.

Laten we uit de commerciele en organisatorische sector stap­pen om deze tiende Ronde van Nederland op zijn sportieve betekenis te testen. Het is de mooiste en merkwaardigste ge­weest uit onze nog korte wielerhistorie op de weg. Het mag een contradictie lijken, maar de “kwesties", die in wezen de Ronde naar het leven stonden hebben hem sportief interessant gemaakt. We hadden alleen het veld groter willen zien, waar­door ondoordringbare machtsposities onmogelijk worden. Er moet gelegenheid bestaan bewegingen-volgens-plan te door­kruisen. Combine is voor ons in een etappe-wedstrijd geen on­zalige zaak. Integendeel zij behoort tot het spel, dat er gespeeld wordt. Alleen of met een paar sterke ploegmakkers betekent men zo weinig in het grote geheel dat over een onpeilbaar krachtenreservoir beschikt. Het is alleen de vraag hoe zij ver­kregen wordt. Een groot veld draagt het tegengif bij zich. En tenslotte moet men ook kunnen fietsen als de uitslag wordt opgemaakt.

Dan nog hebben zich de deelnemers en ploegen te onderwerpen aan de eisen, die door de organisatoren worden gesteld. We hebben dit jaar het nummer der naakte waarheid gemist; de individuele tijdrace. Het is natuurlijk moeilijk om de geschikte wegen te vinden, maar onmogelijk is dit ook weer niet. De tijdrit per ploeg, die op een klein circuit verreden werd is voor het publiek wel aantrekkelijk, maar zonder individuele tijdrit was zij beslist te kort. Als de grote meerderheid van het veld van deze tekortkomingen, gevolg van de tijdnood, geen mis­bruik heeft gemaakt dan is dit alleen maar te waarderen. Dan was dit om de jubileum-ronde als een voorbeeld te stellen.

WINNAAR MENTAAL STERKER.

Uiteindelijk kwam Piet van Est zich met miniem tijdverschil als overwinnaar melden. Die overwinning moet men niet on­derschatten, want Van Est heeft weinig sprint met als gevolg, dat hij minder van de bonificaties genoot dan Peter Post. In feite is Post twee minuten en achttien seconden op de West­Brabander achtergebleven. Verrassend is dit niet. Piet van Est heeft op de weg meer routine opgedaan dan Post, die op de baan doorbrak. Hij, had de steun van een ploeg, die zich voor het grootste deel al geruime tijd achter Pellenaars schaarde. De ploeg van Peter Post, waarin Schulte natuurlijk de toon aangaf, bestond uit talentvolle knapen, die pas hun debuut als prof hebben gemaakt. Geen jongens, die met vech­ten groot geworden zijn, maar die op hun talenten een gemak­kelijke wedstrijd reden. Noem ze maar: Geldermans, Steen­voorden, Pos, Damen en Schalk Verhoef. Bergmans kan men als een geroutineerde beschouwen. Deze ploeg van Schulte is nog niet gelouterd in de strijd. Het ontbrak haar aan aanvals­drift. Zij verkoos de defensie boven het offensief. In haar amateurtijd kon die vlieger gemakkelijk opgaan. Onder de profs heeft men de tegenstander af te matten, aan te vallen tot hij het gedemoraliseerd begeeft. Bij de beroepsrijders heeft zich het talent verzameld, het komt er niet sporadisch voor. Bij de amateurs is de jongen met klasse koning. De profs zijn bijna allemaal koningen, die hun heerschappij pas na strijd kunnen vestigen.De jongens van Pellenaars waren daarin meer bedreven dan die van Schulte. De uitslag vinden wij dus juist.

EINDE BELGISCHE SUPREMATIE.

Daarmee werd aan de suprematie van de Belgen in de Ronde van Nederland een einde gemaakt. Tegen de verwachting in. Rik van Looy kwam er deze keer nauwelijks aan te pas. Twee jaren bleek hij hier op het vlakke van Nederland heer en meester te zijn. Dank zij zijn fenomenale snelheid en dank zij zijn hechte ploeg. Nu de dreiging van Van Steenbergen boven hem zweefde, verscheen hij met een gehavend team, dat niet in staat bleek hem maar enige steun te verlenen. Er werd ook duidelijk, dat hij beide voorgaande jaren even goed op afstand gehouden kon worden als dit nu het geval was. Rik van Steen­bergen wachtte zijn tijd af. In de grote rit van Nijmegen naar Heerlen, onder allerongunstigste weersomstandigheden, werd er slag geleverd. De wereldkampioen, die door Van Looy altoos geschaduwd werd, dwong hem in de fuik te zwemmen, die hem noodlottig zou worden. In het kopgroepje naar Heer­len reed Van Looy zonder steun van zijn ploegmakkers aan de zijde van Van Steenbergen mee tot hij door een lekke band getroffen werd. Het was het sein om de jacht in te zetten. Hoe snel Lomme Driessens ook een wiel „gestoken" mocht hebben, Van Looy zat in de val. Ik geloof niet dat op het vlakke een man alleen, al heeft hij nog zoveel klasse, in staat is om een achterstand tegen een vluchtende kopgroep goed te maken. We herinneren ons uit de Rondes der voorgaande jaren soort­gelijke situaties, waarbij Van Looy door pech in verslagen positie terecht kwam. Maar nooit durfde de groep eensgezind de geboden kans te grijpen. Blijkbaar werd Van Looy als een halfgod beschouwd, die gewoon-weg een wonder zou doen als hij op afstand zou moeten blijven zitten. En dan had men zijn krachten toch nutteloos verspeeld. De mythe-Van Looy heeft een paar jaar goed gewerkt. Maar de Belg is net zo goed een vent van vlees en bloed als andere jongens uit het veld.

INTERMEZZO-DUEL.

Het duel Van Steenbergen-Rik van Looy, dat eigenlijk, het hoofdnummer van de jubileumronde moest zijn, werd slechts een intermezzo tengevolge van de rit over de Afsluitdijk. Op de betonweg, die de Noordzee van het IJsselmeer scheidt, werd het verloop van deze etappe-course bepaald. Inplaats van een Belgische overmacht meldden zich onze wielerkuikens, die tegen wind en waterkou beter bestand bleken te zijn. Schulte zorgde er voor reeds voor de Afsluitdijk een voorsprong te hebben, die minder kracht zou vergen dan wanneer deze op de dijk veroverd zou moeten worden. Pellenaars zag tot zijn grote opluchting, dat noch Piet van Est noch Kersten zich hadden laten verrassen door de coupe d'etat van Schulte en zijn ploeg. Later werden Daan de Groot, Van der Pluijm en De Roo nog in het geweer geroepen om in ieder geval reserves bij de hand te hebben als er met Kersten en Van Est ook maar iets mocht gebeuren.

Intussen zaten zowat alle Belgen, behalve Rik van Looy en Van Daele, die de vlucht der Radiumridders hadden gevolgd in de bagagewagen van de trein, die over de Afsluitdijk snelde. Rik van Steenbergen, die voor het eerst van zijn leven een allesbehalve vriendelijke kennismaking met deze niet ten on­rechte beruchte dijk genoot, schreef moeten maar al zijn goede voornemens af. De zeewind blies als op een winterse dag door de shirts, terwijl het Amsterdamse Rembrandtplein 's mid­dags nog een broeikas was geweest. Het ontmoedigde peloton verloor maar liefst 12 minuten op de kopgroep, waarin Peter Post het tenslotte alleen moest opnemen tegen de Magneten Van Est en Kersten en de Belg Van Daele. Post behaalde hier de eerste etappe-zege voor Radium op zijn hielen getrapt door Piet van Est en Kersten. De uitvalsposities waren dus bekend, ofschoon kopman-Schulte weinig tijd verloren had. De vreugde van Schulte over de overwinning van Post bleek op het Leeu­wardense Zaailand zo groot te zijn, dat hij de jonge Amster­dammer zeker de vrije teugel zou geven. Als we het goed hebben gezien heeft de Bosschenaar zijn ploegmakkers geens­zins geknecht, maar hen eerder aangeraden direct in de clinch te stappen. Schulte houdt er niet van zijn tegenstander met rust te laten. Schalk Verhoef en Geurt Pos hebben zich dat geen twee keer laten zeggen, maar beiden ontbrak het ten­slotte aan uithoudingsvermogen. Verhoef om het tot een etappezege te brengen, Pos om de laatste dagen het tempo te blijven volgen. Geldermans werd, naarmate het einde van de Ronde meer naderde, agressiever en... beter. Na Post boekte hij trouwens de beste resultaten. Damen reed naar ons gevoel defensiever dan noodzakelijk was. Of hij daar goed aan deed zal zich in de Tour de France tegenover Jaap Kersten en Piet van Est wet uitwijzen.

ORANJETRUI DOELWIT.

Peter Post veroverde dus in Leeuwarden de oranjetrui, die ook het doelwit der Magneten was. Zowel de ploeg van Pelle­naars als die van Buchly stond in gunstige positie. Leo van den Brand had zich namelijk in de Si-Si-ploeg op de voorgrond gedrongen. Het bolwerk der Magneten voorkwam echter dat de derde kanshebber op de oranjetrui, de Schijndelse tempo­rijder v. d. Brand, zijn candidatuur kon stellen. Het zou de belangen van de fabriek hebben geschaad. In feite is het alleen maar theorie. De Schijndelaar mist het vleugje snelheid, dat van deze koppigaard een grote kan maken. Hij is de regelma­tigheid zelve. Geen slag zien te missen, maar nooit de ge­schiedenis van de etappe schrijven.

Op de tweede dag stuurde Pellenaars zijn mannen natuurlijk in de aanval tegen de poeg van Schulte, die niet van plan was om de trui al serieus te verdedigen. Zo lang mogelijk meelopen zonder te forceren, scheen het parool te zijn. Hebben we geluk dan houden we de trui, maar het heeft geen extra krachts­inspanningen gekost. De oude rot Voorting wist natuurlijk welk tafereel opgevoerd zou worden. Een tafereel, waarbij hij de kans kreeg Pellenaars voor de voeten te lopen. De Radium-renners verloren bij de aankomst in Zwolle de trui aan Jaap Kersten, die weer in de kopgroep zat slechts met een paar luttele seconden, maar Voortings toeleg gelukte.

Pellenaars wilde op de tweede dag, direct nadat de deurwaar­der de exploiten aan zijn renners had uitgereikt, winnen wat er te winnen was. Er was een demonstratie van macht nodig, zoals de Pel op de laatste dag ook voor de dag toverde. Alles winnen! Daarvoor ligt de massa op de knieen. Voorting stak er een stokje voor. De bloemen zouden voor de Locomotief zijn. Maar de course bevond zich nog steeds in zijn ontwikkelings­stadium.

RISKANT GEVAL.

’s Anderendaags werd het een riskant geval. Op de derde dag zet het lichaam zich naar de course of het weigert zijn normale dienst. De derde dag wordt een critiek stadium bereikt. Schulte scheen zich bijna vergist te hebben, toen de tegenaanval van het peloton op een kopgroep met Schroeders, Van Wetten, v. d. Pluijm en A. Voorting - geen enkele man van de Radium­ploeg dus - pas op de Groesbeekse heuvels tot ontwikkeling. kwam. In de afdaling moet het peloton, dat in geen velden of wegen meer te bekennen was “gevlogen" hebben om slechts luttele seconden achter de vluchtelingen te eindigen. Het ver­schil was zo miniem, dat Kersten in de trui bleef. Locomotief had veer een gloriedag daar Arie van Wetten, die 's morgens voor de start ons nog vertelde, dat het lang niet meer zo goed ging als een paar jaar geleden, nabij de Goffert de etappe won voor de Belg Schroeders.

De haast, die het peloton op de laatste kilometers toonde, ver­ried daar dat de grote slag op til was. Hij zou Van Looy de nederlaag moeten brengen, waarvoor Van Steenbergen naar Nederland was getrokken en Peter Post kreeg de gelegenheid zichzelf voor goed in de oranjetrui te hijsen. Het “Uur U" klonk al in de straten van Nijmegen. Voor de volgers zich goed en wel geregisseerd hadden wat er gebeurde was de kopgroep al naar het naargeestige slagveld gerend: de heuvels van Groesbeek en de regenachtige vlakten van de Maas. Oranje­truidrager Kersten had men volkomen verrast. Wereldkam­pioen Van Steenbergen in gezelschap van Post, Van Looy, maar ook van de pientere Piet van Est, die als een terrier aan de Amsterdamse Peter hing, snelden ver voor het peloton uit naar Heerlen. Nabij Echt leed Van Looy bandbreuk, waarop Van Steenbergen hnbet vonnis velde. Het was zijn etappe, zijn course-beslissing en bijgevolg eiste hij een overwinning met voorsprong op.

DE ONDERGANG VAN POST.

Peter Post rekende met zijn belagers Van Est en Stolker af. Knap werk, dat hem de bonificatie van een halve. minuut welke nog resteerde benevens de oranjetrui opleverde. Kersten arriveerde immers 8 min. later.

Maar na deze krachtsprestatie ging Peter Post mentaal door de knieen. De sterkste was Piet van Est, die tegen de span­ningen beter opgewassen bleek. In de tijdrit, die de Radium­renners zonder het incident toch niet zouden hebben gewon­nen, triomfeerden de Magneten met Piet van Est in hun midden. Post verspeelde elf seconden bij het veranderen van fiets voor een vermeende lekke band. Hij strubbelde alleen met zijn derailleur. Het gevalletje was tekenend voor de gemoeds­gesteldheid van Post. Slechts met vijf seconden voorsprong kwam Van Est na de tijdrit in het bezit van de oranjetrui, die hij niet meer zou afstaan. In de voorlaatste rit veroverde hij op de laatste tien kilometer nog zoveel tijdwinst, dat hij onge­naakbaar zou blijken te zijn.

De regen scheen geheel de Radium-ploeg op de lange weg van Heerlen naar Roosendaal gedemoraliseerd te hebben. Schulte's vlucht in Breda moet men zien als een poging om te redden wat er nog te redden viel. Toen de “baas" door het vijandige peloton achterhaald werd was het of de bliksem in de Radium­ploeg sloeg. Zij verloor het hoofd en zij zag niet dat de meute, belust op de prooi aan de Roosendaalse finish, zich geen rust meer zou gunnen. De aanval werd doorgezet zonder een enkele Radium-man, ook zonder Post. Piet van Est was er op tijd bij geweest om de bus naar de finish te nemen. Wat had men van een oranjetruidrager, die zijn eretooi voor eigen deur verdedigen mocht, anders kunnen verwachten?

Met meer dan een minuut voorsprong op Post zette zich Van Est vaster op de ereplaats.

De rol van Post was na de etappe-overwinning van Schils uitgespeeld. Op de laatste dag volstond hij met het verdedigen van zijn tweede plaats. Schulte en Geldermans gingen beiden op de prijzenjacht maar de Zeeuw De Roo zou voor hen de etappe winnen.

Al met al was het een mooie Ronde van Nederland, waarin de jonge renners voor het eerst een belangrijke rol vervulden, die langs de wegen veel belangstelling genoot, maar de laatste drie dagen door een onbarmhartige regen geteisterd werd.

De triomfantelijke terugkomst in het Olympisch Stadion, goed geregisseerd, viel daardoor volkomen in het water.

 

RONDE VAN NEDERLAND.58.01e RIT (17 juni).1958

Beroepsrenners en Onafhankelijken: 1. Post (Nederland zwart) 4.45.11, 2. Van Daele (Belgie 2), 3. Kersten (Nederland blauw), 4. Piet van Est (Neder­land blauw), 5. Van Looy (Belgie 2) 4.45.34, 6. Schulte (Nederland zwart), 7. Van de Brand (Nederland groen), 8. Coone (Dtsl.), 9. Adri Voorting (Nederland groen), 10. Hinsen (Nederland geel), 11. Roks (Nederland groen), 12. Pos (Nederland zwart), 13. Van der Pluym (Nederland blauw) 4.50.11, 14. De Roo (Nederland blauw), 15. Vlayen (Belgie 1), 16. De Groot (Nederland blauw), 17. Verhoef (Nederland zwart), 18. Schoeders (Belgie 2) 4.56.24, 19. Ziegler (Dtsl.) 4.56.26, 29. Van Dongen (Nederland geel) 4.56.31, 21. Het peloton geleid door Van Steenbergen (Bel­gie 1) 4.57.13. Uitgevallen zijn de Duitsers Liebelt en Klein.

Ploegenklassement.

1. Nederland Radium 14.15.19; 2. Nederland Sisi 14.16.42; 3. Nederland Magneet 14.20.33; 4. Belgie Faema 14.26.39; 5. Duitsland Copravit 14.39.13; 6. Nederland Locomotief 14.39.27; 7. Belgie Mars 14.44.37.

 

RONDE VAN NEDERLAND.58.02e RIT (18 juni).1958

Beroepsrenners en Onafhankelijken: 1. Gerrit Voorting, 2. Jos Schils, 3. Jaap Kersten, 4. Piet van Est, 5. Leo van de Pluijm, 6. Joop van den Putten, 7. -----, 8. Rik van Looy, 9. Rik van Steenbergen, 10. Kerkhove,

 

RONDE VAN NEDERLAND.58.03e RIT (19 juni).1958

Beroepsrenners en Onafhankelijken: 1. Arie van Wetten, 2. W. Schroeders, 3. Leo van de Pluijm, 4. Adri Voorting, 5. Rik van Looy, 6. Rik van Steenbergen,

 

RONDE VAN NEDERLAND.58.04e RIT A (20 juni).1958

Ploegentijdrit: 1. Nederland 4. ,2. Belgie 1., 3. Nederland 1.,

 

RONDE VAN NEDERLAND.58.04e RIT B (20 juni).1958

Beroepsrenners en Onafhankelijken: 1. Rik van Steenbergen, 2. Peter Post, 3. Piet van Est, 4. Mies Stolker, 5. H. van den Broek, 6. P. van de brand, 7. -----, 8.------, 9. Rik van Looy, 10.-----

 

RONDE VAN NEDERLAND.58.05e RIT  (21 juni).1958

Amateurs en Onafhankelijken: 1. Jos Schils, 2. Klaas Bugdahl, 3. F. van Looveren, 4. M. Kerkhove, 5. Piet van Est, 6. Raymond Impanis,

 

RONDE VAN NEDERLAND.58.06e RIT  (22 juni).1958

Amateurs en Onafhankelijken; 1. Jo de Roo, 2. Ab Geldermans, 3. Gerrit Schulte, 4. Jos Schils, 5. Raymond Impanis, 6. Jaap Kersten,

EINDUITSLAG INDIVIDUEEL KLASSEMENT.

Beroepsrenners en Onafhankelijken:1. Piet van Est (Magneet), 29 uur 40 min. 43 sec. 2. op 1 min. 8 sec.: Post (Radium). 3. op 3 min. 29 sec.: v. d. Brand (Si-Si). 4. op 7 min. 27 sec.: Kersten (Magneet). 5. op 7 min. 30 sec.: v. Looy (Faema). 6. op.10 min. 3 sec.: Verhoef (Radium). 7. op 12 min.:

Volgden verder nog: v. 't Hof, Severeyns, v. Vaerenbergh, De  Groot, Steenvoorden, Hijzelendoorn, Kerkhove, Schoubben, v. d. Putten, Damen, Pos,_Bergmans, Mahn, Huissoon, Ziegler en Schoemakers.

PLOEGENKLASSEMENT

l. Nederland Magneet

EINDKLASSEMENT Si-Si-PREMIEKLASSEMENT

1. Peter Post (Radium)

 

RONDE VAN NOORD-HOLLAND (13 april).1958

HARRY SCHOLTEN bleef in boeiende slotfase de situatie meester en won de

13E RONDE VAN NOORD-HOLLAND

De eerste grote strijd der amateurs in het nieuwe seizoen is weer gestreden en de Ronde van Noord-Holland is ver­leden tijd Harry Scholten, de rijzige Rijswijker en een der felste demarranten uit de “aanvalsspits", is als triumfator uit deze strijd tevoorschijn getreden. En verdiend. Want reeds bij de eerste schermutselingen van betekenis was reus Scholten actief in de strijd betrokken en bovendien was hij de architect en grote bezieler van, het slotgevecht tussen Purmerend en Zaandam. Daar groeide deze dreigende klassieker van de D.T.S.ers naar een ongekend hoogtepunt. Twee trio's met Harry Scholten, Joop Hopman en Klaas de Groot in eerste en Ab Alting met de militairen Ben Teunisse en Jo de Haan in tweede positie, streden in de slotfase een onderlinge strijd, zo spannend en aantrekkelijk, dat het tweede uiteindelijk onder druk van een sterk rijdende Teunisse - in de laatste kronkels naar de finish - met de fel begeerde aansluiting bekroonde. Knappe wielerridders als Arie van Selm, Wim Klebach en Cees de Jongh, die zich zo'n zestig kilometer in de kopgroep hadden weten te handhaven en zelfs het gevecht om uit de greep van een tien man sterke jachtgroep te blijven - waardoor Wim Rogers, Henny Marinus en de jonge Hermes van het voorste plan verdwenen - hadden overleefd, waren in deze spran­kelende finale bezweken.

Het begin van deze ronde was zoals gewoonlijk weer een grote afvalwedstrijd. Er zijn zelfs renners die de officiele start op de Julianabrug niet eens meegemaakt hebben. Want reeds in het geneutraliseerde gedeelte door het Westen van Zaandam, schoten links en rechts door pech getroffenen naar de kant van de weg. En heus niet alleen voor lekke banden. Er waren er zelfs, we telden er maar liefst acht, die nerveus aan een stuur of afgelopen ketting stonden te prutsen. Zoiets mag een renner met een beetje liefde voor zijn sport en ver­antwoordelijkheidsgevoel tegenover zijn makkers toch niet overkomen. Het materiaal moet in orde zijn. Dat is een eerste vereiste. Want in vele gevallen zijn zij, die hun fiets niet naar behoren verzorgen, ook de veroorzakers van valpartijen. En daarvan zijn we ook nu weer niet bespaard gebleven. De strijd was nog niet eens goed en wel begonnen of H. Hoopman, Jan van Wetten, Van Os en enkele anderen, duikelden al, over e1kaar heen. Een lot dat nog voor „'t Heerenhuis" onder meer ook Wally Boss, Spaans, v. d. Berg, de Belg Van Dael en de Duitser Schilller trof en wat verder, in de Wijde Wormer, ook Siem Hopman, Joop Wuurman, Cees van Leeuwen (Gouda) en Gerrit van Dienst. Slechts weinigen van hen keerden terug in de hoofdmacht. Onder de rook van Purmerend wisten Van Steen, Arie de Groot en Van Wetten evenwel het -door de val­partijen opgelopen verlies weer ongedaan te maken. Zij waren overigens juist op tijd, want in De Beemster moesten de eerste zwakkeren voorgoed afhaken en dan wordt het meestal een hopeloze strijd. Daarvan kan de rappe militair Arie Braat, die op de Hoornse zeedijk voor een lekke tube uit het zadel moest, van meepraten.

Eerste aanvallen.

Pas in de contreien van Onderdendijk (67 km), waar militair Emiel Verstraete een tube zonder lucht kreeg, kwam er enig leven in de brouwerij. Zonder veel tegenstand verlieten Johny de Vries, Joh. van Beek en Theo Oudshoorn daar de reeds sterk gedunde hoofdmacht op zoek naar winst. En die kregen zij. Maar nimmer meer dan 400 meter. De grote mannen hiel­den hen nauwlettend in het oog. Op de randweg van de Wie­ringermeer naar Kolhorn, waar de Belgen Jacobs en Rik Bogaerts, Willem Broekhoff, Theo Sythof en Hein Koger van de militaire ploeg met lekke banden achterbleven, werden de drie vermetelen resoluut tot de orde geroepen. Twaalf man, t.w. Ottenbros Sr., Kuitwaard, Pronk, Hopman, Van Selm, De Haan, Bogers, De Groot, Ribbelink, Scholten, De Jongh en Klebach namen de aanval over. Het gevolg van deze acties was, dat het peloton in verschillende groepen uiteenviel. Behalve vele nationalen raakten ook de Duitse kampioen Fischer­keller en zijn landsman Piepenbrink voorgoed in de achter­ hoede. Hergroepering.

Beslissend was de uitval van het twaalftal geenszins. Achter de beschuttende duinenrij van Petten, waar de snelheid van de kopgroep aanmerkelijk daalde en de strijdlust geblust scheen, wisten tien man - Visser, Marinus, De Jong, Van Wetten, Alting en de militairen Teunisse, Rutte, Lotz, Hermes en De Vries - het verloren gegane contact te herstellen. Ook een pelotonnetje, waarin o.a. Saloro, Kuut, Van Steen, Van Dijk, Enthoven, Tel, de Duitser Reuter en de Belgen Van Huick, Dierchen en Lauwers vertegenwoordigd waren, dat aanvankelijk geheel kansloos leek, slaagde daar nog in. De hoofdmacht groeide daardoor bij Huisduinen (120 km) weer aan tot circa 35 man.

Voor Tel (lekke band) en Reuter, die na het keerpunt in Den Helder moest lossen, was de vreugde over deze hergroepering van betrekkelijk korte duur. Ook Jan Ottenbros en Toon Rutte, die samen ten val kwamen, moesten hun positie in het voorste gelid prijsgeven. Zij hadden daarbij het ongeluk dat er meteen in de kopgroep een duwtje harder op de pedalen werd ge­geven, zodat ook Ribbelink, Kuitwaard, Pronk, Solaro, Kuut, Van Wetten, Lauwers e.a. moesten afhaken.

Weer twaalf man.

Op de smalle weggetjes tussen 't Zand en De Stolpen (145 km) rukten twaalf man zich definitief los uit de kopgroep. Die twaalf waren: De Haan, Van Selm, Marinus, De Groot, De Jongh, Scholten, Rogers, Teunisse, Klebach en de verrassend goed marcherende jongeren Alting, Hopman en Hermes. Drie knapen, die vorig jaar bij de nieuwelingen de toon aangaven en ook in dit gezelschap hun partijtje dapper meebliezen.

In het tweede gelid streden Visser, De Vries, Van Steen, Lotz, Enthoven; Hugens, Steuten en de Belgen Dierchen en Van Huick, die door de aanval van de twaalf waren verrast, doch nadien aan een verwoede achtervolging begonnen. Toen deze jagers bij de Omval (180 km) de Schermerpolder inzwenkten en zij de koplopers heel dicht benaderd waren, scheen hun actie te zullen slagen. Maar in de kopgroep werd men zich dit dreigende gevaar bijtijds bewust. Bogers en Marinus werden er de slachtaffers van. En ofschoon Van Steen, Enthoven en Dierchen, die zich in deze strijd prachtig weerden, nog aan de definitieve ondergang van hun groep probeerden te ontko­men, kwam hun actie, helaas, te laat, om nog succes op te kunnen leveren. Ook zij kregen de voortijlende kopgroep - waarin Teunisse aanvankelijk Scholten nog in bedwang wist te houden, zodat Hermes in Schermerhorn moest lossen - niet meer te pakken.

Spannend slot.

De negen overgebleven koplopers snelden in gestrekte draf door Purmerend. Een eindsprint in Zaandam aan de finish? Harry Scholten had evenwel een ander finishplan in zijn hoofd en in de Wijde Wormer probeerde hij met een scherpe demar­rage zijn concurrenten de genadeslag te geven. Joop Hopman sprong meteen bij hem aan het wiel en samen reden zij voor wat ze waard waren. Niettemin wist ook Klaas de Groot zich nog bij hen te voegen. Het werd de inleiding van een boeiende finale. Want terwijl Arie van Selm, Wim Klebach en Cees de Jongh zich in deze strijd gewonnen moesten geven, bleven Ab Alting en de militairen Ben Teunisse en Jo de Haan - opge­zweept door ploegbaas Schulte - dapper doorstrijden om het verloren gegane contact te herstellen. En na een enerverende strijd, waarbij vooral Teunisse zich onderscheidde, slaagden zij, met de streep in het zicht, in hun opzet.

Dus toch nog een eindsprint met zes man. Scholten nam reso­luut de leiding en in een lange tempospurt bleef hij zijn con­currenten gemakkelijk baas. Hopman, die gedesillusioneerd door de hereniging een “gat" liet vallen, en Alting, die bij hem aan het wiel zat, speelden in deze sprint geen rol van betekenis meer. Evenals trouwens de vermoeide Jo de Haan niet.

BRON: JAN ROOSENBOOM DE VRIES

Amateurs: 1. H. Scholten, Rijswijk, de 215 km in 5 uur en 12 min.; 2. B. Teunisse, Utrecht; 3. K. de Groot, West-Graft­dijk; 4. J. de Haan, Klaaswaal; 5. J. Hopman, Egmond a. d. Hoef; 6. A. Alting, Loenersloot; 7. W. Klebach, Amsterdam; 8. C. de Jongh, West-Graftdijk; 9. A. van Selm, Den Haag; 10. R.. Dierchen, Belgie; 11. A. van Steen, Breda; 12. D. Entho­ven, Amsterdam; 13. J. Hermes, Berkel; 14. J. Hugens, Hoens­broek; 15. F. Steuten, Weert; 16. Van Huick, Belgie; 17. W. Bogers, Nieuw-Vennep; 18. A. de Vries, Waalwijk; 19. R. Lotz, Stein; 20. B. Solaro, Den Bosch; 21. J. van Wetter, Noordwijk; 22. W. Lauwers, Belgie; 23. Th. Oudshoorn, Vinkeveen; 24. C. Visser, Santpoort; 25. H. Dreske, Duitsland; 26. C. v. d. Horst, Standaard Buiten; 27. W. Dieperink, Barchem; 28. L. Timmer­mans, Roosendaal.

 

RONDE VAN NOORD-WEST-NEDERLAND (4 mei).1958

HARRY SCHOLTEN ook de sterkste in Ronde van Noord- West-Nederland

Harry Scholten uit Rijswijk, een der weinigen van de oudere wielerlichtingen die nog niet over is gegaan naar het professionalisme, is momenteel bij de amateurs een moeilijk te kloppen tegenstander. Vooral in de grote en zware wedstrijden van de lange adem, de zogenaamde “klassiekers", is hij de aankomende wielerjeugd nog de baas. Want na zijn triomf in de Ronde van Noord-Holland heeft hij zich nu ook in die van Noord-West-Nederland de sterkste getoond. Hij zegevierde op de sintelbaan van het Sportpark in Alkmaar, waar de 215 kilometer lange race werd besloten, in de eindspurt van een zestien man sterke kopgroep. Daarin hadden vooral Joop Hopman, Jan Hermes, Joop Beers, Mik Snijder en Wim van Smirren, zich in de slotfase van de strijd vergeefs beijverd om deze eindsprint te ontlopen. De zestien renners, die aan de sprintfinale deelnamen, hadden in deze Noord-West-ronde - welke in hoog en droog tempo werd betwist - een ruime voor­sprong veroverd. Een voorsprong, die zij in Zaandijk - toen er nog zo'n veertig kilometer gefietst moest worden - reeds veilig gesteld hadden. Want ondanks het feit dat de kopgroep daar geremd werd door gesloten spoorbomen, slaagde geen enkele van de geloste renners erin om daarvan te profiteren.

Er werd in deze Ronde van Noord-West, die 4 Mei j.l. voor de tiende maal door “Alcmaria Victrix" werd georgani­seerd, hard, zelfs heel hard gefietst. Het gevolg hiervan was, dat alle schermutselingen in de voorste geleverd, waarbij onder meer Balvert, Bloetjes, de 39-jarige Jan Ottenbros, Broekhoff, Jonker, Spaans en Appel zich bijzonder actief toon­den, nimmer een gevaarlijk karakter droegen. Angstvallig hielden de favorieten het gelid gesloten. Ook de zwakkere broeders konden aanvankelijk best-meekomen in deze tempo­slag. Alleen door een fikse valpartij, zoals gewoonlijk al kort na de start in de Heerhugowaard en waarbij een tiental ren­ners - o.w. Siem Hopman, Mensink, Wiersma, Siebers, Koop­man en Rene Lotz - over elkaar heen dook, werd het 150 man sterke peloton uitgedund. Van deze pechvogels wist alleen Rene Lotz zijn plaats in de hoofdmacht te heroveren. Een kunststukje dat daarvoor Theo Oudshoorn, die door een man­kement aan zijn derailleur achter was geraakt, al had geleverd.

Verbrokkeling.

Zonder enige strijd van betekenis werd Den Helder gerond.

Pas na de Marinestad, toen er al zo'n dikke zestig kilometers waren afgelegd en bij velen de vermoeidheid van het hoge tempo een woordje mee ging spreken, kwam er enige tekening in de strijd. Onder druk van verschillende aanvallen en tegen­aanvallen, die tenslotte resulteerden in een kopgroep van ruim twintig man, viel het grote peloton op de smalle en kronkelende weg naar 't Zand in verschillende groepen uiteen. Voor de Duitser Hesse, die in Julianadorp ten val was gekomen en na dit incident aan een fraaie achtervolging was begonnen, waar­bij hij de in vertwijfeling naar het handel van hun versnel­lingsapparaat grijpende Nederlanders Montulet, Konijnen- burg, Van Willigen, Rinkel, Deen, Verhoeven en Volkers uit het wiel reed, werd het met deze verbrokkeling een strijd voor een ver­loren zaak.

Niet voor een verloren zaak streed een peloton van zo'n dertig man - waarin Jan van Wetten, Rene Lotz, Mik Snijder, Ouds­hoorn en de Duitsers Gieseler, Gunzel en Holz vertegenwoor­digd waren - op het tweede plan. Toen de favorieten en demarranten in de “aanvalsspits" het zich veroorloofden om het in de Wieringermeer wat rustiger aan te doen en om uit te blazen van de geleverde inspanningen, zag dit peloton zijn vasthoudendheid beloond met een herstel van het verloren gegane contact. Ook Emiel Verstraete, Cees Rabe en Jaap Oudkerk, die, doordat zij aan een verkeerd wiel hadden gezeten of door onoplettendheid, in de derde groep verzeild waren geraakt, wisten nog voor Enkhuizen hun jacht op de hoofd­macht met succes te bekronen. Zij hadden er dik vijftig kilo­meter voor moeten fietsen en daarvan ondervonden zij in het verdere verloop de nadelige invloeden.

Onbekende demarranten.

Enkele malen hebben we een of meerdere renners hun geluk zien beproeven in uitlooppogingen. Hun namen? Die moeten we u helaas schuldig blijven omdat juist op die momenten de man met het “bord" schromelijk in zijn taak tekort schoot. En juist op hem moet men in de „klassiekers" kunnen rekenen. Want het is in dit soort wedstrijden zo gesteld, dat men als volger driekwart van de koers alleen maar getuige is van val­partijen en dat men voor het overige alleen maar renners uit de hoofdmacht ziet „lossen" of ... koeien verschrikt het wei­land ziet opdraven bij het passeren van de karavaan. Wat er op het voorste plan gebeurd blijft voor de volger groten- deels in nevelen gehuld. Pas als het veld deelnemers gedecimeerd is en er een kopgroep van tien man of twintig man is ontstaan, dan is er een gerede kans dat hij ook nog iets van wielrennen ziet in de ware betekenis van het woord.

Opnieuw strijd.

Een lekke band van Coen Niesten, waarvoor de sterke Bever­wijker in Enkhuizen (125 km) uit het zadel moest, was het sein voor een „rits" demarrages. In de tuinbouwstreek op weg naar Hoorn werd de hoofdmacht opnieuw uiteengerukt en moesten velen, waaronder een Rabe, Verstraete, Oudkerk, Bogers, Bloetjes, Ottenbros, de Duitsers Gunzel, Gieseler, Materne en Holz en verscheidene anderen, hun leidende posities prijs­geven. En er volgden er nog veel meer die moeilijkheden met het tempo of de afstand kregen. Klaas de Groot en Arie de Hoog kregen door Hoorn, toen Joop Beers een solo-actie ont­ketende, het lome gevoel van de naderende inzinking in de gespierde benen.

Een valpartij in de Beemster dunde de hoofdmacht, die toen nog uit 27 man bestond, nog verder uit. Voor Jan Rademakers, Theo Oudshoorn, de Duitser Wolfgang Conrad - die aanvan­kelijk nog een twintigtal meters doorfietste en toen krimpend van pijn in het gras langs de weg gleed - en de militairen De Vries en Jo de Haan was de strijd door deze valpartij gestre­den. Henk Hendriks, Jan van Wetten, Jan Jonker, Theo Sythoff en Raats hadden er een niet meer te overbruggen achterstand door opgelopen. De jonge Balvert werd in Purmerend door een lekke band uit de kopgroep gewipt, zodat er nog maar zestien man aan de leiding overbleven.

Demarrages.

Van deze leiders beraamde de in Goes wonende Zaankanter Joop Beers bij het naderen van zijn geboortestreek een nieuwe uitlooppoging. Maar ook nu gaven zijn concurrenten hem geen kans voor een beslissende ontsnapping. Het gevaar werd in de kiem gesmoord. Meer gevaar school er voor de kopgroep in de gesloten spoorbomen van Zaandijk. Doch de veroverde voor­sprong bleek toen reeds zo groot, dat geen enkele van de ach­terblijvers erin slaagde om deze kans op hereniging te benutten.

Na dit oponthoud werden de demarrages talrijker. Maar zij allen leden schipbreuk op het hoge tempo en de attentheid van de snellere finishers. Want wat of Henny Marinus en Mik Snijder, die in Westzaan een aanval lanceerden, Jan Hermes, die zich in de Wijkermeer als een strijdvaardig demarrant ont­popte, Joop Hopman, die vooral in de slotfase steeds driftiger naar het wapen van zijn demarrage greep, Joop Beers en Wim van Smirren ook probeerden, zij kregen geen kans. Harry Scholten, die niet verzuimde om op gepaste tijden zelf in het offensief te gaan, Jan Groot, Coen Visser, Bennie Teunisse, Ab Alting, die ook in Noord-Holland zo puik voor de dag kwam; Leo Timmermans, Toon Rutte, die met een gebroken zadel kampte, Rene Lotz, Dik Enthoven en Joop Gudde hielden het gelid gesloten.

Pas op de sintelbaan van het Alkmaarse Sportpark werd deze strijd definitief beslist. Met een lengte voorsprong op Jan Groot, die bij de binnenkomst van het Sportpark nog de lei­ding had, snelde Harry Scholten als triomfator over de eind­streep.BRON: JAN ROOSENBOOM DE VRIES

Amateurs: 1. H. Scholten, Rijswijk, de 215 km in 5 uur 11 min. en 26 sec.; 2. J. Groot, Beverwijk; 3. C. Visser, Sant­poort; 4. B. Teunisse, Utrecht; 5. H. Marinus, Amsterdam; 6. J. Beers, Goes; 7. J. Hopman, Egmond a. d. Hoef; 8. A. Alting, Loenersloot; 9. ex aequo: L. Timmermans, Roosendaal; A. Rutte, Haarlem; M. Snijder, Halfweg; W. van Smirren, Amster­dam; 13. J. Hermes, Berkel; 14. R. Lotz, Steyn; 15. D. Enthoven, Amsterdam; 16. J. Gudde, Amsterdam; 17. F. Gieseler, Duits­land; 18. Th. Sythoff, Rotterdam; 19. J. Jonker, Amsterdam; 20. E. Verstraete, Eede; 21. A. van Selm, Den Haag; 22. W. Gun­zel, Duitsland.

Met Visser, Teunisse, Timmermans, Rutte, Hermes en Lotz waren de militairen, die het ditmaal zonder de steun van ploegleider Gerrit Schulte moesten stellen en dus geheel naar eigen initiatief en inzicht moesten handelen, goed vertegen­woordigd in de voorste linie. En had niet die valpartij in de Beemster hen parten gespeeld, dan zouden ook Jo de Haan, Theo Sythoff en De Vries wel dichter geeindigd zijn.

 

RONDE VAN OVERIJSSEL (26 juli).1958

HARRY SCHOLTEN wint een schitterende Ronde van Overijssel

Anton van der Steen en Jan Rademakers tweede en derde

De Hagenaar Harry Scholten, een stevige gebruinde knaap, beschikt nog altijd over een eindschot, zoals er maar weinig amateurs in Nederland zijn. Ook in Overijsel kwam die eind­sprint, die zo langzamerhand befaamd begint te worden, schit­terend van pas. Harry Scholten behoorde tot een kopgroep van twaalf renners, waarin alle sterke amateurs van Nederland waren vertegenwoordigd. Toen de meute Rijssen, het rustieke Overijselse plaatsje, ruim vijf uur na de start, weer binnen­trok, was het Scholten, die over de beste eindsprint beschikte en Anton van der Steen op twee lengten hield en daarachter Jan Rademakers naar de derde plaats verwees.

Het was een spannend slot van een bijzonder goede ronde met het sterkste amateursveld aan de start, dat men zich maar kan denken. ,.

De overwinning van Scholten mag men daarom hoog aanslaan en de Hagenaar onderstreepte hiermede zijn candidatuur voor een plaatsje in de ploeg van Reims. Dat deden er trouwens nog meer. Anton van der Steen bijvoorbeeld, de stoere Bra­bander, die de laatste weken in constante vorm verkeert. Dat deed ook Jo de Haan, onze landskampioen die een pracht koers reed samen met de Hagenaar Ab van Egmond, de Limburger Rene Lotz, de Utrechter Ben Teunisse en de Zeeuw Piet Rent­meester. Wij menen dat deze zeven renners wel de ploeg van Reims zullen gaan vormen, nadat een van hen nog als reserve zal fungeren.

Lof hebben wij overigens ook voor de prestatie van Jan Rade­makers, de provinciale kampioen van Utrecht, die vriend en vijand verraste met zijn derde plaats, voor de sterke sprinters, maar de Domstadbewoner had in andere klassiekers te veel tegenslag waardoor de aandacht van de Sportcommissie niet te veel op hem gericht zal zijn.

Hoe het ook zij, deze Ronde van Overijsel mocht er zijn en was een beste en bovenal spannende koers, waarvoor de volgers in de karavaan nog wel eens recht gingen zitten. De organisatie was prima, ook al vonden wij dat de rode vlag nog wel eens wat te veel werd gebruikt. Wanneer er geloste renners zijn kunnen wij indenken dat men een “gaatje" tussen de gelosten en het peloton houdt, maar men ziet snel genoeg of de betrok­ken renners nog kunnen aansluiten, dan wel van het parcours verdwijnen. Soms moest de lange karavaan vele minuten on­nodig achter een renner blijven, die met een grote inzinking worstelde.

De strijd.

Wij gaan terug naar de start in Rijssen waar een goede 100 renners door een duizendkoppige menigte uitgeleide werd gedaan. Reeds na 7 km noteerden wij de eerste pechvogel, dit­maal de Limburger Hendriks uit Schaesberg, die een lekke tube opliep. Twee km verder waren er al drie Duitsers gelost. Wiedenbriick, Blasel en Paptrotny bleken bij lange na niet uit het goede rennershout gesneden en losten. Later zouden wij alle Duitsers nog ontmoeten, zij het nadat zij achter waren. Na 14 km kwam er plots een valpartij. Een motorordonnans veroorzaakte brokken. De Limburger Roth uit Waubach was de grootste pechvogel, met enkele wonden moest hij achter blijven. Ook Ben Teunisse en A. de Vries waren bij de val be­trokken. Zij moesten heftige strijd leveren om eerst 15 km later weer aansluiting te krijgen bij hun collega's van het pelo­ton. Dat was een knap staaltje coureurswerk. Bij de doorkomst van Enschede noteerden wij weer nieuwe achterblijvers. C. Middelkamp (Almelo), M. Strengers, en de Keistad- bewoners Van Hoeyen en Burgstede, konden het straffe tempo niet meer volhouden en losten op de schitterende wegen van het Oosten. Er waren 62 km gereden toen Ben Pothuizen de pijp aan Maarten gaf en daarna volgden de zwakkere broeders elkaar vlot op. Zij vielen als rijpe appels van de stam.

Verder joeg de karavaan naar Vriezenveen waar de soigneurs al ongeduldig met hun fouragezakjes liepen te ijsberen. Toen de meute de ravitaillering bestormde bleek ook de slag geval­len; 19 renners lagen op kop. Alle grote “vedetten" behoorden tot de kopgroep. Jo de Haan, onze kersverse kampioen, leidde de dans. Verder behoorden tot de kopmannen de klassieker­winnaars Hennie Marinus, Rene Lotz, Ab van Egmond, Ben Teunisse, Harry Scholten en Van der Steen. Daarnaast troffen wij aan de kampioen van Utrecht, Jan Rademakers, de stoere Zeeuw Piet Rentmeester, de Brabander Cees van Amsterdam, Niesten, Enthoven, Van Tiem, De Vries, Hopman, Dieperink, Henk Nijdam, Boom en Van de Ven. Een kopgroep die sterk genoeg van inhoud was om alles wat achter hen volgde, in een slag kansloos te maken. Het helse tempo deed de 19 dapperen steeds verder hun voorsprong opvoeren. Maar toch zou de groep gedund worden. In Nijverdal moest de arme Hopman van zijn karretje, hij reed een tube aan flarden. Na 170 km moest Frans van Tiem zijn makkers laten gaan en huilend stapte wat verder Boom van zijn fiets, door krampen geplaagd. De wielersport kan hard zijn....

Piet Rentmeester vond intussen de groep te groot. Nadat de Zeeuw in Deventer een premie op zak stak, leidde hij een nieuwe aanval in. De Hagenaar Ab van Egmond en de kam­pioen Jo de Haan sprongen aan zijn wieltje. Het wielertrio deed het zo sterk dat de grote groep verrast bleek. Snel namen De Haan, Rentmeester en Van Egmond toen een voorsprong van een minuut en 10 seconden. De strijd scheen gestreden, maar toen de volgers nog een klein kansje rookten werd deze ook meteen benut. Het werd een slagveld en toen de kruit­dampen optrokken bleken Hennie Marinus, J. de Vries Van Amsterdam en Nijdam zelfs gelost. Zij bleven kansloos achter. De strijd naderde toen zijn hoogtepunt. Het werd een gevecht van negen volgers tegen drie kopmannen. Het werd bovendien het spannendste slot dat men zich kan denken. Het rustieke Goor werd in vliegende galop genomen. Het eerst door Jo de Haan, Piet Rentmeester en Ab v. Egmond. Daarachter volgden Lotz, Niesten, Teunisse, Rademakers, Enthoven, Van der Steen en Scholten. Maar onder de rook van Rijssen kwam het hoog­tepunt. De volgers kregen de drie kopmannen in het zicht en stortten zich even later op hun prooi. De sprint zou toen de be­slissing brengen, maar voor dat het zover was demarreerde eerst nog Dick Enthoven in de straten van Rijssen, maar en­kele honderden meters voor de finish kwam Harry Scholten in zijn gewenste positie en de Hagenaar demonstreerde duide­lijk dat hij de snelste was. Met twee lengten winst op de sterke Brabander Van der Steen snelde hij over de finish. Jan Rade­makers verraste daarna met een prachtige derde plaats en toen volgden De Haan, Van Egmond, Lotz en de rest.

Harry Scholten ging even later in de bloemen, enthousiast toegejuicht door de duizenden, die ook hun streekgenoot Die­perink uit Barchem, die zich zo fraai handhaafde, een welver­diend applaus gaven.

Met trots mag Scholten op deze uitslag terugzien, een uitslag die bevochten werd op de sterkste amateurs van Nederland. Zijn candidatuur voor Reims had hij niet deter kunnen onder­strepen.BRON: HANS VAN DE KAMP

Amateurs: 1. Harry Scholten, Den Haag, 220 km in 5 uur 26 min. 4 sec.; 2. Anton van der Steen, Etten; 3. Jan Radema­kers, Utrecht; 4. Jo de Haan, Klaaswaal; 5 Ab van Egmond, Den Haag; 6. Coen Niesten, Beverwijk; 7. Rene Lotz, Stein; 8. Ben Teunisse, Utrecht; 9. Piet Rentmeester; Ierseke; 10. Dick Enthoven, Amsterdam; 11. Van der Ven, Vlijmen; 12. Diepe­rink, Barchem; 13. op 8 min. 25 sec. Cees van Amsterdam (Bre­da); 14. John de Vries, Amsterdam; 15. Henk Nijdam, Eelder­wolde; 16. Hennie Marinus, Amsterdam.

 

RONDE VAN STEENBERGEN (4 mei).1958

Amateurs: 1. H. Nijdam, Eelderwolde; 2. J. v. d. Klundert, De Heen; 3. J. v. Geel, Halsteren; 4. G. v. Straten, Schiedam; 5. C. van Leeuwen, Wassenaar, 6. W. Swaneveld, Dordrecht; 7.P. Goorden, Nispen; 8. Rikkers, Nieuw-Vennep; 9. A. Bie­mans, Ulvenhout; 10. P. Boeren, St. Willebrord.

Nieuwelingen: 1. Jan Janssen, 2. Ton Kleppe, 3. H. Kersbergen,

 

RONDE VAN ZUID-HOLLAND (15 juni).1958

Eindsprint van Leen van der Meulen sleet in zware slag

AB VAN EGMOND -nu winnaar Ronde van Zuid-Holland

Na zijn schitterende rijden in Warschau-Berlijn-Praag en de victorie in Olympia's Toer door Nederland, heeft Ab van Egmond Zondag in de Ronde van Zuid-Holland bewezen, dat zijn forme nog niets heeft geleden. Hij toonde dat de wieler­liefhebbers die zich aan de eindstreep hadden geschaard op ondubbelzinnige wijze, want om de triomf in deze Ronde te behalen, moest hij zich de vechtjas Leen van der Meulen van het lijf houden en daarin slaagde Van Egmond met precies een kwart wiel.

De Ronde van Zuid-Holland heeft het bijna geen moment zon­der goede sport behoeven te doen. In de aanvangskilometers waren er slechts mensen, die door malheur niet meer terug­keerden, maar toen er nauwelijks 20 kilometers onder de wielen waren doorgegleden, begon de course reeds in alle hevigheid. Er scheidde zich namelijk een kwartet van het peloton af, dat wel niet tot de favoriete coureurs gerekend kon worden op een uitzondering na, maar dat zo serieus tewerk ging, dat de ontsnapping van de vier korte tijd een bedreiging is geworden. Van Dijk (Lisse), de Amsterdammers Jan Jonker en Costa en de Leidse coureur Van Gent zetten er namelijk haast achter en dat betekende vijftien kilometer verder reeds een winst van anderhalve minuut. De vluchters behielden die winst in de kilometers die daarop volgden en dat was een prestatie op zichzelf, want er gebeurden in het peloton dingen, die een aan­zienlijke verhoging van het tempo betekenden. Ad van Steen namelijk kreeg een lekke band en deze sterke man wilden de favorieten best kwijt. Er werd een duw meer op de pedalen gegeven, maar Adri van Steen keerde terug. Tegen zijn solo, na het omwerpen van een nieuwe tube, was het gehele peloton niet bestand. Maar de hoofdmacht zou deze sterke Brabander toch kwijtraken, alleen op een onaangename wijze. Van Steen was nauwelijks op zijn basis weergekeerd, of in een bocht kwam hij met Hermes ten val en zijn rijwiel werd dermate verminkt dat verder rijden niet mogelijk was. Militair Hermes kon zich niet lang daarna wel tussen de anderen scharen. omdat hij de steun kreeg van mede-dienstplichtige Toon Rutte. Deze korte wielerhistories in de Ronde van Zuid-Holland had­den enkele even korte, maar felle jachten teweeggebracht, maar het viertal trok zich daar weinig van aan. Twee volle minuten bereikten zij na 58 km, maar toen was het met de dapperen gebeurd. De kloof werd zienderogen kleiner, totdat na 76 km strijd het peloton in gesloten gelederen op Stolkwijk afstevende. Voor niet lang overigens, want in deze contreien deed Leen van der Meulen voor de eerste maal van zich spre­ken. Dat was, toen de onverzadigbare.Van Dijk opnieuw de­marreerde en Van der Meulen samen met Dick Enthoven en de kleine Helsloot aanhaakte. Voor de vermoeide Van Dijk was het lot snel beslist en het Amsterdamse trio dat overbleef kreeg de versterking van acht man nadat zij zich gedrieen een indrukwekkende voorsprong hadden veroverd in nog indruk­wekkender korte tijd, twee minuten. Acht man kregen dus aansluiting, Van Egmond, Ten Dam, Van Straten, Jonker, Kou­wenhoven, Hermes, Rutte en Muilwijk. Met deze ontsnapping was een belangrijke slag gevallen. Uit het peloton met nog sterke vertegenwoordigers kreeg niemand meer aansluiting en met nog veertig kilometers voor het stuur werd de beslissing geforceerd. Door Leen van der Meulen, die fel wegspurtte, aanvankelijk alleen T'oon Rutte meekreeg, maar tenslotte toch ook het gezelschap moest dulden van Van Egmond, Ten Dam, Hermes en Enthoven. Deze zes coureurs moesten in een schit­terende sprint uitmaken wie de Ronde van Zuid-Holland na zoveel strijd op zijn naam kon krijgen en dat was, met een kwart wiel verschil slechts, Ab van Egmond, met Leen van der Meulen als tweede man.

Amateur en Onafhankelijken: l. A. van Egmond (Den Haag), 200 km in 5 uur 6 min. 9 sec.; 2. L. v. d, Meulen (Amsterdam), 3. J. Hermes (Berkel), 4. A. Rutte (Haarlem), 5. D. Enthoven (Amsterdam), 6. L. ten Dam (Rijswijk). Op 2.07 min. 7. A. Helsloot (Amster­dam), 8. J. Jonker (Amsterdam), 9, C. Kouwenhoven (Leid­schendam), 10. P. Muilwijk (Rotterdam), 11. F. Hofmans (Etten). Op 5.49 min. 12. G. van Straten (Rotterdam), 13. G. van Dienst (Oud-Beijerland), 14. P. Geluk (Rotterdam), 15. J. Jongejan (Rotterdam).

 

ROOSENDAAL (21 juni).1958

Amateurs: 1. Cees van de Horst, 2. Toon van Hout, 3. Jos Aanraad,

 

ROOSENDAAL (11 september).1958

Beroepsrenners: 1. Adrie Wuijts, 2. Wim van Est, 3. Frans van Looveren (B),

 

ROSMALEN (29 juni).1958

Amateurs: 1. Cor van Engeland, 2. Bart Solaro, 3. Tinie van Lee,

Nieuwelingen: 1. Piet Deenen, 2. Nico Lute, 3. Leo van Lokven,

Adspiranten: 1. Bert Osendorp, 2. Koen Plieger, 3. A. de Ridder,

 

ROTTERDAM.CROOSWIJK (20 juli).1958

Amateurs en Onafhankelijken, 90 km in 2.10.25 uur: 1. M Breure (Rotterdam), 2. op 5 sec. G. van Straten (Schiedam), 3. P. v. d. Burg (Bleiswijk), 4. J. Hermes (Berkel), 5. op 20 sec. L. v. d. Leur (Rotterdam), 6. op 55 sec. H. van Bastelaar (Rot­terdam), 7. J. Mesters (Den Haag), 8. P. Muilwijk (Rotterdam), 9. Th. Sijthoff (Rotterdam), 10. K. Bom (Kwintsheuvel).

Nieuwelingen, 60 km in 1.28.38 uur: 1. J. Jansen (Nootdorp), 2. op 26 sec. W. Schuling (Den Haag), 3. D. Groeneweg (Numans­dorp), 4. R. Liebrechts (Vlaardingen), 5. H. v. d. Weyden (Utrecht), 6. J. Andeweg (Barendrecht), 7. E. Riethoff (Haar­lem), 8. P. Hermes (Berkel), 9. J. Spoormaker, 10. Piet Verwey;

 

ROTTERDAM.FEIJENOORD (30 april).1958

DE RONDE VAN FEIJENOORD

                                      PIET RENTMEESTER klopte snelle rivalen ....

Om twee redenen was de finale van de ploegenkoers in Rotterdam een be­paald enerverende te noemen. Belang­rijk was uiteraard allereerst, te zien wie als eerste over de streep zou snellen na de 100 km lange koers, waaraan niet minder dan 23 teams van 6 man uit Ne­derland, Duitsland en Luxemburg had­den deelgenomen. Daarnaast keek men langs het traject aan de Maashaven reik­halzend uit naar de ontknoping, welke de spurt van een elf man tellende vluch­tersgroep zou gaan brengen met het oog op de ploegenklassering. Immers, met nog hooguit een kleine 20 km voor de wielen hadden zich tien man van het toen flink geschonden peloton weten af te scheiden. Hierin bevonden zich twee man van de ingezette militaire ploeg, welke al na enkele ronden Benny Teu­nisse moest missen door een lekke band. Deze twee, Jan Hermes en Coen Visser, vonden voorts in hun nabijheid twee Pedaalridders: de nog altijd onvermoei­bare Gerrit van Straten en Henk van Bastelaar, terwijl Henk Giesen met een mooi sprongetje naar de kopgroep over­wipte en er voor zorgde, dat mede door de aanwezigheid van Theo Sijthoff nu ook twee Feijenoorders voorin kwamen te zitten. In de kopgroep zaten verder nog de Olympiaan Jan Groot, Coen Nies­ten (Alcmaria Victrix), Mik Snijder (De Bataaf), Piet Goorden (Helpt Elkander) en als enige vertegenwoordiger van „Theo Middelkamp". dus Pietje Rent­meester, die zich prepareerde op zijn negende overwinning in dit seizoen.

Bij het ingaan van de laatste ronde (21/2 km) kwam militair Jo de Haan uit Klaaswaal met een kleine voorsprong voorbij de finish. Aan het hoofd van het peloton, waaruit Werner Swaneveld (Feijenoord) een ronde eerder vergeefs had getracht weg te komen, reed de blon­de Rene Lotz, de vierde militair. Even leek het erop, dat de Feijenoorders be­rustten, maar het was tenslotte weer Swaneveld, die de militaire linie wist te doorbreken en ofschoon hij liever bij de allereersten was geeindigd, was het hem als twaalfde aankomende overigens een grootgenoegen te kunnen vernemen, dat hij als derde man van zijn club had bij­gedragen tot een Rotterdamse ploegen­overwinning. Zes horloges vormden hun beloning naast vanzelfsprekend de nor­male prijzen. Jo de Haan werd dertiende. Rentmeester won de koers door in de laatste ronde allen van zich af te schud­den om zodoende te ontkomen aan een sprintnederlaag tegen renners, die hem in de spurt best wel eens de baas hadden kunnen zijn.

Piet reed een beste koers. Hield een wa­kend oogje in het zeil, wanneer het tem­po wat werd opgevoerd, spurtte mee wanneer premies te vergeven waren en was op het juiste moment aanwezig, toen de slag viel.

De Rotterdammer Wil Bravenboer won de leidersprijs door zijn opvallend ge­makkelijk rijden na circa 30 km en on­geveer halfkoers. Bravenboer, die even­als Sijthoff in militaire dienst is, maar voor zijn club aantrad, kwam echter ver­der in het stuk niet voor. Trouwens hij reed in Rotterdam zijn eerste wedstrijd na een onlangs gedane val.

De Pedaalridders misten een “derde man" en moesten nu de derde ploegen­prijs aan „Theo Middelkamp" laten door­dat twee man van -deze club onder -de eerste vijftien eindigden.

De ochtendwedstrijd werd gewonnen door Gijs van Leeuwen uit Wassenaar, die kort voor tijd ging “lopen" uit een kopgroep, waarin zich niet minder dan vier man uit het Brabantse Vlijmen be­vonden. Nico Walraven was van hen de snelste, maar tevree was hij -hoe kan het ook anders - bepaald niet.. . .

De Rotterdamse renner Leen v. d. Flier deed van zich spreken door bijzonder energiek optreden, het daardoor in de wacht slepen van de leidersprijs - even­als 's middags een nieuw costuum - en een alleszins fraaie vierde plaats.BRON: DE LEEDE

Amateurs en Onafhankelijken: 1. P. Rentmeester (Th. Middelkamp), in 2 uur 25 min. 56 sec.; 2. J. Groot (Olym­pia); 3. C. Visser (Militair); 4. G. van Straten (Pedaalridder); 5. Th. Sijthoff (Feijenoord); 6. H. Giesen (Feijenoord); 7. C. Niesten (Alc. Victrix); 8. M. Snijder (De Bataaf); 9. P. Goorden (Helpt Elkan­der); 10. J. Hermes (Militair); 11. H. v. Bastelaar (Pedaalridders); 12. W. Swane­veld (Feijenoord), op 1.21; 13. J. de Haan (Militair), op 1.35; 14. J. Duinkerke (Th. Middelkamp); 15. P. v. Hees (Th. Mid­delkamp); 16. G. Renders (Wilhelmina); 17. N. v. Keulen (Kennland); 18. M. Breu­re (Feijenoord); 19. Th. Schreiber (Luxemburg); 20. P. Muilwijk (Feije­noord).

Clubs: 1. Feijenoord, 23 pnt.; 2. Militai­ren, 26 pnt.; 3. Theo Middelkamp, 30 pnt.

Ochtendwedstrijd: 100 km.

Amateurs; 1. G. van Leeuwen, Wassenaar, in 2 uur 28 min. 30 sec.; 2. N. Walraven, Vlijmen, op 57 sec.; 3. J. Stolk, Zwijndrecht; 4. L. v. d. Flier, Rotterdam; 5. G. Linders, Jut­phaas; 6. J. Vos, Roosendaal; 7. A. die Vries, Vlijmen; 8. H. v. d. Ven, Vlijmen; 9. F'. v. d. Weerd, Vlijmen; 10. B. Idema, Dordrecht; 11. H. Rasenberg, Terheijden; 12. W. Braat, Helmond; 13. J. Gudde, Amsterdam; 14. H. Veldhoven, Schie­dam; 15. J. Kooij, Dordrecht.

 

ROTTERDAM.KATENDRECHT (3 augustus).1958

Amateurs: 1. Leen van de Leur, 2. G. van Straten, 3. Theo Sijthoff, 4. A. Jongejan, 5. G. van de Berg, 6. Jan Stolk, 7. Ger Kreukniet, 8. C. Kouwenhoven, 9. F. van Veldhoven, 10. Jac Mesters,

Junioren: 1. J. Stam, 2. J. Spoormaker, 3. Rudie Liebrechts, 4. F. de Jonge, 5. J. Andeweg, 6. A. Goudswaard, 7. P. Heinig, 8. E. Farenhout, 9. C. Kros, 10. L. van de Berg,

 

ROTTERDAM.WITTE DORP (23 augustus).1958

REGEN VERKNOEIDE WITTE DORP-RONDE.

De wijze, waarop Leen van der Leur zich wist te herstellen na de misere, welke over de renners kwam, toen een mals regen­tje een deel van het traject rond het Witte Dorp tot bijzonder gevaarlijk terrein had gemaakt, heeft zonder meer duidelijk doen uitkomen, dat Leen er een is of wordt met het vermogen om in moeilijke omstandigheden door te bijten.

Daarmee zij geenszins gezegd, dat de renners, die na enkele malen gevallen te zijn en ook die renners, welke hiervan ver­schoond bleven, geen gelijk hadden, toen zij op zeker ogenblik maar liever afstapten. O nee, zij hadden echt wel gelijk. Het was uitermate gevaarlijk en het was waarlijk niet noodzakelijk en verplicht body en materiaal op te offeren. Nico Walraven behoorde met Kreukniet en een vijftal anderen tot een groep welke het eerst tegen de vlakte ging in, een der bochten. Eerst­genoemde was er niet best aan toe met een gapende hoofdwond en enkele andere wonden, terwijl Kreukniet door diens ste­vige smak ernstige klachten had over de rug. Beiden beland­den in een ziekenauto. De strijd werd gestaakt door v. Straten, Kouwenhoven, Koevermans, Scholten, Kool, Verheul, Geluk, Hermes en ook door Teunisse, over wiens komst naar Rotter­dam wij ons eigenlijk wel iets hadden verheugd.

Al deze zaken beinvloedden de wedstrijd in zoverre, dat van de acht man, die op weg naar een ronde voorsprong (1100 meter) waren getogen na 40 km koers, er zes aansluiting konden krij­gen met het griezelig aarzelend door de bochten wringende peloton, waaruit de sterke kern nu min of meer ontbrak. Deze zes waren v. d. Leur, Swaneveld, Stolk, v. d. Putten, Van Duin en Jongejan. Van hen reed Jongejan lek, terwijl Spoormaker en Balvert op het kritieke moment net de boot misten. Beiden hadden overigens op bewonderenswaardige wijze deelgenomen aan de mooie race en hierin hun partij prima meegeblazen. Het gevaar, dat opdoemde, toen Snijder en de ook bij ons graag geziene Amsterdammer Zantman na bijna 80 km koers weg­liepen om te trachten hun ronde weg te werken, werd op tijd door v. d. Leur gezien. Hij ontdeed zich van zijn naaste con­currenten en zag kans een aanval, welke ,Jantje" Stolk in de laatste kilometers op hem inzette, resoluut af te slaan. Met Snijder en Zantman snelde hij over de meet, met dien verstan­de, dat deze twee nog een ronde verder moesten dan hij. Stolk arriveerde een halve minuut later.

Amateurs en Onafhankelijken: 1. v. d. Leur, Rotterdam, ca. 95 km in 2 uur 22 min. 3 sec.; 2. J. Stolk, Zwijndrecht, in 2.22.33; 3. W. Swaneveld, Dordrecht, in 2.23.21; 4. J. v. d. Put­ten, Den Haag; 5. H. v. Duin, IJmuiden; 6. M. Snijder, Halfweg, in 2.23.40; 7. P. Zantman, Amsterdam; 8. L. ten Dam, in 2.23.55; 9. Fr. Balvert, Amsterdam; 10. J. Jansen, Nootdorp; 11, v. d. Berg, Wateringen; 12. M. Breure, Rotterdam; 13. J. Spoor­maker, Rotterdam; 14. W. Bor, Den Haag; 15. P. v. d. Burg, Bleiswijk; 16. J. Mesters, Den Haag (lek gereden en vroeg uit kopgroep teruggeslagen); 17. G. v. Dienst, Oud-Beijerland; 18. H. Brinkman, Rotterdam; 19. J. v. Gent, Leiden; 20. W. Fens, T'erheijden.

Winnaar v. d. Leur kreeg ook de leidersprijs.

ROB VAN SMIRREN IN DE „BONEN" . . .

De nieuwelingenronde van Het Witte Dorp werd gewonnen door Dik Groeneweg uit Numansdorp, een wat je noemt „lin­ke" jongen, die tijdens de koers bar weinig, of laten we zeggen weinig of niets onderneemt, maar als het er op aankomt in de eindspurt netjes op zijn plaats is. De Amsterdammer Van Smirren reed een goede wedstrijd, ging er een keer vandoor, maar kon toen, na ca. 22, km, voor het overige geen potten breken. Nog wat later zat hij in een groepje vuchters met T'er­gouw, v. d. Burg, v. d. Touw, Schuling, Everts (leidersprijs­winnaar), Den Braber en De Wit, maar opnieuw was er het peloton om een einde aan alle plannen te maken. Tien ronden voor tijd gingen Verheul en Peters lopen. Peters vloog 4 ron­den later de bocht uit, waarna Verheul, die nog even gezel­schap kreeg van De Jonge, die zich eens wat meer op de spurt moet toeleggen, in de groep terugkwam. Pogingen van De Waard en Stolk, daarna ondernomen, faalden en met nog een ronde te rijden - horen en zien verging door het luiden van de bel.. . . - snelde v. Smirren met een hand in de lucht triom­ferend over de meet.... Net anderhalve minuut later waren tien man hem in de eindsprint te vlug af.

BRON: DE LEEDE

Nieuwelingen: 1. D. Groeneweg, Numansdorp, ca. 58 km in 1 uur 29 min. 34 sec.; 2. W. Schuling, Den Haag; 3. T. v. d. Burg, Bleis­wijk; 4. R. Redeker, Amsterdam; 5. W, Jansen, Noordwijk; 6, L. van Dongen, Made; 7. H. de Jong, Delft; 8. P. v. d. Touw, Den Haag; 9. F. v. Lachterop, Amsterdam; 10. P. v. d. Touw, Rijswijk; 11. R. v. Smirren, Amsterdam; 12. W. Tergouw, Utrecht.

 

RUINERWOLD (23 augustus).1958

VECHTLUSTIGE PAUL NIEUWKAMP GREEP ZEGE IN RONDE VAN RUINERWOLD.

Paul Nieuwkamp uit Borne heeft Zaterdag in de Ronde van Ruinerwold een uitstekende prestatie geleverd door, na een geweldige achterstand ingelopen te hebben, die hij door een lekke tube verkreeg, deze ronde met ruime voorsprong op renners als de kampioen van Drente Henk Reinders, Rolf Steinbach en Ben Schimmelpenninck, op zijn naam te brengen. Er werd van meet af fel gestreden tussen de 60 van start ge­gane renners. Bepaald pech had de nieuwelingenkampioen van Overijsel Harry Rouweler, toen hij bij een val betrokken werd en door materiaalpech werd uitgeschakeld. Buitengewoon ac­tief toonden zich van meet af renners als Siem Rood, Ben Schimmelpenninck, Rolf Steinbach, Henk Reinders, Paul Nieuwkamp, Roel Hendriks, Wim Bruins, Piet Appelman, H. Leferink en A. Groen. Deze knapen waren het, die het tempo er in hielden. Iedere uitlooppoging werd door deze renners, die aan elkaar gewaagd waren, verijdeld.

Na Harry Rouweler kreeg favoriet Paul Nieuwkamp halver­wege de koers een lekke tube. Het van fiets verwisselen kwam Nieuwkamp op een halve ronde te staan. Hetzelfde lot onder­ging de kleine sympathieke Rolf Steinbach, die evenals Paul Nieuwkamp tot de ernstigste candidates voor de zege be­schouwd werd in deze Ronde van Ruinerwold.

Een zeer zware opgave dus voor deze twee vechtjassen, om de verkregen achterstand op het fel jagend peloton goed te ma­ken. Hoe het ook zij, men slaagde er in. Na acht ronden kreeg Paul Nieuwkamp aansluiting en een ronde later viel Rolf Steinbach verdiend applaus ten deel van het talrijke publiek, toen hij bij het peloton was. Wijselijk bleven de twee pech­vogels even tussen-de-wielen. Niet lang evenwel, want vier ronden later, met nog ca. 10 km voor de boeg, demarreerde Paul Nieuwkamp plotseling geweldig. De renner uit Borne verkreeg steeds meer voorsprong en met ruime winst finishte hij als eerste. Drie ronden voor het einde was ook Henk Rein­ders uit het peloton weggesprongen, daarbij geholpen door zijn clubgenoten Wim Bruins en Roel Hendriks, die het peloton tactisch afstopten. Reinders werd eervolle tweede.BRON: BEN ZOMERDIJK

De volledige uitslag van deze ronde, die op uitstekende wijze werd georganiseerd door de wielervereniging De Peddelaars uit Hoogeveen, was:

Nieuwelingen: 1. P. Nieuwkamp, Borne, 60 km in 1 uur 46 min. 14 sec.; 2. H. Reinders, Ruinerwold; 3. H. Leferink, St. Isidoreshoeve; 4. R. Steinbach, Kampen; 5. A. Groen, Steen­wijk; 6. B. Doldersum, Hengelo; 7. R. Appelman, Wervershoef; 8. R. Hendriks, De Wijk; 9. H. Wagteveld, Steenwijk; 10. Sik­kema, Nijbeets; 11. S. Rood, Emmeloord; 12. H: Vos, Dedems­vaart; 13. W. Bruins, Zuidwolde; 14. B. Schimmelpenninck; 15. A. Weustink, Enschede.

De prijs voor de strijdlustigste renner ging naar Paul Nieuw­kamp.