JAARGANG 1955 WEDSTRIJDEN R |
RAAMSDONKVEER.(30
mei).1955 ONAFHANKELIJKE KONINGS
ZEGEVIERDE IN RAAMSDONK. In Raamsdonksveer
zorgde men weer voor een uitstekend veld deelnemers, waarin zich
verschillende onafhankelijken bevonden. Jantje Konings bevestigde zijn
reputatie als criteritimspecialist. De bloemen gingen naar Breda. Daarvoor
had hij veertien meter voorsprong op Van de Borst, Stroomer, Hagenaar, Van
den Broek, Van Oosterhout, Jacobs, Bruggenkamp, De Vree. De Dussenaar Van der
Pluijm kwam op een ronde terecht. Amateurs: 1. Jan Konings, 2. Cees van de Borst, REUSSEL.(26
juni).1955 Amateurs: 1. Bert van Laarhoven, 2. Ben Teunisse, 3. Antoon van Engelen, Nieuwelingen: 1. Hennie Jongerius, RHOON.(3
september).1955 Amateurs: 1. Arend van ’t Hof, 2. Joop van de Putten, 3. Ab
van de Putten, RIED.INTECLUB.(4
september).1955 Amateurs: 1. N. Kleefstra, 2. J. Agter, 3. J. Rinsma RIJEN.(7
augustus).1955 Amateurs: 1. Braspenning, Zundert; 2. De Jongh, Made; 3. Kr. Post,
Nieuw-Vennep; 4. v. d. Pluym, Dussen; 5. De Vree, Breda; 6. Sonnemans,
Geldrop; 7. De Bruijn, Roosendaal; 8. Verhoef, Rotterdam; 9. Peters,
Haarlem; 10. Van Vliet, Rotterdam. Nieuwelingen: 1. Hanegraaf, Breda; 2. De Jong, Breda; 3. Rouwken, Rotterdam; 4.
Buys, T'ilburg; 5. Van Amsterdam, Oosterhout. ' RIJSBERGEN.(1
mei).1955 Amateurs: 1. Adrie Roks, 2. Martin van de Borgh, 3. J. van Est. RIJSWIJK-HOUTHAVEN.(30
juni).1955 De avond daarop
toonde de Poeldijker Anton van der Knaap, dat hij zijn partijtje kan
meeblazen. Niet alleen sloeg hij alle mededingers in de Ronde van Rijswijk,
maar vooral de wijze waarop hij de bloemeri verdiende dwong bewondering af.
De Westlander was steeds voor in het peloton te vinden en was, toen de slag
begon, bij het groepje, dat snel van de concurrenten weg fietste. Dat
groepje bestond uit Overdevest, Roodhuizen, Voskamp, Plasmeijer en Van der
Knaap. Voskamp moest van de fiets voor een lekke band en even later
moesten Roodhuizen en Overdevest van het wiel. Van der Knaap en Plasmeijer
gingen samen door, maar kregen enkele kilometers verder gezelschap van
Veldhoven en De Jong, die fraai op de koplopers sprongen. De eindsprint was
voor Van der Knaap, die De Jong (Den Haag) twee lengten achter zich hield.
Veldhoven (Poeldijk) plaatste zich derde. Vierde werd C. Plasmeijer
(Voorhout), Clubklassement:
1. Westland Wil Vooruit 24 pnt., 2. Swift (Leiden) 14 pnt., 3. Hollandia
(Den Haag) 10 pnt. BRON:HOEKSTRA. RONDE VAN
AXEL.(31 mei).1955 PIET DE BRUIJN
SCHITTEREND WINNAAR TE AXEL. Bij gelegenheid
van deze stralende, zonnige derde Pinksterdag, gingen 53 renners van start
voor het afleggen van 7 grote ronden van Reeds dadelijk
ontsnapte de talentvolle Adriaan Braspenninx uit Zundert met het doel de
grote premie te veroveren, welke werd toegekend aan de renner, die de meeste
punten zou behalen bij het passeren van de aangeduide premieplaats. Na een
zelfde poging van Wout Bos en daarna M. van Overveld zagen we tenslotte hoe
twee renners, n.l. Piet,de Bruijn en Jantje Westdorp een voorsprong namen van
meer dan een minuut op het hard jagende peloton, met als hoofdfiguren Leo van
de Pluijm, Piet Maas en Gijs Pauw. Jantje Westdorp won tenslotte de grote
premie, doch moest in de eindsprint het hoofd buigen voor Piet de Bruijn. Leo van de Pluijm
had enkele ronden voor het einde nog kans gezien weg te lopen uit het grote
peloton. In een machtige sprint om de vierde plaats zegevierde Piet Maas voor
Gijs Pauw en Adriaan Braspenninx. No. 7 werd A. van Sluijs, 8e B. de Vree,
9e W. Heeren en 18e H. van Glerum. De
wielervereniging Axel kan met genoegen terugzien op deze prachtig
georganiseerde en bijzonder geslaagde sportmiddag. Amateurs: 1. Piet de Bruin, 2. Jan Westdorp, 3. Leo van de Pluijm RONDE VAN
DE HAARLEMMERMEER.(5 mei).1955 WIM SNIJDERS voor de tweede maal
triomfator in de Ronde van de
Haarlemmermeer WIM RUSMAN kreeg geen loon
naar werk De sterke
Haarlemse wielerathleet Wim Rusman, die in de op Bevrijdingsdag door het
Wielercomite van de H.S.C. „De Bataaf" gehouden Ronde van de
Haarlemmermeer een der grootste gangmakers was geweest, moest in de laatste
vijftig meter van deze bijzonder zware wegcourse - toen hij nagenoeg in
gewonnen positie lag - lijdelijk toezien dat vier van zjjn mede-koplopers hem
nog voorbij stevenden en dat Wim Snijders met de overwinning en de bloemen
schoot ging. De strijdlustige Rusman, die in deze spannende slotfase van de
strijd voor de laatste maal wilde uithalen om de zege veilig te stellen,
kreeg bij zijn aanzet een aflopende ketting en zag daardoor een zeker
verdiende overwinning in rook opgaan. Nu werd het voor de tweede
achtereenvolgende maal een triomf voor de plaatselijke favoriet Wim
Snijders, die Jan Rol, Henk Scholten, Schalk Verhoef, Wim Rusman en Krijn
Post in deze verrassende en bewogen eindsprint achter zich wist te houden.
Een zestal van de allersterksten, dat in de strijd met de onbarmhartige wind
en de 180 slopende kilometers die afgelegd moesten worden, de hoofdrollen
vertolkte. De wedstrijd was
nog maar nauwelijks begonnen en de karavaan bevond zich nog in de veilige
beschutting van het startplaatsje Zwanenburg of er stonden al drie renners:
de Beverwijker Dirk de Ruiter, Ooink uit Hengelo en de Amsterdammer Rein
Janissen, langs de kant van de weg, die door pech of dat zij te laat aan de
start waren gekomen, hun makkers met lede ogen zagen vertrekken. Ook Arie van
Wetten, die waarschijnlijk van de veronderstelling uitging, dat er op
favorieten wel gewacht zou worden, was niet bij de start aanwezig. Toen de
karavaan op de Lijnderdijk de eerste rukwinden kreeg te trotseren, kondigde
een luid getoeter van de volgwagens de komst van de Noordwijkerhouter aan.
Met een bewonderenswaardige moed streed Van Wetten om aansluiting, doch toen
voor het watergemaal „De Lijnden" de eerste zwakke broeders moesten
afhaken, werd het voor hem een vergeefse strijd. Ook voor Martin,
Van Gaalen, Jochems, Roelofsma, Luking, Jans Dusseldorp, die reeds voor
Badhoevedorp uit de wie len waren gewaaid, werd het een vergeefse strijd.
Mie Stolker uit Zuilen - verleden jaar een der hoofdfiguren - de Brabander
Van der Laar en de kleine Cees van Leeuwen uit Wassenaar worden in deze
beginfase van de strijd al door pech getroffen. De stormachtige wind was er
hoofdzakelijk debet aan, dat velen het contact met de hoofdgroep verloren,
die bij de eerste doorkornst van Aalsmeer nog uit een dikke veertig man
bestond. Aanvankelijk zag
het er naar uit dat de eerste grote selectie tussen de Nieuwe Wetering en De
Kaag zou komen. Er werd aan de kop enkele malen gedemarreerd en hoewel
Ooievaar, Muller, Withoud, Jonker, Van Selm, M. Bakker en Huizinga - de enige
die nog terug zou komen - toen moesten „lossen" en Klebach en Pothuizen
in deze fase van de strijd voor malheur van de fiets moesten, kwam de
verwachte schifting eerst op de Hoofdvaart tot stand. De renners kregen daar
op weg naar Nieuw Vennep de wind in de rug en toen Krijn Post en Wim Rusman
het sein tot de aanval bliezen, werd door de ontketende jachten van Snijders
en Verhoef om de „rebellen" in toom te houden, het kaf van het koren
gescheiden. Na een warme ovatie te hebben ontvangen van zijn dorpelingen,
liet Krijn Post zich door Nieuw Vennep weer inlopen door een zevental
renners. Wim Rusman versaagde echter niet en bleef hardnekkig zijn Op de Hoofdvaart
vloog het tempo weer met sprongen omhoog en toen de kopgroep in de omgeving
van Bennebroek weer de Ringdijk opdraaide, waren De Koning, Huizinga, Jansen
- door militaire dienst niet in staat om regelmatig te trainen -, Schild en
de jeugdige Nooyen, die zich in het verdere verloop keurig op het tweede plan
wist te handhaven, uit het voorste gelid verdwenen. De kopgroep kreeg nog
meer verliezen te incasseren, want op de Cruquiusdijk voelde baankampioen
Frans Braat de lucht uit zijn achterband knallen. Er bleven
zodoende nog tien koplopers, die gezamenlijk de laatste ronde van De Haarlemse
locomotief begon op de dijk tussen Aalsmeer en De Kaag aan een bombar- dement
van demarrages, gelanceerd en van kop af, het hielp allemaal niets, want de
in eigen contreien opererende Krijn Post en Wim Snijders gingen hem geregeld
achterna, waardoor ook de anderen weer bijkwamen. En toen bij de Nieuwe
Wetering het trio Rol, Rijnders en Geldermans een „gat" sloeg, was het
Rusman, die zich beijverde om hen tot orde te roepen. Even voor De Kaag
raakte Verhoef in moeilijkheden, doch toen de renners weer de Hoofdvaart opzwenkten
en her moeizame duwen op de pedalen weer even tot het verleden behoorde,
kreeg ook de lange Rotterdammer zijn souplesse weer terug. Op de Hoofdvaart
begon Rusman aan een andere tactiek en poogde met een ontzettend tempo zijn
makkers murw te rijden. Dit gelukte hem
gedeeltelijk, want eerst bezweek Frits Rabe voor het helse tempo en
vervolgens moesten ook Bogers, Geldermans en Rijnders zich gewonnen geven.
Het ging er zo hard van langs, dat de snelheidsmeters in de volgwagens regelmatig
boven de 55 schommel- den en de volgers zich verbaasd afvroegen of het nog
wel harder kon. Post, Snijders,
Verhoef, Rol en Scholten bleven echter
overeind bij bet offensief van de ontketende Rusman en hoewel Post en Rusman
nog enkele malen probeerden om te ontsnappen, bleef dit zestal tot de streep
in Zwanenburg bij elkaar. Daar boekte -
zoals in de aanhef reeds beschreven - de plaatselijke favoriet Wim Snijders
zijn tweede zege in deze zware wegcourse. Dat deze wedstrijd bijzonder zwaar
is geweest, blijkt wel uit het feit, dat slechts 19 van de circa 100 renners
de eindstreep bereikten. Amateurs:
1. W. Snijders (Zwanenburg), Afwachtingswedstrijd
nieuwelingen: RONDE VAN
DE HAARLEMMERMEER.(2 juli).1955 HENK WIESE triomfator in om en door de
HAARLEMMERMEER De Amsterdammer
Henk Wiese, die in het wegseizoen 1955 nog weinig van zich deed spreken en
derhalve door de wielerexperts reeds als afgeschreven werd beschouwd, heeft
zijn geschonden blazoen weer opgedoft met een puike sprintzege in de Ronde
“Om en door de Haarlemmermeer". Na 152 zware kilometers dwars door en
rond de 100-jarige polder, toonde Wiese zich in de beslissende eindsprint van
deze koers - die door „De Bataaf" werd georganiseerd in het kader van de
Eeuwfeestviering der Haarlemmermeerpolder - de meerdere van zijn vijf
metgezellen: Frits Schild, Frans Braat, Geurt Pos, Wim Klebach en Pauwke
Schollen, met wie hij zich op het voorste plan had weten te handhaven. Het begin van
deze wedstrijd zag er voor de Halfwegse Bataven - die het ook nu weer niet
troffen met de inschrijving en slechts 44 man aan de start kregen - weinig
rooskleurig uit. Want nauwelijks na het vertrek in Hoofddorp kregen de renners
de wind in de rug en ontwikkelden zo'n hoog tempo, dat er voor het
watergemaal „De Lijnden" (9.km) reeds zeven zwakke broeders achter het
peloton aanzwalkten. De angstige vermoedens dat er slechts enkelen aan de
streep zouden arriveren, schenen bewaarheid te werden, toen er enkele kilometers
verder weer zes man noodgedwongen moesten afhaken. Het zag er toen, na amper Nadat deze eerste
schifting achter de rug was, schoot Tonny Peters in de omgeving van Lisse de
ruimte in en veroverde een paar honderd meter voorsprong. Ofschoon er in het
peloton nog wel enkele tegenaanvallen werden ondernomen, die weer drie
renners deden begeven, bleek de vluchteling in zijn opmars naar een vette
premie - die in Zwanenburg op de eerst doorkomende renner lag te wachten -
niet meer te stuiten. In Zwanenburg, waar de plaatselijke favoriet Wim
Snijders voor de ogen van zijn supporters door bandenpech getroffen werd,
liet Peters zich weer inlopen. Ook Geurt Pos slaagde niet in zijn opzet om
een beslissende ontsnapping te forceren en het enige succes, dat hij en de
andere demarranten oogstte, was een vermindering van het aantal kanshebbers.
Want toen de kop bij Burgerveen ( Van de acht
overgebleven koplopers koos Pos spoedig weer het hazenpad en toen zijn
voorsprong bedenkelijke vormen aan ging nemen, werd op de Lijnderdijk door
Schollen het sein tot de tegenaanval gegeven. Braat en Wiese snelden met hem
mee naar de strijdlustige vluchteling, die zij in Badhoevedorp te pakken
kregen. De andere vier renners leken toen kansloos te zijn, maar niettemin
slaagden Klebach en Schild er toch nog in om zich bij Pos, Braat, Wiese en
Schollen te voegen. Huizinga en Tienstra werden voorgoed afgeschud. Er waren
toen nog In deze slotfase
van de strijd deed de actieve Pos nog enkele malen een poging om weg te
komen, maar evenals een zig-zagdemarrage van Klebach met vriend Schild aan
het wiel, leverde deze pogingen geen succes op. De eindsprint moest dus de
beslissing brengen en hierin toonde Wiese zich de snelste voor Schild,
terwijl de furieus spurtende Braat - die de laatste kilometers op een
langzaam jeeglopende voorband had gereden - zich ondanks deze tegenslag nog
als derde wist te klasseren. Hoewel er
meerdere renners, die na ,gelost" te zijn of door pech achter waren geraakt,
de strijd moedig bleven voortzetten, willen we toch even de kranige daad van
J. de Vijver uit Breda memoreren. Toen niemand hem nog verwachtte, kwam hij
een half uur na de winnaar - moederziel alleen - toch nog in Hoofddorp
binnen. Voor hem waren er geen toejuichingen en applaus, niettemin vroeg hij
met de glans van een triomfator in zijn ogen aan een paar jochie's:
,Hoeveelse ben ik?" Hij was - o bittere ontgoocheling - 21e en viel
zodoende net buiten de prijzen. Doch bij de prijsuitreiking werd hem door de
sportieve „Bataven" ook nog een prijs toegekend. Vele „grote"
mannen zullen ongetwijfeld jaloers zijn op zo'n moraal, dat deze sportknaap
zo rijkelijk in de Haarlemmermeer etaleerde. Amateurs: 1. H. Wiese (Amsterdam), de BRON:JAN
ROOSEBOOM DE VRIES. RONDE VAN
KAPELLE.(30 april).1955 Amateurs: 1. P. Maas; 2. Damen; 3. Hendriks; 4. De Jager; 5. Geerts; 6. De
Bruijn; 7. Van Glerum 8. Van Pelt; 9. v. d. Heyden; 10. Oosterbos; 11.
Buitel; 12. v. d. Wiel; 13. Stevens; 14. Boeren; 15. Maton. RONDE VAN
LEERDAM.(14 mei).1955 Frits Rabe won
in Leerdam Leerdam,
Neerlands bekende glasstad, heeft op een zonnige Zaterdagmiddag kennis
gemaakt met de wielersport. Deze kennismaking zal ongetwijfeld wel in goede
aarde zijn gevallen, want dank zij vooral de Amsterdammer Frits Rabe, een van
de twee amateurs uit deze volbloed wielerfamilie, werd het een kleurrijke
wielercourse, die zijn hoogtepunt vond in de solorace van Frits Rabe, twintig
kilometers voor het einde, waarin de Amsterdammer onweerstaanbaar zijn
voorsprong tot een dikke minuut deed groeien, een krachtsexplosie, die hem de
zo zeer verdiende bloemenhulde bracht. Het initiatief
voor deze eerste Leerdamse wielerronde was uitgegaan van een Leerdamse
sportvereniging “Voorwaarts". In samenwerking met de G.R.C. „Jan van
Arckel" en de R.R.C. „De Pedaalridders", vertrokken 57 amateurs op
het parcours van een kilometer, dat rijk was aan bochten. Wij telden er
liefst negen. Daarom slechts een kleine opmerking. De organisatie was
perfect, doch een volgend maal kan men in hetzelfde blok huizen nog eens een
wielercourse houden, doch dan met de helft minder bochten. Voor het publiek
mag het spectaculair zijn voor de renners is het minder prettig, wanneer door
talrijke valpartijen het veld danig wordt gedund en er veel kostbaar
materiaal verloren gaat. Voor de start
werd de omgekomen renner Philip Innemee herdacht, die voor deze wielercourse
had ingeschreven. Met een minuut stilte werd deze Haagse sportmakker
ontroerend door renners en publiek herdacht. De ronde begon
spectaculair. De start was overdonderend snel en door de vele bochten had dit
tot gevolg dat in minder dan geen tijd een zeer groot aantal renners, die tot
de staartgroep behoorden, al waren uitgeschakeld. Dat ondervond Klaas Soellaart
onder meer, die last met zijn touclips had, niet op tijd aansluiting kreeg en
ondanks een felle jacht verloren bleek. Een ware afvalrace werd het.
Nauwelijks Van dit schamele
overschot vielen er weer een paar af, wederom door een valpartij. Lammers,
Stoete en Rabe met-Jakobs waren de pechvogels. Alleen Rabe wist zich toen
weer na een hardnekkige achtervolging in het peloton te nestelen. Inmiddels
had ook Hagelaars zich gewonnen moeten geven en demareerde Meier, wat later
gevolgd door Rabe. Een nieuw leiders tweetal, dat succes scheen te behalen,
totdat plots ook Meier met achterstand door kwam. Een nieuwe valpartil? Het
had er alle schijn van, want de uitstekend marcherende Hamelink kwam ook op
achterstand samen met de moedige Hagelaars. De situatie werd er niet
duidelijker op, doch voor Frits Rabe was dit het sein om er nog een schepje
op te gooien. De Amsterdammer deed dit met veel elan en soepel rijdend nam
broer Frits een grote voorsprong, waartegen het sterk gedunde peloton geen
antwoord had. Van de pechvogels joeg Hamelink echter zo hard achter her
peloton, dat hij na een uiterste krachtsinspan- ning zijn achterstand weer
weg kon werken. Zo wist Frits
Rabe dan in die solo-rit van In het peloton
spurtte De Vree uit Breda zich met veel gemak naar de tweede plaats, direct
gevolgd door de sterke sprinter Van de Berg.
BRON:HANS VAN DE KAMP. Amateurs: RONDE VAN
LIMBURG.(5 juni).1955 Prachtige zege van STOLKER in
boeiende Ronde van Limburg Na spannend verloop viel op bet
Adsteeg-eircuit de beslissing Daar daagde het
Adsteeg-circuit op. Nog een tiental kilometers en de overwinnaar van de
zevende Ronde van Limburg was bekend. Verschillende candidaten deponeerden
met brio hun sollicitatiebrieven op tafel. Zij hadden blijk gegeven een
behoorlijke portie kennis van de harde wegrensport in hun bagage te hebben.
Zij zorgden voor een boeiende ren over de Zuld-Limburgse heuvels, nu zouden
zij ook voor een pracht ontknoping ten tonele verschijnen. Deze uitblinkers
hadden heel wat achter de rug, zij ruimden flink wat hindernissen op, zij
maten het grote peloton een soort K.0.-nederlaag aan. In de groep en
verspreid rondtollende gezelschappen zaten leden, die excuses konden
aanvoeren, eerlijke verontschuldigingen van bandbreuk, een stoute ketting of
derailleur. Maar bij het wegen van het wel en wee op de nuchtere balans,
moest toch worden erkend, dat v. d. Heuvel, Rol, Stolker, Van Wetten, Van den
Brekel, Schoenmakers, de eminente Fransman Vermeulin, Lahaye, Stevens en
Gelissen iets van schitterend gehalte hadden volbracht. Na allerlei
wederwaardigheden kwamen deze tien uitblinkers voor de ereprijs in
aanmerking. Wie? Soms Piet van den Brekel, die zojuist de militaire dienst
achter de rug hebbend, meteen op het voorplan plaatsnam? De Fransman
Vermeulin - uitblinker o.m. in de Ronde van Egypte en de Ronde van Kroatie -
kreeg veel stemmen, waarbij vooral op zijn spurtvermogen werd gelet. Een
gejuich steeg op. De triomfator was in aantocht: Mies Stolker. Op het laatste
stuk van de Adsteeg nam de flink uit de kluiten gewassen man uit Zuilen 15
kostbare seconden winst, die hij kranig verdedigde en waardoor hij een pracht
winnaar van deze zeldzaam boeiende Ronde van Limburg werd. Een subliem stuk
wielersport. Mogelijk
imponeerde velen de wijze waarop verleden jaar Mart. v. d. Borgh en in 1952
Hein Gelissen binnenkwamen - na een solo-ren in hun, eentje - meer, dan de
slotfase die ditmaal dit lastig brokje bekroonde. Dan zou evenwel uitsluitend
de waarde van de winnaars worden erkend doch moest het vele moois van
onderweg- er grondig bij inschieten. Want werkelijk glanzend werk word ten
uitvoer gebracht. Wij konden een hele ris aardige dingen voor de vuist weg
releveren, doch plaatsruimte noodzaakt ons om kort te zijn en alleen enkele
frappante uitingen van wilskracht en kunde op te sommen. Welk een staaltje
liet, om iets te noemen, Harry Schoenmakers zien, toen hij in de buurt van
Munstergeleen met een minuut achterstand aan de achtervolging van Tonny
Peters, Rol, Nol Ehlen, Van de Heuvel, Van Hassel, v. d. Pluym en Willemsen
begon, met als resultaat dat op de top - Nol Ehlen was hier nummer een - een
lange sliert voorbij trok. Dezelfde Schoenmakers - met de Fransman Vermeulin
- zoo nadien op de leiders afreizen en in de kop plaatsnemen. Dat was sport
van de bovenste plank, vooral toen Schoenmakers - nu bijgestaan door de knap
voor de dag komande Van Wetten - prompt aan de haal ging, welke stunt leven
in de brouwerij bracht, maar geen zoden aan de dijk zette. In de frontlinie
streden in- de beslissende face o.m. Jef Lahaye on Jacq. Gelissen. Hoe
kwamen beide Limburgers - tezamen met Leo Stevens - hier plots terecht.. Wel,
Gelissen en Lahaye bengelden zowat aan het staartje, welke klassering zij
klaarblijkelijk beneden hun waardigheid vonden. Zij “overstaken" het ene
groepje na het andere, zij lieten het peloton pardoes in de steek, waarna zij
op zoek gingen naar de leiders. Tussen Gronsveld en Heer ( De volgers
genoten van deze wederwaardigheden, terwijl de aanwezige leden van de
Sporteommissie - de heren Stol en
burgemeester Martin - met kennelijk genoegen een lovend rapport gaan samen
stellen over datgene wat zozeer in de smaak viel en waardoor de Ronde van
Limburg aan de top van onze vaderlandse “klassiekers" bleef staan, mede
door het traject en de moeilijkheden, plus de stipte organisatie van de Toer-
en Wielerclub „Maastricht". Wel en wee in het
begin. - Nauwelijks was de
zaak op het Maastrichtse Vrijthof op gang gebracht, of de Engelsman Sweeting
stond al met een lek bandje te kijken. Van Sweeting werd verder niets meer
vernomen, terwijl ook zijn andere landgenoten geen hoge ogen vermochten te
gooien. Pechvogels werden links en rechts opgemerkt. De Belg Danis trapte
ook al een tube aan diggelen, terwijl intussen in de buurt van Geulle Rusman,
Gelissen, Nieskens, De Rooy, Rol en Lute probeerden terreinwinst op hun naam
te schrijven. In Buchten word de Echtenaar Vergoossen door pech getroffen,
wat erg jammer was, aangezien van deze knaap het een en ander werd-verwacht.
Sonnemans word vervolgens de dupe van een soortgelijk geval, doch Arend van
't Hot begeerde niet te bukken, toen zijn ketting nukken ging vertonen. Na
een energieke ren zat Van 't Hof te Roosteren opnieuw in het lange peloton.
Er kwam deining in het gezelschap. Pogingen werden aangewend om afscheid van
de rest te nemen, hetgeen Van Rooy, de Fransman Villain, Smits (Helmond) gedeeltelijk
gelukte. Zo ging het verder. Het decor wisselde lichtelijk en kreeg nabij
Munstergeleen kleur, doordat Tonny Peters, de sterke Rol, Nol Ehlen, de hard
meevallende v. d. Heuvel, Hassel, v. d. Pluym en Willemsen er zo hard aan
trokken, dat een afscheiding het resultaat was. De heuvels lagen in het
verschiet. De Cauberg ging het eerste obstakel betekenen. Harry Schoenmakers
voelde aan, dat het hoog tijd word om een duit in het zakje te doen. Tussen
Aalbeek, Groot Haasdal en Valkenburg legde de man uit Blerick er een schepje
op, welk voorbeeld navolging ondervond. Schoenmakers deed zijn minuut
achterstand teniet, terwijl de groep in de buurt van de Noord-Limburger
arriveerde. En zodoende trok een lang gerekte sliert - een Nol Ehlen, twee
Rol, drie v. d. Heuvel - de Cauberg op en was van troeven nog geen sprake,
hoewel het zaakje zo uit elkaar word gerukt, dat de mannen aan de staart in
het gedrang kwamen. De strijd ontbrandde hierna in volle hevigheid. Van rust
was geen moment meer sprake. Pogingen om weg te geraken waren aan de orde van
de dag, terwijl de rest wilskrachtig trachtte om de voort ijlende makkers tot
stilstand te brengen. De slag begon. In de omgeving
van Eys, Simpelveld, Nyswiller, Mamelis, Epen, Heyenrath, Slenaken en
Hoogcrutz - met telkens terugkerende stijgingen - werd het kaf van het koren
gescheiden. Daar begon de slag, die tot het einde zoo voortduren. Van de
Heuvel, Rol - hou deze jongeman in de gaten - Mies Stolker - iemand die heel
wat in zijn bagage heeft -, de taaie Van Wetten en Piet van de Brekel,
wierpen de knuppel in het hoenderhok. Het werd menens, het tempo ging de
hoogte in en de handen netjes in elkaar slaande, werd de begeerde afscheiding
bereikt. Op een minuut volgde de volgende groep, op twee minuten weer een
gezelschap en daama de rest. Rol maakte een beste indruk, hetgeen ook van Van
den Brekel gezegd kon warden. Stolker was bij Krijtland voor v. d. Brekel het
eerst boven. De uitlopers
woken niet, zij vulden elkaar netjes aan, wetend dat de minste aarzeling
noodlottig zou worden. Plots daagden in dit heuvellandschap Schoenmakers en
Vermeulin op, twee jongens met pit en durf. Dit duo verkreeg dra de gewenste
aansluiting, waarna Schoenmakers met Van Wetten de vlucht voortzetten. Dit
was natuurlijk niet naar de zin van hun tijdelijke gezellen, die de pedalen
iets sneller lieten ronddraaien. Bij Noorbeek verkeerde v. d. Heuvel in
moeilijkheden, in Mheer moest Rol eventjes op de tanden bijten om een
gekriebel in zijn benen weg te werken. Ging het tussen dit zevental? Neen,
want daar stoven Gelissen, Leo Stevens en de geblokte Jef Lahaye langs de
volgwagens. Gelijk elders al aangehaald, kwamen Gelissen en Lahaye van
“verre", waarmede zij 'n prima stukje werk op tafel deponeerden. In de
straten van Ulestraten kwam in de kopgroep weer deining. Van Wetten had het
hazenpad gekozen, direct bijgestaan door Schoenmakers, Vermeulin en Lahaye.
Dit viertal nam Een allerbeste
Ronde van Limburg werd in het geschiedboek bijgeschreven, een Ronde die
insloeg door prima verrichtingen en een aantrekkelijk verloop. Burgemeester
Martin huldigde namens de K.N.W.U. de winnaar, die, heer Geurts overhandigde
namens de directie van de Eroba-fabrieken de eerste prijs, zijnde een
fonkelend Erobaracekarretje, namens de Toer- en Wielerclub „Maastricht"
sprak tenslotte voorzitter Corstjens een dankwoord.BRON:GERARD SILLEN Amateurs: RONDE VAN
MIDDEN-BRABANT.(16 juli).1970 STOLKER, winnaar van de Ronde van
Midden-Brabant Mies Stolker uit
Zuilen bezorgt zipn supporters plezierige dagen. Hij heeft twee keer
deelgenomen aan een grote course in het Zuiden, dat zo gaarne als het Mekka
van de Wielersport wordt beschouwd, om er ook met de bloemen te gaan
strijken. In Waalwjjk was
dit j.l. Zaterdag een eenvoudig maar kostbaar bosje. De Ronde van
Midden-Brabant, die van jaar tot jaar belangrijker wordt, was deze keer een
grote course, groter van allure dan men zich in de Langstraat realiseert.
Stolker won, niet van de Brabanders, die hem het leven zuur hadden gemaakt,
maar van zwarte Arie van Steenselen en van de maarschalk lange Schalk
Verhoef. Het werd een eindstrijd tussen drie gasten. De gastheren, waarvan v.
d. Pluijm en Liebregts boven verwachting goed reden en Van Meel voor ons een
prettige verrassing opleverde, kwamen er in de beslissing niet aan te pas.
Jammer, dat Van de Pluijm, die sinds het vorig jaar nog verbeterd is, door
een lekke band uit de kopgroep wegviel.Mogelijk had hij de Brabantse eer, die
door het driemansohap op de eerste plaatsen gewogen en te licht bevonden
werd, kunnen redden. Na zijn lekke band gelukte het hem toch weer van de
derde groep paar voren te springen om alsnog beslag te leggen op de zevende
plaats. De Vlijmense
supporters zullen er op wijzen, dat we nog geen woord aan hun jonge Liebregts
hebben besteed. Inderdaad, de jonge Liebregts, familie van Tini Wolfs,
bezette een knappe vijfde plaats. Hij was nog te jong om zich met
krachtfiguren als Stolker, Van Steenselen en Schalk Verhoef te kunnen meten.
Het was vanzelfsprekend, dat hij in de laatste beslissende demarrages geen
stem meer in het kapittel had. Hij had al “wonderen" gedaan. Hij was bij
de uitlopers en het gelukte hem zelfs na een woedende achtervolging over
wegen met steenslag of bedekt met sintels weer aansluiting te krijgen bij de
nieuwe kopgroep, die uit een geslaagde tegenaanval ontstond. Kleine
Liebregts moet het in die uitputtende jacht wel geel en groen voor de ogen
hebben gezien. Was er geen familiefee in zijn nabijheid geweest, die hem
vanaf een motorduozitje tot volharding aanspoorde, wel hij zou de kopgroep
rustig hebben laten verder trekken. Daardoor plaatste zich toch een
Vlijmenaar onder de eerste vijf. Geen Tien Wolfs, die het niet voor de wind
ging. Dat was reden om er over te steggelen in Vlijmen. Wie eigenlijk de
grootste man was in deze Ronde van MiddenBrabant is moeilijk te zeggen. De
dapperste en de vechtlustigste was Schalk Verhoef. De mooiste stijlrijder
Arie van Steenselen. De compleetste en verstandigste rijder Mies Stolker uit
Zuilen. Drie groten onder onze huidige amateurs. Geen man kon er in hun
schaduw staan. Ook de Dussenaar Van de Pluijm niet? Dat is niet met zekerheid
te zeggen. Die verduvelde lekke band. Maar morgen in de “Omloop van de
Kempen kan Van de Pluijm aantonen of hij de enigste Brabander zal zijn, die
kans maakt op een plaatsje in de ploeg naar de Wereldkampioen- schappen. Het
was niet hoopgevend wat de Brabantse amateurs lieten zien. Anraad was vlot
bij de weglopers, maar na Piet van Est
bleef te lang in de volggroep zitten. Toen de grote slag werd ingezet was hij
niet van de partij. Bergmans is na zijn val in Hulst nog steeds de oude niet.
Leo van den Brand sukkelt sinds de Negen Provincien met steenpuisten, die hem
zelfs enige tijd belet hebben te coursen. Er waren natuurlijk ook
wegblijvers, maar als men meent kansen te hebben zorgt men er wel voor van de
partij te zijn. Intussen: de Limburgers hadden voor deze wedstrijd acte de
presence moeten geven. De Hollanders
waren in groten getale opgekomen:Arie van Wetten, Rol, Van Houwelingen,
Kooyman, Van Vliet, Scholten, pechvogel Snijders etc. Ruim tachtig man
verlieten de startlijn, die een droompaleis vol iliusies hadden gebouwd. Rol
en Snijders ondervonden dit al spoedig. Vele anderen kregen op de Op weg van
Helvoirt naar Udenhout, juist op het slechtste gedeelte van het parcours,
werden de leiders door de volgers aan de tand gevoeld. Gijs Pauw zag het
eerst, dat Anraad in de valies zat. Hij zag de wanhopige pogingen van Schalk
Verhoef om alleen weg te springen. Maar Schalk Verhoef heeft geen bijtende
sprong. Wel een tempo, waarmee hij een heel veld naar adem laat snakken.
Stolker en Van Meel vlogen op de kopgroep. In de rollende steenslag op de
wegen tussen Udenhout en Loon op Zand viel de grote slag van deze Ronde van
Brabant, die met bescheiden middelen, maar klaarblijkelijk met grote liefde
was opgezet. De Dussenaar Van de Pluijm liet zich niet zo gemakkelijk in het
pak doen. Bij de eerste aanval was hij reeds weggesprongen om te wachten op
de dingen, die komen zouden. Daar behoorden Stolker en Schalk Verhoef toe,
twee die elkaar niet konden laten gaan.Pauw, die met Van Meel, Liebregts en
Anraad wachtte tot de degens weer in de schede verdwenen waren, ontmoette te
midden van een stormloop het grimmige wegspook: vorkbreuk. Dan daverde Arie
van Steenselen over het ritselende grint. De trein van
Mijnsherenland pikte onderweg nog Van Meel op en daarmee begaf hij zich naar
Stolker, Schalk Verhoef en Van de Pluijm. Liebregts wrong en wurgde vele
kilometers over rulle sintelwegen tot ook hij aansluiting kreeg. Veertig kilometer
voor de finish was er wapenstilstand geblazen. Anraad was in deze slag
geslachtofferd. Tien kilometer verder werd Van de Pluijm, door een lekke
band, uit de kopgroep van zes gekegeld. En weer tien kilometer verder, een
half uur van de finish verwijderd, maakte men zich in het leiders- groepje
op om de beslissing to forceren. Schalk Verhoef werd door Stolker en
van Steenselen los gereden. De beide Brabanders hadden niets meer te missen. Aan de finish won
Stolker met een paar lengten voorsprong van Van Steenselen. Op meer dan
anderhalve minuut volgde Schalk Verhoef alleen. Hij was de man, die verslagen
moest worden om kans te krijgen de Ronde van Midden-Brabant te winnen. Het was een mooie
rit, door polderland en over boswegen. De Waalwijkers van „Olympia", de
heren Blom, Van Nijnatten, Lammers, Louter, Van Elshout en De Bont, om er
enige te noemen, hadden eer voor hun werk. Een groot werk, dat zij vrijwel op
eigen kracht verricht hebben. BRON: PRITS VAN GRIENSVEN Amateurs: 1. Stolker (Zuilen), VOORWEDSTRIJD Nieuwelingen: 1. Andre de Vries, 2. Jan van Dal, 3. Cees van Amsterdam, Adspiranten: 1. Bart Solaro, 2. Verstappen, 3. RONDE VAN
MIDDEN-NEDERLAND.(30 mei).1955 Door het land van
Vecht en Eem Piet
Steenvoorden sterke winnaar van Ronde van Midden-Nederland Acht Ronden van
Midden-Nederland, de bekende amateurklassieker van de niet minder bekende
Utrechtse Wielerclub De Volharding, zijn thans achter de rug, waarvan wij ons
de eerste uitgave (in 1948) haast nog net zo goed herinneren als die van
afgelopen Pinkstermaandag. Er waren toen nog geen om en nabij de 230
deelnemers, zoals de laatste jaren het geval is; de triomfator viel de eer
niet te beurt zijn sluitstuk op de wielerbaan van het Utrechtse stadion te
voltooien; dag- en sportbladen schonken veel minder aandacht aan deze wedstrijd
als aan die van vandaag de dag. Maar toch kon de scherpe opmerker toen al
constateren, dat er in de wielerronde door het land van Vecht en Eem
perspectief zat, die mogelijk zou kunnen uitgroeien tot een gebeurtenis,
waarover men zelfs over de vaderlandse grenzen gunstig zou spreken. Welnu, van al de
acht Ronden van Midden-Nederland, die wij mochten volgen en waaraan wij
prettige herinneringen hebben overgehouden, heeft die van Pinkstermaandag ons
het minst bekoord. Hoe het komt, komt het, maar deze wegcourse animeerde niet
genoeg; kende te weinig briljante momenten waarvoor een volger eens extra
gaat zitten. Veel renners, die anders het gevecht niet uit de weg gaan,
voldoende courage kunnen opbrengen tot het stellen van een moedige daad; die
vaak de vogel afschieten en, bij manier van spreken, het hoogste lied
uitkraaien, lieten ditmaal hoegenaamd hun gezicht niet zien. Zij waren, om
een oud beeld te gebruiken, als de spreeuw, die wel kersen wil eten, maar van
bomen planten niets wenst te horen. Wie kan het verklaren waarom-knappe
wielerridders ale Krijn Post, Willem Rusman, Matthieu Sonnemans, Wim
Snijders, Andre Rijnders en Henk van der Kloot zolang en zo rustig in het
grote peloton bleven “zitten"? Zijn zij wat tegengekomen onderweg in de
vorm van een lege tube of een onwillige derailleur? Of was, met zovelen
bijeen, de lust niet groot genoeg om het gevecht aan te gaan tegen de zeven
moedigen, die na zo'n kilometertje of zestig de ruimte indraaiden? Die zeven,
ergens tussen Veenendaal en de Leusderheide uit de groep ontvIucht, waren
Jean Mehagnoul (weer in ouderwetse doen), David Janbroers (ondanks militaire
dienst heel goed op dreef), “Mattie" van de Heuvel, Schalk Verhoef, Jan
van Vliet, Jan Rol en Piet Steenvoorden, stuk voor stuk mannen die wat mans
zijn. Piet
Steenvoorden. Bij
de lange coureur uit Heemstede, in wie de Haarlemse wielerclub De Kampioen
een uitstekende kracht heeft, blijven wij even stilstaan. Wij mogen die Piet
Steenvoorden wel. Een aardige, vlotte jongen; een vechter uit de natuur.
Zoals Hij Pinkstermaandag reed in de Ronde van Midden-Nederland zagen wij hem
heel wat liever dan in de eerste etappe van de IJsselmeer-rondrit van De
Germaan, toen hij op een gegeven moment zijn opgelopen achterstand trachtte
te nivelleren door achter een of ander vehikel te kruipen. Toegegeven, hij
deed het na pech aan zijn rijwiel, maar wij - en wie eigenlijk niet? - hebben
nu eenmaal een broertie dood aan dat „gestayer" in wegwedstrijden. Piet
Steenvoorden heeft echter getoond, dat hij ook zonder-hulp van een auto of
motor kan rijden. Goed kan rijden. In de Ronde van Midden-Nederland toonde
hij zich in een „vorm", die weldadig aandeed. Hij reed sterk. Hij reed
ook gedurfd. Er waren momenten soms, dat wij de indruk kregen, dat Piet in
moeilijkheden zat, dat hij wat men noemt moest “bijten" om het contact
met de ,hoofdmacht" niet to verliezen. Maar nog geen vijf minuten later
joeg hij lustig aan de kop van het leidersgroepje en keek hij vrolijk naar de
zon. Een goed renner, die Piet Steenvoorden. Zoals wij elders schreven: een
man met veel, heel veel tempogevoel. Als hij Zondag in de zware Ronde van
Limburg ook blijk geeft van te kunnen klimmen, wie weet zien wij hem dan in
Rome aan de start in de strijd om het wereldkampioenschap op de weg. Ja, nu
betreden we een terrein, dat eigenlijk alleen de Sportcommissie van de
K.N.W.U. toebehoort. Wat nochtans niet valt te loochenen: het zal ook dit
jaar voor de heren Stol, Koot en Van Eck een hele puzzle worden om de juiste
mannen uit te kiezen. Er zijn candidaten genoeg voorhanden. Zonder de minste
invloed uit te oefenen: denk alleen maar aan Jan Rol, de knappe Alkmaarse
coureur, die ook Maandag weer mee was toen de eerste slag viel, die later de
beslissende bleek te zijn. Toen wij de hierboven genoemde zeven koplopers
ergens op een smalle, winderige weg tussen Jutphaas en Wijk bij Duurstede, na
ongeveer „Mattie" van
de Heuvel. Kom, laat ons ook
de Hengeloer Van de Heuvel even voor het voetlicht halen. Wat heeft
„Mattie" zich Pinkstermaandag prachtig geweerd; wat een stjjl en allure
en „inhoud" heeft deze OosteIijke renner. Toen hij, met goed 200
„Midden-Nederlandse" kilometers in de benen een lekke band kreeg, was
hij nog lang niet aan het einde van zijn latijn. Pechvogel Van de Heuvel is
absoluut een van de dominerende figuren geweest. Andere renners in
deze wedstrijd vol zonneschijn? De Belg Jos Hoevenaars, in wie men direct de
coureur-met-aanleg proeft - zijn vader werd dertig jaar geleden
amateur-wereldkampioen op de weg, wat natuurlijk niet wil zeggen dat zoonlief
daarom ook kwaliteiten heeft -, de jonge Vlaming zat nog rustig in het grote
peloton, toen dit reeds een achterstand van bijna drie minuten noteerde op
Piet Steenvoorden en zijn zes metgezellen. Hij “zat" ook nog in het
grote peloton, toen het voor een gesloten overweg zo rond de vier minuten
verspeelde. Toen Hoevenaars zich uiteindelijk van tal van “klevers" ontdeed,
met de stijlvolle Fransman Michel Vermeulin en de Nederlanders Piet Smit
(die steeds beter marcheert), Joop van de Putten, Piet de Jongh en Adri van
Steenselen (een „fijne sportmakker", zeggen zijn collega's) langs de
Vinkeveense plassen op jacht ging naar de kopgroep, kwam er zowaar nog enige
spanning in de wedstrijd, waarin Arend van 't Hof (door derailleurbreuk) en
Tonny Peters (door bandbreuk) de wind tegen hadden. Zij mogen het echter
weten: een koe sterft niet van een slag. Daarom: in de Ronde van Limburg meer
succes, jongens! Er was dus een
tweede groep gevormd,die nog versterking kreeg van de Belg Karel Clerkx -
Zaterdag winnaar van een wegcourse over BRON:EVERT VAN
MOKUM Amateurs:1. P. Steenvoorden (Haarlem), Nieuwelingen: 1. Elias, 2. Coen Niesten, 3. Hennie Musch, De erelijst: 1948:00:00 1949:00:00 1950:00:00 1951:00:00 1952:00:00 1953:00:00 1954:00:00 1955:00:00 RONDE VAN
NEDERLAND.(23 april t/m 30 april).1955 Sjoerd de Vries
eerste truidrager. - Ploeg-Schulte won tijdrit. - Winst en verlies voor Wim
van Est. - Goed werk van de Italianen. - Schaer viel uit. - Haan in het
Oranje; maar Schulte is in opmars. Woerden, 23
April. De eerste rit van
de zevende ronde van Nederland is alweer gereden. Hoe vlug gaat het toch
allemaal. Vanmorgen, in Rotterdam, dachten we bij het ontwaken: straks gaat
het beginnen. En
nu hebben we gezien hoe een jonge renner met drievoudige „nationaliteit"
de oranjetrui draagt. Hoe lang dit duurt, weet niemand. Misschien is hij de
trui vanavond al kwijt aan een der sterke tijdrijders in de ploegenrit. Maar
nu voelt Sjoerd de Vries, geboren in Friesland, Nederlander van nationaliteit
en wonend in Frankrijk, zich de held van de dag. Terecht. In een lange sprint
in Woerden - waar de vereniging „Arie van Vliet" alles tot in de puntjes
had verzorgd - versloeg de 24-jarige vol overtuiging de twaalf man met wie
hij een minuut was uitgelopen. Een groep van dertien, waarin Adri Voorting
de meest strijdlustige was gebleken, met enkele favorieten als Fritz Schaer
en Wout Wagtmans en een hele reeks buitenlanders. Waarbij we allereerst
willen vaststellen, dat de Italianen boven verwachting begonnen zijn. Drie
hunner in de kopgroep (evenals trouwens drie man van de Nederlandse A.-ploeg
van Van Est) betekent een complete verrassing, want eerlijk gezegd had
niemand veel van die mannen uit het zonnige Zuiden met hun klinkende namen
verwacht. En dat de Duitsers met Preiskeit en Donike ook.al twee mannen naar
voren durfden schuiven, is toch ook wel iets. Zal dit dus toch een Ronde voor
de vreemdelingen worden? We geloven het nog niet, al zijn de voortekenen
minder gunstig voor het Nederlandse escadron. In ieder geval, deze eerste
(halve) etappe is er een geweest, die een spannende week belooft. Zandvoort, 23
April. De tijdrit van
Woerden naar Zandvoort heeft een nieuwe sensatie bezorgd. Niet, dat Sjoerd
de Vries zijn trui heeft moeten afstaan, waarop hij kennelijk zo trots is (waarom
ook niet?), maar wel dat Gerrit Schulte een bijzonder knappe zege heeft
behaald op al zijn nationale concurrenten, om van de vreemdelingen nog maar
niet te spreken. In de ploegentijdrit over Den Helder, 24
April. Na een genoegelijke
tocht naar Landsmeer, een geneutraliseerd uitstapje zonder enige winstkans,
de serieuze rit naar Den Helder over De grote figuren
uit deze rit zal men vergeefs bij de prijswinnaars zoeken. Het waren de
jonge Amsterdammer Daan de Groot en de Italiaan Sartini, een klein mannetje
met een flinke macht in de benen. Zij samen streden anderhalf uur in wind en
regen om een voorsprong, die hen op een der leidende plaatsen zou brengen.
Maar het mocht niet lukken. Op circa 25 kilometer van het einddoel af, net
na Schagen, werd het moedige tweetal ingehaald door een groep van een kleine
dertig man met alle favorieten, behalve Schaer, die toen al geen favoriet
meer was. Een enorme sprint leek te voorzien. Het werd ook een enorme sprint.
Maar de winnaar was niet Henk Faanhof, Adri Voorting of een van die anderen
wier laatste meters zo venijnig kunnen zijn. De winnaar heette Wim van Est en
hij won daarmee een minuut tijdbonificatie, die hij best kan gebruiken om
niet al te ver achterop te raken. Nunspeet, 25
April. De Italianen zijn
terug! Na hun overdonderende start in de eerste etappe, hun pech in de
ploegentijdrit - waar zij vele kostbare seconden verloren door een
openstaande brug - haalden zij vandaag heel wat van hun verlies terug door
met drie man vooraan te zitten, daar waar de winst te halen viel. En er was
winst vandaag, veel winst. De Italianen met hun Pugi, Seghezzi en Vecchi in
de voorste gelederen, maakten een grote sprong in het algemeen
ploegenklassement. Zij wonnen bovendien de eerste en tweede prijs in de
etappe en mogen dus dubbel en dwars tevreden zijn. Maar.... wat gaat Thijs
Roks doen? De sterke Brabander zat ook tussen de acht man, die zegevierend de
langste rit van de Ronde voleindden. Ja, zegevierend, want ruim zes minuten
winst op de grote groep is winst van betekenis. Roks veroverde daarmee de
oranje leiderstrui op Sjoerd de Vries, die lelijk is teruggevallen en ook
Adri Voorting, Jan Konings en Thijs van Oers maakten met de Italianen en de
Engelsman Hoar een sprong naar voren. Waarbij we ons intussen afvragen, waar
de Belgen blijven. Als ze willen wachten tot Woensdag, wanneer ze in eigen
land zijn, dan wagen ze wel erg veel. Met Wim van Est
en zijn ploeg gaat het inmiddels niet al te best. Vandaag verloor de winnaar
van verleden jaar twee sterke mannen: broer Nico en Piet van As, beiden
gevallen in het zicht van de haven. Voor Van Est ziet het er dus niet erg
rooskleurig uit. We betwijfelen zelfs of hij zo nog in staat zal blijken -
ondanks zijn goede kansen in de tijdrit - om alle verloren terrein goed te
maken. Maar wie weet.... ? Valkenswaard, 26
April. Een nieuwe leider
vandaag en tegelijk een die de rit heeft gewonnen. Limburg kan juichen: op
de weg naar Heerlen, die vanmiddag gemaakt zal worden, rijdt een Limburger in
het oranje. De meest talentvolle renner zelfs, want Piet Haan is een man van
wie ieder zeer veel verwacht. Deze Piet Haan reed als overtuigend triomfator
Valkenswaard binnen. Voor Jules Maenen, die uit die plaats komt en dolgraag
had gewonnen, voor de Duitser Donike, de Italiaan Sartini en Amsterdamse
Hein van Breenen. Daarachter volgde de Engelsman Talbot op 2 1/2 minuut en
pas zes minuten na de winnaar – die ook nog een minuet bonificatie veroverde
- reed het peloton over de streep. Wim van Est aasde
in deze rit van Heerlen, 26
April. In Valkenswaard
hebben we heerlijk gegeten. We, dat zijn de renners, hen verzorgers, de
journalisten en al wat verder maar deel uitmaakt van de Ronde-karavaan. Alles
bij elkaar zo'n 250 man, maar omdat heel wat Valkenswaarders zich een
plaatsje wisten te veroveren aan de tafels, die waren opgesteld voor een
beste Brabantse koffietafel, waren er heel wat meer eters. Min of meer heeft
die maaltijd het wedstrijdverloop van de tweede halve etappe beinvloed.
Gerrit Schulte deed niet mee aan het maal, maar bleef rusten, krachten
verzamelend voor de strijd, die nog komen ging. Hij bleek ook nu weer de
verstandigste te zijn geweest, want alles wat hij nu moest missen, won hij
's avonds ruimschoots terug. Hij kan lachen, die Schulte. Niet alleen won hij
de etappe en daarmee een minuut bonificatie, maar bovendien liep de
Bosschenaar 51/2 minuut uit op al zijn concurrenten. Dat betekent, dat Piet
Haan, Hein van Breenen en Thijs Roks nu onmiddellijk het gevaar-Schulte
achter zich vinden. Wim van Est start zelfs al negen minuten achter op
Schulte, die kennelijk er op uit is een nieuwe zege te behalen. Het was een
korte, maar boeiende rit. Schulte trok al meteen na de start weg, maar zorgde
er voor niet te ver uit te lopen, zodat de andere renners meenden in hem een
premiejager te zien. Maar na een kilometer of 30 had Schulte acht renners bij
zich, die goed genoeg bleken om onder zijn leiding verder te gaan: zijn
ploegmakkers Van Oers en Suijkerbuijk, de Belg Schoubben, de Duitsers
Preiskeit en Siefert, de Engelsman Talbot, de Italiaan De Vecchi en Wies van
Dongen. Van dit tiental vielen Siefert en Suijkerbuijk af, terwijl Van Oers
en Talbot terrein verloren. Maar de overige vijf gingen zo hard door, dat ze
ruim vijf kostbare minuten eerder Heerlen bereikten dan het peloton. Het zal
niet gemakkelijk zijn voor de grote mannen Van Est, Wagtmans, Voorting, deze
tijd nog goed te maken. Intussen blijft ook Schulte's ploegmakker, Piet Haan,
een zeer serieuze candidaat voor de eindoverwinning. PIET HAAN,
een verdienstelijk winnaar van de RONDE VAN NEDERLAND Formidabele
prestatie van Wim van Est in de tijdrit Gerrit Schulte, de tactische meester De Ronde van
Nederland is ten einde. Een Ronde, die een verrassende overwinnaar bracht in
de persoon van de veelbelovende Limburger Piet Haan en die voorts de figuren
van Gerrit Schulte en Wim van Est weer alle gelegenheid bood om hun
respectieve kwaliteiten te tonen. Een Ronde, die verscheidene jonge renners
naar voren deed komen, maar enkele ouderen - zoals Gerrit Voorting en Wout
Wagtmans - nauwelijks te zien gaf. Een Ronde die weinig of geen smetten kende
en toch minder het vuur in de harten van het Nederlandse sportvolk deed
opwaaien dan menige voorgangster. De oorzaak daarvan? Wie zal het zeggen.
Misschien was het de ervaring met Tour de Frances, die zulke hoge
verwachtingen heeft doen wekken; misschien ook de gebrekkige wijze van
radio-verslaan, die zeker niet verweten mag worden aan reporter of omroepen
maar aan de steeds te late starttijden, die alle aankomsttijden deed
verschuiven naar onbekende tijden. Toch kan
directeur O. van Erp en zijn mannen van de Efor tevreden zijn: nog nooit is
een Ronde van Nederland zo geruisloos verlopen. Organisatorisch was alles
prima in orde en dat een enkele renner wel eens voor een open brug of voor
gesloten spoorbomen kostbare tijd heeft verloren, komt in de beste families
voor, zelfs in Frankrijk en Belgie. Met de winnaar Piet Haan is daarbij een
naam op de erelijst gekomen, die zeker niet misstaat. Het kan zijn, dat
Haan's overwinning nog wat te vroeg is gekomen omdat hij tot voor kort de
indruk gaf nog niet helemaal volgroeid te zijn, bij alle talent nog wat
hardheid te missen. Moge deze zege dan de inleiding zijn tot een grote
carriere, waarin Haan zijn teleurstellende streekgenoot Jan Nolten - die
nooit voor eigen volk is opgetreden en buiten de Tour nimmer reputaties heeft
gebroken - zal overtreffen. Piet Haan, we
konden het in het vorige nummer reeds melden, sloeg zijn grote slag in de rit
van Nunspeet naar Valkenswaard. Hij was daarmee
een der drie grote ritwinnaars, die de Ronde heeft gekend. De anderen waren
Gerrit Schulte in Valkenswaard-Heerlen en vooral Wim van Est in de tijdrit
Middelburg-Roosendaal. Geen der andere triomfators in een etappe - Sjoerd de
Vries, Pugi, Hoar, Van Oers en Hofland - kon daar tegenop. Van Est vooral
toonde zich opnieuw een renner, die tot grote prestaties in staat is als het
er op aankomt. En in de tijdrit kwam het er op aan. De Willebrorder, moeizaam,
strijdend tegen een oppermachtige coalitie, verwierf in deze ene rit van man
tegen man, zonder dat iemand de steun van een ander kon inroepen, alle eer,
die hij maar kan verwerven., Met een gemiddelde van Om het
chronoligsche verhaal van de Ronde, zoals dat in het vorige nummer is
begonnen, voort te zetten: de rit van Heerlen naar Brasschaat bracht opnieuw
weinig of geen Belgische, activiteit, al waren de Vlamingen dan op eigen
grond. Het is nu toch wel gebleken, dat de equipe van onze Zuiderburen er een
was van de derde klasse, die zich nimmer kon meters met een der andere teams.
De Duitsers mochten dan successievelijk de strijd hebben gestaakt, ze kwamen
met Preiskeit en Donike toch tot behoorlijke prestaties. De Italianen reden
vaak uitstekend, hetgeen de derde plaats in het ploegenklassement bewijst;
de Engelsen kwamen nu en dan tot redelijke individuele prestaties. Alleen de
Belgen en de Zwitsers zijn zwaar tegengevallen, juist de teams waarvan men
het meest had verwacht. Die rit naar
Brasschaat werd een saaie course. Wel begonnen De Vries en Sartini vol
strijdlust met een demarrage, die na Op Tussen Brasschaat
en Oostburg - een kronkelende route van Intussen klom Van
Oers op naar de zesde plaats in de rangschikking. Vrijdag kwam de
dag van Van Est. We zullen daarover niet uitweiden omdat de cijfers voor
zichzelf spreken. Men neme zich de moeite die uitslag eens te bekijken en er
zelf z'n conclusies uit te trekken. Waarbij naast de bewondering voor Van
Est ook waardering naar voren zal komen voor zijn naaste „rivalen": de
Italiaan Masocco, Wagtmans, Pugi, Voorting, Sartini (drie Italianen bij de
eerste zes!), en ook Haan. Voorts, hoewel wat meer naar achteren, Maenen en
Van Breenen, die dit werk, dat hun eigenlijk niet ligt, behoorlijk
doorstonden. Van Est klom
meteen op naar de tweede plaats en niemand die het hem misgunde. De stand na deze
voorlaatste rit is vrijwel ook de eindstand geworden. Want de slotetappe naar
Amsterdam bracht geen enkele sensatie. Het trio Hofland, Hoar en Cools kon
uitlopen en 7 minuten voorsprong nemen. Maar omdat zij allen ver achterop
kwamen, bleef alles zoals het was: Piet Haan winnaar voor Wim van Est, Hein
van Breenen en Gerrit Schulte. Rotterdam-Woerden
( 1. Sjoerd de
Vries (Ned. D), 3.02.05; 2. Preiskeit (Did.), z.t.; 3. Adri Voorting (Ned.
A), z,t.; 4, Cools (B.), z.t.; 5. Bakker (Ned. A), z.t.; 6. Sartini (It.),
z.t.; 7. Seghezzi (It.), z.t.; 8. Schaer (Zw.), z.t.; 9. Suijkerbuijk (Ned.
B), z.t.; 10. Wagtmans (Ned. C), z.t.; 11. Masocco (It.), z.t.; 12. Donike
(Did.), z.t.; 13. Van der Kamp (Ned. A), z.t.; 14. Schulte (Ned. B), 3.03.06;
15. Haan (Ned. B), z.t.; 16. De Groot (Ned C), z.t.; 17. Talbot (Eng.), z.t.;
18. Hoar (Eng.), z.t.; 19. Maenen (Ned D), z.t.; 20. H. Stevens (Ned, D'),
z.t.; 21. Strehler (Zw.), z.t.; 22. Petry (Dld.), z.t.; 23. Pusey (Eng.),
z.t.; 24. W. van Est (Ned. A), z.t.; 25. Maas (Ned. D), z.t.; Woerden-Zandvoort
(ploegentijdrit, 1. Nederland B
(Schulte, Haan, Plantaz), 5.24.54; 2. Nederland C (Van Dongen, Wagtmans, Van
Breenen), 5.26.24; 3, Nederland D- (Maenen Roks, Faanhof), 5.27.42; 4.
Nederland A (Wim van Est, Klaas van Est, Bakker), 5.32.57; 5, Belgie
(Huyskens, Truye en Schoubben), 5.33.54; 6. ZwItserland (Bucher, Bovay,
Schaer), 5.39.03; 7. Duitsland (Preiskeit, Scholl, Petry), 5.42.12; 8. Italie
(Sartini, Seghezzi, Pugi), 5.45.42; 9. Engeland (Bedwell, Hoar, Pusey),
5.47.33. Landsmeer-Den
Helder ( 1. Wim van Est
(Ned. A), 3 uur 55 mina 8 sec.; 2. Van Dongen (Ned. C), z.t.; 3. Petry (Dld),
z.t.; 4. Schulte (Ned B), z.t.; 5. Preiskeit (Dld.), z.t.; 6. Haan (Ned, B),
z.t.; 7. Bellemans (Belgii9), z.t. 8. Cools (B.), z.t. 9. Maenen (Ned D),
z,t.; 10. Adri Voorting (Ned. A), z.t.; 11. Gerrit VoOrting (Ned. D), z.t.;
12. Bucher (Zw,), z.t.; 13. Peters (Ned. B), z.t.; 14. Wagtmans (Ned. C),
z.t.; 15. Scholl (Dld.), z.t.; 16. De Vries (Ned. D), z.t.; 17. Van As (Ned.
A), z.t.; 18. Truye (B.), z.t.; 19, ex aequo: Nico Van Est, Bakker, Van der
Kamp (allen Ned. A), Plantaz (Ned. B), Van Breenen (Ned. C), De Groot (Ned.
C), Faanhof, Roks, Maas (Ned. D), Gielen (B.), Sartini (It.), allen in
3.55.08; 30. Donike (Dld.), 3.56.28; 31. Pugi (It.), 3.57.00; 32. Huyskens
(B.), z.t.; 33. Masocco (It.), z.t.; 34. Schoubben (B.), z.t.; 35. Neyt (B.),
z.t.; 36. Van Oers (Ned. B), z.t.; 37. Pusey (Eng.), 4.00.23; 38. Vecchi
(It.), 4.02.27; 39. Konings (Ned. C), z.t.; 40. Hofland (Ned C), 4.02.29; 41.
Seghezzi (It.), 4.03.52; 42. Hoar (Eng.), z.t.; 43. Bovay (Zw.), z.t; 44.
Bedwell (Eng.), z.t.; 45. Suijkerbuijk (Ned. B), z.t.; 46. Liebelt (Did.),
z.t.; 47. Van Osta (Ned. B), z.t.; 48. Brinkman (Ned. A), 4.06.39; 49, Meili
(Zw.), z.t.; 50. Strehler (Zw.), z.t.; 51. Lurati (Zw.), z.t.; 52. Schaer
(Zw.), z.t.; 53. Hollenstein (Zw.), z.t.; 54. Siefert (Did.), 4.10.29; 55.
Talbot (Eng.), 4.12.51; 56. Buttle (Eng.), z.t.; 57. Peter Schulte (Dld.),
z.t.; 58. H. Stevens (Ned. D), 4.14.20; 59. De Waal (Ned. C), 4.20.45;60.
Ilsley (Eng.), 4.24.10. Opgegeven: Parker (Engeland) en Cerati (Italie). Den
Helder-Nunspeet ( 1. Pugi (ItalM),
7 uur 49 min. 27 sec.; 2. Seghezzi (It.), z.t.; 3. Roks (Ned. D), z.t.; 4.
Van Oers (Ned. B), z.t.; 5: Konings (Ned. C), z.t.; 6. Adri Voorting (Ned A),
z.t.; 7. Vecchi (It.), z.t.; 8. Hoar (Eng.), z.t.; 9. Hofland (Ned. C),
7.54.37; 10, Schulte (Ned. B), 7.55.38; 11. Haan (Ned. B), z.t.; 12. Bucher
(Zw.), zt.; 13. Prelskeit (Did.), z.t.; 14, Wim van Est (Ned. A), z.t.; 16.
Wagtmans (Ned. C), z.t.; 17, Cools (B.), z,t.; 18. Truye (B.), z.t.; 19.
Meili (Zw.), z.t.; 20. Pusey (Eng.), z.t.; 21. ex aequo Plantaz (Ned. B), Van
Breenen (Ned. C), De Groot (Ned C), Huyskens (B.), allen in dezelfde tijd
als Schulte; 25. Gerrit Voorting (Ned. D), z.t.; 26. Schoubben (B.), z.t.;
27. Donike (Dld.), 7.56.07; 28. Bakker (Ned. A), z.t.; 29. Petry (Dild.),
7.56.18; 30. Scholl (Dld.), z.t.; 31, Brinkman (Ned. A), 7.56.29; 32. De Waal
(Ned. C), z.t.; 33. Strehler (Zw.), 7.56.58; 34. Liebelt (Dld.), z.t.; 35:
Gielen (B.), z.t.; 36. nsley (Eng.), z.t.; 37. Buttle (Eng.), z.t.; 38. Van
Osta (Ned. B), 7.57.58; 39. Bedwell (Eng.), z.t.; 40. Talbot (Eng.), z.t.;
41. Neyt (B.), z.t.; 42. Van Dongen (Ned. C), 7.58.15; 43. De Vries (Ned. D),
z.t.; 44. Van der Kamp (Ned. A), 7.59.36; 45. Maenen (Ned D), z.t.; 46.
Masocco (It.), 8.01.20; 47. Van As (Ned. A), 8.01.26; 48. Sartini (It.),
z.t.; 49. Lurati (Zw.), 8.02.30; 50.'Bovay (Zw.), z.t.; 51. Hollenstein
(Zw.), z.t.; 52. Suijkerbuijk (Ned, B), 8.04.47; 53, Faanhof (Ned. D),
8.05.09; 54. Bellemans (B.), 8.07.09; 55. Siefert (Dld.), z.t.; 56. Stevens
(Ned D), 8.25.24; 57. Maas (Ned. D), z.t. Opgegeven: Schaer (Zwitserland),
Schulte (Duitsland) en Nico van Est (Ned. A). Nunspeet-Valkenswaard
( 1. Piet Haan
(Ned. B), 5 uur 17 min, 26 sec.; 2. Maenen (Ned. D), 5.17.26; 3. Donike
(Dld.), 5.17.26; 4. Sartini (It.), z.t.; 5. Van Breenen (Ned. C), z.t.; 6.
Talbot (Eng.), 5.21.29; 7. De Vecchi (It.), 5.23.57; 8. Van Oers (Ned. D),
z.t,; 9. Gerrit Voorting (Ne(L D), z.t.; 10. Preiskeit (Dld.), z.t.; 11. Maas
(Ned. D), z.t.; 12. Roks (Ned D), z.t.; 13. Bakker (Ned. A), z.t.; 14. Scholl
(I)ld.), z.t.; 15, Su)jkerbuijk (Wed. B), z.t.; 16. Van der Kamp (Ned A),
z.t.; 17. Neyt (B.), z.t.; 18. Stevens (Ned. D), z.t.; 19. Faanhof (Ned. D),
5.24.52; 20. Plantaz (Ned. B), z.t.; 21. Gielen (B.), z.t.; 22. Brinkman
(Ned. A), z.t.; 23. Siefert (Did.), z.t.; 24, De Groot (Ned. C), z.t.; 25.
Wagtmans (fled. C), 5.26.05; 26. Petry (Did.), 5.26.41; 27, Van Dongen (Ned.
C), 5.26.43; 28. De Vries (Ned. D), 5.26.45; 29. Meill (Zw.), z.t.; 30.
Schoubben (B.), z.t.; 31. Adri Voorting (Ned. A), z.t,; 32, Van Osta (Ned. B),
z.t.; 33. Cools (B.), z.t.; 34. Hofland (Ned. C); z.t.; 35. Peters (Ned. B),
5.26.53; 36. Bucher (Zw.), z.t.; 37. Pusey (Eng.); 38. Seghezzi (Ft.); 39.
Bovay (Zw.); 40. Huyskens (B.); 41, Liebelt (Did.); 42. Strehler (Zw.); 43.
Truye (B.);'44. Bellemans (B.); 45. Isley (Eng.); 46. Lurati (Zw.); 47.
Masocco (It.); 48. Hollenstein (Zw.); 49. Wim van Est (Ned. A); 50. Gerrit
Schulte (Ned. B); 51. Hoar (Eng.); 52. Pugi (It.), allen in 5.26.53; 53.
Konings (Ned. C), 5.29.53. Valkenswaard-Heerlen
( 1, Schulte (Ned.
B), 3 uur 8 min. 8 sec.; 2. Van Dongen (Ned. C), z.t.; 3. Preiskeit (Dld),
3.08.25; 4. De Vecchi (It.), ZA.; 5. Schoubben (B,), 3.08.32; 6. Van Oers
(Ned. B), 3.10.39; 7. Talbot (Eng.), 3.10.55; 8. Masocco (It.), 3.13.25; 9.
Strehler (Zw.), 3.13.36; 10. Bucher (Zw.), 3.13.54; 11. Haan (Ned. B), z.t.;
12. Peters (Ned. B), z.t.; 13. Seghezzi (It.), z.t.; 14. Truye (B.), .t.; 15.
Meili (Zw.), z.t.; 16. Wim van Est (Ned. A), z.t.; 17. De Vries (Ned. D),
z.t.; 18. Liebelt (Did.), z.t.; 19. Brinkman (Ned. A), z.t.; 20. Bovay (Zw.),
z.t.; 21. Konings (Ned. C), z.t.; 22. Wagtmans (Ned. C), z.t.; 23. Van
Breenen.(Ned. C), z.t.; 24. Petry (Did.), 25. Sartini (It.), z.t.; 26. Donike
(Did.), z.t.; 27. Bellemans (B.), z.t.; 28. Cools (B.), z.t.; 29. Gielen
(B.), z.t.; 30. Huyskens (B.), z.t.; 31. Pugi (It.), z.t.; 32. Gerrit
Voorting (Ned. D), 3.14.03; 33. Maenen (Ned. D), z.t.; 34. Hollenstein (Zw.),
z.t.; 35. Faanhof (Ned. D), z.t.; 36. Scholl (Did.), 8.14.30; 37. Roks (Ned.
D), z.t;; 38. Stevens (Ned. D), z.t.; 39. Bakker (Ned. A), z.t.; Heerlen-Brasschaat
( 1. Hoar (Eng.), 6
uur 54 min. 52 sec.; 2. Truye (B.); 3. Bucher (Zw.); op 2 min. 38 sec.: 4. De
Vries (Ned. D); 5. Adri Voorting (Ned. A); 6. Pugi (It.); 7. Van Dongen (Ned.
C); 8. Lurati (Zw.); 9. Preiskeit (Did.); 10. Strehler (Zw.); 11. Wim van Est
(Ned. A); 12. Van Oers (Ned. B); 13. Gerrit Voorting (Ned. D); 14. De Groot
(Ned. C); 15. Masocco (It.); 16. De Vecchi (It.); 17. Schulte (Ned. B); 18.
Van der Kamp,(Ned. A); 19. Haan (Ned. B); 20. Peters (Ned. B); 21. Wagtmans
(Ned. C); 22. Van Breenen (Ned. C); 23. Konings (Ned. C); 24. Roks (Ned. D);
25, Maenen (Ned. D); 26. Gielen (B.); 27. Schoubben (B.); 28. Bellemans (B.);
29. Petry (Did.); 30. Liebelt (Did.); 31. Sartini (It.); op 2.51: 32. Van
Osta (Ned. B); op 4.21: 33. Hofland (Ned. C); 34. Hollenstein (Zw.); op 4.38:
35. Bakker (Ned. A); 36. Suijkerbuijk (Ned. B); 37. Brinkman (Ned. A); op
6.44: 39. Stevens (Ned. D); op 7.20: 39. Huyskens (B.); 40. Ilsley (Eng.);
41. Meili (Zw.); 42. Bovay (Zw.); op 12.58: 43. Seghezzi (It.); op 20.52: 44.
Neyt (B.); 45. Cools (B.). Opgegeven: Talbot
(Eng.), Scholl (Did.), Maas (Ned. D), Donike (Did.), Faanhof (Ned. D),
Plantaz (Ned. B) en Siefert (Did.). Brasschaat-Oostburg
( 1. Van Oers (Ned.
B), 5 uur 6 min. 49 sec.; 2. De Vecchi (It.), 5.06.59; 3. Konings (Ned. C),
5.06.59; 4. Hollenstein (Zw.), z.t.; 5. Brinkman (Ned. A), 5.07.01; 6. Haan
(Ned. B), 5.09.13; 7. Schulte (Ned. B); 8. Wim van Est (Ned. A); 9. De Vries
(Ned. D); 10. Wagtmans (Ned. C); 11. Masocco (It.); 12. Maenen (Ned. B); 13.
Suijkerbuijk (Ned. B), allen dezelfde tijd als Haan; 14. Gerrit Voorting
(Ned. D), 5.09.15; 15. Cools (B.), 5.09.49; 16. Pugi (It.); 17. Preiskeit
(Dld.); 18. De Groot (Ned. C); 19. Bucher (Zw.); 20. Liebelt (Dld.); 21. Van
Dongen (Ned. C); 22. Adri Voorting (Ned. A); 23. Hoar (Eng.); 24. Meili
(Zw.); 25. Bellemans (B.); 26. Stevens (Ned. D); 27. Strehler (Zw.); 28. ex
aequo: Van der Kamp (Ned. A), Peters (Ned. B), Van Osta (Ned. B), Roks (Ned.
D), Gielen (B.), Neyt (B.), Truye (B.), Schoubben (B.), Sartini (It.) en
Lurati (Zw.), allen dezelfde tijd als Cools, 5.09.49; 39. Petry (Dld.),
5.10.40; 40. Bakker (Ned. A), z.t.; 41. Ilsley (Eng.), z.t.; 42. Bovay (Zw.),
5.12.26; 43. Hofland (Ned. C), 5.20.16; 44. Huyskens (B.), 5.21.34. Opgegeven:
Seghezzi (Italie). Middelburg-Roosendaal
(tijdrit, 1. Van Est (Ned.
A), 1 uur 47 min. 56 sec.; 2. Masocco (It.), 1.53.22; 3. Wagtmans (Ned. C),
1.56.18; 4. Pugi (It.), 1.57.31; 5. en Roosendaal-Amsterdam
( 1. Hofland (Ned.
C), 6 uur 54 min. 38 sec.; 2. Hoar (Eng), z.t.; 3. Cools (B.), z.t.; 4. Pugi
(It.), 7.00.54; 5. Schulte (Ned. B); 6. Wagtmans (Ned. C); 7. Peters (Ned.
B); 8. Preiskeit (Dld.); 9. Gerrit Voorting (Ned. D); 10. De Groot (Ned. C);
11. Van Est (Ned. A); 12. Van Osta (Ned. B); 13. Van Dongen (Ned. C); 14.
Huyskens (B.); 15. Brinkman (Ned. A); 16. Liebelt (Dld.); 17. Bellemans (B.);
18. De Vries (Ned. D); 19. Van Oers (Ned. B); 20. Roks (Ned. D); 21. ex aequo
Haan (Ned. B), Van Breenen (Ned. C), Maenen (Ned. D), Sartini (It.),
Schoubben (B.),Gielen (B.), Truye (B.), Bakker (Ned. A), Bucher (Zw.), Petry
(Dld.), Masocco (It.), Strehler (Zw.), Konings (Ned. C), Meili (Zw.), De
Vecchi (It.), Van der Kamp (Ned. A), Hollenstein (Zw.), Bovay (Zw.), Lurati
(Zw.), Suijkerbuijk (Ned. B), Neyt (B.), Stevens (Ned. D), Ilsley (Eng.),
allen in de tijd van Pugi. Opgegeven: Adri
Voorting (Ned. A). Algemeen
klassement. 1. Piet Haan
(Ned. B), 46 uur 18 min. 4 sec.; 2. Wim van Est (Ned. A); 46.19.11; 3. Hein
van Breenen (Ned. C), 46.21.08; 4. Gerrit Schulte (Ned. B), 46.22.06; 5.
Jules Maenen (Ned. D), 46.24:25; 6. Wout Wagtmans (Ned. C), 46.25.33; 7.
Thijs Roks (Ned. D), 46.26.31; 8. Gerrit Voorting (Ned. D), 46.26.57; 9. Pugi
(It.), 46.28.52; 10. Van Dongen (Ned. C), 46.29.20; 11. Preiskeit (Dld.),
46.29.22; 12. Van Oers (Ned. B), 46.29:33; 13. Sartini (It.), 46.30.12; 14.
Schoubben (B.), 46.31.19; 15. Gielen (B.), 46.32.04; 16. De Vries (Ned. D),
46.32.43; 17. Truye (B.), 46.33.39; 18. Bakker (Ned. A), 46.35.15; 19.
Bucher (Zw.), 46.35.17; 20. De Groot (Ned. C), 46.36.38; 21. Petry (Dld.),
46.40.35; 22. Masocco (It.), 46.40.59; 23. Peters (Ned. B), 46.41.12; 24.
Bellemans (B.),46.48.08; 25. Strehler (Zw:), 46.48.37; 26. Hoar (Eng.),
`46.52.40; 27. Cools (B.), 46.53.53; 28. Konings (Ned. C), 46.55.2$; 29.
Meili (Zw.), 46.56.29; 30. Huyskens (B.), 46.58.01; 31. De Vecchi (It.),
46.59.46; 32. Van der Kamp (Ned. A), 47.00.06; 33. Hofland (Ned. C),
47.01.25; 34. Hollenstein (Zw.), 47.01.56; 35. Bovay (Zw.), 47.04.27; 36.
Liebelt (Dld.), 47.05.11; 37. Van Osta (Ned. B), 47.09.24; 38. Brinkman (Ned.
A), 47.12.52; 39. Lurati (Zw.), 47.14.08; 40. Suijkerbuijk (Ned. B),
47.16.34; 41. Neyt (B.), 47.21.46; 42. Stevens (Ned. D), 47.53.41; 43. Ilsley
(Eng.), 47.57.35. Ploegenklassement. 1. Nederland B
(Haan-Schulte), 138 uur 50 min. 10 sec.; 2. Nederland C (Van
Breenen-Wagtmans), 138.56.26; 3. Italie (Masocco), 138.56.56; 4. Nederland A
(Van Est), 139.08.46; 5. Nederland D (Maenen-Roks-G. Voorting), 139.11.08;
6. Belgie (Schoubben), 139.23.02; 7. Duitsland (Preiskeit), 139.37.45; 8.
Zwitserland (Bucher), 140.06.07. RONDE VAN
NOORD-BRABANT.(14 augustus t/m 15 augustus).1955 Van der Pluijm won de Ronde, van
Noord-Brabant Krijn Post won
twee etappes en verspeelde zijn kans in de laatste rit Het is de
Dussenaar Van der Pluijm dus toch gelukt om een etappewedstrijd op zijn naam
te brengen. Hij won de Ronde van Brabant, de eerste klassieker van Nederland,
die sinds 1950 niet meer verreden werd. Om welbekende redenen zoals zich
verschillende jonge profs nog wel levendig zullen herinneren. Geen kwestie
van gebrek aan geld, maar van een te veel. Die Ronde van Brabant is door
eerbiedwaardige wielermannen gewonnen. Door Wim van Est en Wout Wagtmans,
twee West-Brabanders, die in de laatste zeven jaar voorname bladzijden in
onze wielerhistorie schreven. Als Van der Pluijm dezelfde weg opgaat staat
hem een mooie toekomst te wachten. De Dussenaar Van der Pluijm heeft met deze
overwinning de beloften, die hij kortelings in de Ronde van Midden-Brabant
wekte, ingelost. Wij hadden hem al eerder verwacht. In de Omloop der Kempen.
Want we hadden gezien, dat Van der Pluijm sinds het vorig jaar nog gegroeid
is. Het vorig jaar
hebben wij voor het eerst uitvoeriger over de Dussenaar geschreven. We hebben
over die regels enkele brieven van supporters ontvangen. De jonge Van der
Pluijm had immers enkele regionale rondjes geheel of bijna gewonnen. Wij hadden hem
dus voordien tekort gedaan. Althans dat was de mening. Laat ik nu
constateren, dat Van der Pluijm nog een jaar nodig had om zijn naam in alle
bladen van Nederland te rijden. Dat gebeurd met zijn overwinning in de Ronde
van Brabant.Ik geloof, dat we tijdig genoeg waren om de aandacht op hem te
vestegen. Een overwinning in een criterium is geen reden om voor een amateur
hoog van de toren te blazen. Er zal natuurlijk geantwoord worden „maar we
hadden toch lekker gelijk met onze Van der Pluijm". Daar wareh dan ook
supporters van Van der Pluijm voor. Uit bet stille
„Land van Heusden en Altena" zijn al meer goede sportlui voortgekomen.
Omdat er de lamp vroeg uitgaat, zou . Middelink zeggen. Hij heeft er gelijk
mee. De wielersport heeft haar beste mensen op het boerenland. Stadsjongens
domineren niet vaak. De-winnaar van de vierde Ronde van Brabant heeft een
uitstekende wedstrijd gereden. Van het begin af zat hij mee in de slag,
zonder dat hij zijn reserves aantastte. Hij kreeg al zo vaak door verspilling
van krachten de deksel op de neus, dat hij voorzichtig geworden is. Te
voorzichtig, vertellen zijn collega's. Want die zijn niet van plan voor hem
het werk op te knappen. Na de eerste
etappe, die van Roosendaal door geheel West-Brabant naar Oosterhout leidde,
keken de koplopers scheel naar deze Van der Pluijm, die vond dat de anderen
Krijn Post maar achterna moesten gaan. Met zes man trachtte men de laatste
vijftig kilometer af te leggen. Een paar kilometer voor Oosterhout
damarreerde Post, die zijn inzinking van de laatste weken weer te boven
gekomen is. De Dussenaar Van der Pluijm liet tenslotte Post los en daardoor
kwamen ook Lahaye, Van Houwelingen, Konings en Roks te zwemmen. Van dit
zestal hadden Van Houwelingen en Roks de zwaarste course gelopen. Maaike Roks was
namelijk in een valpartij betrokken geweest en Van Houwelingen kwam uit,de
achterhoede bij de kopgroep terug na derailleurdefect verholpen te hebben. De
grote pechvogels op de eerste dag waren een goedmarcherende Van den Brekel, Van
Steenselen, Van Grinsven, Van Wetten, Looyen, Stevens, Bergmans, Van der
Sluijs. Zij werden op de eerste dag reeds door tegenslag kansloos of zij
moesten de brokkenwagen opzoeken. De eindoverwinnaar eindigde op de eerste
dag als vierde achter Post, Lahaye en Konings, met meer dan een minizut
achterstand op de leider. In de tijdrit van
Oosterhout naar Zundert over Toen het zover
was liet zich Van der Pluijm pas kennen. Het leek een onbegonnen werk om in
de laatste rit drie minuten op Krijn Post te veroveren. Meestal wordt het
hoofd in de schoot gelegd. En toch is zelfs de mening, dat vijf minuten
achterstand niet meer ingehaald kunnen worden, foutief. In amateurwedstrijden
over vlakke baan is dit zeer goed mogelijk. Post had er zelfs een gesloten
overweg voor nodig om zijn achterstand tot vier en een halve minuut beperkt
te zien. In
de etappe van Zundert naar Eindhoven, die De
organisatie van de aankomsten in de diverse
etappeplaatsen was goed verzorgd. De interne organisatie van de Ronde had
beter kunnen zijn. Het winstpunt is, dat de Ronde eindelijk weer verreden kon
worden: le etappe:
Roosendaal-Oosterhout: 1. Krijn Post, 2e etappe:
tijdrit Oosterhout-Zundert: 1. Post, 3e etappe:
Zundert-Eindhoven: 1. Van der
Pluijm, Einduitslag: 1.
Van der Pluijm (Dussen) 10.25.24; 2. Post (Nieuw-Vennep) 10.27.06; 3. Konings
(Breda) 10.29.55; 4. Roks (Sprundel) 10.31.13; 5. Heeren 10.31.16; 6. Van Est
10.34.55; 7. Aanraad . 10.35.29; 8. Van Steenselen 10.35.48; 9. Van Meel
10.39.28; 10. De Jager 10.39.37; 11. Van Houwelingen 10.39.57; 12. Van.
Grinsven 10.40.54; 13. Liebrechts 10.41.34; 14. Van den Brekel 10.42.17; 15.
Verhelst 10.42.19. RONDE VAN
NOORD-HOLLAND.(11 april).1955 215 renners joegen door
het polderland Ronde van Noord- Holland snel betwist
door hoog tempo Belgische tactiek bracht triompf aan R E
N E VAN M E E N E N Om het maar
meteen te zeggen: de Zaanlandse rennerselub D.T.S. heeft veel, zeer veel zorg
besteed aan haar tiende Ronde van Noord-Holland, onze oudste
amateur-klassieker. Dat was in de vroege morgen van Paasmaandag al gauw te
zien. De heren Cornelissen, Duyf, Siebeling, Wijman (een van onze vroegere
tegenstanders op de fiets) en vele andere werklustige Zaanse wielervrienden
werden van alle kanten bestormd, geen ogenblik met rust gelaten. 't Was,
dunkt ons, een pak van hun hart toen de 245 man sterke karavaan, pries op
tijd Zaandam verliet (tussen rijen dubelende mensen) voor een De wedstrijd was
nog niet eens goed en wel opengebloeid of verschillende renners hadden al met
de straatstenen kennis gemaakt: Geurts bijvoorbeeld en Post en Heide, die er
een krom achterwiel van overhield. En dan moet het materiaal zo duur zijn.
Neen, dan kan het tempo beter te hoog voor je liggen. Zoals voor Bergstlin,
Martin, Dangerman, Snijders (uit Hoofddorp), Veldhoven, Van de Laan,
Storelisse en Hoeven, Acda, Dekker, Vermast, Nijkamp, Van Duppen, de Luxemburgers
Henri Scholer en Nicolas Kirsch en nog een hele rits anderen. Velen onder hen
zaten, ver in de achterhoede, te knikkebollen. Want, ondanks de lente, was
het verre van warm, terwijl de renners een sterke Noordwestenwind schuin tegen
hadden. Aan de andere kant: onder de “gelosten" waren mannen, die het
vorige seizoen in menig wegcourse toch hun partijtje dapper meebliezen. Denk
in dit geval aan de Helmonder Van Duppen en Vermast uit Assendelft. In de
„bloeiende" Beemster keek de Leidenaar Vermeulen met een treurig gezicht
naar een zijner tuben, waaruit de lucht was verdwenen. Ook Holshuysen had
bandbreuk, Praag daarentegen malheur aan zijn ketting, terwijl de Tilburger
Nulkens, pechvogel in Ulysses' Lenterit, met meer makkers in een valpartij
werd betrokken. Gelukkig is er voor hen deze troost, dat na onweer het
schoonste weer volgt. Om verder te
gaan: in Oosthuizen, na nog geen uur fietsen, bevond zich, volgens de man met
het rondenbord, een groep van dertien renners op kop. Dat waren de Belg Van
Meenen en de Nederlanders Bogers, Bruggenkamp, De Clercq, Van Heertum, Lute,
Snijders, Rijnders, Tesselaar, Schalk Verhoef, Wuurman, Van Steenselen (die
later ten val kwam) en De Booy. Deze Leo de Booy, in de eerste Ronde van
Noord-Holland, tien jaar geleden, tweede na Joop Middelink, moest van de
fiets voor een platte band. Jammer. De kopgroep
verloor aan mankracht en kreeg er nieuwe recruten bij. Als gewoonlijk. Want
de course mocht dan over het algemeen een nogal vlak verloop hebben gehad, er
mocht wat men noemt „geen verhaal in hebben gezeten", men kan dit
moeilijk de renners verwijten. Vaak, heel vaak zelfs, werd er gejaagd,
gespurt en “stoten" uitgedeeld, die gaten in het peloton maakten.
Alleen: de course was eigenlijk te vroeg beslist. Tussen Enkhuizen en
Medemblik (met z'n prachtige kasteel Radboud) was de hoofdmacht 27 man sterk.
Twee Belgen: Rene van Meenen (die we ook in Gent-Ieperen aan de slag hebben
gezien) en Jos Janssens; vier Duitsers: Paul Maue (wegkampioen 1954), Heinz
Backat, Heinz Milder en Georg Piepenbrink, en de rest landgenoten: Rol,
Rijnders, Van Selm, Snijders, Stout, Tienstra, Steenvoorden, Verhoef, Van
Wetten, Wuurman, Bogers, Braat, Bruggenkamp, Bloetjes, De Clercq, Jansen
(Halfweg), Kayer, Lute, Post, De Booy en Van de Putten, van wie er, zoals we
reeds releveerden, verschillenden later terrein verloren door een val, een
“bandje", rijwielbreuk, gebrek aan voldoende kilometers of aan wat men
“klasse" noemt. Nochtans, Joop
van de Putten, die sterk reed, vocht na zijn lekke tube met een elan, dat
weldadig aandeed. Hoewel hij in zijn eentje veel van zijn opgelopen
achterstand wegwerkte, kwam hij er net niet. De jonge Hagenaar, wiens
pedaalslag tijdens de jacht licht en lenig bleef, kan echter op een pracht
van een course terugzien. Veertiende uit zo'n enorm veld deelnemers, ondanks
bandbreuk, zegt toch wel iets. Met Den Helder
en"t Zand achter de rug, na ruim vier uur rijden, is er, behalve in de
slotkilometers - maar die waren dan ook briljant - betrekkelijk weinig meer
gebeurd. Al leek - het er een ogenblik op of de inmiddels zwaar gehavende kopgroep
versterking zou krijgen van het tweede peloton, waarin goed marcherende
renners als Schollen, Luykx, Bergmans, Van de Berg, Klebach, jolige Piet de
Bruijn uit Roosendaal, Van Selm en Cor Jansen (beiden in groep twee
teruggevallen), alsmede de Luxemburger Alde Bolzan de toon aangaven. Die
versterking, welke deze jubileumronde meer kleur had kunnen geven, bleef
echter uit. Omdat op het laatste ogenblik de zo vereiste samenwerking, het
eendrachtig ineen slaan van de handen, ontbrak. Die was overigens ook zoek in
groep drie, waarin, naast de jeugdige Theo Noyen, die „plat" was
gevallen, de ruim-38-jarige Willem Reuter zich zo prachtig weerde en een
voorbeeld was voor vele jongeren, die vaak aan Willem's wiel zaten gekleefd
als gom aan een enveloppe. Met twaalf
aanvoerders is men tenslotte aan een finale begonnen, welke aantrekkelijk
was in al zijn hardheid. De Aalsmeerder Frans Braat, die stukken beter reed
dan in de Lenterit, had even na Bakkum, met nog een goed half uur rijden, al
moeten afhaken: hij had, om een beeldspraak te gebruiken, geen olie meer in
de lamp. In de rennerswereld zegt men daarvoor: hij zat „op de knieen". Piet
Steenvoorden, in ouderwetse doen, was als eerste ten aanval getrokken, maar
Jan Rol, een jonge coureur, die zeker wat kan en gevoel heeft voor tempo,
trok zijn makkers snel op de lange Haarlemse vechter. Vanaf dat ogenblik was
alle samenwerking in de kopgroep natuurlijk zoek. Want ook Kees Kayen en Joop
Wuurman, beiden uitmuntend op dreef, en Krijn Post, ofschoon hij nog geen 500
training-kilometers in de benen had, voelden zich ineens op hun Paasbest. In
Uitgeest, met een kilometer of twintig voor de finish, sloeg de Duitse
wegkampioen Paul Maue toe. Men weet dit al uit dag- en sportbladen. Toch
willen wij hier even bij stilstaan, omdat wij die fonkelende eindstrijd van
zo heel dichtbij vermochten meemaken. Maue, die, in tegenstelling met
Steenvoorden en Post, wel snel is - wat heeft deze Duitse rouleur een juweel
van een stijl – “pakte" plots de eivolle
Kepplerstraat in Zaandam, waarover de Belgen Van Meenen en Janssens als
eerste en tweede prijswinnaar raasden en daarmee - men kan hun manier van
rijden bewonderen of niet - beslag legden op de “vette hapjes", die
D.T.S. voor deze jubileum-ronde had beschikbaar gesteld. Hier is de
uitslag: Amateurs:1. Rene van Meenen, Belgie, in 5 uur 44 min. en 20 sec.; 2. Jos
Janssens, Belgie, z.t.; 3. J. Rol, Alkmaar, z.t.; 4. K. Kayer, Zuidermeer,
z.t.; 5. Paul Maue, Duitsland, z.t.; 6. K. Post, Nieuw-Vennep, z.t.; 7. P,
Steenvoorden, Haarlem, z.t.; 8. J. Wuurman, Amsterdam, z.t.; De prestatieprijs
werd door de wedstrijdcommissarissen toegekend aan de renner Paul Maue
(Duitsland). RONDE VAN
NOORD-WEST-NEDERLAND.(15 mei).1955 ARIE VAN
WETTEN Een groot winnaar in de
7e Ronde van Noord-West-Nederland Van sprankelende
jachten en verwoede achtervolgingen is in de zevende Ronde van
Noord-West-Nederland weinig te bespeuren geweest. De straffe Westenwind en
het strak aangehouden tempo in het voorste gelid waren er hoofdzakelijk de
oorzaak van, dat de koers een saai en eentonig verloop kreeg. Slechts het
slotoffensief - dat echter zeer laat werd ingezet bood de volgers nog enige
vergoeding voor hetgeen zij op hun Het ongeveer 130
man sterke peloton dat in de Hemelvaartsklassieker van “Alcmaria
Victrix" van start ging, bevatte slechts een handvol kanshebbers en was
voor zo'n wedstrijd uitermate zwak te noemen. Voorzitter Boschman en zijn nijvere
staf van medewerkers verdienen voor „hun" grote wedstrijd een
geselecteerder veld deelnemers aan de start te krijgen. Het was nu zo
gesteld, dat er na amper Om op de
wedstrijd terug te komen, deze begon al vrij ongelukkig, want nauwelijks was
de karavaan buiten de kaasstad - in de omgeving van de “Omval" - of er
deed zich al een grate valpartij voor in het peloton. Een dikke twintig
renners tuimelden hierbij over elkaar heen en voor de ongelukkigsten
betekende dit meteen het einde. Blessures en brokken aan materiaal waren er
het gevolg van. Anderen als Fok, Pronk, die ongetwijfeld betere resultaten
kan behalen dan zijn tot nu toe gemaakte uitslagen, Slot, Van Dorresteyn, J.
Post, Dangerman, Tesselaar, Manson, Hovis, Krengen, Molenaar, Groenewoud
etc. liepen hierdoor een aanzienlijke achterstand op en werden tot
hekkensluiters gebombardeerd. Zij waren echter niet de enigen, want ook
Degeling, Stroomer, Pothuizen, Van der Maden, Schollen, Oink en Ooievaar
ontwaarden we in een groepje dat het contact met de hoofdmacht verspeeld had.
Even voorbij Noord-Scharwoude stond Morelisse langs de kant van de weg meteen
“platte" tube en maakte Dol resoluut rechtsomkeert, richting Alkmaar. Nabij Schagen
scheen de hoofdmacht uiteen te vallen, maar een gesloten spoorwegovergang
stelde de aanvankelijk „gelosten" in de gelegenheid om weer bij te
komen. Ze gingen er toch af, want in de slingerende straatjes van het typisch
Westfriese stadje Schagen zagen we de eerste renners, die moeilijkheden met
het tempo kregen, weer afhaken. En er volgden er nog meer, die het met de
straffe wind en het strakke tempo te kwaad kregen, want in Den Helder ( Onder de
„gelosten" bevonden zich knapen als Braspenning, Van der Kloot,
Beentjes, Janissen, Groot en Bloetjes, die merendeels door onopiettendheid
het contact met de leiders hadden verloren. Het begon voor deze renners
echter te dagen, toen in de omgeving van De Kooi de kopgroep geremd werd door
een gesloten overweg. Juist toen de slagbomen omhoog gingen, streken veertien
achtervolgers op de kopgroep neer, zodat er weer 36 man aan de leiding
kwamen. Achttien leiders. Voor velen was
deze hergroepering van korte duur, want toen het tempo weer even werd
opgevoerd, begonnen zij te knikkebollen en zagen zij de achterwielen steeds
schemeriger worden. De koers kreeg meer het karakter van een afvalwedstrijd,
want wie eenmaal „los" was, kwam niet meer bij. Achttien man overleefden
deze slijtageslag en gingen na In gesloten gelid
draaide de kopgroep door de pittoreske IJselmeerstadjes Medemblik, Enkhuizen
en Hoorn naar de tweede verzorging in de Beemster. Daar werd Piet Kooiman uit
de kopgroep gewipt door een motor en kwam daarbij zo ernstig ten val, dat hij
naar een ziekenhuis moest worden vervoerd. Voor Purmerend raakte Schollen in
moeilijkheden en moest de tol betalen voor zijn eerder in de wedstrijd geleverde
inspanningen. Edoch, geescorteerd door een motorrijder van de Rijkspolitie
kwam Schollen in de Wijde Wormer weer terug in de kopgroep. In ijltempo werd
de Zaanstreek genomen en dit werd tenslotte voor Schollen te machtig; bij
Buitenhuizen ( Op de smalle
weggetjes van de Wijkermeer werd het onrustig in de kopgroep en stelden Van
Wetten, Van der Heuvel, Bruggenkamp - na een jaar non-activiteir weer best
op dreef - en Braspenning energieke pogingen in het werk om de strijd een
andere wending te geven. Hun demarrages reikten echter niet ver genoeg om
buiten het bereik van een Braat, Snijders, Rol, Kayer, De Jongh, Rusman of
Hamelink te blijven. Voor Wuurman en Bogers - twee jonge vechters die nog
niet geheel volgroeid zijn voor dit zware werk, maar despndanks regelmatig
in de voorste linies strijden - betekende dit de genadeslag en zij moesten in
Beverwijk uit de wielen. Eindfase. In Uitgeest
demarreerde Van Wetten, maar zijn Zeven kilometer
voor de finish ondernamen Kayer en Rol nog een uitlooppoging, maar Rusman en
Van der Heuvel trokken het restant van de kopgroep weer op de vluchtelingen.
Toen de volgers zich reeds verzoenden met een eindsprint, kwam de in de
aanhef beschreven ontknoping. Tot slot willen we nog even een aparte
vermelding maken van het kranige doorzetten van Pronk en Fok. Deze beide
renners waren de laatsten, die na de valpartij bij de “Omval" weer op de
fiets stapten en ondanks hun aehterstand niet versaagden en de koers uitreden.
Ook de andere pechvogels en “gelosten" verdienen een woord van hulde
voor de wijze - bij voorbaat te weten om kansloos te zijn - waarop zij op de
Ruysdaelkade in Alkmaar arriveerden. BRON:JAN
ROOSENBOOM DE VRIES Amateurs: 1. Arie v. Wetten (Noordwijkerhout), RONDE VAN
OVERIJSSEL.(2 juli).1955 MIES
STOLKER eerste man In RIJSSEN
Van den Heuvel beste tweede De Ronde van
Overijsel mag er zijn! Deze amateurwedstrijd heeft weliswaar nog niet de faam
en de “historische diepgang" van klassiekers als bijvoorbeeld de Ronde
van Noord-Holland, de Ronde van Limburg en de Ronde van Midden-Nederland, om
een greep te doen uit wat de vaderlandse wielerkalender in een seizoen biedt,
maar tegen deze wielermars door het Overijselse land moet men toch niet te
licht aankijken. De renners hebben een dikke Wij hebben ergens
gelezen, dat de Zuilenaar Mies Stolker een ernstig candidaat mag worden
genoemd voor deelname aan het wereldkampioenschap, dat eind Augustus in Rome
wordt verleden.. Dit is een verwachting, die natuurlijk tot een antwoord
noopt. Welnu: de Nederlandse wielergemeenschap heeft in de amateursector tal
van jonge lieden, die evenveel ,snee" hebben als Mies Stolker. Volgens
Martin W. Duyzings zou door Pellenaars onlangs zijn beweerd, dat we over drie
jaar stikken in een leger van middelmatige amateurs, zonder dat er beroepsrijders
van enig formaat zullen zijn. Wij vragen ons in gemoede af, of een dergelijk
oordeel wel gepaseerd is op voldoende kennis van feiten. Wie regelmatig
amateur-coursen pleegt te volgen en zich derhalve niet laat verleiden tot een
„oordeel vanuit de fauteuil", moet toch wel een heel ander beeld krijgen
van de mogelijkheden, die in de nabije toekomst voor de Nederlandse
wegrensport zijn weggelegd. Neem nu
bijvoorbeeld die Ronde van Overijsel eens! Hoe is er ook in deze wedstrijd
weer niet “geknald", ofschoon het veld kwalitatief en kwantitatief
gerust nog wel wat sterker had kunnen zijn. Neen, met die geproclameerde
bloedarmoede van het Nederlandse wegrennerskorps loopt het heus zo'n vaart
niet. Er zijn tal van jonge talenten, wier namen voorlopig nog niet met
koeien van letters in de dagbladen worden vermeld, doch die zeker binnen niet
al te lange tijd een ander beeld zullen oproepen, dan dat van de
middelmatig- heid, waarover men zou hebben gesproken. Mies Stolker
heeft, uit een peloton van goed zestig renners, in de vijfde Ronde van
Overijsel de erepalm weten weg te dragen. Hij herhaalde daarmede zijn
wapenfeit van 1953, toen de Zuilenaar ook al als eerste in het landelijke
Rijssen over de streep flitste. Maar het lijkt ons, te oordelen naar
Stolker's glunderende gezicht van Zaterdag, dat deze sierlijke routier aan deze
laatste overwinning - met wellicht Rome in het vooruitzicht - de meeste
vreugde heeft beleefd. Nochtans was de glorieuze triomfator er niet bij, toen
in de beginfase van de ook nu weer door het rondecomite uitstekend
georganiseerde wedstrijd Talens, Van Sark, Fok en Pronk (uiteraard niet Jan de-stayer
maar Maarten-de-wegrenner!) de slag openden. Was het eigenlijk wel een slag?
Leek het niet wat meer op overmoed? Hoe het zij: de courage van de vier
uitlopers viel te prijzen, want of het ogenblik goed gekozen was of niet, ze
staken in ieder geval hun strijdlustige geest niet onder stoelen of banken.
Drie jagers wierpen zich in het spoor van het weggevluchte kwartet: Blauw,
Voorend en Bloetjes. Ook Bergmans en Kaptein (niet Captein, de jongeman van
de twee baantitels!), deden een duit in het zakje. Maar toen er goed 80 kilometer
was afgelegd, was de gehele groep - met uitzondering van de pechvogels en de
zwakke broeders - weer bijeen. De strijd bleef intussen levendig, zodat
waarlijk niet in verveling door het fraaie Overijselse landschap werd
getrokken. Opnieuw joegen vier man de ruimte in: De Jager, Gudde en de
„mannen van het eerste uur" Blauw en Kaptein. Vier dappere vluchters,
die echter hun winst weggesabbeld zagen, toen een groep van twaalf renners
aansluiting bewerkstelligde. De aldus ontstane hoofdmacht zou in de
beslissende kilometers renners verliezen, onder wie de Vlissinger Van Sluys,
die evenals Van Dungen zijn illusies door pech verstoord zag. Toen Rijssen
aan de horizon opdaagde, werd de kopgroep versplinterd, zoals dit in de
meeste wedstrijden het geval is. Stolker - macht, gepaard aan intelligentie
- won in Rijssen de eindsprint van zijn eveneens sterk rijdende metgezel
Mattie van den Heuvel, met wie hij, toen men Delden gepasseerd was, dermate
stevig met het bijltje had gehakt, dat zij een twee minuten voorsprong op
hun makkers hadden veroverd. BRON:GERNIEJO. Amateurs:1. Mies Stolker (Utrecht), RONDE VAN
PAPENDRECHT.(4 juni).1955 Amateurs, 100 km:
1. J. v. d. Putten, Den Haag; 2. P. Steenvoorden,
Haarlem; Nieuwelingen, 60
km: 1. J. de Haan, Klaaswaal; 2. J. Schouten, Rotterdam; RONDE VAN
STEENWIJK.(11 juni).1955 Amateurs, 65 km: 1. W. Vreeswijk, Alphen a.d. Rijn; Nieuwelingen; 40
km: 1. J. le Grand, Amsterdam; 2. W. Beijers,
Holten; 3. H. Wagteveld, Steenwijk; 4. J. Elias, Halfweg; 5. R, Lemstra,
Wezep; RONDE VAN
TERNEUZEN.(24 september).1955 Amateurs
en Onafhankelijken: 1. P. Maas (O.); RONDE VAN
UITHOORN.(12 juni).1955 Nieuwelingen: 1. v. d. Meulen, Badhoevedorp; 2. Veenstra; 3. Braat; 4. Stam; 5.
Sluis; 6. Markus; 7. Ribbelink; 8. Hoek. Amateurs: 1. Wuurman, Amsterdam; 2. Van Rhijn, Den Haag; 3. De Koning, Halfweg;
4. Ottenbros, Alkmaar; 5. Mehagnoul, Amsterdam; 6. De Nijs, Beverwijk; 7.
Stroomer, IJmuiden. RONDE VAN
ULICOTEN.(28 augustus).1955 Nieuwelingen: 1. P. Hanegraaf, Breda; 2. J. de Haan, Klaaswaal; 3. W. van Dongen,
Dongen; 4. P. Heeren, Etten; RONDE VAN
ZUID-HOLLAND.(26 juni).1955 Juweel van
een sluitstuk hoogtepunt van Ronde van Zuid-Holland Pieter de Jongh een sterke
winnaar In de Ronde van
Zuid-Holland is het, zoals we elders schreven, niet bepaald tot daverende
gevechten gekomen. Onder ons gezegd: in de volgwagens was er heus wel eens
gelegenheid een dutje te doen. Maar mag men dit de “inrichters" van de
jongste der amateur-klassiekers aanwrjjven? Zuid-Holland moge een land zjjn
zonder heuvels, de volijverige bestuurders van de aloude Haagse rennersclub
Hollandia hebben bergen moeten verzetten om tot deze Ronde te komen: De
wedstrijd, op ideale, maar vaak ook op smalle, kronkelende binnenwegen met
keislag bezaaid, het vorige jaar voor de eerste maal gehouden, verdient een
bljjvende plaats op de vaderlandse wedstrijdkalender. Daar zal een ieder het
wel over eens zijn. Geen jachten met
“inhoud" dus in deze En Piet Kooyman,
de triomfator van Olympia's Tour door Nederland 1955? Haagse Piet, over wie
wij voor zijn stralende overwinning al schreven, dat hij veel meer coureur is
dan het vorige jaar, is, dat staat voor ons vast, ook geen man die bepaald
angst kent; die het gevecht ontloopt. Maar waarom bleef Kooyman rustig in het
peloton “zitten" nadat knapen van routiers de ruimte waren ingevlucht?
Waarom zagen Tonny Peters, Cees Kayer, Wim Snijders, Ab van de Putten, Henk
de Vos en nog andere renners - o, lijst met deelnemers, we zijn je kwijt
geraakt- geen gevaar in deze uitlooppoging en werkte alleen de
Mijnsherenlander Adri van Steenselen zijn achterstand, in zijn eentje nog
wel, weg? Komaan, alle dagen zijn nu eenmaal niet gelijk; niet altijd kan de
boog gespannen zijn. De slotkilometers van deze tweede Ronde van Zuid-Holland
zijn nochtans een lust voor het oog en een streling voor het gemoed geweest.
Zelfs Homerus zou bij deze prachtige eindstrijd tussen acht sterken nooit in
slaap zjjn gevallen. Wat heeft de rijzige Rotterdammer Schalk Verhoef, de
grote man van deze hete finale, niet slag op slag gedemarreerd. Je moest, of
je wilde of niet, sympathie krjjgen voor zo'n knaap van een vechter. Dan
„pakte" hij twintig meter, dan weer dertig. Doch ook in het sluitstuk
van Hollandia's wegcourse bleek weer eens overduidelijk, dat renners als
Verhoef, ongelofelijk sterk, maar zonder aangeboren snelheid, het in de
meeste gevallen moeilijk zullen hebben tegen makkers met meer “vlucht"
in de benen. Geljjk bijvoorbeeld een Pieter de Jongh, de knappe winnaar van
deze volkomen geslaagde Ronde van Zuid-Holland, een Tini Wolfs, een Joop van
de Putten, een Adri van Steenselen. Stuk voor stuk renners die wat mans zijn
en die met Gijs de Jager, Bertus Lute, Jan van Vliet, Wouter Bos en, zoals
gezegd, Schalk Verhoef, voor een Juweel van een eindstrijd zorg droegen. BRON:
Evert van Mokum Amateurs:1. Pieter de Jongh (Made), RONDE VAN
ZUID-LIMBURG.(14 augustus).1955 HUNTJENS WINNAAR RONDE VAN
ZUID-LIMBURG
VOOR NIEUWELINGEN Sinds verleden jaar kennen onze
nieuwelingen ook een “klassieker", een echte wegkoers van ,stad tot
stad": de Ronde van Zuid-Limburg. Nauwelijks was de zaak gestart of een
der favorieten - de Maastrichtenaar J. Pieters - stond al met een lekke tube
langs de weg. Slachtoffers vielen ook tijdens het verder verloop bij de
vleet. In de buurt van Epen - bij de beklimming van de Epenerberg - werd het
kaf van het koren gescheiden. Het gezelschap werd in meerdere groepjes verdeeld.
Talrijke leden kwamen in de brokkenwagen terecht. Tot Meerssen bleef de
kopgroep bijeen. Plots sloeg Lotz op de vlucht en dra had hij 25 seconden te
pakken. Vijf kilometer later ging Huntjens op zoek naar de leider, gevolgd
door Musch. Nadat laatstgenoemde Huntjens had ingelopen, werd door dit
tweetal een felle jacht op Lotz geopend. Moest Lotz zijn pracht positie
prijsgeven? Het leek van niet, want hij handhaafde netjes zijn hoog tempo.
Maar even voor Heerlen kreeg Lotz een fikse tik. Drie kilometer voor de
finish ging een haast zekere victorie teniet. Met zijn drieen werd aan de
laatste ronde op het Groene Boord begonnen. Op de Oliemolenberg demarreerde
Huntjens, Musch en Lotz konden deze zet niet meer beantwoorden en zo
zegevierde de man uit Beek voor Lotz, die via een fraaie eindspurt de
tweede prijs in bezit nam. Tien kilometer
voor Heerlen maakten zich vier man uit het peloton los: Snippenburg, Marinus,
Kamphuis en Van Uden. Zij streden verwoed om de volgende ereplaatsen. Knops
(op 1.20 min.) won de spurt van de grote groep. Nieuwelingen:1. H. Huntjens (Beek), RONDOM HET
IJSSELMEER.(21 mei t/m 22 mei).1955 Jan Rol winnaar voor Gerard
de Jager en Tonny Peters Nu Nederland er
binnenkort een echte etappencourse voor amateurs bijkrijgt (Olympia's Tour
door Nederland), heeft de Ronde van het IJsselmeer nog meer betekenis
gekregen. Deze frame inrichting van de aloude Amsterdamse wielerclub „De
Germaan", die ondanks alle problemen toch maar de jaren heeft
getrotseerd en nu al aan haar achtste uitgave toe was, wenst ieder nog een
lang leven toe. Omdat de prominente figuren van de Ronde altijd mannen zijn
geweest met typisch Hollandse eigenschappen, zoals doorzetten, durf en ondernemingsgeest. Daarnaast: twee
dagen rond het IJsselmeer betekent een tocht door een veelzijdig stuk
Nederland. Door de vlakke polders van Noord-Holland en langs het waterrijke
Friese merengebied. Over de Drentse heide en via de Gelderse parel die
Veluwe heet. Aileen al om de route zou men het bestuur van „De Germaan"
erkentelijk moeten zijn. Door middel van
sport- en dagbladen hebt U al gelezen, dat de jonge Alkmaarse
amateur-wegrenner Jan Rol de achtste Ronde van het IJsselmeer, ditmaal minder
flonkerend dan in voorafgaande jaren, heeft gewonnen. Waarmee hij zijn naam
plaatste op een erelijst, die er zijn mag en die U elders in dit nummer tegenkomt. Heeft met Rol een
renner getriomfeerd, dies waard is, dat zijn naam in de ,geschiedenis"
van de IJsselmeerrondrit wordt vastgelegd? Is de blonde man uit de Kaasstad
een coureur in de ware zin van het woord, iemand dus waar toekomst in zit? In
een vorige editie van “Wielersport" hebben we, voor de vuist weg, enkele
renners voor het voetlicht gehaald die weliswaar genoeg pijlen in hun koker
hadden, maar die er toch niet kwamen; bleven steken dus. Misschien wel omdat
zij niet konden praten en breien tegelijk. Welaan, daarom blijft het altijd
gevaarlijk om jonge wielersportbeoefenaren, die pas de eerste treden op de
ladder hebben gezet, uitbundig lof toe te zwaaien; laat staan jubelende
artikelen aan hen te wijden. Waarmee wij niet durven beweren, dat wij ons
nooit aan die „jeugdzonde" hebben schuldig gemaakt. Alleen: nu we de zon
op middaghoogte zien, kijken we met een meer critisch oog. Jan Rol, de
winnaar. In de maanden die
achter ons liggen, in de verschillende amateur-klassiekers en andere
wegcoursen van betekenis die wij mochten volgen, hebben we Jan Rol meer dan
eens aan de slag gezien (die hij niet ontloopt); hebben we absoluut groei in
hem kunnen waarnemen. Daarnaast kwamen we in de gesprekken die wij met hem
hadden, al gauw tot de conclusie, dat de 22 jarige Alkmaarder vlug van
begrip is en dat hij in de wedstrijden zijn beide kijkers goed openzet.
Waarmee Rol nog geen overwinningslied behoeft aan te heffen. Ondanks er
eigenlijk maar weinig renners wat men noemt „doorbreken", heeft ons land
toch een leger amateurs, waarvan er velen voor geen enkele buitenlandse
„liefhebber" behoeven onder te doen. Dat hebben onze mannen nu al
genoeg bewezen, ook buiten de grenzen van hun land. In de tweedaagse
Ronde van het IJsselmeer, die Zaterdagmiddag in Amsterdam vertrok voor de
eerste en langste etappe naar Meppel, een lief tochtje van Het kan anders
vreemd lopen. Onder de deelnemers waren er, die in de rit van Zaterdag, van
de hoofdstad naar Meppel, verre van goed reden en die zich in de
Zondag-etappe van Meppel naar de Bos en Lommerweg in Amsterdam op hun
Paasbest voelden. Denk in dit verband
aan de Rotterdammer Schalk Verhoef; aan de „hoop van het Noorden", Fre
Mik uit NieuwPekela, die zeker wat mans is en die dat toonde door het winnen
van de wegwedstrijd Willemshaven-Bremen over 200 kilometer (voor 198
deelnemers); aan de jonge Amsterdammer Moolenijzer en aan Pronk uit
Warmenhuizen. Om er slechts enkelen te noemen. In de
Midden-Beemster, toen de eerste etappe nog geen drie kwartier aan de gang
was, hebben vele renners de hardheid van het wielermetier leren kennen
voorzover zij er nog niet mee bekend waren. Er ontstond een valpartij,
waarbij onder anderen betrokken waren Martin, Lammers, Van de Stadt, Jonker,
De Loos, Prins, Pluymakers en De Jong. Prins, woonachtig in de Beemster, kon
dus meteen naar huis gaan. Of hij het gedaan heeft, weten we niet. De
Limburger Pluymakers uit Berg-Terblijt had veel spoorgeld uitgegeven om een
goed half uur in Noord-Holland te fietsen. En wat de Heldernaar De Jong
betreft: hij kwam in een sloot terecht. Dat kostte hem een schoen. De rest begrijpt
U. Tot aan Dronrijp
( Kayer brak zadel. Inmiddels hebben
wij ongetwijfeld allemaal kennis genomen van de moedige daad, die Cees Kayer
stelde. Even voorbij Winsum brak plots zijn zadelpen, op geheel verlaten
wegen. Maar geen moment kwam in het brain van de man uit Zuidermeer op om de
course meteen maar te staken. Opgeven was er niet bij. Dat doen
fondantmensen. In deze geest moet Kayer hebben gedacht. Want hij zette door,
bijna tien kilometer lang, zonder zadel, staande op de pedalen. Gelooft U
ons, een zucht van verlichting ging op toen, in Dronrijp, voor blonde Kees de
fiets van Leo de Booy, die voordien pech aan zijn versnellingsapparaat had
gehad, klaar stond. Tijdens die ogenblikken hebben we opnieuw de indruk niet
van ons kunnen afzetten, dat, als puntje bij paaltje komt, de mens zo slecht
nog niet is. Geen van Kayer's makkers in de kopgroep kon het over het hart
verkrijgen te demarreren. Integendeel: zoveel mogelijk hielp men de pechvogel
door hem in de rug voort te duwen. Vooral de Hagenaar Cor Hamelink toonde
zich hierbij een sportjongen van het beste soort. Nadat het zwaar
gedecimeerde peloton op de Friese wegen, waar de renners met glunderende ogen
door frisse, jonge dochters uit bet Heitelan warden nagestaard, door vaak
schilderachtige steden (Bolsward bijvoorbeeld) en kleinere plaatsen waren
gesneld, was een kopgroep van vijftien man ontstaan: Adri van Steenselen,
Kees Kayer, Jan van Vliet, Frans Braat, Harrie Scholten, Wim Rusman, Jaap
Bruggenkamp, Joop Wuurman, Jan Rol, Roel Janissen, Gerard de Jager, Henk van
de Kloot, Tonny Peters, Joop van de Putten en Tonny Bergmans. Een best veld
renners dus. Want de Haarlemse rouleur Tonny Peters gaat steeds beter rijden;
de Brabander Tonny Bergmans heeft aardig wat in de benen (hij behoorde zeker
tot de uitblinkers) en de Hagenaar Joop van de Putten, wiens broer op de
Afsluitdijk een wiel brak, schijnt met iedere wedstrijd furore te maken: in
de hete eindstrijd van Oldeberkoop via Steenwijk naar Meppel was hij absoluut
de grote man. Wat een vechtlust stelde Haagse Joop hier ten toon. Hij, maar
ook Adri van Steenselen en Jan van Vliet. Toen Rusman, Bergmans, Wuurman,
Tonny Peters, Van de Kloot en Van de Putten zo'n beetje waren uitgeraasd,
sloegen Van Steenselen,(winnaar in 1953) en Van Vliet zes kilometer voor de
finish toe, misschien wel met de spreuk voor ogen, dat als de peer rijp is,
er moet worden geplukt. Meppel zag hen met acht seconden voorsprong
binnenkomen, al was de Rotterdammer Jan van Vliet er dan een meter eerder dan
zijn makker. Van Meppel naar
Amsterdam. De geschiedenis
van de Zondag-etappe, de tweede rit dus, is gauw verteld. De klap viel vrij
snel. Toen de renners nauwelijks tien kilometer in het zadel zaten, ergens
tussen Lichtmis en Staphorst, op brede, zon-overgoten wegen, viel er
plotseling een ,gat" en stormden elf man met een halve kilometer voorsprong
de ruimte in. Dat waren Pronk, Mik, Tonny Peters, Verhoef, De Jager, Van 't
Hof (die doet het toch maar keurig ondanks de militaire dienst), Smit, Noyen,
Moolenijzer, Rol en De Vree. De jonge Theo Noyen, die niet onverdienstelijk
rijdt, mist nog veel course-inzicht (wat nam hij, toen hij „los" was, de
bochten te ruim); Piet Smit, weliswaar geen drager meer van de vaderlandse
rok maar toch nog kilometers te kort, moest, ondanks moedig verweer, ook
afhaken. En Bertus de Vree, die veel beter marcheerde dan de eerste dag, liep
het helemaal niet mee: een band zonder lucht wierp hem wear terug in het
peloton. Het peloton, waarin Rusman het grote werk moest doen.
Vanzelfsprekend. De Haarlemmer zal inmiddels wel hebben ondervonden, dat, na
zijn successen in het voorjaar, tal van makkers om hem heenzwermen als
vliegen om een lamp. Viel de achtste
Ronde van het IJsselmeer, door de Alkmaarder Jan Rol op inderdaad knappe
wijze gewonnen, voor de volgers wat tegen - een wedstrijd kan soms net zo
grillig zijn als het haantje van de toren, organisatorisch was de tweedaagse
etappencourse van „De Germaan" tot in de perfectie geregeld. Dat de
wedstrijd, die jammer genoeg geen hemel van geluk was voor de Zuilenaar Mies
Stolker - hij kwam zeven kilometer voor Leeuwarden nogal flink ten val -,
zo'n goed verloop had, is ook en vooral te danken aan kamprechter Bram
Koopmans. Van zijn geluid mochten de mussen wel eens verschrikt uit de bomen
vliegen, zun werk deed hij goed. Voortreffelijk zelfs. BRON:EVERT VAN MOKUM Eerste Etappe
Amsterdam-Meppel: 1. Van Vliet, Tweede etappe
Meppel-Amsterdam: 1. Rol, Totaal-klassement: 1. Jan Rol,
(Alkmaar), 10 uur 26 min. 5 sec.; De erelijst 1948: Van de Neut
- Leo Bakker - Hennink 1949: Faanhof -
Petri - Hooijschuur 1950: Witteveen -
P. Peters - Kempff 1951: Van Roon -
A. Voorting - Van Breenen 1952: A. Voorting
- Snijders - Van 't Hof 1953: K. Post -
D. de Groot - Donker 1954: Van Dongen
- Hofland - Van Bockel 1955: Rol - De
Jager - T. Peters ROOSENDAAL.(29
april).1955 Amateurs: 1. Bram Heeren, 2. Michel Stolker, 3. Adrie van Meel, ROOSENDAAL.(8
september).1955 Amateurs: 1. Tonnie Bergmans, 2. Wim Rusman, 3. Piet Maas, ROSMALEN.(15
mei).1955 Nieuwelingen: 1. Theo Sijthoff, Adspiranten: 1. Bart Solaro, 2. W. van de Kamp. 3. Wim van de
Stappen, ROTTERDAM.(9
juli).1955 Amateurs .en
Onafhankelijken: Nieuwelingen: 1. J.Griep, Rotterdam; ROTTERDAM
– CHARLOIS.(21 augustus).1955 Nieuwelingen 1e
serie: 1. Ab van Egmond, 2. Arie Braat, 3. Jo de Haan, Nieuwelingen 2e
serie: 1. D. de Leeuw, 2. Gijs van Noord, Amateurs: 1. Jan van Vliet, 2. Arie Verzijl, 3. H. van de Kamp, Veteranen: 1. Cor Tilleu, 2. Ben van Dijk, 3. Berwers, H, ROTTERDAM
- CROOSWIJK.(24 juli).1955 Onafh. en
amateurs: 1. J. Bruggenkamp, IJmuiden; 2. J. Konings,
Breda; Nieuwelingen: 1. Th. Sijthoff, IJaselmonde; 2. W. Zwaneveld, Dordrecht; 3. J.
Griep, Rotterdam; ROTTERDAM
– FEIJENOORD.(30 april).1955 Oranje
wielerfeest in Rotterdam ARIE VAN
WETTER, sterke winnaar van de Ronde van Feyenoord Niets sneller dan
de jaren, heeft zo'n twintig eeuwen geleden de Romeinse dichter Ovidius al
gezegd. Daar dachten we Zaterdagmiddag aan toen we weer het oude, vertrouwde
beeld ontwaarden bij Nederlands populairste en meest bezochte eendaagse
wielerronde: de Ronde van Feijenoord. Een beeld dat we al zolang kennen:
duizenden en duizenden toeschouwers, opeengepakt op de trottoirs van de
Linker-Maasoever; een heel leger politie-agenten te voet, te paard en per
motor, dat steeds maar weer opnieuw meewerkt om het grootste wielerfeest,
waarvan de volijverige Feijenoorder Willem Buitendijk de mentor is, te doen
slagen. Ja, waar blijven
de jaren. Alsof het gisteren was, zo herinneren we ons die eerste wielerronde
op de hobbelkeien van Rotterdam-Zuid in 1935, nu al weer twee decennia
geleden. Een wedstrijd voor profs en onafhankelijken over een dikke honderd
kilometer, waarvoor, evenals Zaterdag, een enorme belangstelling bestond.
Onder de kleine negentig Nederlandse deelnemers nu bevond zich ook een
groepje Belgen, vijf of zes man sterk. Het was in de dagen, dat kleine
plukjes Belgische beroepsrijders op onze wielerronden afkwamen en dan, door
uitmuntend teamwork, meteen de lakens uitdeelden en de goede zilveren guldens
mee naar Vlaanderenland namen. „Doorgewinterde"
renners als Maurice Raes, Frans Dictus, Constant Huys, Fons en Guus de Loor,
Kemper Horemans en Leo de Ryck - om zo voor de vuist weg enkele van die
Belgen te noemen - deden hun werk in de course zo perfect, werkten zij
meesterlijk samen, dat er voor de Nederlandse geldrijders hoogstens wat
kruimels overbleven. Edoch, in de
eerste Ronde van Feijenoord troffen zij een oranjezoon op hun pad, die naast
een surplus aan kwaliteiten een dusdanige”uitgekookte" routier bleek te
zijn, dat zij, de Belgen, het sinds lange tijd zonder “hoofdprijs"
moesten doen. Theo Middelkamp-in-opkomst was hen in de slotfase zowaar te
vlug of geweest. Nochtans was hun dag, door het winnen van de tweede, derde,
vierde en vijfde prijs, zeker niet slecht. Om verder te gaan: een jaar later
kwam maar een Belg naar Rotterdam. En laat die ene Belg, een zekere Jaak de
Meijer, nu alle Nederlanders (85 liefst) de das omdoen? De Meijer, voor de
meesten totaal onbekend, had zich in de course hoegenaamd niet laten zien,
maar toen de Amsterdammer Roele en de Rotterdammer Lauwers toesloegen, was
de Belg er bij. Het zou zelfs gemakkelijk spel voor hem worden: Lauwers kwam
in botsing met een klein meisje, dat aan het ouderlijk oog was ontsnapt, viel
en Roele duikelde over hem heen. Vanzelfsprekend wachtte De Meijer niet,
zeker niet op Jaap Roele, die in die jaren snel was als een hazewind. Vraag
het Gerrit Schulte maar eens. Dat was zijn clubgenoot. Enfin, de Ronde
van Feijenoord was er en bleef er. Fieleke Middelkamp won voor de tweede maal
de wedstrijd (met kleine voorsprong), terwijl Leo de Beer in de spurt knappe
wielerridders versloeg, onder wie Gerrit van der Ruit, Piet van Nek en
Albert Gyssen, knapen die heel wat mans waren. Gerrit van der Ruit, in 1934
vijfde in het wereldkampioenschap op de weg in Leipzig (voor profs), heeft de
wielerronde van Feijenoord nooit kunnen winnen, al was hij er in 1938 heel
dicht bij de Brabander Gommers liep in de eindfase van de course weg,
dankbaar gebruik makende van de rivaliteit, die er bestond tussen Middelkamp,
Braspennincx, Van Amsterdam en Van der Ruit. Deze laatste werd tweede. U ziet
het: rivaliteit tussen de toprijders heeft er altijd bestaan. Feijenoord's
vijftiende. Maar laat ons,
zij het in korte trekken, nog iets vertellen over de Zaterdag gehouden
wedstrijd, een gebeurtenis, dat tegelijk een volksfeest bij uitnemendheid is.
Hoeveel mensen zouden zich wel hebben opgesteld langs het twee-en-een-halve
kilometer lange parcours, dat de renners 56 maal moesten aftrappen?
Honderdduizend? Honderdvijftigduizend? Of lag de waarheid ook hier in het
midden? In ieder geval:
het is er in Rotterdam-Zuid heet toegegaan; er waren tal van jachten, die het
hart verwarmden. Het begon al direct met uitlooppogingen van de Eindhovenaar
Verbeek, de Hagenaar Van Selm en De Koning uit Hoofddorp, het dorp waar Dik
Trom, Piet van Driel en Jan Vos hun sprankelende jeugdjaren sleten. In deze
vijftiende Ronde van Feijenoord hebben we, als gewoonlijk, weer menig pechvogel
langs de kant zien staan, betrokken in een valpartij of slachtoffer van een
lekke tube of machinedefect. Voor Krijn Post was de course meteen gedaan en
ook voor Schalk Verhoef, Jan Ottenbros, Wout Verhoeven, Alfons Borremans,
Frans Braat, Arend van 't Hof, Gerrit van Straten en Wout Bos. Vooral deze
laatste leerde hieruit, dat het niet alle dagen Zondag is: verleden jaar,
zonder pech, werd de man uit Greup een sterke winnaar. Nochtans: ook
buiten al deze teleurgestelde renners om raakte het peloton heel wat recruten
kwijt. Omdat verstoppertje spelen er niet bij was; omdat steeds maar weer
opnieuw de vlam hoog oplaaide. Van de Linden, Van de Putten, Cuyten, Van
Grinsven en Verbeek, Kuys, Van Vliet, Scholten, De Ruyter en Stevens waren de
op winst beluste mannen en vooral in het rijden van de Eindhovenaar Rien van
Grinsven tintelde het gelijk de morgendauw in de ochtendgloren. Eigenlijk begon
het feest pas goed, toen twee-derde van de course was afgelegd; toen Adri van
Steenselen en Bertus de Vree van leer trokken langs rijen jubelende mensen.
Maar achter hen joegen Piet Steenvoorden en Piet Kooyman, Gerrit van de Berg,
Arie van Selm, T'onny Peters en Arie de Hoog, Tini Wolfs, David Janbroers,
Arie Geluk (die weer fietst als in zijn beste dagen), en Harry Schoenmakers
(de eeuwige jeugd), Jan Nulkes, Karel Hamelink en Arie van Wetten. Van al die
dappere vechters, die deze Ronde van Feijenoord zoveel kleur gaven, bleven er
uiteindelijk zes over. Dat waren Wolfs, Van Steenselen, Van Wetten, Peters,
Janbroers en De Hoog, waarvan laatstgenoemde, voordien ten val gekomen, met
het lokkende einde in zicht van zijn makkers moest afhaken. De Hoog's plaats
werd ingenomen door de lange Haarlemse “treinloper" Piet Steenvoorden,
die in zijn eentje een ,,gat" van een paar honderd meter dichtte. Wat
heel knap werk was. Van Wetten de
grote man. Hoe knap voorts
ook Tini Wolfs, Adri van Steenselen, David Janbroers en Tonny Peters (die
meer kan dan hij misschien zelf vermoedt) ook reden, de allerknapste, de
uitgesproken meester op dit verre van gemakkelijke tournooiveld, was toch
Arie van Wetten. Toen we deze jonge coureur uit Noordwijkerhout zo voort
zagen daveren over de Rotterdamse keien, wel twintig “gedubbelde"
makkers achter zich aan slepende, toen vroegen we ons af: zou het Van Wetten
zijn waarop men wacht: een nieuwe Schulte, een nieuwe Van Est? Dat hij rijden
kan, dit stuk natuurmens, dat schreven we al in een vorige editie van
“Wielersport". Arie van Wetten rijdt weliswaar niet altijd economisch;
demarreert op ogenblikken, dat hij zich beter „aan de wielen" kan laten
voortdrijven, aan de andere kant zien we jonge renners toch het liefst zoals
de „wilde" man uit Noordwijkerhout het deed in de prachtige,
opnieuw voortreffelijk georganiseerde Ronde van Feijenoord. Want om er te
komen, om zich te harden in de school van de wegrensport, mag men, mits door
moeder Natuur met de nodige lichamelijke en geestelljke gaven toegerust, niet
te veel rekenen. BRON:EVERT VAN
MOKUM. Amateurs
(ochtendwedstrijd): Amateurs
(hoofdnummer): Wielerclubs: 1.
De Kampioen (Haarlem), 20 punten; 2. De Spartaan (Den Haag), 38 punten. ROTTERDAM
– KATENDRECHT.(31 juli).1955 Amateurs en
Onafhankelijken: 1. J. van Vliet, Rotterdam; 2. J. Bruggenkamp,
IJmuiden; Nieuwelingen: l. C. Niesten, Beverwijk; 2. H. Cuvelier, Nieuw Vennep; 3. J.
Rijkborst, Nieuw Vennep; niet, Rotterdam;
8. Th. Sijthoff, IJsselmonde; 9. B. Kouwenhoven, Rotterdam; ROTTERDAM
– KRALINGEN.(5 mei).1955 Amateurs: 1. Jan Groot, 2. Jan van Vliet, 3. Gijs van Veldhoven, Nieuwelingen: 1. Piet Kortland, 2. Theo Sijthoff, 3. Frans van Veldhoven, ROTTERDAM
- WITTE -DORP.(30 juli).1955 Amateurs en
Onafhankelijken: 1. D. de Ruiter, Beverwijk; Nieuwelingen: 1. Th. Sijthoff, IJsselmonde; 2. B. Kouwenhoven, Rotterdam; RUINEN.(11
september).1955 Amateurs: 1. Klaas Wiltjer, 2. Geert Biel, 3. Jurien Huisman Nieuwelingen: 1. Gertie Wetzinga, 2. Jan Venema, 3. Harm van
Oosten, Adspiranten: 1. Jos Dekker, 2. B. Oosterhuis, 3. H. Langenhorst, |