JAARGANG 1955

                              WEDSTRIJDEN R

RAAMSDONKVEER.(30 mei).1955

                ONAFHANKELIJKE KONINGS ZEGEVIERDE IN RAAMSDONK.

In Raamsdonksveer zorgde men weer voor een uitstekend veld deelnemers, waarin zich verschillende onafhankelijken bevon­den. Jantje Konings bevestigde zijn reputatie als criteritim­specialist. De bloemen gingen naar Breda. Daarvoor had hij veertien meter voorsprong op Van de Borst, Stroomer, Hage­naar, Van den Broek, Van Oosterhout, Jacobs, Bruggenkamp, De Vree. De Dussenaar Van der Pluijm kwam op een ronde terecht.

Amateurs: 1. Jan Konings, 2. Cees van de Borst, 3. C. Stroomer,

 

REUSSEL.(26 juni).1955

Amateurs: 1. Bert van Laarhoven, 2. Ben Teunisse, 3. Antoon van Engelen,

Nieuwelingen: 1. Hennie Jongerius, 2. F. Somers, 3. Wijdeven,

 

RHOON.(3 september).1955

Amateurs: 1. Arend van ’t Hof, 2. Joop van de Putten, 3. Ab van de Putten,

 

RIED.INTECLUB.(4 september).1955

Amateurs: 1. N. Kleefstra, 2. J. Agter, 3. J. Rinsma

 

RIJEN.(7 augustus).1955

Amateurs: 1. Braspenning, Zundert; 2. De Jongh, Made; 3. Kr. Post, Nieuw-Vennep; 4. v. d. Pluym, Dussen; 5. De Vree, Bre­da; 6. Sonnemans, Geldrop; 7. De Bruijn, Roosendaal; 8. Ver­hoef, Rotterdam; 9. Peters, Haarlem; 10. Van Vliet, Rotterdam.

Nieuwelingen: 1. Hanegraaf, Breda; 2. De Jong, Breda; 3. Rouwken, Rotterdam; 4. Buys, T'ilburg; 5. Van Amsterdam, Oosterhout. '

 

RIJSBERGEN.(1 mei).1955

Amateurs: 1. Adrie Roks, 2. Martin van de Borgh, 3. J. van Est.

 

RIJSWIJK-HOUTHAVEN.(30 juni).1955

De avond daarop toonde de Poeldijker Anton van der Knaap, dat hij zijn partijtje kan meeblazen. Niet alleen sloeg hij alle mededingers in de Ronde van Rijswijk, maar vooral de wijze waarop hij de bloemeri verdiende dwong bewondering af. De Westlander was steeds voor in het peloton te vinden en was, toen de slag begon, bij het groepje, dat snel van de concurren­ten weg fietste. Dat groepje bestond uit Overdevest, Roodhui­zen, Voskamp, Plasmeijer en Van der Knaap. Voskamp moest van de fiets voor een lekke band en even later moesten Rood­huizen en Overdevest van het wiel. Van der Knaap en Plas­meijer gingen samen door, maar kregen enkele kilometers ver­der gezelschap van Veldhoven en De Jong, die fraai op de kop­lopers sprongen. De eindsprint was voor Van der Knaap, die De Jong (Den Haag) twee lengten achter zich hield. Veldhoven (Poeldijk) plaatste zich derde. Vierde werd C. Plasmeijer (Voorhout), 5. A. Molenaar ('s-Gravenzande), 6. J. van Gent (Leiden), 7. G. Bontekoe (Den Haag) en 8. E. Nihof (Den Haag).

Clubklassement: 1. Westland Wil Vooruit 24 pnt., 2. Swift (Lei­den) 14 pnt., 3. Hollandia (Den Haag) 10 pnt.  BRON:HOEKSTRA.

 

RONDE VAN AXEL.(31 mei).1955

                        PIET DE BRUIJN SCHITTEREND WINNAAR TE AXEL.

Bij gelegenheid van deze stralende, zonnige derde Pinksterdag, gingen 53 renners van start voor het afleggen van 7 grote ronden van 10 km en 25 kleine rondjes van 1700 meter.

Reeds dadelijk ontsnapte de talentvolle Adriaan Braspenninx uit Zun­dert met het doel de grote premie te veroveren, welke werd toegekend aan de renner, die de meeste punten zou behalen bij het passeren van de aangeduide premieplaats. Na een zelfde poging van Wout Bos en daarna M. van Overveld zagen we tenslotte hoe twee renners, n.l. Piet,de Bruijn en Jantje Westdorp een voorsprong namen van meer dan een minuut op het hard jagende peloton, met als hoofdfiguren Leo van de Pluijm, Piet Maas en Gijs Pauw. Jantje Westdorp won tenslotte de grote premie, doch moest in de eindsprint het hoofd buigen voor Piet de Bruijn.

Leo van de Pluijm had enkele ronden voor het einde nog kans gezien weg te lopen uit het grote peloton. In een machtige sprint om de vierde plaats zegevierde Piet Maas voor Gijs Pauw en Adriaan Bras­penninx. No. 7 werd A. van Sluijs, 8e B. de Vree, 9e W. Heeren en 18e H. van Glerum.

De wielervereniging Axel kan met genoegen terugzien op deze prach­tig georganiseerde en bijzonder geslaagde sportmiddag.

Amateurs: 1. Piet de Bruin, 2. Jan Westdorp, 3. Leo van de Pluijm

 

RONDE VAN DE HAARLEMMERMEER.(5 mei).1955

           WIM SNIJDERS voor de tweede maal triomfator in de

                         Ronde van de Haarlemmermeer

                   WIM RUSMAN kreeg geen loon naar werk

De sterke Haarlemse wielerathleet Wim Rusman, die in de op Bevrijdingsdag door het Wielercomite van de H.S.C. „De Ba­taaf" gehouden Ronde van de Haarlemmermeer een der groot­ste gangmakers was geweest, moest in de laatste vijftig meter van deze bijzonder zware wegcourse - toen hij nagenoeg in gewonnen positie lag - lijdelijk toezien dat vier van zjjn mede-koplopers hem nog voorbij stevenden en dat Wim Snij­ders met de overwinning en de bloemen schoot ging. De strijd­lustige Rusman, die in deze spannende slotfase van de strijd voor de laatste maal wilde uithalen om de zege veilig te stellen, kreeg bij zijn aanzet een aflopende ketting en zag daardoor een zeker verdiende overwinning in rook opgaan. Nu werd het voor de tweede achtereenvolgende maal een triomf voor de plaat­selijke favoriet Wim Snijders, die Jan Rol, Henk Scholten, Schalk Verhoef, Wim Rusman en Krijn Post in deze verras­sende en bewogen eindsprint achter zich wist te houden. Een zestal van de allersterksten, dat in de strijd met de onbarm­hartige wind en de 180 slopende kilometers die afgelegd moes­ten worden, de hoofdrollen vertolkte.

De wedstrijd was nog maar nauwelijks begonnen en de kara­vaan bevond zich nog in de veilige beschutting van het start­plaatsje Zwanenburg of er stonden al drie renners: de Bever­wijker Dirk de Ruiter, Ooink uit Hengelo en de Amsterdammer Rein Janissen, langs de kant van de weg, die door pech of dat zij te laat aan de start waren gekomen, hun makkers met lede ogen zagen vertrekken. Ook Arie van Wetten, die waarschijn­lijk van de veronderstelling uitging, dat er op favorieten wel gewacht zou worden, was niet bij de start aanwezig. Toen de karavaan op de Lijnderdijk de eerste rukwinden kreeg te trot­seren, kondigde een luid getoeter van de volgwagens de komst van de Noordwijkerhouter aan. Met een bewonderenswaardige moed streed Van Wetten om aansluiting, doch toen voor het watergemaal „De Lijnden" de eerste zwakke broeders moesten afhaken, werd het voor hem een vergeefse strijd.

Ook voor Martin, Van Gaalen, Jochems, Roelofsma, Luking, Jans Dusseldorp, die reeds voor Badhoevedorp uit de wie­ len waren gewaaid, werd het een vergeefse strijd. Mie Stolker uit Zuilen - verleden jaar een der hoofdfiguren - de Braban­der Van der Laar en de kleine Cees van Leeuwen uit Wasse­naar worden in deze beginfase van de strijd al door pech ge­troffen. De stormachtige wind was er hoofdzakelijk debet aan, dat velen het contact met de hoofdgroep verloren, die bij de eerste doorkornst van Aalsmeer nog uit een dikke veertig man bestond.

Aanvankelijk zag het er naar uit dat de eerste grote selectie tussen de Nieuwe Wetering en De Kaag zou komen. Er werd aan de kop enkele malen gedemarreerd en hoewel Ooievaar, Muller, Withoud, Jonker, Van Selm, M. Bakker en Huizinga - de enige die nog terug zou komen - toen moesten „lossen" en Klebach en Pothuizen in deze fase van de strijd voor malheur van de fiets moesten, kwam de verwachte schifting eerst op de Hoofdvaart tot stand. De renners kregen daar op weg naar Nieuw Vennep de wind in de rug en toen Krijn Post en Wim Rusman het sein tot de aanval bliezen, werd door de ont­ketende jachten van Snijders en Verhoef om de „rebellen" in toom te houden, het kaf van het koren gescheiden. Na een warme ovatie te hebben ontvangen van zijn dorpelingen, liet Krijn Post zich door Nieuw Vennep weer inlopen door een zevental renners. Wim Rusman versaagde echter niet en bleef hardnekkig zijn 200 meter terreinwinst verdedigen in de hoop dat hij van enkele tempolopers- versterking zou krijgen om gezamenlijk de ontsnapping voort te zetten. Inmiddels had zich achter de groep Post, een nieuw jagersgroepje geformeerd van zeven man - waarvan Moolenijzer bij de Nieuwe brug moest „lossen" - dat de begeerde aansluiting met Post c.s. tot stand wist te brengen. En toen ook Rusman zich weer terug liet zakken, gingen er bij de eerste doorkomst in Halfweg (60 km) 14 renners aan de leiding, t.w. Krijn Post, Wim Bogers,Harry de Koning, Cees Jansen, Wim Snijders en Frans Braat allen van „De Bataaf", de Haarlemmer Wim Rusman, de jeug­dige Amsterdammerss Fr. Schild, Theo Nooyen en de weer puik marcherende Andre Rijnders, Henk Scholten uit Den Haag, Ab Geldermans uit Beverwijk, de Rotterdammer Schalk Verhoef en Jan Rol uit Alkmaar. In de luwte van Sloten wis­ten achtereenvolgens de Amsterdammer Frits Rabe en de dap­per doorbijtende Huizinga uit Amstelveen zich nog bij de kop­lopers te voegen en toen werd de achterdeur definitief geslo­ten. Na enkele speelse demarrages ondernam de slagvaardige Jan Rol bij Leimuiden een serieuzer schijnende uitlooppoging, maar de bulderende wind deed hem weer spoedig naar de kop­groep verhuizen.

Op de Hoofdvaart vloog het tempo weer met sprongen om­hoog en toen de kopgroep in de omgeving van Bennebroek weer de Ringdijk opdraaide, waren De Koning, Huizinga, Jan­sen - door militaire dienst niet in staat om regelmatig te trai­nen -, Schild en de jeugdige Nooyen, die zich in het verdere verloop keurig op het tweede plan wist te handhaven, uit het voorste gelid verdwenen. De kopgroep kreeg nog meer ver­liezen te incasseren, want op de Cruquiusdijk voelde baankam­pioen Frans Braat de lucht uit zijn achterband knallen.

Er bleven zodoende nog tien koplopers, die gezamenlijk de laatste ronde van 60 km ingingen, waarin Rusman al zijn troe­ven op tafel zou leggen.

De Haarlemse locomotief begon op de dijk tussen Aalsmeer en De Kaag aan een bombar- dement van demarrages, gelanceerd en van kop af, het hielp allemaal niets, want de in eigen con­treien opererende Krijn Post en Wim Snijders gingen hem ge­regeld achterna, waardoor ook de anderen weer bijkwamen. En toen bij de Nieuwe Wetering het trio Rol, Rijnders en Gel­dermans een „gat" sloeg, was het Rusman, die zich beijverde om hen tot orde te roepen. Even voor De Kaag raakte Verhoef in moeilijkheden, doch toen de renners weer de Hoofdvaart op­zwenkten en her moeizame duwen op de pedalen weer even tot het verleden behoorde, kreeg ook de lange Rotterdammer zijn souplesse weer terug.

Op de Hoofdvaart begon Rusman aan een andere tactiek en poogde met een ontzettend tempo zijn makkers murw te rijden.

Dit gelukte hem gedeeltelijk, want eerst bezweek Frits Rabe voor het helse tempo en vervolgens moesten ook Bogers, Gel­dermans en Rijnders zich gewonnen geven. Het ging er zo hard van langs, dat de snelheidsmeters in de volgwagens regel­matig boven de 55 schommel- den en de volgers zich verbaasd afvroegen of het nog wel harder kon.

Post, Snijders, Verhoef,  Rol en Scholten bleven echter over­eind bij bet offensief van de ontketende Rusman en hoewel Post en Rusman nog enkele malen probeerden om te ontsnap­pen, bleef dit zestal tot de streep in Zwanenburg bij elkaar.

Daar boekte - zoals in de aanhef reeds beschreven - de plaatselijke favoriet Wim Snijders zijn tweede zege in deze zware wegcourse. Dat deze wedstrijd bijzonder zwaar is ge­weest, blijkt wel uit het feit, dat slechts 19 van de circa 100 renners de eindstreep bereikten.

Amateurs: 1. W. Snijders (Zwanenburg), 180 km in 5 uur 38 min. 31 sec.; 2. J. Rol (Alkmaar); 3. H. Scholten (Den Haag); 4. S. Verhoef (Rotterdam); 5. W. Rusman (Haarlem); 6. K. Post (Nieuw Vennep); 7. op 7 min. 50 sec. A. Geldermans (Bever­wijk); 8. W. Bogers (Nieuw Vennep); 9. A. Rijnders (Amster­dam); 10. op 8 min. 32 sec. F. Rabe (Amsterdam); 11. op 15 min. 24 sec. F. Braat (Aalsmeer); 12. op 18 min. 13 sec. Th. Nooyen (Amsterdam); 13. op 18 min. 50 sec. P. van Os (Amsterdam); 14. P. Smits (Helmond); 15. op 18 min. 54 sec. A. Mannaart (Krommenie); 16. op 23 min. 11 sec. G. Voorend (Bodegraven); 17. N. Huizinga (Amstelveen); 18. op 23 min. 15 sec. H. de. Ko­ning (Hoofddorp); 19. C. Jansen (Halfweg), pech! Prestatie­prijs: Rusman.                  BRON:JAN ROOSEBOOM DE VRIES.

Afwachtingswedstrijd nieuwelingen: 1. C. Niesten (Beverwijk), 65 km in 1 uur 43 min. 56 sec.; 2. A. Braat (Aalsmeer); 3. J.Cuvelier (Nieuw Vennep); 4. C. Dumernit (Amsterdam); 5. W. Hoek (Amsterdam); 6. T. Markus (Halfweg) ; 7. A. Fransman •: (Amsterdam); 8. W. van Smirren (Amsterdam); 9. J. Meegdes (IJmuiden); 10. J. Elias (Zwanenburg).

 

RONDE VAN DE HAARLEMMERMEER.(2 juli).1955

    HENK WIESE triomfator in om en door de HAARLEMMERMEER

De Amsterdammer Henk Wiese, die in het wegseizoen 1955 nog weinig van zich deed spreken en derhalve door de wieler­experts reeds als afgeschreven werd beschouwd, heeft zijn ge­schonden blazoen weer opgedoft met een puike sprintzege in de Ronde “Om en door de Haarlemmermeer". Na 152 zware kilometers dwars door en rond de 100-jarige polder, toonde Wiese zich in de beslissende eindsprint van deze koers - die door „De Bataaf" werd georganiseerd in het kader van de Eeuwfeestviering der Haarlemmermeerpolder - de meerdere van zijn vijf metgezellen: Frits Schild, Frans Braat, Geurt Pos, Wim Klebach en Pauwke Schollen, met wie hij zich op het voorste plan had weten te handhaven.

Het begin van deze wedstrijd zag er voor de Halfwegse Bata­ven - die het ook nu weer niet troffen met de inschrijving en slechts 44 man aan de start kregen - weinig rooskleurig uit. Want nauwelijks na het vertrek in Hoofddorp kregen de ren­ners de wind in de rug en ontwikkelden zo'n hoog tempo, dat er voor het watergemaal „De Lijnden" (9.km) reeds zeven zwakke broeders achter het peloton aanzwalkten. De angstige vermoedens dat er slechts enkelen aan de streep zouden arri­veren, schenen bewaarheid te werden, toen er enkele kilo­meters verder weer zes man noodgedwongen moesten afhaken. Het zag er toen, na amper 20 km koers, wel heel erg donker uit voor het verdere verloop - want behalve de ,gelosten", waren ook Van Ouderkerk, Van Ingen, v. d. Linde en Noyen reeds uit het peloton gewipt door lekke banden of derailleur­pech - maar achteraf bezien is het nog alles meegevallen.

Nadat deze eerste schifting achter de rug was, schoot Tonny Peters in de omgeving van Lisse de ruimte in en veroverde een paar honderd meter voorsprong. Ofschoon er in het peloton nog wel enkele tegenaanvallen werden ondernomen, die weer drie renners deden begeven, bleek de vluchteling in zijn op­mars naar een vette premie - die in Zwanenburg op de eerst doorkomende renner lag te wachten - niet meer te stuiten. In Zwanenburg, waar de plaatselijke favoriet Wim Snijders voor de ogen van zijn supporters door bandenpech getroffen werd, liet Peters zich weer inlopen. Ook Geurt Pos slaagde niet in zijn opzet om een beslissende ontsnapping te forceren en het enige succes, dat hij en de andere demarranten oogstte, was een vermindering van het aantal kanshebbers. Want toen de kop bij Burgerveen (86 km) weer de Ringdijk opdraaide, waren er nog slechts 13 man die zich op het voorste plan hadden weten te handhaven. In de omgeving van De Kaag werd het weer onrustig in de kopgroep en stelden Tienstra, Huizinga, Klebach en Schollen energieke pogingen in het week om te ontsnappen. Na al deze mislukte charge's - waarbij ook Ja­nissen in moeilijkheden kwam en Jonker door een lekke band uit de kopgroep verdween hadden Tienstra en Peters bij Bennebroek (110 km) eindelijk succes en wisten een kleine voorsprong te veroveren. De vreugde van dit tweetal was echter van korte duur, want in Vijfhuizen werden zij weer bij­gebeend. Nauwelijks waren deze “rebellen" tot de orde ge­roepen, of Schollen demarreerde weer. Huizinga, Pos, Klebach, Wiese en Tienstra wierpen zich in het spoor van de demarrant en ook Braat en Schild wisten het verloren gegane contact weer te herstellen. Terwijl Peters en De Koning op dit critieke moment in de strijd met een zware inzinking worstelden en evenals Ballangee - die nog een fraaie maar nutteloze solo­ren ondernam om weer bij te komen - hun leidende posities verspeelden.

Van de acht overgebleven koplopers koos Pos spoedig weer het hazenpad en toen zijn voorsprong bedenkelijke vormen aan ging nemen, werd op de Lijnderdijk door Schollen het sein tot de tegenaanval gegeven. Braat en Wiese snelden met hem mee naar de strijdlustige vluchteling, die zij in Badhoevedorp te pakken kregen. De andere vier renners leken toen kansloos te zijn, maar niettemin slaagden Klebach en Schild er toch nog in om zich bij Pos, Braat, Wiese en Schollen te voegen. Huizinga en Tienstra werden voorgoed afgeschud. Er waren toen nog 18 km af te leggen.

In deze slotfase van de strijd deed de actieve Pos nog enkele malen een poging om weg te komen, maar evenals een zig-zag­demarrage van Klebach met vriend Schild aan het wiel, lever­de deze pogingen geen succes op. De eindsprint moest dus de beslissing brengen en hierin toonde Wiese zich de snelste voor Schild, terwijl de furieus spurtende Braat - die de laatste kilometers op een langzaam jeeglopende voorband had ge­reden - zich ondanks deze tegenslag nog als derde wist te klasseren.

Hoewel er meerdere renners, die na ,gelost" te zijn of door pech achter waren geraakt, de strijd moedig bleven voortzet­ten, willen we toch even de kranige daad van J. de Vijver uit Breda memoreren. Toen niemand hem nog verwachtte, kwam hij een half uur na de winnaar - moederziel alleen - toch nog in Hoofddorp binnen. Voor hem waren er geen toejuichin­gen en applaus, niettemin vroeg hij met de glans van een triomfator in zijn ogen aan een paar jochie's: ,Hoeveelse ben ik?" Hij was - o bittere ontgoocheling - 21e en viel zodoende net buiten de prijzen. Doch bij de prijsuitreiking werd hem door de sportieve „Bataven" ook nog een prijs toegekend. Vele „grote" mannen zullen ongetwijfeld jaloers zijn op zo'n moraal, dat deze sportknaap zo rijkelijk in de Haarlemmermeer eta­leerde.

Amateurs: 1. H. Wiese (Amsterdam), de 152 km in 3 uur 52 min. 15 sec.; 2. F. Schild (Amsterdam); 3. F. Braat (Aals­meer); 4. G. Pos (Vreeland); 5. W. Klebach (Amsterdam); 6. P. Schollen (Tilburg); 7. op 3 min. 40 sec. M. Huizinga (Amstel­veen); 8. op 3 min. 42 sec. J. Tienstra (Halfweg); 9. OP 3 min. 58 sec. N. Ballangee (Amsterdam); 10. op 6 min. 13 sec. T. Peters (Haarlem); 11. op 6 min. 51 sec. J. Jonker (Amsterdam); 12. H. de Koning (Hoofddorp); 13. R. Janissen (Amsterdam); 14. op 11 min. 1 sec. J. Willemsen; 15. H. Dusseldorp; 16. G. ten Have (allen Amsterdam); 17. C. Jansen (Halfweg); 18. W. v. d. Valk (Amsterdam); 19. M. Bakker (Badhoevedorp); 20. op 14 min. 22 sec. G. Giebels (Amsterdam); 21. op een half uur J. de Vijver (Breda).

BRON:JAN ROOSEBOOM DE VRIES.

 

RONDE VAN KAPELLE.(30 april).1955

Amateurs: 1. P. Maas; 2. Damen; 3. Hendriks; 4. De Jager; 5. Geerts; 6. De Bruijn; 7. Van Glerum 8. Van Pelt; 9. v. d. Hey­den; 10. Oosterbos; 11. Buitel; 12. v. d. Wiel; 13. Stevens; 14. Boeren; 15. Maton.

 

RONDE VAN LEERDAM.(14 mei).1955

                             Frits Rabe won in Leerdam

Leerdam, Neerlands bekende glasstad, heeft op een zonnige Zaterdagmiddag kennis gemaakt met de wielersport. Deze ken­nismaking zal ongetwijfeld wel in goede aarde zijn gevallen, want dank zij vooral de Amsterdammer Frits Rabe, een van de twee amateurs uit deze volbloed wielerfamilie, werd het een kleurrijke wielercourse, die zijn hoogtepunt vond in de solorace van Frits Rabe, twintig kilometers voor het einde, waarin de Amsterdammer onweerstaanbaar zijn voorsprong tot een dikke minuut deed groeien, een krachtsexplosie, die hem de zo zeer verdiende bloemenhulde bracht.

Het initiatief voor deze eerste Leerdamse wielerronde was uitgegaan van een Leerdamse sportvereniging “Voorwaarts". In samenwerking met de G.R.C. „Jan van Arckel" en de R.R.C. „De Pedaalridders", vertrokken 57 amateurs op het parcours van een kilometer, dat rijk was aan bochten. Wij telden er liefst negen. Daarom slechts een kleine opmerking. De organi­satie was perfect, doch een volgend maal kan men in hetzelfde blok huizen nog eens een wielercourse houden, doch dan met de helft minder bochten. Voor het publiek mag het spectaculair zijn voor de renners is het minder prettig, wanneer door tal­rijke valpartijen het veld danig wordt gedund en er veel kost­baar materiaal verloren gaat.

Voor de start werd de omgekomen renner Philip Innemee herdacht, die voor deze wielercourse had ingeschreven. Met een minuut stilte werd deze Haagse sportmakker ontroerend door renners en publiek herdacht.

De ronde begon spectaculair. De start was overdonderend snel en door de vele bochten had dit tot gevolg dat in minder dan geen tijd een zeer groot aantal renners, die tot de staartgroep behoorden, al waren uitgeschakeld. Dat ondervond Klaas Soel­laart onder meer, die last met zijn touclips had, niet op tijd aansluiting kreeg en ondanks een felle jacht verloren bleek. Een ware afvalrace werd het. Nauwelijks 20 km gereden en nog 18 renners in course. Het eerste uur verliep zodoende zonder uitlooppogingen, totdat de voor ons onbekende Bossenaar Hagelaars demareerde en een vrij grote voorsprong nam. Die Hagelaars reed toen bijzonder goed en ondanks dat achter hem de Utrechtenaars Klein en Teunisse samen met De Jager en Knegt een felle achtervolging gingen inzetten, hield de Bos­senaar stand. Het quartet De Jager, Knegt, Teunisse en Klein gaf zich toen maar weer gewonnen aan het peloton, dat tot 11 man was geslonken, onder meer door vele valpartijen.

Van dit schamele overschot vielen er weer een paar af, weder­om door een valpartij. Lammers, Stoete en Rabe met-Jakobs waren de pechvogels. Alleen Rabe wist zich toen weer na een hardnekkige achtervolging in het peloton te nestelen. Inmid­dels had ook Hagelaars zich gewonnen moeten geven en dema­reerde Meier, wat later gevolgd door Rabe. Een nieuw leiders­ tweetal, dat succes scheen te behalen, totdat plots ook Meier met achterstand door kwam. Een nieuwe valpartil? Het had er alle schijn van, want de uitstekend marcherende Hamelink kwam ook op achterstand samen met de moedige Hagelaars. De situatie werd er niet duidelijker op, doch voor Frits Rabe was dit het sein om er nog een schepje op te gooien. De Amster­dammer deed dit met veel elan en soepel rijdend nam broer Frits een grote voorsprong, waartegen het sterk gedunde pelo­ton geen antwoord had. Van de pechvogels joeg Hamelink echter zo hard achter her peloton, dat hij na een uiterste krachtsinspan- ning zijn achterstand weer weg kon werken.

Zo wist Frits Rabe dan in die solo-rit van 20 km een voor­sprong te veroveren van een minuut en een seconde en werd deze Amsterdamse wielercrack weer een nieuwe zege rijker. Een zege, die hij dubbel en dwars had verdiend.

In het peloton spurtte De Vree uit Breda zich met veel gemak naar de tweede plaats, direct gevolgd door de sterke sprinter Van de Berg.  BRON:HANS VAN DE KAMP.

Amateurs: 1. F. Rabe (A'dam), 90 km in 1 uur 56 min. 35 sec., 2. B. de Vree (Breda), 3. G. van de Berg (Sliedrecht), 4. B. Teu­nisse (Utrecht), 5. J. Zijlstra (A'dam), 6. C. Hamelink (Den Haag), 7. H. de Jager (Hoog Blokland), 8. H. Klein (Utrecht), 9. op een ronde J. Knecht (R'dam), 10. D. Meier ('s-Graveland), 11. op 2 ronden Van de Ley (R'dam), 12. M. Hagelaars (den Bosch).

 

RONDE VAN LIMBURG.(5 juni).1955

     Prachtige zege van STOLKER in boeiende Ronde van Limburg

      Na spannend verloop viel op bet Adsteeg-eircuit de beslissing

Daar daagde het Adsteeg-circuit op. Nog een tiental kilometers en de overwinnaar van de zevende Ronde van Limburg was bekend. Ver­schillende candidaten deponeerden met brio hun sollicitatiebrieven op tafel. Zij hadden blijk gegeven een behoorlijke portie kennis van de harde wegrensport in hun bagage te hebben. Zij zorgden voor een boeiende ren over de Zuld-Limburgse heuvels, nu zouden zij ook voor een pracht ontknoping ten tonele verschijnen. Deze uitblinkers hadden heel wat achter de rug, zij ruimden flink wat hindernissen op, zij maten het grote peloton een soort K.0.-nederlaag aan. In de groep en verspreid rondtollende gezelschappen zaten leden, die excuses konden aanvoeren, eerlijke verontschuldigingen van bandbreuk, een stoute ketting of derailleur. Maar bij het wegen van het wel en wee op de nuchtere balans, moest toch worden erkend, dat v. d. Heuvel, Rol, Stolker, Van Wetten, Van den Brekel, Schoenmakers, de eminente Fransman Vermeulin, Lahaye, Stevens en Gelissen iets van schitterend gehalte hadden volbracht.

Na allerlei wederwaardigheden kwamen deze tien uitblinkers voor de ereprijs in aanmerking. Wie? Soms Piet van den Brekel, die zojuist de militaire dienst achter de rug hebbend, meteen op het voorplan plaatsnam? De Fransman Vermeulin - uitblinker o.m. in de Ronde van Egypte en de Ronde van Kroatie - kreeg veel stemmen, waarbij vooral op zijn spurtvermogen werd gelet.

Een gejuich steeg op. De triomfator was in aantocht: Mies Stolker. Op het laatste stuk van de Adsteeg nam de flink uit de kluiten gewassen man uit Zuilen 15 kostbare seconden winst, die hij kranig verdedigde en waardoor hij een pracht winnaar van deze zeldzaam boeiende Ronde van Limburg werd.

Een subliem stuk wielersport.

Mogelijk imponeerde velen de wijze waarop verleden jaar Mart. v. d. Borgh en in 1952 Hein Gelissen binnenkwamen - na een solo-ren in hun, eentje - meer, dan de slotfase die ditmaal dit lastig brokje bekroonde. Dan zou evenwel uitsluitend de waarde van de winnaars worden erkend doch moest het vele moois van onderweg- er grondig bij inschieten. Want werkelijk glanzend werk word ten uitvoer gebracht. Wij konden een hele ris aardige dingen voor de vuist weg releveren, doch plaatsruimte noodzaakt ons om kort te zijn en alleen enkele frappante uitingen van wilskracht en kunde op te sommen. Welk een staaltje liet, om iets te noemen, Harry Schoenmakers zien, toen hij in de buurt van Munstergeleen met een minuut achterstand aan de achter­volging van Tonny Peters, Rol, Nol Ehlen, Van de Heuvel, Van Hassel, v. d. Pluym en Willemsen begon, met als resultaat dat op de top - Nol Ehlen was hier nummer een - een lange sliert voorbij trok. Dezelfde Schoenmakers - met de Fransman Vermeulin - zoo nadien op de leiders afreizen en in de kop plaatsnemen. Dat was sport van de bovenste plank, vooral toen Schoenmakers - nu bijgestaan door de knap voor de dag komande Van Wetten - prompt aan de haal ging, welke stunt leven in de brouwerij bracht, maar geen zoden aan de dijk zette. In de frontlinie streden in- de beslissende face o.m. Jef La­haye on Jacq. Gelissen. Hoe kwamen beide Limburgers - tezamen met Leo Stevens - hier plots terecht.. Wel, Gelissen en Lahaye bengelden zowat aan het staartje, welke klassering zij klaarblijkelijk beneden hun waardigheid vonden. Zij “overstaken" het ene groepje na het andere, zij lieten het peloton pardoes in de steek, waarna zij op zoek gingen naar de leiders. Tussen Gronsveld en Heer (165 km koers) was het kunstwerk klaar. Kijk, dat zijn feiten die aantonen wat voor vlees in de kuip zit om die de Ronde van Limburg aanzien geven.

De volgers genoten van deze wederwaardigheden, terwijl de aan­wezige leden van de Sporteommissie  - de heren Stol en burgemeester Martin - met kennelijk genoegen een lovend rapport gaan samen stellen over datgene wat zozeer in de smaak viel en waardoor de Ronde van Limburg aan de top van onze vaderlandse “klassiekers" bleef staan, mede door het traject en de moeilijkheden, plus de stipte organisatie van de Toer- en Wielerclub „Maastricht".

Wel en wee in het begin. -

Nauwelijks was de zaak op het Maastrichtse Vrijthof op gang ge­bracht, of de Engelsman Sweeting stond al met een lek bandje te kijken. Van Sweeting werd verder niets meer vernomen, terwijl ook zijn andere landgenoten geen hoge ogen vermochten te gooien. Pech­vogels werden links en rechts opgemerkt. De Belg Danis trapte ook al een tube aan diggelen, terwijl intussen in de buurt van Geulle Rusman, Gelissen, Nieskens, De Rooy, Rol en Lute probeerden terrein­winst op hun naam te schrijven. In Buchten word de Echtenaar Ver­goossen door pech getroffen, wat erg jammer was, aangezien van deze knaap het een en ander werd-verwacht. Sonnemans word ver­volgens de dupe van een soortgelijk geval, doch Arend van 't Hot begeerde niet te bukken, toen zijn ketting nukken ging vertonen. Na een energieke ren zat Van 't Hof te Roosteren opnieuw in het lange peloton. Er kwam deining in het gezelschap. Pogingen werden aan­gewend om afscheid van de rest te nemen, hetgeen Van Rooy, de Fransman Villain, Smits (Helmond) gedeeltelijk gelukte. Zo ging het verder. Het decor wisselde lichtelijk en kreeg nabij Munstergeleen kleur, doordat Tonny Peters, de sterke Rol, Nol Ehlen, de hard mee­vallende v. d. Heuvel, Hassel, v. d. Pluym en Willemsen er zo hard aan trokken, dat een afscheiding het resultaat was. De heuvels lagen in het verschiet. De Cauberg ging het eerste obstakel betekenen. Harry Schoenmakers voelde aan, dat het hoog tijd word om een duit in het zakje te doen. Tussen Aalbeek, Groot Haasdal en Valkenburg legde de man uit Blerick er een schepje op, welk voorbeeld navolging onder­vond. Schoenmakers deed zijn minuut achterstand teniet, terwijl de groep in de buurt van de Noord-Limburger arriveerde. En zodoende trok een lang gerekte sliert - een Nol Ehlen, twee Rol, drie v. d. Heuvel - de Cauberg op en was van troeven nog geen sprake, hoewel het zaakje zo uit elkaar word gerukt, dat de mannen aan de staart in het gedrang kwamen. De strijd ontbrandde hierna in volle hevigheid. Van rust was geen moment meer sprake. Pogingen om weg te geraken waren aan de orde van de dag, terwijl de rest wilskrachtig trachtte om de voort ijlende makkers tot stilstand te brengen.

De slag begon.

In de omgeving van Eys, Simpelveld, Nyswiller, Mamelis, Epen, Hey­enrath, Slenaken en Hoogcrutz - met telkens terugkerende stijgingen - werd het kaf van het koren gescheiden. Daar begon de slag, die tot het einde zoo voortduren. Van de Heuvel, Rol - hou deze jongeman in de gaten - Mies Stolker - iemand die heel wat in zijn bagage heeft -, de taaie Van Wetten en Piet van de Brekel, wierpen de knuppel in het hoenderhok. Het werd menens, het tempo ging de hoogte in en de handen netjes in elkaar slaande, werd de begeerde afscheiding bereikt. Op een minuut volgde de volgende groep, op twee minuten weer een gezelschap en daama de rest. Rol maakte een beste indruk, hetgeen ook van Van den Brekel gezegd kon warden. Stolker was bij Krijtland voor v. d. Brekel het eerst boven.

De uitlopers woken niet, zij vulden elkaar netjes aan, wetend dat de minste aarzeling noodlottig zou worden. Plots daagden in dit heuvel­landschap Schoenmakers en Vermeulin op, twee jongens met pit en durf. Dit duo verkreeg dra de gewenste aansluiting, waarna Schoen­makers met Van Wetten de vlucht voortzetten. Dit was natuurlijk niet naar de zin van hun tijdelijke gezellen, die de pedalen iets sneller lieten ronddraaien. Bij Noorbeek verkeerde v. d. Heuvel in moeilijkheden, in Mheer moest Rol eventjes op de tanden bijten om een gekriebel in zijn benen weg te werken. Ging het tussen dit zevental? Neen, want daar stoven Gelissen, Leo Stevens en de geblokte Jef Lahaye langs de volgwagens. Gelijk elders al aangehaald, kwamen Gelissen en Lahaye van “verre", waarmede zij 'n prima stukje werk op tafel deponeerden. In de straten van Ulestraten kwam in de kopgroep weer deining. Van Wetten had het hazenpad gekozen, direct bijgestaan door Schoen­makers, Vermeulin en Lahaye. Dit viertal nam 400 meters. Het was menens, doch de anderen waren niet van plan zich zodoende de kaas van de boterham te laten eten en bij het bereiken van het Adsteeg­circuit lag alles broederlijk bijten. Hier - elf kilometer voor de finish - meende Rol dat zijn ketting het vertikte. Even later kon hij verder rijden, om als 10e de witte streep op de top van de Adsteeg te passeren. De spanning steeg ten top. Wie schreef de zevende Ronde Van Limburg op zijn naam? Kanshebbers genoeg, evenals uit de tweede groep diverse mannen een pluimpje verdienden voor hun dapper volhouden. Zou Harry Schoenmakers zich losrukken? Daarmede werd serieus rekening gehouden, evenals met een spurtzege van de Fransman Vermeulin. Het werd Mies Stolker, die zich de sterkste van dit excellent gezelschap toonde en zodoende een prognose - voor de aanvang - van collega Evert van Mokum tot zijn recht deed komen.

Een allerbeste Ronde van Limburg werd in het geschiedboek bijge­schreven, een Ronde die insloeg door prima verrichtingen en een aan­trekkelijk verloop. Burgemeester Martin huldigde namens de K.N.W.U. de winnaar, die, heer Geurts overhandigde namens de directie van de Eroba-fabrieken de eerste prijs, zijnde een fonkelend Eroba­racekarretje, namens de Toer- en Wielerclub „Maastricht" sprak ten­slotte voorzitter Corstjens een dankwoord.BRON:GERARD SILLEN

Amateurs: 1. M. Stolker (Zuilen), 192 km in 4 uur 49 min. 15 sec.; 2. J. Lahaye (Bunde), op 15 sec.; 3. P. v. d. Brekel (Echt), z.t.; 4. M. Ver­meulin (Frankrijk), z.t.; 5. H. Schoenmakers (Bierick); 6. A. van Wetten (Noordwijkerhout); 7. J. Gelissen (Beek), z.t.; 8. Leo Stevens (Elsloo), op 40 sec.; 9. M. v. d. Heuvel (Hengelo), z.t.; 10. J, Rol (Alkmaar), z.t.; 11. A. Ehlen (Broeksittard), op 3 min. 57 sec.; 12. R. van Grinsven (Eind­hoven), z.t.; 13. K. Post (Nieuw Vennep), z.t.; 14. M. Ongenae (Belgie), z.t.; 15. P. Craenen (Nederweert), op 4 min. 13 sec.; 16. J. Sabathier (Frankrijk), op 5 min. 5 see.; 17. W. Rusman (Haarltem), z.t.; 18. B. C,lassen (Maastricht), z.t.; 19. T. Peters (Haarlem), z.t.; 20. H. Ehlen (Sittard), z:t.

 

RONDE VAN MIDDEN-BRABANT.(16 juli).1970

       STOLKER, winnaar van de Ronde van Midden-Brabant

Mies Stolker uit Zuilen bezorgt zipn supporters plezierige dagen. Hij heeft twee keer deelgenomen aan een grote course in het Zuiden, dat zo gaarne als het Mekka van de Wielersport wordt beschouwd, om er ook met de bloemen te gaan strijken.

In Waalwjjk was dit j.l. Zaterdag een eenvoudig maar kostbaar bosje. De Ronde van Midden-Brabant, die van jaar tot jaar belangrijker wordt, was deze keer een grote course, groter van allure dan men zich in de Langstraat realiseert. Stolker won, niet van de Brabanders, die hem het leven zuur hadden ge­maakt, maar van zwarte Arie van Steenselen en van de maar­schalk lange Schalk Verhoef. Het werd een eindstrijd tussen drie gasten. De gastheren, waarvan v. d. Pluijm en Liebregts boven verwachting goed reden en Van Meel voor ons een pret­tige verrassing opleverde, kwamen er in de beslissing niet aan te pas. Jammer, dat Van de Pluijm, die sinds het vorig jaar nog verbeterd is, door een lekke band uit de kopgroep wegviel.Mogelijk had hij de Brabantse eer, die door het driemansohap op de eerste plaatsen gewogen en te licht bevonden werd, kun­nen redden. Na zijn lekke band gelukte het hem toch weer van de derde groep paar voren te springen om alsnog beslag te leggen op de zevende plaats.

De Vlijmense supporters zullen er op wijzen, dat we nog geen woord aan hun jonge Liebregts hebben besteed. Inderdaad, de jonge Liebregts, familie van Tini Wolfs, bezette een knappe vijfde plaats. Hij was nog te jong om zich met krachtfiguren als Stolker, Van Steenselen en Schalk Verhoef te kunnen meten. Het was vanzelfsprekend, dat hij in de laatste beslis­sende demarrages geen stem meer in het kapittel had. Hij had al “wonderen" gedaan. Hij was bij de uitlopers en het gelukte hem zelfs na een woedende achtervolging over wegen met steenslag of bedekt met sintels weer aansluiting te krijgen bij de nieuwe kopgroep, die uit een geslaagde tegenaanval ont­stond. Kleine Liebregts moet het in die uitputtende jacht wel geel en groen voor de ogen hebben gezien. Was er geen familie­fee in zijn nabijheid geweest, die hem vanaf een motorduozitje tot volharding aanspoorde, wel hij zou de kopgroep rustig heb­ben laten verder trekken. Daardoor plaatste zich toch een Vlijmenaar onder de eerste vijf. Geen Tien Wolfs, die het niet voor de wind ging. Dat was reden om er over te steggelen in Vlijmen.

Wie eigenlijk de grootste man was in deze Ronde van Midden­Brabant is moeilijk te zeggen. De dapperste en de vechtlus­tigste was Schalk Verhoef. De mooiste stijlrijder Arie van Steenselen. De compleetste en verstandigste rijder Mies Stol­ker uit Zuilen. Drie groten onder onze huidige amateurs. Geen man kon er in hun schaduw staan. Ook de Dussenaar Van de Pluijm niet? Dat is niet met zekerheid te zeggen. Die verdu­velde lekke band. Maar morgen in de “Omloop van de Kempen kan Van de Pluijm aantonen of hij de enigste Brabander zal zijn, die kans maakt op een plaatsje in de ploeg naar de Wereldkampioen- schappen. Het was niet hoopgevend wat de Brabantse amateurs lieten zien. Anraad was vlot bij de weg­lopers, maar na 100 km, de befaamde criteriumgrens, ging hij down. Piet de Jongh liet zien, dat hij in militaire dienst is.

Piet van Est bleef te lang in de volggroep zitten. Toen de grote slag werd ingezet was hij niet van de partij. Bergmans is na zijn val in Hulst nog steeds de oude niet. Leo van den Brand sukkelt sinds de Negen Provincien met steenpuisten, die hem zelfs enige tijd belet hebben te coursen. Er waren natuurlijk ook wegblijvers, maar als men meent kansen te hebben zorgt men er wel voor van de partij te zijn. Intussen: de Limburgers hadden voor deze wedstrijd acte de presence moeten geven.

De Hollanders waren in groten getale opgekomen:Arie van Wetten, Rol, Van Houwelingen, Kooyman, Van Vliet, Scholten, pechvogel Snijders etc.

Ruim tachtig man verlieten de startlijn, die een droompaleis vol iliusies hadden gebouwd. Rol en Snijders ondervonden dit al spoedig. Vele anderen kregen op de 180 km lange weg gele­genheid te over om het te ontdekken. De zon leek van lood en de dorst onblusbaar. Organisator Blom bleek dit jaar andere en rechtere wegen te hebben gezocht. Mooiere wegen. Over de dijken van het vlakke land van Heusden en Altena toog de karavaan naar Zaltbommel. Het veld verkeerde in de mening, dat bochtjes rijden weer de hoofdtak zou zijn. Dat gaat met een paar man gemakkelijker dan met een log peloton. Er werd dus scherp naar voren gereden, waardoor de moyenne vrij hoog lag. Gijs Pauw, de winnaar van het vorig jaar, wilde natuur­lijk ook uit de voeten komen. Gemakkelijk ging dit niet, maar uiteindelijk had hij toch gezelschap van Schalk Verhoef - wie anders? - De Jager, Geldermans en Marchant. Doch dit groep­je viel weer terug. Wolfs ondervond toen al, dat hij ergens zijn forme verloren had. Hij liet zich niet zien, toen weer Schalk Verhoef, Van de Pluijm, Liebregts en Kees Anraad flinke voorsprong namen om rustig peddelend te genieten van de riviergezichten aan Maas en Waal. Tussen al deze bedrijven., maakten Stolker en Blaauw nog een valpartij mee, die voor de Arnhemmer een gebroken arm opleverde. Na Zaltbommel werd het eerst. De karavaan toerde weer naar Midden-Bra­bant. In het kopgroepje van vier weerde zich Liebregts ge­ducht om als eerste man toch minstens Vlijmen te bereiken. Daar zouden de ovaties voor hem zijn. Eenmaal Vlijmen gepas­seerd voelde commandant Schalk Verhoef, dat het tempo ver­slapte. Het peloton was toen al tot een volggroep van twintig man gedund. In deze volggroep zaten gevaarlijke gasten, die de vier leiders geen ogenblik uit het oog verloren. Hun voor­sprong mocht een goede minuut bedragen, maar verder ris­keerde men niets. Na 100 km rijden werden Pauw, Stolker en Van Meel actief. En de diepliggende Van Steenselen rekte zich eens om te weten wat er allemaal gebeurde.

Op weg van Helvoirt naar Udenhout, juist op het slechtste gedeelte van het parcours, werden de leiders door de volgers aan de tand gevoeld. Gijs Pauw zag het eerst, dat Anraad in de valies zat. Hij zag de wanhopige pogingen van Schalk Ver­hoef om alleen weg te springen. Maar Schalk Verhoef heeft geen bijtende sprong. Wel een tempo, waarmee hij een heel veld naar adem laat snakken. Stolker en Van Meel vlogen op de kopgroep. In de rollende steenslag op de wegen tussen Udenhout en Loon op Zand viel de grote slag van deze Ronde van Brabant, die met bescheiden middelen, maar klaarblij­kelijk met grote liefde was opgezet. De Dussenaar Van de Pluijm liet zich niet zo gemakkelijk in het pak doen. Bij de eerste aanval was hij reeds weggesprongen om te wachten op de dingen, die komen zouden. Daar behoorden Stolker en Schalk Verhoef toe, twee die elkaar niet konden laten gaan.Pauw, die met Van Meel, Liebregts en Anraad wachtte tot de degens weer in de schede verdwenen waren, ontmoette te mid­den van een stormloop het grimmige wegspook: vorkbreuk. Dan daverde Arie van Steenselen over het ritselende grint.

De trein van Mijnsherenland pikte onderweg nog Van Meel op en daarmee begaf hij zich naar Stolker, Schalk Verhoef en Van de Pluijm. Liebregts wrong en wurgde vele kilometers over rulle sintelwegen tot ook hij aansluiting kreeg. Veertig kilo­meter voor de finish was er wapenstilstand geblazen. Anraad was in deze slag geslachtofferd. Tien kilometer verder werd Van de Pluijm, door een lekke band, uit de kopgroep van zes gekegeld. En weer tien kilometer verder, een half uur van de finish verwijderd, maakte men zich in het leiders- groepje op om de beslissing to forceren. Schalk Verhoef werd door Stolker en van Steenselen los gereden. De beide Brabanders hadden niets meer te missen.

Aan de finish won Stolker met een paar lengten voorsprong van Van Steenselen. Op meer dan anderhalve minuut volgde Schalk Verhoef alleen. Hij was de man, die verslagen moest worden om kans te krijgen de Ronde van Midden-Brabant te winnen.

Het was een mooie rit, door polderland en over boswegen. De Waalwijkers van „Olympia", de heren Blom, Van Nijnatten, Lammers, Louter, Van Elshout en De Bont, om er enige te noemen, hadden eer voor hun werk. Een groot werk, dat zij vrijwel op eigen kracht verricht hebben. BRON: PRITS VAN GRIENSVEN

Amateurs: 1. Stolker (Zuilen), 180 km in 4.34.2; 2. op twee lengten Van Steenselen (Mijnsherenland); 3. Schalk Ver­hoef (Rotterdam) op 1.45; 4. op 2.06 Van Meel (Wouw); 5. Lie­bregts (Vlijmen); 6. op 4.50 Van Est (Fijnaart); 7. op 5.10 Van de Pluijm (Dussen); 8. Kayer (Zuidermeer); 9. op 5.18 Berg­mans (Valkenswaard); 10. Keepers (Roosendaal); 11. Gelder­mans (Beverwijk); 12. op 6.10 v. d. Heuvel (Hengelo), 13. Pauw (Utrecht); 14. v. d. Sluijs (Gouda); 15. v. d. Putten (Den Haag); 16. Wolfs (Vlijmen); 17. v. d. Broek (Breukelen); 18. v. d. Brand (Schijndel); 19. Goossens (St. Michiels Gestel); 20. op 11.16 Wayboer (Eindhoven).

VOORWEDSTRIJD

Nieuwelingen: 1. Andre de Vries, 2. Jan van Dal, 3. Cees van Amsterdam,

Adspiranten: 1. Bart Solaro, 2. Verstappen, 3.

 

RONDE VAN MIDDEN-NEDERLAND.(30 mei).1955

                           Door het land van Vecht en Eem

Piet Steenvoorden sterke winnaar van Ronde van Midden-Nederland

Acht Ronden van Midden-Nederland, de bekende amateur­klassieker van de niet minder bekende Utrechtse Wielerclub De Volharding, zijn thans achter de rug, waarvan wij ons de eerste uitgave (in 1948) haast nog net zo goed herinneren als die van afgelopen Pinkstermaandag. Er waren toen nog geen om en nabij de 230 deelnemers, zoals de laatste jaren het geval is; de triomfator viel de eer niet te beurt zijn sluitstuk op de wielerbaan van het Utrechtse stadion te voltooien; dag- en sportbladen schonken veel minder aandacht aan deze wed­strijd als aan die van vandaag de dag. Maar toch kon de scher­pe opmerker toen al constateren, dat er in de wielerronde door het land van Vecht en Eem perspectief zat, die mogelijk zou kunnen uitgroeien tot een gebeurtenis, waarover men zelfs over de vaderlandse grenzen gunstig zou spreken.

Welnu, van al de acht Ronden van Midden-Nederland, die wij mochten volgen en waaraan wij prettige herinneringen hebben overgehouden, heeft die van Pinkstermaandag ons het minst bekoord. Hoe het komt, komt het, maar deze wegcourse animeerde niet genoeg; kende te weinig briljante momenten waarvoor een volger eens extra gaat zitten. Veel renners, die anders het gevecht niet uit de weg gaan, voldoende courage kunnen opbrengen tot het stellen van een moedige daad; die vaak de vogel afschieten en, bij manier van spreken, het hoog­ste lied uitkraaien, lieten ditmaal hoegenaamd hun gezicht niet zien. Zij waren, om een oud beeld te gebruiken, als de spreeuw, die wel kersen wil eten, maar van bomen planten niets wenst te horen. Wie kan het verklaren waarom-knappe wielerridders ale Krijn Post, Willem Rusman, Matthieu Sonne­mans, Wim Snijders, Andre Rijnders en Henk van der Kloot zolang en zo rustig in het grote peloton bleven “zitten"? Zijn zij wat tegengekomen onderweg in de vorm van een lege tube of een onwillige derailleur? Of was, met zovelen bijeen, de lust niet groot genoeg om het gevecht aan te gaan tegen de zeven moedigen, die na zo'n kilometertje of zestig de ruimte indraaiden? Die zeven, ergens tussen Veenendaal en de Leus­derheide uit de groep ontvIucht, waren Jean Mehagnoul (weer in ouderwetse doen), David Janbroers (ondanks militaire dienst heel goed op dreef), “Mattie" van de Heuvel, Schalk Verhoef, Jan van Vliet, Jan Rol en Piet Steenvoorden, stuk voor stuk mannen die wat mans zijn.

Piet Steenvoorden.

Bij de lange coureur uit Heemstede, in wie de Haarlemse wielerclub De Kampioen een uitstekende kracht heeft, blijven wij even stilstaan. Wij mogen die Piet Steenvoorden wel. Een aardige, vlotte jongen; een vechter uit de natuur. Zoals Hij Pinkstermaandag reed in de Ronde van Midden-Nederland zagen wij hem heel wat liever dan in de eerste etappe van de IJsselmeer-rondrit van De Germaan, toen hij op een gegeven moment zijn opgelopen achterstand trachtte te nivelleren door achter een of ander vehikel te kruipen. Toegegeven, hij deed het na pech aan zijn rijwiel, maar wij - en wie eigenlijk niet? - hebben nu eenmaal een broertie dood aan dat „gestayer" in wegwedstrijden. Piet Steenvoorden heeft echter getoond, dat hij ook zonder-hulp van een auto of motor kan rijden. Goed kan rijden. In de Ronde van Midden-Nederland toonde hij zich in een „vorm", die weldadig aandeed. Hij reed sterk. Hij reed ook gedurfd. Er waren momenten soms, dat wij de indruk kregen, dat Piet in moeilijkheden zat, dat hij wat men noemt moest “bijten" om het contact met de ,hoofdmacht" niet to verliezen. Maar nog geen vijf minuten later joeg hij lustig aan de kop van het leidersgroepje en keek hij vrolijk naar de zon. Een goed renner, die Piet Steenvoorden. Zoals wij elders schreven: een man met veel, heel veel tempogevoel. Als hij Zondag in de zware Ronde van Limburg ook blijk geeft van te kunnen klimmen, wie weet zien wij hem dan in Rome aan de start in de strijd om het wereldkampioenschap op de weg. Ja, nu betreden we een terrein, dat eigenlijk alleen de Sport­commissie van de K.N.W.U. toebehoort. Wat nochtans niet valt te loochenen: het zal ook dit jaar voor de heren Stol, Koot en Van Eck een hele puzzle worden om de juiste mannen uit te kiezen. Er zijn candidaten genoeg voorhanden. Zonder de min­ste invloed uit te oefenen: denk alleen maar aan Jan Rol, de knappe Alkmaarse coureur, die ook Maandag weer mee was toen de eerste slag viel, die later de beslissende bleek te zijn. Toen wij de hierboven genoemde zeven koplopers ergens op een smalle, winderige weg tussen Jutphaas en Wijk bij Duurstede, na ongeveer 190 kilometer rijden, voor ons uit zagen razen, kenden wij zelfs de grootste winstkansen toe aan Rol. Om met Jef Baelemans, die met zes knappe Belgische renners was mee­gekomen, te spreken: als Rol zich aan de kop van het leiders­groepje nestelde, steeg het tempo meteen. Jammer dat deze stijlvolle renner in de laatste, alles vragende kilometer ten val kwam, waarbij zijn ketting brak en hij, met de fiets aan de hand, lopende de streep moest passeren om zich tenminste nog op de zesde plaats te kunnen nestelen na Piet Steenvoorden, David Janbroers, Schalk Verhoef (een van de “grote" mannen in deze wedstrijd), Jean Mehagnoul en Jan van Vliet, de vorige week etappe-winnaar in de Ronde van het IJsselmeer.

„Mattie" van de Heuvel.

Kom, laat ons ook de Hengeloer Van de Heuvel even voor het voetlicht halen. Wat heeft „Mattie" zich Pinkstermaandag prachtig geweerd; wat een stjjl en allure en „inhoud" heeft deze OosteIijke renner. Toen hij, met goed 200 „Midden-Neder­landse" kilometers in de benen een lekke band kreeg, was hij nog lang niet aan het einde van zijn latijn. Pechvogel Van de Heuvel is absoluut een van de dominerende figuren geweest.

Andere renners in deze wedstrijd vol zonneschijn? De Belg Jos Hoevenaars, in wie men direct de coureur-met-aanleg proeft - zijn vader werd dertig jaar geleden amateur-wereld­kampioen op de weg, wat natuurlijk niet wil zeggen dat zoon­lief daarom ook kwaliteiten heeft -, de jonge Vlaming zat nog rustig in het grote peloton, toen dit reeds een achterstand van bijna drie minuten noteerde op Piet Steenvoorden en zijn zes metgezellen. Hij “zat" ook nog in het grote peloton, toen het voor een gesloten overweg zo rond de vier minuten verspeelde. Toen Hoevenaars zich uiteindelijk van tal van “klevers" ont­deed, met de stijlvolle Fransman Michel Vermeulin en de Ne­derlanders Piet Smit (die steeds beter marcheert), Joop van de Putten, Piet de Jongh en Adri van Steenselen (een „fijne sport­makker", zeggen zijn collega's) langs de Vinkeveense plassen op jacht ging naar de kopgroep, kwam er zowaar nog enige spanning in de wedstrijd, waarin Arend van 't Hof (door de­railleurbreuk) en Tonny Peters (door bandbreuk) de wind tegen hadden. Zij mogen het echter weten: een koe sterft niet van een slag. Daarom: in de Ronde van Limburg meer succes, jongens!

Er was dus een tweede groep gevormd,die nog versterking kreeg van de Belg Karel Clerkx - Zaterdag winnaar van een wegcourse over 150 kilometer -, Piet Kooyman (altijd in de klassiekers present en veel meer coureur dan verleden jaar), Jopie Wuurman, de Tilburgers Piet Schollen en Gerrit Ver­hoeven, alsmede Bertus Lute uit 's-Graveland. Deze laatste verloor niet veel later het contact. Door derailleurbreuk. Deze twaalf jagers nu, veelal geleid door de Belg Clerkx, Wuurman, De Jongh, Van de Putten en Schollen, daarnaast voortgestuwd door een derde groep met als “grote" mannen de Fransman Gastaldi, Klebach, Meier en Bogers, mochten elkaar nog zo goed verstaan, nog zoveel achterstand wegwerken (liefst vijf en een halve minuut), de tijd was te kort om de koplopers nog voor het prachtig bezette Utrechtse stallion te bereiken. Dit alles na een wedstrijd met, wat men noemt, vel over been, maar die organisatorisch weer best voor elkaar was.

BRON:EVERT VAN MOKUM

Amateurs:1. P. Steenvoorden (Haarlem), 216 km in 5 uur 25 min. en 30 sec.; 2. op 4 seconden D. Janbroers (Amsterdam); 3. S. Verhoef (Rotterdam); 4. J. Mehagnoul (Amsterdam); 5. J. v. Vliet (Rotterdam); 6. op 1 min. en 5 seconden J. Rol (Alkmaar); 7. op 1 min. 16 seconden K. Clerkx (Bel­gie); 8. P. Kooynnan (Den Haag); 9. J. v. d. Putten (Den Haag); 10. Jos Hoevenaars (BelgiL'); 11. A. v. Steenselen (Mijnsherenland); 12. M. Ver­meulin (Frankrijk); 13. M. v. d. Heuvel (Hengelo); 14. J. Wuurman (Amsterdam); 15. P, Schollen (Tilburg); 16. P. de Jongh (Made); 17. G. Verhoeven (Tilburg); 18. P. Smit (Amsterdam); 19. Krijn Post (Nieuw Vennep); 20. W. Bogers (Nieuw Vennep).

Nieuwelingen: 1. Elias, 2. Coen Niesten, 3. Hennie Musch,

De erelijst:

1948:00:00

1949:00:00

1950:00:00

1951:00:00

1952:00:00

1953:00:00

1954:00:00

1955:00:00

 

RONDE VAN NEDERLAND.(23 april t/m 30 april).1955

Sjoerd de Vries eerste truidrager. - Ploeg-Schulte won tijdrit. - Winst en verlies voor Wim van Est. - Goed werk van de Italianen. - Schaer viel uit. - Haan in het Oranje; maar Schulte is in opmars.

Woerden, 23 April.

De eerste rit van de zevende ronde van Nederland is alweer ge­reden. Hoe vlug gaat het toch allemaal. Vanmorgen, in Rotter­dam, dachten we bij het ontwaken: straks gaat het beginnen.

En nu hebben we gezien hoe een jonge renner met drievoudige „nationaliteit" de oranjetrui draagt. Hoe lang dit duurt, weet niemand. Misschien is hij de trui vanavond al kwijt aan een der sterke tijdrijders in de ploegenrit. Maar nu voelt Sjoerd de Vries, geboren in Friesland, Nederlander van nationaliteit en wonend in Frankrijk, zich de held van de dag. Terecht. In een lange sprint in Woerden - waar de vereniging „Arie van Vliet" alles tot in de puntjes had verzorgd - versloeg de 24-jarige vol overtuiging de twaalf man met wie hij een minuut was uit­gelopen. Een groep van dertien, waarin Adri Voorting de meest strijdlustige was gebleken, met enkele favorieten als Fritz Schaer en Wout Wagtmans en een hele reeks buitenlanders. Waarbij we allereerst willen vaststellen, dat de Italianen boven verwachting begonnen zijn. Drie hunner in de kopgroep (even­als trouwens drie man van de Nederlandse A.-ploeg van Van Est) betekent een complete verrassing, want eerlijk gezegd had niemand veel van die mannen uit het zonnige Zuiden met hun klinkende namen verwacht. En dat de Duitsers met Preiskeit en Donike ook.al twee mannen naar voren durfden schuiven, is toch ook wel iets. Zal dit dus toch een Ronde voor de vreemde­lingen worden? We geloven het nog niet, al zijn de voortekenen minder gunstig voor het Nederlandse escadron. In ieder geval, deze eerste (halve) etappe is er een geweest, die een spannende week belooft.

Zandvoort, 23 April.

De tijdrit van Woerden naar Zandvoort heeft een nieuwe sen­satie bezorgd. Niet, dat Sjoerd de Vries zijn trui heeft moeten afstaan, waarop hij kennelijk zo trots is (waarom ook niet?), maar wel dat Gerrit Schulte een bijzonder knappe zege heeft behaald op al zijn nationale concurrenten, om van de vreem­delingen nog maar niet te spreken. In de ploegentijdrit over 70 kilometer van het gastvrije Woerden naar het niet minder hartelijke Zandvoort voerde blonde Gerrit zijn makkers Piet Haan - reeds in grote vorm en vol van beloften voor de ko­mende dagen - en Jan Plantaz - veel en veel beter rijdend dan in de Ronde van 1954 - naar de overwinning. Anderhalve minuut eerder kwam dit drietal van onverslijtbare Gerrit over de streep dan het drietal van Wout Wagtmans, die werd be­geleid door een beste Wies van Dongen en een altijd parate Hein van Breenen. Nog een dikke minuut nadien volgde Gerrit Voorting met zijn makkers: een prestatie die niet mis moet worden verstaan, want de D.-ploeg kwam vrijwel compact binnen en heeft dus gunstige posities in het klassement ver­overd. Daarna pas volgde Wim van Est met broer Nico en Cor Bakker. Rijdt Wim toch niet zo goed meer als enkele jaren terug, zelfs als in 1954, toen hij royaal de zege behaalde? In ieder geval lacht Gerrit Schulte in zijn vuistje. Meer dan de Zwitser Fritz Schaer, die maar even zestien minuten verloor op de nestor der Nederlandse wegrensport.

Den Helder, 24 April.

Na een genoegelijke tocht naar Landsmeer, een geneutraliseerd uitstapje zonder enige winstkans, de serieuze rit naar Den Hel­der over 148 kilometer. Geen Zondagsuitstapje vandaag. Vraag dat aan Fritz Schaer, de dure man uit het gezelschap, die met grote achterstand op de 52e plaats binnenkwam. Het lijkt wel alsof Schaer in de eerste halve rit van Rotterdam naar Woer­den al zijn kruit verschoten heeft. Nu heeft de Zwitserse kam­pioen inderdaad een geldig excuus: een knieblessure, die hem veel last bezorgt. Het zal iedere volger duidelijk zijn geworden, dat Schaer niet overdreef toen hij met een pijnlijk gezicht voortstrompelde op de lange weg naar Den Helder, waar de wind het de renners zo bijzonder lastig maakte.

De grote figuren uit deze rit zal men vergeefs bij de prijswin­naars zoeken. Het waren de jonge Amsterdammer Daan de Groot en de Italiaan Sartini, een klein mannetje met een flinke macht in de benen. Zij samen streden anderhalf uur in wind en regen om een voorsprong, die hen op een der leidende plaatsen zou brengen. Maar het mocht niet lukken. Op circa 25 kilo­meter van het einddoel af, net na Schagen, werd het moedige tweetal ingehaald door een groep van een kleine dertig man met alle favorieten, behalve Schaer, die toen al geen favoriet meer was. Een enorme sprint leek te voorzien. Het werd ook een enorme sprint. Maar de winnaar was niet Henk Faanhof, Adri Voorting of een van die anderen wier laatste meters zo venijnig kunnen zijn. De winnaar heette Wim van Est en hij won daarmee een minuut tijdbonificatie, die hij best kan ge­bruiken om niet al te ver achterop te raken.

Nunspeet, 25 April.

De Italianen zijn terug! Na hun overdonderende start in de eerste etappe, hun pech in de ploegentijdrit - waar zij vele kostbare seconden verloren door een openstaande brug - haal­den zij vandaag heel wat van hun verlies terug door met drie man vooraan te zitten, daar waar de winst te halen viel. En er was winst vandaag, veel winst. De Italianen met hun Pugi, Seghezzi en Vecchi in de voorste gelederen, maakten een grote sprong in het algemeen ploegenklassement. Zij wonnen boven­dien de eerste en tweede prijs in de etappe en mogen dus dub­bel en dwars tevreden zijn. Maar.... wat gaat Thijs Roks doen? De sterke Brabander zat ook tussen de acht man, die zegevierend de langste rit van de Ronde voleindden. Ja, zege­vierend, want ruim zes minuten winst op de grote groep is winst van betekenis. Roks veroverde daarmee de oranje lei­derstrui op Sjoerd de Vries, die lelijk is teruggevallen en ook Adri Voorting, Jan Konings en Thijs van Oers maakten met de Italianen en de Engelsman Hoar een sprong naar voren. Waar­bij we ons intussen afvragen, waar de Belgen blijven. Als ze willen wachten tot Woensdag, wanneer ze in eigen land zijn, dan wagen ze wel erg veel.

Met Wim van Est en zijn ploeg gaat het inmiddels niet al te best. Vandaag verloor de winnaar van verleden jaar twee sterke mannen: broer Nico en Piet van As, beiden gevallen in het zicht van de haven. Voor Van Est ziet het er dus niet erg rooskleurig uit. We betwijfelen zelfs of hij zo nog in staat zal blijken - ondanks zijn goede kansen in de tijdrit - om alle verloren terrein goed te maken. Maar wie weet.... ?

Valkenswaard, 26 April.

Een nieuwe leider vandaag en tegelijk een die de rit heeft ge­wonnen. Limburg kan juichen: op de weg naar Heerlen, die vanmiddag gemaakt zal worden, rijdt een Limburger in het oranje. De meest talentvolle renner zelfs, want Piet Haan is een man van wie ieder zeer veel verwacht. Deze Piet Haan reed als overtuigend triomfator Valkenswaard binnen. Voor Jules Maenen, die uit die plaats komt en dolgraag had gewon­nen, voor de Duitser Donike, de Italiaan Sartini en Amster­damse Hein van Breenen. Daarachter volgde de Engelsman Talbot op 2 1/2 minuut en pas zes minuten na de winnaar – die ook nog een minuet bonificatie veroverde - reed het pelo­ton over de streep.

Wim van Est aasde in deze rit van 182 kilometer op een nieuwe trofee, blijkbaar reeds zo'n beetje verzoend met zijn gedaalde kansen op de eindzege. Hij liep al na 20 kilometer weg en nam dra anderhalve minuut voorsprong. Die behield hij tot voorbij de legerplaats Wittenberg en wachtte toen rustig op de achter hem peddelende groep. Hetgeen inhield, dat Van Est enige premies had gewonnen voor de militaire prijs in de Ronde, waarvoor van Est's ploegmakker Adri Voorting thans de lei­ding heeft. Met Siefert immers ging Adri al spoedig na Van Est weg om ook enkele militaire premies in de wacht te slepen en zo de kans op de zege in dit klassement te behouden. Maar pas op 60 kilometer van de finish ontwikkelde zich de beslis­sende fase. Van der Kamp, Sartini, Van Breenen, Talbot en Donike sprongen weg, spoedig gevolgd door Haan, de oranje­trui-drager Roks, Maenen, Plantaz en Scholl. Dit tiental kon het best met elkaar vinden, al verloren Van der Kamp, Talbot, Roks, Plantaz en Scholl tenslotte contact. Roks na een ver­beten strijd, waarin de oranje-trui het moest opnemen tegen de coalitie Haan-Van Breenen. Met grote voorsprong – 6 1/2 minuut - ging het leidend vijftal over de streep in Valkens­waard. Haan kon de trui van Roks, die zich zo dapper ver­dedigd had, overnemen.

Heerlen, 26 April.

In Valkenswaard hebben we heerlijk gegeten. We, dat zijn de renners, hen verzorgers, de journalisten en al wat verder maar deel uitmaakt van de Ronde-karavaan. Alles bij elkaar zo'n 250 man, maar omdat heel wat Valkenswaarders zich een plaatsje wisten te veroveren aan de tafels, die waren opgesteld voor een beste Brabantse koffietafel, waren er heel wat meer eters. Min of meer heeft die maaltijd het wedstrijdverloop van de tweede halve etappe beinvloed. Gerrit Schulte deed niet mee aan het maal, maar bleef rusten, krachten verzamelend voor de strijd, die nog komen ging. Hij bleek ook nu weer de verstandigste te zijn geweest, want alles wat hij nu moest mis­sen, won hij 's avonds ruimschoots terug. Hij kan lachen, die Schulte. Niet alleen won hij de etappe en daarmee een minuut bonificatie, maar bovendien liep de Bosschenaar 51/2 minuut uit op al zijn concurrenten. Dat betekent, dat Piet Haan, Hein van Breenen en Thijs Roks nu onmiddellijk het gevaar-Schulte achter zich vinden. Wim van Est start zelfs al negen minuten achter op Schulte, die kennelijk er op uit is een nieuwe zege te behalen.

Het was een korte, maar boeiende rit. Schulte trok al meteen na de start weg, maar zorgde er voor niet te ver uit te lopen, zodat de andere renners meenden in hem een premiejager te zien. Maar na een kilometer of 30 had Schulte acht renners bij zich, die goed genoeg bleken om onder zijn leiding verder te gaan: zijn ploegmakkers Van Oers en Suijkerbuijk, de Belg Schoubben, de Duitsers Preiskeit en Siefert, de Engelsman Talbot, de Italiaan De Vecchi en Wies van Dongen. Van dit tiental vielen Siefert en Suijkerbuijk af, terwijl Van Oers en Talbot terrein verloren. Maar de overige vijf gingen zo hard door, dat ze ruim vijf kostbare minuten eerder Heerlen be­reikten dan het peloton. Het zal niet gemakkelijk zijn voor de grote mannen Van Est, Wagtmans, Voorting, deze tijd nog goed te maken. Intussen blijft ook Schulte's ploegmakker, Piet Haan, een zeer serieuze candidaat voor de eindoverwinning.

PIET HAAN, een verdienstelijk winnaar van de RONDE VAN NEDERLAND

Formidabele prestatie van Wim van Est in de tijdrit Gerrit Schulte, de tactische meester

De Ronde van Nederland is ten einde. Een Ronde, die een ver­rassende overwinnaar bracht in de persoon van de veelbelo­vende Limburger Piet Haan en die voorts de figuren van Ger­rit Schulte en Wim van Est weer alle gelegenheid bood om hun respectieve kwaliteiten te tonen. Een Ronde, die verscheidene jonge renners naar voren deed komen, maar enkele ouderen - zoals Gerrit Voorting en Wout Wagtmans - nauwelijks te zien gaf. Een Ronde die weinig of geen smetten kende en toch min­der het vuur in de harten van het Nederlandse sportvolk deed opwaaien dan menige voorgangster. De oorzaak daarvan? Wie zal het zeggen. Misschien was het de ervaring met Tour de Frances, die zulke hoge verwachtingen heeft doen wekken; misschien ook de gebrekkige wijze van radio-verslaan, die zeker niet verweten mag worden aan reporter of omroepen maar aan de steeds te late starttijden, die alle aankomsttijden deed verschuiven naar onbekende tijden.

Toch kan directeur O. van Erp en zijn mannen van de Efor tevreden zijn: nog nooit is een Ronde van Nederland zo ge­ruisloos verlopen. Organisatorisch was alles prima in orde en dat een enkele renner wel eens voor een open brug of voor gesloten spoorbomen kostbare tijd heeft verloren, komt in de beste families voor, zelfs in Frankrijk en Belgie. Met de win­naar Piet Haan is daarbij een naam op de erelijst gekomen, die zeker niet misstaat. Het kan zijn, dat Haan's overwinning nog wat te vroeg is gekomen omdat hij tot voor kort de indruk gaf nog niet helemaal volgroeid te zijn, bij alle talent nog wat hardheid te missen. Moge deze zege dan de inleiding zijn tot een grote carriere, waarin Haan zijn teleurstellende streek­genoot Jan Nolten - die nooit voor eigen volk is opgetreden en buiten de Tour nimmer reputaties heeft gebroken - zal overtreffen.

Piet Haan, we konden het in het vorige nummer reeds melden, sloeg zijn grote slag in de rit van Nunspeet naar Valkenswaard.

Hij was daarmee een der drie grote ritwinnaars, die de Ronde heeft gekend. De anderen waren Gerrit Schulte in Valkens­waard-Heerlen en vooral Wim van Est in de tijdrit Middel­burg-Roosendaal. Geen der andere triomfators in een etappe - Sjoerd de Vries, Pugi, Hoar, Van Oers en Hofland - kon daar tegenop. Van Est vooral toonde zich opnieuw een renner, die tot grote prestaties in staat is als het er op aankomt. En in de tijdrit kwam het er op aan. De Willebrorder, moeizaam, strijdend tegen een oppermachtige coalitie, verwierf in deze ene rit van man tegen man, zonder dat iemand de steun van een ander kon inroepen, alle eer, die hij maar kan verwerven., Met een gemiddelde van 44 kilometer en 471 meter maalde Van Est de 80 kilometer onder zich door. Een formidabele pres­tatie, waaraan niemand - noch Piet Haan, noch Gerrit Schulte noch-een der anderen - ook maar kon tippen.

Om het chronoligsche verhaal van de Ronde, zoals dat in het vorige nummer is begonnen, voort te zetten: de rit van Heerlen naar Brasschaat bracht opnieuw weinig of geen Belgische, activiteit, al waren de Vlamingen dan op eigen grond. Het is nu toch wel gebleken, dat de equipe van onze Zuiderburen er een was van de derde klasse, die zich nimmer kon meters met een der andere teams. De Duitsers mochten dan successievelijk de strijd hebben gestaakt, ze kwamen met Preiskeit en Donike toch tot behoorlijke prestaties. De Italianen reden vaak uit­stekend, hetgeen de derde plaats in het ploegenklassement be­wijst; de Engelsen kwamen nu en dan tot redelijke indivi­duele prestaties. Alleen de Belgen en de Zwitsers zijn zwaar tegengevallen, juist de teams waarvan men het meest had ver­wacht.

Die rit naar Brasschaat werd een saaie course. Wel begonnen De Vries en Sartini vol strijdlust met een demarrage, die na 25 kilometer rijden de eerste winst opleverde en uitgroeide tot drie minuten. Een voorsprong, die even later ook Wout Wagt­mans boekte toen hij er voor de Cauberg tussenuitging: de enige werkelijke inspanning, die de kopman der C-ploeg in deze Ronde heeft laten zien. Maar alle rivalen vonden elkaar opeens om Wagtmans achterna te gaan. De Vries-Sartini en Wagtmans moesten tenslotte de strijd opgeven, want de jacht was te fel geweest.

Op 130 kilometer van de finish, de rit was dus juist op de helft, gingen drie anderen weg, volkomen ongevaarlijke renners. Het waren de Engelsman Torn-Hoar, de Belg Willy Truye en de Zwitser Walter Bucher. Zij kwamen ook in deze volgorde met 2% minuut voorsprong binnen.

Tussen Brasschaat en Oostburg - een kronkelende route van 176 kilometer - toonde Gerrit Schulte zich opnieuw een tac­tisch meester.De Bosschenaar ging niet zelf mee met de uit­lopers, maar hij stuurde wel zijn beste sprinter Antoon van Oers naar voren en zorgde er verder voor, dat geen der riva­len ook maar een seconde op hem of zijn leidende ploegmaat Piet Haan konden inlopen. Het was overigens een matte rit, waarin vijf man na 70 kilometer - in de buurt van Gent - ontsnapten en nooit meer werden teruggezien. Die vijf waren Van Oers, de Italiaan De Vecchi, de Bredanaar Jan Konings, de Zwitser Hollenstein en Manus Brinkman. Zij hielden hun voorsprong tot het einde en kwamen ruim twee minuten voor de kopstukken binnen in bet feestende Oostburg. Wim van Est, die evenals de dag tevoren had gepoogd los te komen, werd weer zo zwaar op z'n huid gezeten, dat het ook nu niet lukte.

Intussen klom Van Oers op naar de zesde plaats in de rang­schikking.

Vrijdag kwam de dag van Van Est. We zullen daarover niet uitweiden omdat de cijfers voor zichzelf spreken. Men neme zich de moeite die uitslag eens te bekijken en er zelf z'n con­clusies uit te trekken. Waarbij naast de bewondering voor Van Est ook waardering naar voren zal komen voor zijn naaste „rivalen": de Italiaan Masocco, Wagtmans, Pugi, Voorting, Sar­tini (drie Italianen bij de eerste zes!), en ook Haan. Voorts, hoewel wat meer naar achteren, Maenen en Van Breenen, die dit werk, dat hun eigenlijk niet ligt, behoorlijk doorstonden.

Van Est klom meteen op naar de tweede plaats en niemand die het hem misgunde.

De stand na deze voorlaatste rit is vrijwel ook de eindstand geworden. Want de slotetappe naar Amsterdam bracht geen enkele sensatie. Het trio Hofland, Hoar en Cools kon uitlopen en 7 minuten voorsprong nemen. Maar omdat zij allen ver achterop kwamen, bleef alles zoals het was: Piet Haan winnaar voor Wim van Est, Hein van Breenen en Gerrit Schulte.

Rotterdam-Woerden (120 kilometer).

1. Sjoerd de Vries (Ned. D), 3.02.05; 2. Preiskeit (Did.), z.t.; 3. Adri Voorting (Ned. A), z,t.; 4, Cools (B.), z.t.; 5. Bakker (Ned. A), z.t.; 6. Sartini (It.), z.t.; 7. Seghezzi (It.), z.t.; 8. Schaer (Zw.), z.t.; 9. Suijker­buijk (Ned. B), z.t.; 10. Wagtmans (Ned. C), z.t.; 11. Masocco (It.), z.t.; 12. Donike (Did.), z.t.; 13. Van der Kamp (Ned. A), z.t.; 14. Schulte (Ned. B), 3.03.06; 15. Haan (Ned. B), z.t.; 16. De Groot (Ned C), z.t.; 17. Talbot (Eng.), z.t.; 18. Hoar (Eng.), z.t.; 19. Maenen (Ned D), z.t.; 20. H. Stevens (Ned, D'), z.t.; 21. Strehler (Zw.), z.t.; 22. Petry (Dld.), z.t.; 23. Pusey (Eng.), z.t.; 24. W. van Est (Ned. A), z.t.; 25. Maas (Ned. D), z.t.; 26. G. Voorting (Ned. D), z.t.; 27. ex aequo een groep van 30 renners: N. van Est (Ned. A), Van As (Ned. A), Peters (Ned. B), v. Osta (Ned. B), v. Oers (Ned. B), Plantaz (Ned. B), Van Breenen (Ned. C), Van Dongen (Ned. C), De Waal (Ned. C), Konings (Ned. C), Faanhof (Ned. D), Roks (Ned. D), Gielen, Neyt, Truye, Bellemans, Huyskens, Schoubben (allen Bel­gie), Liebelt, Peter Schulte (beiden Dld.), Bedwell, Ilsley, Buttle (alien Eng.), Pugi, Ceratt (beiden It.), Bucher, Hollenstein, Meili, Bovay (alien Zw.), Lurati (It.), allen in 3 uur 3 min. 6 sec,; 57. Hofland (Ned. C), 3.05.47; 58. Brinkman (Ned. A), 3.07.40; 59. Scholl (Did.), 3.16.32; 60. Vecchi (It.), 3.16.40; 61. Parker (Eng.), 3.16.40; 62. Siefert (Did.), 3.21'.42. Sacchi (It.) to laat binnengekomen.

Woerden-Zandvoort (ploegentijdrit, 70 kilometer)'

1. Nederland B (Schulte, Haan, Plantaz), 5.24.54; 2. Nederland C (Van Dongen, Wagtmans, Van Breenen), 5.26.24; 3, Nederland D- (Maenen Roks, Faanhof), 5.27.42; 4. Nederland A (Wim van Est, Klaas van Est, Bakker), 5.32.57; 5, Belgie (Huyskens, Truye en Schoubben), 5.33.54; 6. ZwItserland (Bucher, Bovay, Schaer), 5.39.03; 7. Duitsland (Preiskeit, Scholl, Petry), 5.42.12; 8. Italie (Sartini, Seghezzi, Pugi), 5.45.42; 9. Enge­land (Bedwell, Hoar, Pusey), 5.47.33.

Landsmeer-Den Helder (148 kilometer).

1. Wim van Est (Ned. A), 3 uur 55 mina 8 sec.; 2. Van Dongen (Ned. C), z.t.; 3. Petry (Dld), z.t.; 4. Schulte (Ned B), z.t.; 5. Preiskeit (Dld.), z.t.; 6. Haan (Ned, B), z.t.; 7. Bellemans (Belgii9), z.t. 8. Cools (B.), z.t. 9. Maenen (Ned D), z,t.; 10. Adri Voorting (Ned. A), z.t.; 11. Gerrit VoOr­ting (Ned. D), z.t.; 12. Bucher (Zw,), z.t.; 13. Peters (Ned. B), z.t.; 14. Wagtmans (Ned. C), z.t.; 15. Scholl (Dld.), z.t.; 16. De Vries (Ned. D), z.t.; 17. Van As (Ned. A), z.t.; 18. Truye (B.), z.t.; 19, ex aequo: Nico Van Est, Bakker, Van der Kamp (allen Ned. A), Plantaz (Ned. B), Van Bree­nen (Ned. C), De Groot (Ned. C), Faanhof, Roks, Maas (Ned. D), Gielen (B.), Sartini (It.), allen in 3.55.08; 30. Donike (Dld.), 3.56.28; 31. Pugi (It.), 3.57.00; 32. Huyskens (B.), z.t.; 33. Masocco (It.), z.t.; 34. Schoubben (B.), z.t.; 35. Neyt (B.), z.t.; 36. Van Oers (Ned. B), z.t.; 37. Pusey (Eng.), 4.00.23; 38. Vecchi (It.), 4.02.27; 39. Konings (Ned. C), z.t.; 40. Hofland (Ned C), 4.02.29; 41. Seghezzi (It.), 4.03.52; 42. Hoar (Eng.), z.t.; 43. Bo­vay (Zw.), z.t; 44. Bedwell (Eng.), z.t.; 45. Suijkerbuijk (Ned. B), z.t.; 46. Liebelt (Did.), z.t.; 47. Van Osta (Ned. B), z.t.; 48. Brinkman (Ned. A), 4.06.39; 49, Meili (Zw.), z.t.; 50. Strehler (Zw.), z.t.; 51. Lurati (Zw.), z.t.; 52. Schaer (Zw.), z.t.; 53. Hollenstein (Zw.), z.t.; 54. Siefert (Did.), 4.10.29; 55. Talbot (Eng.), 4.12.51; 56. Buttle (Eng.), z.t.; 57. Peter Schulte (Dld.), z.t.; 58. H. Stevens (Ned. D), 4.14.20; 59. De Waal (Ned. C), 4.20.45;60. Ilsley (Eng.), 4.24.10. Opgegeven: Parker (Engeland) en Cerati (Italie).

Den Helder-Nunspeet (304 kilometer),

1. Pugi (ItalM), 7 uur 49 min. 27 sec.; 2. Seghezzi (It.), z.t.; 3. Roks (Ned. D), z.t.; 4. Van Oers (Ned. B), z.t.; 5: Konings (Ned. C), z.t.; 6. Adri Voorting (Ned A), z.t.; 7. Vecchi (It.), z.t.; 8. Hoar (Eng.), z.t.; 9. Hof­land (Ned. C), 7.54.37; 10, Schulte (Ned. B), 7.55.38; 11. Haan (Ned. B), z.t.; 12. Bucher (Zw.), zt.; 13. Prelskeit (Did.), z.t.; 14, Wim van Est (Ned. A), z.t.; 16. Wagtmans (Ned. C), z.t.; 17, Cools (B.), z,t.; 18. Truye (B.), z.t.; 19. Meili (Zw.), z.t.; 20. Pusey (Eng.), z.t.; 21. ex aequo Plantaz (Ned. B), Van Breenen (Ned. C), De Groot (Ned C), Huyskens (B.), allen in de­zelfde tijd als Schulte; 25. Gerrit Voorting (Ned. D), z.t.; 26. Schoubben (B.), z.t.; 27. Donike (Dld.), 7.56.07; 28. Bakker (Ned. A), z.t.; 29. Petry (Dild.), 7.56.18; 30. Scholl (Dld.), z.t.; 31, Brinkman (Ned. A), 7.56.29; 32. De Waal (Ned. C), z.t.; 33. Strehler (Zw.), 7.56.58; 34. Liebelt (Dld.), z.t.; 35: Gielen (B.), z.t.; 36. nsley (Eng.), z.t.; 37. Buttle (Eng.), z.t.; 38. Van Osta (Ned. B), 7.57.58; 39. Bedwell (Eng.), z.t.; 40. Talbot (Eng.), z.t.; 41. Neyt (B.), z.t.; 42. Van Dongen (Ned. C), 7.58.15; 43. De Vries (Ned. D), z.t.; 44. Van der Kamp (Ned. A), 7.59.36; 45. Maenen (Ned D), z.t.; 46. Masocco (It.), 8.01.20; 47. Van As (Ned. A), 8.01.26; 48. Sartini (It.), z.t.; 49. Lurati (Zw.), 8.02.30; 50.'Bovay (Zw.), z.t.; 51. Hollenstein (Zw.), z.t.; 52. Suijkerbuijk (Ned, B), 8.04.47; 53, Faanhof (Ned. D), 8.05.09; 54. Belle­mans (B.), 8.07.09; 55. Siefert (Dld.), z.t.; 56. Stevens (Ned D), 8.25.24; 57. Maas (Ned. D), z.t. Opgegeven: Schaer (Zwitserland), Schulte (Duits­land) en Nico van Est (Ned. A).

Nunspeet-Valkenswaard (182 kilometer).

1. Piet Haan (Ned. B), 5 uur 17 min, 26 sec.; 2. Maenen (Ned. D), 5.17.26; 3. Donike (Dld.), 5.17.26; 4. Sartini (It.), z.t.; 5. Van Breenen (Ned. C), z.t.; 6. Talbot (Eng.), 5.21.29; 7. De Vecchi (It.), 5.23.57; 8. Van Oers (Ned. D), z.t,; 9. Gerrit Voorting (Ne(L D), z.t.; 10. Preiskeit (Dld.), z.t.; 11. Maas (Ned. D), z.t.; 12. Roks (Ned D), z.t.; 13. Bakker (Ned. A), z.t.; 14. Scholl (I)ld.), z.t.; 15, Su)jkerbuijk (Wed. B), z.t.; 16. Van der Kamp (Ned A), z.t.; 17. Neyt (B.), z.t.; 18. Stevens (Ned. D), z.t.; 19. Faanhof (Ned. D), 5.24.52; 20. Plantaz (Ned. B), z.t.; 21. Gielen (B.), z.t.; 22. Brink­man (Ned. A), z.t.; 23. Siefert (Did.), z.t.; 24, De Groot (Ned. C), z.t.; 25. Wagtmans (fled. C), 5.26.05; 26. Petry (Did.), 5.26.41; 27, Van Dongen (Ned. C), 5.26.43; 28. De Vries (Ned. D), 5.26.45; 29. Meill (Zw.), z.t.; 30. Schoubben (B.), z.t.; 31. Adri Voorting (Ned. A), z.t,; 32, Van Osta (Ned. B), z.t.; 33. Cools (B.), z.t.; 34. Hofland (Ned. C); z.t.; 35. Peters (Ned. B), 5.26.53; 36. Bucher (Zw.), z.t.; 37. Pusey (Eng.); 38. Seghezzi (Ft.); 39. Bovay (Zw.); 40. Huyskens (B.); 41, Liebelt (Did.); 42. Strehler (Zw.); 43. Truye (B.);'44. Bellemans (B.); 45. Isley (Eng.); 46. Lurati (Zw.); 47. Masocco (It.); 48. Hollenstein (Zw.); 49. Wim van Est (Ned. A); 50. Ger­rit Schulte (Ned. B); 51. Hoar (Eng.); 52. Pugi (It.), allen in 5.26.53; 53. Konings (Ned. C), 5.29.53.

Valkenswaard-Heerlen (125 kilometer).

1, Schulte (Ned. B), 3 uur 8 min. 8 sec.; 2. Van Dongen (Ned. C), z.t.; 3. Preiskeit (Dld), 3.08.25; 4. De Vecchi (It.), ZA.; 5. Schoubben (B,), 3.08.32; 6. Van Oers (Ned. B), 3.10.39; 7. Talbot (Eng.), 3.10.55; 8. Masocco (It.), 3.13.25; 9. Strehler (Zw.), 3.13.36; 10. Bucher (Zw.), 3.13.54; 11. Haan (Ned. B), z.t.; 12. Peters (Ned. B), z.t.; 13. Seghezzi (It.), z.t.; 14. Truye (B.), .t.; 15. Meili (Zw.), z.t.; 16. Wim van Est (Ned. A), z.t.; 17. De Vries (Ned. D), z.t.; 18. Liebelt (Did.), z.t.; 19. Brinkman (Ned. A), z.t.; 20. Bovay (Zw.), z.t.; 21. Konings (Ned. C), z.t.; 22. Wagtmans (Ned. C), z.t.; 23. Van Breenen.(Ned. C), z.t.; 24. Petry (Did.), 25. Sartini (It.), z.t.; 26. Donike (Did.), z.t.; 27. Bellemans (B.), z.t.; 28. Cools (B.), z.t.; 29. Gielen (B.), z.t.; 30. Huyskens (B.), z.t.; 31. Pugi (It.), z.t.; 32. Gerrit Voorting (Ned. D), 3.14.03; 33. Maenen (Ned. D), z.t.; 34. Hollenstein (Zw.), z.t.; 35. Faanhof (Ned. D), z.t.; 36. Scholl (Did.), 8.14.30; 37. Roks (Ned. D), z.t;; 38. Stevens (Ned. D), z.t.; 39. Bakker (Ned. A), z.t.; 40. A. Voorting (Ned. A), z.t.; 41. Van der Kamp (Ned. A), 3.15.03; 42. Plantaz (Ned. B), z.t.; 43. Siefert (Did.), 3.15.53; 44. Maas (Ned. D), 3.16.23; 45. De Groot (Ned. C), 3.16.33; 46. Neyt (B.), 3.19.09; 47. Hofland (Ned. C), 3.19.31; 48. Lurati (Zw.), 3.23.33; 49. Van Osta (Ned. B), 3.28.54; 50. Hoar(Eng.),3.31.41; 51. Suijkerbuijk (Ned. B), 3.35.15; 52. Ilsley (EnF.), 3.48.12. Opgegeven: Pusey, Bedwell en De Waal.

Heerlen-Brasschaat (250 kilometer).

1. Hoar (Eng.), 6 uur 54 min. 52 sec.; 2. Truye (B.); 3. Bucher (Zw.); op 2 min. 38 sec.: 4. De Vries (Ned. D); 5. Adri Voorting (Ned. A); 6. Pugi (It.); 7. Van Dongen (Ned. C); 8. Lurati (Zw.); 9. Preiskeit (Did.); 10. Strehler (Zw.); 11. Wim van Est (Ned. A); 12. Van Oers (Ned. B); 13. Gerrit Voorting (Ned. D); 14. De Groot (Ned. C); 15. Masocco (It.); 16. De Vecchi (It.); 17. Schulte (Ned. B); 18. Van der Kamp,(Ned. A); 19. Haan (Ned. B); 20. Peters (Ned. B); 21. Wagtmans (Ned. C); 22. Van Breenen (Ned. C); 23. Konings (Ned. C); 24. Roks (Ned. D); 25, Maenen (Ned. D); 26. Gielen (B.); 27. Schoubben (B.); 28. Bellemans (B.); 29. Petry (Did.); 30. Liebelt (Did.); 31. Sartini (It.); op 2.51: 32. Van Osta (Ned. B); op 4.21: 33. Hofland (Ned. C); 34. Hollenstein (Zw.); op 4.38: 35. Bakker (Ned. A); 36. Suijkerbuijk (Ned. B); 37. Brinkman (Ned. A); op 6.44: 39. Stevens (Ned. D); op 7.20: 39. Huyskens (B.); 40. Ilsley (Eng.); 41. Meili (Zw.); 42. Bovay (Zw.); op 12.58: 43. Seghezzi (It.); op 20.52: 44. Neyt (B.); 45. Cools (B.).

Opgegeven: Talbot (Eng.), Scholl (Did.), Maas (Ned. D), Donike (Did.), Faanhof (Ned. D), Plantaz (Ned. B) en Siefert (Did.).

Brasschaat-Oostburg (176 kilometer).

1. Van Oers (Ned. B), 5 uur 6 min. 49 sec.; 2. De Vecchi (It.), 5.06.59; 3. Konings (Ned. C), 5.06.59; 4. Hollenstein (Zw.), z.t.; 5. Brinkman (Ned. A), 5.07.01; 6. Haan (Ned. B), 5.09.13; 7. Schulte (Ned. B); 8. Wim van Est (Ned. A); 9. De Vries (Ned. D); 10. Wagtmans (Ned. C); 11. Masocco (It.); 12. Maenen (Ned. B); 13. Suijkerbuijk (Ned. B), allen dezelfde tijd als Haan; 14. Gerrit Voorting (Ned. D), 5.09.15; 15. Cools (B.), 5.09.49; 16. Pugi (It.); 17. Preiskeit (Dld.); 18. De Groot (Ned. C); 19. Bucher (Zw.); 20. Liebelt (Dld.); 21. Van Dongen (Ned. C); 22. Adri Voorting (Ned. A); 23. Hoar (Eng.); 24. Meili (Zw.); 25. Bellemans (B.); 26. Ste­vens (Ned. D); 27. Strehler (Zw.); 28. ex aequo: Van der Kamp (Ned. A), Peters (Ned. B), Van Osta (Ned. B), Roks (Ned. D), Gielen (B.), Neyt (B.), Truye (B.), Schoubben (B.), Sartini (It.) en Lurati (Zw.), allen dezelfde tijd als Cools, 5.09.49; 39. Petry (Dld.), 5.10.40; 40. Bakker (Ned. A), z.t.; 41. Ilsley (Eng.), z.t.; 42. Bovay (Zw.), 5.12.26; 43. Hofland (Ned. C), 5.20.16; 44. Huyskens (B.), 5.21.34.

Opgegeven: Seghezzi (Italie).

Middelburg-Roosendaal (tijdrit, 80 kilometer).

1. Van Est (Ned. A), 1 uur 47 min. 56 sec.; 2. Masocco (It.), 1.53.22; 3. Wagtmans (Ned. C), 1.56.18; 4. Pugi (It.), 1.57.31; 5. en 6. G. Voorting (Ned. D) en Sartini (It.), 1.58.12; 7. Haan (Ned. B), 1.58.17; 8. Gielen (B.), 1.58.35; 9. Schulte (Ned. B), 1.58.38; 10. Maenen (Ned. D), 1.58.45; 11. Van Breenen (Ned. C), 1.58.55; 12. Adri Voorting (Ned. A), 1.59.18; 13. Suijkerbuijk (Ned. B), 1.59.19; 14. De Vecchi (It.), 2.00.09; 15. Strehler (Zw.), 2.00.11; 16. Peters (Ned. B), 2.00.38; 17. Schoubben (B.), 2.00.47; 18. De Vries (Nederland D), 2.00.53; 19. Bakker (Ned. A), 2.01.25; 20. Lurati (Zw.), 2.01.35; 21. Bucher (Zw.), 2.02.02; 22. Petry (Dld.), 2.02.20; 23. Bellemans (B.), 2.02.27; 24. Truye (B.), 2.02.37; 25. v. Osta (Ned. B), 2.02.41', 26. Preiskeit (Dld.), 2.02.47; 27. Roks (Ned. D), 2.02.56; 28. Liebelt (Dld.), 2.03.10; 29. Van Oers (Ned. B.), 2.03.19; 30. Hoar (Eng.), 2.04.01; 31. De Groot (Ned. C), 2.04.10; 32. Neyt (B.), 2.04.30; 33. Meili (Zw.), 2.04.31; 34. Konings (Ned. C), 2.05.04; 35. Huyskens (B.), 2.05.32; 36. Bovay (Zw.), 2.05.39; 37. Van Dongen (Ned. C), 2.05.49; 38. Stevens (Ned. D), 2.07.37; 39. Hol­lenstein (Zw.), 2.08.38; 40. Ilsley (Eng.), 2.08.39; 41. Hofland (Ned. C), 2.09.11; 42. Cools (B.), 2.09.19; 43. Van der Kamp (Ned. A), 2.09.52; 44. Brinkman (Ned. A), 2.10.05.

Roosendaal-Amsterdam (262 kilometer).

1. Hofland (Ned. C), 6 uur 54 min. 38 sec.; 2. Hoar (Eng), z.t.; 3. Cools (B.), z.t.; 4. Pugi (It.), 7.00.54; 5. Schulte (Ned. B); 6. Wagtmans (Ned. C); 7. Peters (Ned. B); 8. Preiskeit (Dld.); 9. Gerrit Voorting (Ned. D); 10. De Groot (Ned. C); 11. Van Est (Ned. A); 12. Van Osta (Ned. B); 13. Van Dongen (Ned. C); 14. Huyskens (B.); 15. Brinkman (Ned. A); 16. Liebelt (Dld.); 17. Bellemans (B.); 18. De Vries (Ned. D); 19. Van Oers (Ned. B); 20. Roks (Ned. D); 21. ex aequo Haan (Ned. B), Van Breenen (Ned. C), Maenen (Ned. D), Sartini (It.), Schoubben (B.),Gielen (B.), Truye (B.), Bakker (Ned. A), Bucher (Zw.), Petry (Dld.), Masocco (It.), Strehler (Zw.), Konings (Ned. C), Meili (Zw.), De Vecchi (It.), Van der Kamp (Ned. A), Hollenstein (Zw.), Bovay (Zw.), Lurati (Zw.), Suijkerbuijk (Ned. B), Neyt (B.), Stevens (Ned. D), Ilsley (Eng.), allen in de tijd van Pugi.

Opgegeven: Adri Voorting (Ned. A).

Algemeen klassement.

1. Piet Haan (Ned. B), 46 uur 18 min. 4 sec.; 2. Wim van Est (Ned. A); 46.19.11; 3. Hein van Breenen (Ned. C), 46.21.08; 4. Gerrit Schulte (Ned. B), 46.22.06; 5. Jules Maenen (Ned. D), 46.24:25; 6. Wout Wagtmans (Ned. C), 46.25.33; 7. Thijs Roks (Ned. D), 46.26.31; 8. Gerrit Voorting (Ned. D), 46.26.57; 9. Pugi (It.), 46.28.52; 10. Van Dongen (Ned. C), 46.29.20; 11. Preiskeit (Dld.), 46.29.22; 12. Van Oers (Ned. B), 46.29:33; 13. Sartini (It.), 46.30.12; 14. Schoubben (B.), 46.31.19; 15. Gielen (B.), 46.32.04; 16. De Vries (Ned. D), 46.32.43; 17. Truye (B.), 46.33.39; 18. Bak­ker (Ned. A), 46.35.15; 19. Bucher (Zw.), 46.35.17; 20. De Groot (Ned. C), 46.36.38; 21. Petry (Dld.), 46.40.35; 22. Masocco (It.), 46.40.59; 23. Peters (Ned. B), 46.41.12; 24. Bellemans (B.),46.48.08; 25. Strehler (Zw:), 46.48.37; 26. Hoar (Eng.), `46.52.40; 27. Cools (B.), 46.53.53; 28. Konings (Ned. C), 46.55.2$; 29. Meili (Zw.), 46.56.29; 30. Huyskens (B.), 46.58.01; 31. De Vecchi (It.), 46.59.46; 32. Van der Kamp (Ned. A), 47.00.06; 33. Hofland (Ned. C), 47.01.25; 34. Hollenstein (Zw.), 47.01.56; 35. Bovay (Zw.), 47.04.27; 36. Liebelt (Dld.), 47.05.11; 37. Van Osta (Ned. B), 47.09.24; 38. Brinkman (Ned. A), 47.12.52; 39. Lurati (Zw.), 47.14.08; 40. Suijkerbuijk (Ned. B), 47.16.34; 41. Neyt (B.), 47.21.46; 42. Stevens (Ned. D), 47.53.41; 43. Ilsley (Eng.), 47.57.35.

Ploegenklassement.

1. Nederland B (Haan-Schulte), 138 uur 50 min. 10 sec.; 2. Ne­derland C (Van Breenen-Wagtmans), 138.56.26; 3. Italie (Ma­socco), 138.56.56; 4. Nederland A (Van Est), 139.08.46; 5. Neder­land D (Maenen-Roks-G. Voorting), 139.11.08; 6. Belgie (Schoubben), 139.23.02; 7. Duitsland (Preiskeit), 139.37.45; 8. Zwitserland (Bucher), 140.06.07.

 

RONDE VAN NOORD-BRABANT.(14 augustus t/m 15 augustus).1955

          Van der Pluijm won de Ronde, van Noord-Brabant

Krijn Post won twee etappes en verspeelde zijn kans in de laatste rit

Het is de Dussenaar Van der Pluijm dus toch gelukt om een etappewedstrijd op zijn naam te brengen. Hij won de Ronde van Brabant, de eerste klassieker van Nederland, die sinds 1950 niet meer verreden werd. Om welbekende redenen zoals zich verschillende jonge profs nog wel levendig zullen her­inneren. Geen kwestie van gebrek aan geld, maar van een te veel. Die Ronde van Brabant is door eerbiedwaardige wieler­mannen gewonnen. Door Wim van Est en Wout Wagtmans, twee West-Brabanders, die in de laatste zeven jaar voorname bladzijden in onze wielerhistorie schreven. Als Van der Pluijm dezelfde weg opgaat staat hem een mooie toekomst te wachten. De Dussenaar Van der Pluijm heeft met deze overwinning de beloften, die hij kortelings in de Ronde van Midden-Brabant wekte, ingelost. Wij hadden hem al eerder verwacht. In de Omloop der Kempen. Want we hadden gezien, dat Van der Pluijm sinds het vorig jaar nog gegroeid is.

Het vorig jaar hebben wij voor het eerst uitvoeriger over de Dussenaar geschreven. We hebben over die regels enkele brie­ven van supporters ontvangen. De jonge Van der Pluijm had immers enkele regionale rondjes geheel of bijna gewonnen.

Wij hadden hem dus voordien tekort gedaan. Althans dat was de mening. Laat ik nu constateren, dat Van der Pluijm nog een jaar nodig had om zijn naam in alle bladen van Nederland te rijden. Dat gebeurd met zijn overwinning in de Ronde van Brabant.Ik geloof, dat we tijdig genoeg waren om de aandacht op hem te vestegen. Een overwinning in een criterium is geen reden om voor een amateur hoog van de toren te blazen. Er zal natuurlijk geantwoord worden „maar we hadden toch lek­ker gelijk met onze Van der Pluijm". Daar wareh dan ook supporters van Van der Pluijm voor.

Uit bet stille „Land van Heusden en Altena" zijn al meer goede sportlui voortgekomen. Omdat er de lamp vroeg uitgaat, zou . Middelink zeggen. Hij heeft er gelijk mee. De wielersport heeft haar beste mensen op het boerenland. Stadsjongens domineren niet vaak. De-winnaar van de vierde Ronde van Brabant heeft een uitstekende wedstrijd gereden. Van het begin af zat hij mee in de slag, zonder dat hij zijn reserves aantastte. Hij kreeg al zo vaak door verspilling van krachten de deksel op de neus, dat hij voorzichtig geworden is. Te voorzichtig, vertellen zijn collega's. Want die zijn niet van plan voor hem het werk op te knappen.

Na de eerste etappe, die van Roosendaal door geheel West­-Brabant naar Oosterhout leidde, keken de koplopers scheel naar deze Van der Pluijm, die vond dat de anderen Krijn Post maar achterna moesten gaan. Met zes man trachtte men de laatste vijftig kilometer af te leggen. Een paar kilometer voor Oosterhout damarreerde Post, die zijn inzinking van de laatste weken weer te boven gekomen is. De Dussenaar Van der Pluijm liet tenslotte Post los en daardoor kwamen ook Lahaye, Van Houwelingen, Konings en Roks te zwemmen. Van dit zestal hadden Van Houwelingen en Roks de zwaarste course gelopen.

Maaike Roks was namelijk in een valpartij betrokken geweest en Van Houwelingen kwam uit,de achterhoede bij de kopgroep terug na derailleurdefect verholpen te hebben. De grote pech­vogels op de eerste dag waren een goedmarcherende Van den Brekel, Van Steenselen, Van Grinsven, Van Wetten, Looyen, Stevens, Bergmans, Van der Sluijs. Zij werden op de eerste dag reeds door tegenslag kansloos of zij moesten de brokken­wagen opzoeken. De eindoverwinnaar eindigde op de eerste dag als vierde achter Post, Lahaye en Konings, met meer dan een minizut achterstand op de leider.

In de tijdrit van Oosterhout naar Zundert over 39 km, inge­legd als ochtendetappe, werden de krachten opnieuw gewogen. Krijn Post verbeterde zijn positie aanmerkelijk door ook deze rit in 58.49 met meer dan een halve minuut voorsprong op Van Est te winnen. Lahaye plaatste zich vierde en Van der Pluijm vijfde met opnieuw anderhalve minuut verlies op Post. Krijn Post zat dus op fluweel. Belagers waren Lahaye, Van Houwelingen en Van der Pluijm. Konings reed geen al te beste tijdrit, evenmin ais Roks.

Toen het zover was liet zich Van der Pluijm pas kennen. Het leek een onbegonnen werk om in de laatste rit drie minuten op Krijn Post te veroveren. Meestal wordt het hoofd in de schoot gelegd. En toch is zelfs de mening, dat vijf minuten achterstand niet meer ingehaald kunnen worden, foutief. In amateurwed­strijden over vlakke baan is dit zeer goed mogelijk. Post had er zelfs een gesloten overweg voor nodig om zijn achterstand tot vier en een halve minuut beperkt te zien.

In de etappe van Zundert naar Eindhoven, die 172 km telde, heeft hij van het begin af in het offensief tegen Post gereden. Er waren er meer, die hem toevallig hulp verlenen wilden. Rien van Grinsven, die naar zijn woonplaats reed, Van Wijchen, Konings, Aanraad, De Jager en Verhoeven. Dit groep­je veroverde meer dan drie minuten voorsprong. Zij verloren daar weer van, maar de grote Post zat nog op hen te jagen toen er nog 25 kilometers afgelegd moesten worden. Een gesloten overweg in Helmond kwam Post, die rammelde vn de honger en hulpeloos op zijn fiets zat, een handje helpen. Hier zouden de groepen elkaar weer ontmoeten. ~Ondanks de mislukking van het offensief gaven Van der Pluijm noch Aanraad zich over. Tussen Helmond en het Eindhovense vliegveld Welschap lag een prachtig operatieterrein. Aanraad en Van der Pluijm sloegen weer toe, nu in gezelschap van de West-Brabander Heeren. Krijn Post voelde aan den lijve, dat zijn positie door drie kwelgeesten belaagd werd. Hij moest weer blijven zitten. De voorsprong van het groepee werd groter naarmate het dich­ter bij Eindhoven kwam. In de Lichtstad zorgde Van der Pluijm voor de klap op de vuurpijl. Hij had de macht om nogmaals te demarreren en ook een leeggereden Aanraad met Heeren achter te laten. Zij werden nog door een gevluchte Van Steen­selen achterhaald en overstoken. De Dussenaar greep met deze laatste vlucht niet alleen de etappe-overwinning, maar ook de eindzege.

De organisatie van de aankomsten in de diverse etappeplaatsen was goed verzorgd. De interne organisatie van de Ronde had beter kunnen zijn. Het winstpunt is, dat de Ronde eindelijk weer verreden kon worden:

le etappe: Roosendaal-Oosterhout:

1. Krijn Post, 205 km in 4.56.45; 2. Lahaye op 19 sec.; 3. Ko­nings op 30 sec.; 4. Van der Pluijm op 31 sec.; 5. Roks op 52 sec.; 6. Van Houwelingen op 58 sec.; 7. Ehlen op 4.25; 8. Van Est op 4.26; 9. Verhelst op 4.27; 10. Heeren op 4.28; 11. De Jong op 6.20; 12. Nieskens op 6.35; 13. Aanraad op 6.38; 14. Liebregts op 6.39; 15. De Vree op 6.40.

2e etappe: tijdrit Oosterhout-Zundert:

1. Post, 39 km in 58.49; 2. Van Est 59.28; 3. Van Houwelingen 59.34; 4. Lahaye 1.14 sec.; 5. Heeren 1.33 sec.; 6. Van der Pluijm 1.38 sec.; 7. Van Meel 1.40 sec.; 8. Rijnvos 1.1.37; 9. Ehlen 1.2.03; 10. Aarts 1.2.15; 11. Verhelst 1.2.21; 12. Aanraad 1.2.34 (30 straf­seconden); 13. Van den Brekel 1.2.39; 14. Van Steenselen 1.2.46; 15. Konings 1.x.54.

3e etappe: Zundert-Eindhoven:

1. Van der Pluijm, 172 km in 4.17.30 met bonificatie; 2. Van Steenselen op 10 sec.; 3. Heeren op 1.30; 4. Aanraad op 1.35;. 5. Van Wychen op 1.38; 6. Roks op. 1.55; 7. Konings' op 5.30; 8. Van Grinsven op 5.32; 9. Verhoeven z.t.; 10. Post z.t.; 11. De Jager z.t.; 12. Liebrechts op 7.26; 13. Hettema op 7.26; 14. Van den Brekel op 7.30.

Einduitslag:

1. Van der Pluijm (Dussen) 10.25.24; 2. Post (Nieuw-Vennep) 10.27.06; 3. Konings (Breda) 10.29.55; 4. Roks (Sprundel) 10.31.13; 5. Heeren 10.31.16; 6. Van Est 10.34.55; 7. Aanraad . 10.35.29; 8. Van Steenselen 10.35.48; 9. Van Meel 10.39.28; 10. De Jager 10.39.37; 11. Van Houwelingen 10.39.57; 12. Van. Grinsven 10.40.54; 13. Liebrechts 10.41.34; 14. Van den Brekel 10.42.17; 15. Verhelst 10.42.19.

 

RONDE VAN NOORD-HOLLAND.(11 april).1955

                   215 renners joegen door het polderland

         Ronde van Noord- Holland snel betwist door hoog tempo

     Belgische tactiek bracht triompf aan R E N E VAN M E E N E N

Om het maar meteen te zeggen: de Zaanlandse rennerselub D.T.S. heeft veel, zeer veel zorg besteed aan haar tiende Ronde van Noord-Holland, onze oudste amateur-klassieker. Dat was in de vroege morgen van Paasmaandag al gauw te zien. De heren Cornelissen, Duyf, Siebeling, Wijman (een van onze vroegere tegenstanders op de fiets) en vele andere werklustige Zaanse wielervrienden werden van alle kanten bestormd, geen ogenblik met rust gelaten. 't Was, dunkt ons, een pak van hun hart toen de 245 man sterke karavaan, pries op tijd Zaandam verliet (tussen rijen dubelende mensen) voor een 225 kilometer lange wielertocht door een provincie, die toch zoveel aantrek­kelijkheid biedt aan de natuur-liefhebbers.

De wedstrijd was nog niet eens goed en wel opengebloeid of verschillende renners hadden al met de straatstenen kennis gemaakt: Geurts bijvoorbeeld en Post en Heide, die er een krom achterwiel van overhield. En dan moet het materiaal zo duur zijn. Neen, dan kan het tempo beter te hoog voor je lig­gen. Zoals voor Bergstlin, Martin, Dangerman, Snijders (uit Hoofddorp), Veldhoven, Van de Laan, Storelisse en Hoeven, Acda, Dekker, Vermast, Nijkamp, Van Duppen, de Luxembur­gers Henri Scholer en Nicolas Kirsch en nog een hele rits anderen. Velen onder hen zaten, ver in de achterhoede, te knikkebollen. Want, ondanks de lente, was het verre van warm, terwijl de renners een sterke Noordwestenwind schuin tegen hadden. Aan de andere kant: onder de “gelosten" waren mannen, die het vorige seizoen in menig wegcourse toch hun partijtje dapper meebliezen. Denk in dit geval aan de Helmon­der Van Duppen en Vermast uit Assendelft.

In de „bloeiende" Beemster keek de Leidenaar Vermeulen met een treurig gezicht naar een zijner tuben, waaruit de lucht was verdwenen. Ook Holshuysen had bandbreuk, Praag daaren­tegen malheur aan zijn ketting, terwijl de Tilburger Nulkens, pechvogel in Ulysses' Lenterit, met meer makkers in een val­partij werd betrokken. Gelukkig is er voor hen deze troost, dat na onweer het schoonste weer volgt.

Om verder te gaan: in Oosthuizen, na nog geen uur fietsen, bevond zich, volgens de man met het rondenbord, een groep van dertien renners op kop. Dat waren de Belg Van Meenen en de Nederlanders Bogers, Bruggenkamp, De Clercq, Van Heer­tum, Lute, Snijders, Rijnders, Tesselaar, Schalk Verhoef, Wuurman, Van Steenselen (die later ten val kwam) en De Booy. Deze Leo de Booy, in de eerste Ronde van Noord-Hol­land, tien jaar geleden, tweede na Joop Middelink, moest van de fiets voor een platte band. Jammer.

De kopgroep verloor aan mankracht en kreeg er nieuwe re­cruten bij. Als gewoonlijk. Want de course mocht dan over het algemeen een nogal vlak verloop hebben gehad, er mocht wat men noemt „geen verhaal in hebben gezeten", men kan dit moeilijk de renners verwijten. Vaak, heel vaak zelfs, werd er gejaagd, gespurt en “stoten" uitgedeeld, die gaten in het pelo­ton maakten. Alleen: de course was eigenlijk te vroeg beslist. Tussen Enkhuizen en Medemblik (met z'n prachtige kasteel Radboud) was de hoofdmacht 27 man sterk. Twee Belgen: Rene van Meenen (die we ook in Gent-Ieperen aan de slag hebben gezien) en Jos Janssens; vier Duitsers: Paul Maue (wegkam­pioen 1954), Heinz Backat, Heinz Milder en Georg Piepenbrink, en de rest landgenoten: Rol, Rijnders, Van Selm, Snijders, Stout, Tienstra, Steenvoorden, Verhoef, Van Wetten, Wuur­man, Bogers, Braat, Bruggenkamp, Bloetjes, De Clercq, Jansen (Halfweg), Kayer, Lute, Post, De Booy en Van de Putten, van wie er, zoals we reeds releveerden, verschillenden later terrein verloren door een val, een “bandje", rijwielbreuk, ge­brek aan voldoende kilometers of aan wat men “klasse" noemt.

Nochtans, Joop van de Putten, die sterk reed, vocht na zijn lekke tube met een elan, dat weldadig aandeed. Hoewel hij in zijn eentje veel van zijn opgelopen achterstand wegwerkte, kwam hij er net niet. De jonge Hagenaar, wiens pedaalslag tijdens de jacht licht en lenig bleef, kan echter op een pracht van een course terugzien. Veertiende uit zo'n enorm veld deel­nemers, ondanks bandbreuk, zegt toch wel iets.

Met Den Helder en"t Zand achter de rug, na ruim vier uur rijden, is er, behalve in de slotkilometers - maar die waren dan ook briljant - betrekkelijk weinig meer gebeurd. Al leek - het er een ogenblik op of de inmiddels zwaar gehavende kop­groep versterking zou krijgen van het tweede peloton, waarin goed marcherende renners als Schollen, Luykx, Bergmans, Van de Berg, Klebach, jolige Piet de Bruijn uit Roosendaal, Van Selm en Cor Jansen (beiden in groep twee teruggevallen), alsmede de Luxemburger Alde Bolzan de toon aangaven. Die versterking, welke deze jubileumronde meer kleur had kunnen geven, bleef echter uit. Omdat op het laatste ogenblik de zo vereiste samenwerking, het eendrachtig ineen slaan van de handen, ontbrak. Die was overigens ook zoek in groep drie, waarin, naast de jeugdige Theo Noyen, die „plat" was gevallen, de ruim-38-jarige Willem Reuter zich zo prachtig weerde en een voorbeeld was voor vele jongeren, die vaak aan Willem's wiel zaten gekleefd als gom aan een enveloppe.

Met twaalf aanvoerders is men tenslotte aan een finale be­gonnen, welke aantrekkelijk was in al zijn hardheid. De Aals­meerder Frans Braat, die stukken beter reed dan in de Lente­rit, had even na Bakkum, met nog een goed half uur rijden, al moeten afhaken: hij had, om een beeldspraak te gebruiken, geen olie meer in de lamp. In de rennerswereld zegt men daar­voor: hij zat „op de knieen".

Piet Steenvoorden, in ouderwetse doen, was als eerste ten aanval getrokken, maar Jan Rol, een jonge coureur, die zeker wat kan en gevoel heeft voor tempo, trok zijn makkers snel op de lange Haarlemse vechter. Vanaf dat ogenblik was alle samenwerking in de kopgroep natuurlijk zoek. Want ook Kees Kayen en Joop Wuurman, beiden uitmuntend op dreef, en Krijn Post, ofschoon hij nog geen 500 training-kilometers in de benen had, voelden zich ineens op hun Paasbest. In Uitgeest, met een kilometer of twintig voor de finish, sloeg de Duitse wegkampioen Paul Maue toe. Men weet dit al uit dag- en sportbladen. Toch willen wij hier even bij stilstaan, omdat wij die fonkelende eindstrijd van zo heel dichtbij vermochten mee­maken. Maue, die, in tegenstelling met Steenvoorden en Post, wel snel is - wat heeft deze Duitse rouleur een juweel van een stijl – “pakte" plots 50 meter, die hij vrij snel tot 200 meter opvoerde. Terwijl nu de twee Belgen, Rene van Meenen en Jos Janssens geen moment aan de leiding kwamen, geen enkele keer een handje toestaken om de voorsprong van de Duitser weg te werken, “knokten" Piet Steenvoorden en vooral Krijn Post met zulk 'n geweld (ook Jan Rol en Arie van Wetten weerden zich om 't hardst), dat Maue er wel aan moest ge­loven. En dat terwijl de finish wenkte. De witte eindstreep in

de eivolle Kepplerstraat in Zaandam, waarover de Belgen Van Meenen en Janssens als eerste en tweede prijswinnaar raasden en daarmee - men kan hun manier van rijden bewonderen of niet - beslag legden op de “vette hapjes", die D.T.S. voor deze jubileum-ronde had beschikbaar gesteld.

Hier is de uitslag:

Amateurs:1. Rene van Meenen, Belgie, in 5 uur 44 min. en 20 sec.; 2. Jos Janssens, Belgie, z.t.; 3. J. Rol, Alkmaar, z.t.; 4. K. Kayer, Zuidermeer, z.t.; 5. Paul Maue, Duitsland, z.t.; 6. K. Post, Nieuw-Vennep, z.t.; 7. P, Steen­voorden, Haarlem, z.t.; 8. J. Wuurman, Amsterdam, z.t.; 9. A. van Wetten, Noordwijkerhout, z.t.; 10. J. Bruggenkamp, Wmuiden, in 5 uur 45 min. en 2 sec.; 11. B. Lute, Is-Graveland, in 5 uur 45 min. en 44 sec.; 12. W. Sn jders, Halfweg, z.t.; 13. F. Braat, Aalsineer, in 5 uur 52 min. en 6 sec.; 14: J. v. d. Putten, Den Haag, z.t.; 15. A. Bergmans, Aalst, in 5 uur 53 min. en 26 sec.; 16. A. Bolzan, Luxemburg, z.t.; 17. H. Schol­ten, Den Haag, in 5 uur 54 min. en 43 sec.; 18. G. v. d. Berg, Sliedrecht, z.t.; 19, W. Klebach, Amsterdam, z.t.; 20. P. Marchand, Tilburg, z.t.; 21. P. de Bruijn, Roosendaal, z.t.; 22. S. Verhoef, Rotterdam, z.t.; 23. T. Luykx, Halfweg, z.t.; 24. N. de Clercq, Amsterdam, in 6 uur en 32 sec.; 25. C. Jansen, Halfweg, z.t.; 26. A. van Selm, Den Haag, z.t.; 27. L. v, d. Bran Schijndel; 28. Theo Verhoeven, Belgie; 29. M. A. Ver­helst, Ede; 30. A. J. v. Stelenselen, Mijnsherenland; 31. A. Rijnders, Amsterdam; 32. P. Kooyman, Den Haag; 33. M. v. d. Heuvel, Hengelo; 34. H. de Koning, Hoofddorp; 35. A. Warnaar, Maassluis; 36. Theo van Geel, Belgie; 37. P. J. van Os, Amsterdam; 38. J. Pawlick, Duitsland; 39. P. Smits, Helmond; 40. L. van Loo, Kerkrade.

De prestatieprijs werd door de wedstrijdcommissarissen toegekend aan de renner Paul Maue (Duitsland).

 

RONDE VAN NOORD-WEST-NEDERLAND.(15 mei).1955

ARIE VAN WETTEN   Een groot winnaar in de

                                                  7e Ronde van Noord-West-Nederland

Van sprankelende jachten en verwoede achtervolgingen is in de zevende Ronde van Noord-West-Nederland weinig te be­speuren geweest. De straffe Westenwind en het strak aange­houden tempo in het voorste gelid waren er hoofdzakelijk de oorzaak van, dat de koers een saai en eentonig verloop kreeg. Slechts het slotoffensief - dat echter zeer laat werd ingezet bood de volgers nog enige vergoeding voor hetgeen zij op hun 230 km lange tocht door het Noordhollandse polderlandschap zo node gemist hadden: strijd en spanning. Dit slotoffensief werd luttele kilometers voor Alkmaar ingezet door de puik marcherende Mart van der Heuvel, die toen uit de twaalf man sterke kopgroep wist te ontsnappen en enige terreinwinst ver­overde. Cees Kayer en Cor Hamelink openden de jacht op de vluchteling en toen dit tweetal even weifelde,- sloeg de ijzer­sterke vechter Arie van Wetten zijn slag en schoot met een flitsende demarrage bij zijn concurrenten vandaan. De favo­rieten keken elkaar eens verrast aan en dit werd hen noodlot­tig, want de ontketende tempoloper Van Wetten - die in zijn opmars Van der Heuvel voorbij stevende - was niet meer te houden. Dolgelukkig liet de 20-jarige Noordwijkerhouter zich over de streep in de armen van zijn supporters vallen.

Het ongeveer 130 man sterke peloton dat in de Hemelvaarts­klassieker van “Alcmaria Victrix" van start ging, bevatte slechts een handvol kanshebbers en was voor zo'n wedstrijd uitermate zwak te noemen. Voorzitter Boschman en zijn nij­vere staf van medewerkers verdienen voor „hun" grote wed­strijd een geselecteerder veld deelnemers aan de start te krij­gen. Het was nu zo gesteld, dat er na amper 80 km koers een groep van 18 renners aan de leiding gingen dat deze groep zich in het geheel niet behoefde in te spannen om zich even­-tuele achtervolgers van het lijf te houden. Ligt hier geen schone taak voor de Sportcommissie om voor alle „klassiekers" een selectie toe te passen? Ook de goede renners zullen van zo'n selectie de vruchten plukken, want hoe sterker de tegenstand, des te beter zullen de werkelijk begaafden zich kunnen ont­wikkelen. En ook de overgang naar de categorie der profes­sionals zal voor velen een streepje lichter worden. Want hoe scherp is niet de tegenstelling met Belgie, waar goede amateurs (Van Looy, Noyelle, Vannitsen, Van Cauter) zonder slag of stoot met succes bij de profs debuteren, terwijl er bij ons nog teveel goede elementen blijven “hangen" en we al blij zijn als er ergens in het buitenland een goede renner (Sjoerd de Vries en Jos Hinsen) wordt ontdekt, die het Nederlanderschap schijnt te bezitten. En zouden ook de valpartijen die de „klassiekers" nog wel eens ontsieren, niet in belangrijke mate afnemen bij een strengere selectie?

Om op de wedstrijd terug te komen, deze begon al vrij onge­lukkig, want nauwelijks was de karavaan buiten de kaasstad - in de omgeving van de “Omval" - of er deed zich al een grate valpartij voor in het peloton. Een dikke twintig renners tuimelden hierbij over elkaar heen en voor de ongelukkigsten betekende dit meteen het einde. Blessures en brokken aan materiaal waren er het gevolg van. Anderen als Fok, Pronk, die ongetwijfeld betere resultaten kan behalen dan zijn tot nu toe gemaakte uitslagen, Slot, Van Dorresteyn, J. Post, Danger­man, Tesselaar, Manson, Hovis, Krengen, Molenaar, Groene­woud etc. liepen hierdoor een aanzienlijke achterstand op en werden tot hekkensluiters gebombardeerd. Zij waren echter niet de enigen, want ook Degeling, Stroomer, Pothuizen, Van der Maden, Schollen, Oink en Ooievaar ontwaarden we in een groepje dat het contact met de hoofdmacht verspeeld had. Even voorbij Noord-Scharwoude stond Morelisse langs de kant van de weg meteen “platte" tube en maakte Dol resoluut rechts­omkeert, richting Alkmaar.

Nabij Schagen scheen de hoofdmacht uiteen te vallen, maar een gesloten spoorwegovergang stelde de aanvankelijk „gelosten" in de gelegenheid om weer bij te komen. Ze gingen er toch af, want in de slingerende straatjes van het typisch Westfriese stadje Schagen zagen we de eerste renners, die moeilijkheden met het tempo kregen, weer afhaken. En er volgden er nog meer, die het met de straffe wind en het strakke tempo te kwaad kregen, want in Den Helder (50 km) waren er nog slechts 23 renners die zich met ongeschonden blazoen in het voorste gelid hadden weten te handhaven. In dit Noordelijkste stadje van Neerlands smalste provincie raakte Lemmers uit Anna Paulowna door een koppel overstekende eenden de macht over zijn stuur kwijt en dook pardoes de Bassingracht in. Lemmers kwam bij zijn onvrijwillige duik in het zilte nat zo ongelukkig terecht dat hij een sleutelbeen brak.

Onder de „gelosten" bevonden zich knapen als Braspenning, Van der Kloot, Beentjes, Janissen, Groot en Bloetjes, die me­rendeels door onopiettendheid het contact met de leiders had­den verloren. Het begon voor deze renners echter te dagen, toen in de omgeving van De Kooi de kopgroep geremd werd door een gesloten overweg. Juist toen de slagbomen omhoog gingen, streken veertien achtervolgers op de kopgroep neer, zodat er weer 36 man aan de leiding kwamen.

Achttien leiders.

Voor velen was deze hergroepering van korte duur, want toen het tempo weer even werd opgevoerd, begonnen zij te knikke­bollen en zagen zij de achterwielen steeds schemeriger wor­den. De koers kreeg meer het karakter van een afvalwedstrijd, want wie eenmaal „los" was, kwam niet meer bij. Achttien man overleefden deze slijtageslag en gingen na 80 km onbe­dreigd aan de leiding. Het waren: Adriaan Braspenning - een van de aanvankelijk „gelosten" die zich op het voorste plan wist te handhaven -, Wim Snijders, Jan Rol, Van Selm, Arie van Wetten, Pauwke Schollen - die ver uit de achterhoede was gekomen en bij De Kooi weer aansluiting had gekregen -, Wim Rusman, Mart v. d. Heuvel, Leo de Booy, Arie de Hoog, Piet Kooiman, Wim Bogers, Joop Wuurman, Jaap Bruggen­kamp, Cees Kayer, Piet de Jongh, Frans Braat en Car Hame­link. Van hen moest pechvogel De Booy bij Aartswoude voor mankementen van de fiets en zijn makkers laten gaan.

In gesloten gelid draaide de kopgroep door de pittoreske IJsel­meerstadjes Medemblik, Enkhuizen en Hoorn naar de tweede verzorging in de Beemster. Daar werd Piet Kooiman uit de kopgroep gewipt door een motor en kwam daarbij zo ernstig ten val, dat hij naar een ziekenhuis moest worden vervoerd. Voor Purmerend raakte Schollen in moeilijkheden en moest de tol betalen voor zijn eerder in de wedstrijd geleverde inspan­ningen. Edoch, geescorteerd door een motorrijder van de Rijks­politie kwam Schollen in de Wijde Wormer weer terug in de kopgroep. In ijltempo werd de Zaanstreek genomen en dit werd tenslotte voor Schollen te machtig; bij Buitenhuizen (200 km) verdween hij voorgoed uit de kopgroep.

Op de smalle weggetjes van de Wijkermeer werd het onrustig in de kopgroep en stelden Van Wetten, Van der Heuvel, Brug­genkamp - na een jaar non-activiteir weer best op dreef - en Braspenning energieke pogingen in het werk om de strijd een andere wending te geven. Hun demarrages reikten echter niet ver genoeg om buiten het bereik van een Braat, Snijders, Rol, Kayer, De Jongh, Rusman of Hamelink te blijven. Voor Wuur­man en Bogers - twee jonge vechters die nog niet geheel vol­groeid zijn voor dit zware werk, maar despndanks regelmatig in de voorste linies strijden - betekende dit de genadeslag en zij moesten in Beverwijk uit de wielen.

Eindfase.

In Uitgeest demarreerde Van Wetten, maar zijn 100 meter ter­reinwist die hij veroverde moest hij weer spoedig afstaan. Vele pogingen werden er naarmate de strijd het einde naderde nog ondernomen, maar allen leden zij schipbreuk. Vooral Jan Rol, die zo gaarne zegevierend in zijn woonplaats zou arri­veren, toonde zich hierbij uiterst actief. De eerzuchtige Rus­man, die graag de aanvallen van Rol had willen ondersteunen, kon dit niet, omdat hij vanaf Den Helder met mankementen aan zijn versnelling sukkelde, waardoor hij alleen op 47-14 en 49-14 kon schakelen. Ook Kayer, die naar de profs over zou. gaan als hij in Noord-West-Nederland zegevierde, en de strijd­lustige Van der Heuvel lieten zich in deze fase van de strijd niet onbetuigd. De moedige Van Selm kreeg in Egmond-Binnen een zware inzinking en was de laatste, die uit de kopgroep verdween.

Zeven kilometer voor de finish ondernamen Kayer en Rol nog een uitlooppoging, maar Rusman en Van der Heuvel trokken het restant van de kopgroep weer op de vluchtelingen. Toen de volgers zich reeds verzoenden met een eindsprint, kwam de in de aanhef beschreven ontknoping. Tot slot willen we nog even een aparte vermelding maken van het kranige door­zetten van Pronk en Fok. Deze beide renners waren de laatsten, die na de valpartij bij de “Omval" weer op de fiets stapten en ondanks hun aehterstand niet versaagden en de koers uit­reden. Ook de andere pechvogels en “gelosten" verdienen een woord van hulde voor de wijze - bij voorbaat te weten om kansloos te zijn - waarop zij op de Ruysdaelkade in Alkmaar arriveerden. BRON:JAN ROOSENBOOM DE VRIES

Amateurs: 1. Arie v. Wetten (Noordwijkerhout), 230 km in 5 uur 39 min. 52 sec.; 2. M. v. d. Heuvel (Hengelo); 3. W. Rus­man (Haarlem); 4. C. Kayer (Zuidermeer); 5. J. Rol (Alkmaar); 6. A. Braspenning (Zundert); 7. P. de Jongh (Made); 8. W. Snij­ders (Zwanenburg); 9. J. Bruggenkamp (IJmuiden); 10. C. Ha­melink (Den Haag); 11. A. de H'oog (Amsterdam); 12. F. Braat (Aalsmeer); 13. op 2 min. 18 sec. A. van Selm (Den Haag); 14. op 3 min. W. Bogers (Nieuw-Vennep); 15. op 10 min. 52 sec. W. v. d. Maden (Best); 16. J. Franken (Tilburg); 17. J. Groot (Beverwijk); 18. J. Bloetjes (Alkmaar); 19. R. Janissen (Amster­dam); 20., M.'Pronk (Warmenhuizen); 21. P. Schollen ~(Tilburg); 22. op 11 in. 43 sec. J. Wuurman (Amsterdam); en met grotere aehterstand: 23. L. Boellaard (Amsterdam); 24. B. Fok (Hoorn); 25. H. Moolenijzer (Amsterdam); 26. L. de Booy (Amsterdam).

 

RONDE VAN OVERIJSSEL.(2 juli).1955

MIES STOLKER eerste man In RIJSSEN

                                                   Van den Heuvel beste tweede

De Ronde van Overijsel mag er zijn! Deze amateurwedstrijd heeft weliswaar nog niet de faam en de “historische diepgang" van klassiekers als bijvoorbeeld de Ronde van Noord-Holland, de Ronde van Limburg en de Ronde van Midden-Nederland, om een greep te doen uit wat de vaderlandse wielerkalender in een seizoen biedt, maar tegen deze wielermars door het Overijselse land moet men toch niet te licht aankijken. De ren­ners hebben een dikke 200 kilometer te verorberen, meesten­tijds op royale wegen, zodat er in een hoog tempo kan worden gefietst. Derhalve geen koers waarin het slechts op het „duwen op de pedalen" aankomt, maar waarin al evenzeer het hersen­werk een wel zeer voorname rol speelt.

Wij hebben ergens gelezen, dat de Zuilenaar Mies Stolker een ernstig candidaat mag worden genoemd voor deelname aan het wereldkampioenschap, dat eind Augustus in Rome wordt verleden.. Dit is een verwachting, die natuurlijk tot een ant­woord noopt. Welnu: de Nederlandse wielergemeenschap heeft in de amateursector tal van jonge lieden, die evenveel ,snee" hebben als Mies Stolker. Volgens Martin W. Duyzings zou door Pellenaars onlangs zijn beweerd, dat we over drie jaar stikken in een leger van middelmatige amateurs, zonder dat er be­roepsrijders van enig formaat zullen zijn. Wij vragen ons in gemoede af, of een dergelijk oordeel wel gepaseerd is op vol­doende kennis van feiten. Wie regelmatig amateur-coursen pleegt te volgen en zich derhalve niet laat verleiden tot een „oordeel vanuit de fauteuil", moet toch wel een heel ander beeld krijgen van de mogelijkheden, die in de nabije toekomst voor de Nederlandse wegrensport zijn weggelegd.

Neem nu bijvoorbeeld die Ronde van Overijsel eens! Hoe is er ook in deze wedstrijd weer niet “geknald", ofschoon het veld kwalitatief en kwantitatief gerust nog wel wat sterker had kunnen zijn. Neen, met die geproclameerde bloedarmoede van het Nederlandse wegrennerskorps loopt het heus zo'n vaart niet. Er zijn tal van jonge talenten, wier namen voorlopig nog niet met koeien van letters in de dagbladen worden vermeld, doch die zeker binnen niet al te lange tijd een ander beeld zul­len oproepen, dan dat van de middelmatig- heid, waarover men zou hebben gesproken.

Mies Stolker heeft, uit een peloton van goed zestig renners, in de vijfde Ronde van Overijsel de erepalm weten weg te dragen. Hij herhaalde daarmede zijn wapenfeit van 1953, toen de Zuilenaar ook al als eerste in het landelijke Rijssen over de streep flitste. Maar het lijkt ons, te oordelen naar Stolker's glunderende gezicht van Zaterdag, dat deze sierlijke routier aan deze laatste overwinning - met wellicht Rome in het vooruitzicht - de meeste vreugde heeft beleefd. Nochtans was de glorieuze triomfator er niet bij, toen in de beginfase van de ook nu weer door het rondecomite uitstekend georganiseerde wedstrijd Talens, Van Sark, Fok en Pronk (uiteraard niet Jan ­de-stayer maar Maarten-de-wegrenner!) de slag openden. Was het eigenlijk wel een slag? Leek het niet wat meer op overmoed? Hoe het zij: de courage van de vier uitlopers viel te prijzen, want of het ogenblik goed gekozen was of niet, ze staken in ieder geval hun strijdlustige geest niet onder stoelen of banken. Drie jagers wierpen zich in het spoor van het weg­gevluchte kwartet: Blauw, Voorend en Bloetjes. Ook Berg­mans en Kaptein (niet Captein, de jongeman van de twee baan­titels!), deden een duit in het zakje. Maar toen er goed 80 kilo­meter was afgelegd, was de gehele groep - met uitzondering van de pechvogels en de zwakke broeders - weer bijeen. De strijd bleef intussen levendig, zodat waarlijk niet in verveling door het fraaie Overijselse landschap werd getrokken. Op­nieuw joegen vier man de ruimte in: De Jager, Gudde en de „mannen van het eerste uur" Blauw en Kaptein. Vier dappere vluchters, die echter hun winst weggesabbeld zagen, toen een groep van twaalf renners aansluiting bewerkstelligde. De al­dus ontstane hoofdmacht zou in de beslissende kilometers ren­ners verliezen, onder wie de Vlissinger Van Sluys, die evenals Van Dungen zijn illusies door pech verstoord zag. Toen Rijssen aan de horizon opdaagde, werd de kopgroep versplinterd, zoals dit in de meeste wedstrijden het geval is. Stolker - macht, ge­paard aan intelligentie - won in Rijssen de eindsprint van zijn eveneens sterk rijdende metgezel Mattie van den Heuvel, met wie hij, toen men Delden gepasseerd was, dermate stevig met het bijltje had gehakt, dat zij een twee minuten voor­sprong op hun makkers hadden veroverd.  BRON:GERNIEJO.

Amateurs:1. Mies Stolker (Utrecht), 212 km in 5 uur 35 min. 36 sec.; 2. M. van den Heuvel (Hengelo); op 1 min. 46 sec. 3. H. Klein (Utrecht); op 1 min. 58 sec. 4. H. Scholten (Den Haag); 5. J. van de Putten (Den Haag); 6. E. Jongstra (Hoogeveen); 7. B. Teu­nisse (Utrecht); 8. G. de Jager (Hoog Blokland); op 2 min. 17 sec. 9. J. Blauw (Arnhem); op 10 min. 17 sec. 10. A. van Sluijs (Vlissingen); 11. N. Regter (Apeldoorn); op 10 min. 25 sec. 12. P. van de Dungen (Tilburg); op 10 min. 36 sec. 13. K. Niemeijer (Hengelo); 14. C. Stroomer (Wijk aan -Zee); 15. K. van de Vel­den (Berghem); 16. J. Gudde (Amsterdam); 17. J. van de Ham (Oss); 18. B. Pothuizen (Utrecht); 19. J. Aafjes (Wormerveer); 20. C. Kampjes (Hengelo).

 

RONDE VAN PAPENDRECHT.(4 juni).1955

Amateurs, 100 km: 1. J. v. d. Putten, Den Haag; 2. P. Steenvoorden, Haarlem; 3. A. Geldermans, Bevertivijk; 4. N. Regter, Apeldoorn; 5. M. Bravenboer, Rotterdam.

Nieuwelingen, 60 km: 1. J. de Haan, Klaaswaal; 2. J. Schouten, Rotter­dam; 3. C. Niesten, Beverwijk.

 

RONDE VAN STEENWIJK.(11 juni).1955

Amateurs, 65 km: 1. W. Vreeswijk, Alphen a.d. Rijn; 2. A. Wagenaar, Voorst; 3. N. Niemenga, Hengelo; 4. P. Post, Amsterdam; 5. F. Schilt, Amsterdami; 6. A. Visser, Enschede; 7. C. Hamelink, Den Haag; 8. G. Talens, Hoogeveen; 9. C. Kampse, Hengelo; 10. F. Mik, Nw. Pekela.

Nieuwelingen; 40 km: 1. J. le Grand, Amsterdam; 2. W. Beijers, Holten; 3. H. Wagteveld, Steenwijk; 4. J. Elias, Halfweg; 5. R, Lemstra, Wezep; 6. A. Koers, Nw. Pekela.

 

RONDE VAN TERNEUZEN.(24 september).1955

Amateurs en Onafhankelijken: 1. P. Maas (O.); 2. L. v. d. Pluijm (A.); 3. J. de Roo (A.); 4. Th. van Wijchen (A.); 5. J. Westdorp (A.); 6. A. v. 't Hof (A.); 7. A. Braspenning (O.); 8. C. Keepers (A.); 9. J. Bruggenkamp (A.); 10. J. Looijen (D.); 11. K. Inghels (A.); 12. J. Konings (O.); 13. D. de Ruiter (A.); 14. P. Peters (A.); 15. J. Huisson (A.); 16. M. Koch (A.).

 

RONDE VAN UITHOORN.(12 juni).1955

Nieuwelingen: 1. v. d. Meulen, Badhoevedorp; 2. Veenstra; 3. Braat; 4. Stam; 5. Sluis; 6. Markus; 7. Ribbelink; 8. Hoek.

Amateurs: 1. Wuurman, Amsterdam; 2. Van Rhijn, Den Haag; 3. De Koning, Halfweg; 4. Ottenbros, Alkmaar; 5. Mehagnoul, Amsterdam; 6. De Nijs, Beverwijk; 7. Stroomer, IJmuiden.

 

RONDE VAN ULICOTEN.(28 augustus).1955

Nieuwelingen: 1. P. Hanegraaf, Breda; 2. J. de Haan, Klaas­waal; 3. W. van Dongen, Dongen; 4. P. Heeren, Etten; 5. C. van Amsterdam, Oosterhout; 6. J. Bol, Hoeven; 7. A. van Steen, Etten; 8. J. Feyt, IJsselmonde; 9. G. Duinmeijer, Beverwijk; 10. A. Kreukniet, Rotterdam.

 

RONDE VAN ZUID-HOLLAND.(26 juni).1955

Juweel van een sluitstuk hoogtepunt van Ronde van Zuid-Holland

                Pieter de Jongh een sterke winnaar

In de Ronde van Zuid-Holland is het, zoals we elders schre­ven, niet bepaald tot daverende gevechten gekomen. Onder ons gezegd: in de volgwagens was er heus wel eens gelegen­heid een dutje te doen. Maar mag men dit de “inrichters" van de jongste der amateur-klassiekers aanwrjjven? Zuid-Holland moge een land zjjn zonder heuvels, de volijverige bestuurders van de aloude Haagse rennersclub Hollandia hebben bergen moeten verzetten om tot deze Ronde te komen: De wedstrijd, op ideale, maar vaak ook op smalle, kronkelende binnenwegen met keislag bezaaid, het vorige jaar voor de eerste maal ge­houden, verdient een bljjvende plaats op de vaderlandse wed­strijdkalender. Daar zal een ieder het wel over eens zijn.

Geen jachten met “inhoud" dus in deze 192 kilometer lange wedstrijd door de Krimpener- waard en het Westland. Op enkele pechvogels en wel zeer zwakke broeders na, hadden de meeste (van de 140) deelnemers de eerste dertig kilometer volop ge­legenheid om de langs het parcours staande meisjes-in-fleu­rige-zomertoiletten een hartelijke rennersgroet toe te wuiven. Totdat, ergens tussen Koudekerke en Alphen aan de Rijn (de stad van de altijd zo vechtlustige Wil Vreeswijk), tien man van leer trokken. Dat waren Wout Bos, Jan Van Vliet, Martin Wolfs, Pieter de Jongh, Schalk Verhoef, Gerard de Jager, Joop van de Putten, Bertus Lute en twee “nieuwelingen onder de amateurs", waarvan we nog nooit hadden gehoord, maar die, al moesten zij in het verdere verloop van het gevecht „lossen", door deze moedige daad de aandacht op zich vestigden: Jan Kooy uit Dordrecht en Willem Bierhuizen uit Rotterdam. Op deze twee jonge wielerrijders, die vanzelfsprekend routine te kort komen - ze kwamen nogal eens in de wind te zitten - is zeker niet het gezegde van toepassing: die de bramen vreest, moet uit het bos blijven. Kooy en Bierhuizen hadden geen schrik om mee te gaan met hun meer gerenommeerde mak­kers; ze durfden de strijd aan.

En Piet Kooyman, de triomfator van Olympia's Tour door Nederland 1955? Haagse Piet, over wie wij voor zijn stralende overwinning al schreven, dat hij veel meer coureur is dan het vorige jaar, is, dat staat voor ons vast, ook geen man die be­paald angst kent; die het gevecht ontloopt. Maar waarom bleef Kooyman rustig in het peloton “zitten" nadat knapen van rou­tiers de ruimte waren ingevlucht? Waarom zagen Tonny Peters, Cees Kayer, Wim Snijders, Ab van de Putten, Henk de Vos en nog andere renners - o, lijst met deelnemers, we zijn je kwijt geraakt- geen gevaar in deze uitlooppoging en werk­te alleen de Mijnsherenlander Adri van Steenselen zijn ach­terstand, in zijn eentje nog wel, weg? Komaan, alle dagen zijn nu eenmaal niet gelijk; niet altijd kan de boog gespannen zijn. De slotkilometers van deze tweede Ronde van Zuid-Holland zijn nochtans een lust voor het oog en een streling voor het gemoed geweest. Zelfs Homerus zou bij deze prachtige eind­strijd tussen acht sterken nooit in slaap zjjn gevallen. Wat heeft de rijzige Rotterdammer Schalk Verhoef, de grote man van deze hete finale, niet slag op slag gedemarreerd. Je moest, of je wilde of niet, sympathie krjjgen voor zo'n knaap van een vechter. Dan „pakte" hij twintig meter, dan weer dertig. Doch ook in het sluitstuk van Hollandia's wegcourse bleek weer eens overduidelijk, dat renners als Verhoef, ongelofelijk sterk, maar zonder aangeboren snelheid, het in de meeste gevallen moeilijk zullen hebben tegen makkers met meer “vlucht" in de benen. Geljjk bijvoorbeeld een Pieter de Jongh, de knappe winnaar van deze volkomen geslaagde Ronde van Zuid-Hol­land, een Tini Wolfs, een Joop van de Putten, een Adri van Steenselen. Stuk voor stuk renners die wat mans zijn en die met Gijs de Jager, Bertus Lute, Jan van Vliet, Wouter Bos en, zoals gezegd, Schalk Verhoef, voor een Juweel van een eind­strijd zorg droegen. BRON: Evert van Mokum

Amateurs:1. Pieter de Jongh (Made), 192 km in 4 uur 52 min. 20 sec.; op 36, seconden 2. M. Wolfs (Vlijmen); 3. J. van de Putten (Den Haag); 4. G. de Jager (Hoog Blokland); 5. B. Lute ('s-Grave­land); 6. S. Verhoef (Rotterdam); 7. J. van Vliet (Rotterdam); 8. A. van Steenselen (Mijnsherenland); op 2 min. 25 sec. 9. W. Bos (Greup); op 3 min. 30 sec. 10. P. Kooyman (Den Haag); 11. C. Kayer (Zuidermeer); 12. T. Peters (Haarlem); 13. W. Snij­ders (Halfweg); 14. W. Verhoeven (Rotterdam); 15. M. Braven­boer (Rotterdam), op 4 min. 45 sec. 16. P. Versluis (Gouda); 17. J. Kooy (Dordrecht); 18. T. van de Knaap (Poeldijk); op 8 min. 8 sec. 19. A. van de Putten (Den Haag); 20. H. de Vos (Den Haag).

 

RONDE VAN ZUID-LIMBURG.(14 augustus).1955

                               HUNTJENS WINNAAR RONDE VAN ZUID-LIMBURG

                                                      VOOR NIEUWELINGEN

       Sinds verleden jaar kennen onze nieuwelingen ook een “klas­sieker", een echte wegkoers van ,stad tot stad": de Ronde van Zuid-Limburg. Nauwelijks was de zaak gestart of een der favorieten - de Maastrichtenaar J. Pieters - stond al met een lekke tube langs de weg. Slachtoffers vielen ook tijdens het verder verloop bij de vleet. In de buurt van Epen - bij de be­klimming van de Epenerberg - werd het kaf van het koren gescheiden. Het gezelschap werd in meerdere groepjes ver­deeld. Talrijke leden kwamen in de brokkenwagen terecht. Tot Meerssen bleef de kopgroep bijeen. Plots sloeg Lotz op de vlucht en dra had hij 25 seconden te pakken. Vijf kilometer later ging Huntjens op zoek naar de leider, gevolgd door Musch. Nadat laatstgenoemde Huntjens had ingelopen, werd door dit tweetal een felle jacht op Lotz geopend. Moest Lotz zijn pracht positie prijsgeven? Het leek van niet, want hij handhaafde netjes zijn hoog tempo. Maar even voor Heerlen kreeg Lotz een fikse tik. Drie kilometer voor de finish ging een haast zekere victorie teniet. Met zijn drieen werd aan de laatste ronde op het Groene Boord begonnen. Op de Oliemolen­berg demarreerde Huntjens, Musch en Lotz konden deze zet niet meer beantwoorden en zo zegevierde de man uit Beek

   voor Lotz, die via een fraaie eindspurt de tweede prijs in bezit nam.

Tien kilometer voor Heerlen maakten zich vier man uit het peloton los: Snippenburg, Marinus, Kamphuis en Van Uden. Zij streden verwoed om de volgende ereplaatsen. Knops (op 1.20 min.) won de spurt van de grote groep.

Nieuwelingen:1. H. Huntjens (Beek), 88 km in 2 uur 29 min. 36 sec.; 2. R. Lotz (Stein), op 5 sec.; 3. H. Musch (Amsterdam), z.t.; 4. P. v. Snip­penburg (Arnhem), op 50 sec.; 5. H. Marinus (Amsterdam); 6. A. v. Uden (Oss); 7. W. Kamphuis (Heerlen); 8. L. Knops (Bocholtz), op 1.20 min.; 9. K. v. Beek (Stein); 10. J. Doek (Heer­lerheide); 11. L. v. d. Meulen (Badhoevedorp); 12. W. v. Greu­ningen (Amsterdam); 13. W. Floegel (Hoensbroek); 14. A. Ki­vits (Vlijmen); 15. J. v. Eck (Schinnen).

 

RONDOM HET IJSSELMEER.(21 mei t/m 22 mei).1955

          Jan Rol winnaar voor Gerard de Jager en Tonny Peters

Nu Nederland er binnenkort een echte etappencourse voor amateurs bijkrijgt (Olympia's Tour door Nederland), heeft de Ronde van het IJsselmeer nog meer betekenis gekregen. Deze frame inrichting van de aloude Amsterdamse wielerclub „De Germaan", die ondanks alle problemen toch maar de jaren heeft getrotseerd en nu al aan haar achtste uitgave toe was, wenst ieder nog een lang leven toe. Omdat de prominente figuren van de Ronde altijd mannen zijn geweest met typisch Hollandse eigenschappen, zoals doorzetten, durf en onder­nemingsgeest.

Daarnaast: twee dagen rond het IJsselmeer betekent een tocht door een veelzijdig stuk Nederland. Door de vlakke polders van Noord-Holland en langs het waterrijke Friese meren­gebied. Over de Drentse heide en via de Gelderse parel die Veluwe heet. Aileen al om de route zou men het bestuur van „De Germaan" erkentelijk moeten zijn.

Door middel van sport- en dagbladen hebt U al gelezen, dat de jonge Alkmaarse amateur-wegrenner Jan Rol de achtste Ronde van het IJsselmeer, ditmaal minder flonkerend dan in voorafgaande jaren, heeft gewonnen. Waarmee hij zijn naam plaatste op een erelijst, die er zijn mag en die U elders in dit

nummer tegenkomt.

Heeft met Rol een renner getriomfeerd, dies waard is, dat zijn naam in de ,geschiedenis" van de IJsselmeerrondrit wordt vastgelegd? Is de blonde man uit de Kaasstad een coureur in de ware zin van het woord, iemand dus waar toekomst in zit? In een vorige editie van “Wielersport" hebben we, voor de vuist weg, enkele renners voor het voetlicht gehaald die welis­waar genoeg pijlen in hun koker hadden, maar die er toch niet kwamen; bleven steken dus. Misschien wel omdat zij niet konden praten en breien tegelijk. Welaan, daarom blijft het altijd gevaarlijk om jonge wielersportbeoefenaren, die pas de eerste treden op de ladder hebben gezet, uitbundig lof toe te zwaaien; laat staan jubelende artikelen aan hen te wijden. Waarmee wij niet durven beweren, dat wij ons nooit aan die „jeugdzonde" hebben schuldig gemaakt. Alleen: nu we de zon op middaghoogte zien, kijken we met een meer critisch oog.

Jan Rol, de winnaar.

In de maanden die achter ons liggen, in de verschillende ama­teur-klassiekers en andere wegcoursen van betekenis die wij mochten volgen, hebben we Jan Rol meer dan eens aan de slag gezien (die hij niet ontloopt); hebben we absoluut groei in hem kunnen waarnemen. Daarnaast kwamen we in de gesprekken die wij met hem hadden, al gauw tot de conclusie, dat de 22 ­jarige Alkmaarder vlug van begrip is en dat hij in de wed­strijden zijn beide kijkers goed openzet. Waarmee Rol nog geen overwinningslied behoeft aan te heffen.

Ondanks er eigenlijk maar weinig renners wat men noemt „doorbreken", heeft ons land toch een leger amateurs, waar­van er velen voor geen enkele buitenlandse „liefhebber" be­hoeven onder te doen. Dat hebben onze mannen nu al genoeg bewezen, ook buiten de grenzen van hun land.

In de tweedaagse Ronde van het IJsselmeer, die Zaterdagmid­dag in Amsterdam vertrok voor de eerste en langste etappe naar Meppel, een lief tochtje van 240 kilometers, hebben we vele amateurs op de voet kunnen volgen, aan wie we binnen­kort een artikel hopen te wijden. In de karavaan beweerde men over het algemeen, dat het een “dooie" course was, omdat er te weinig sprankelende jachten waren om er zich warm voor te maken. Daar was wel wat van aan. Aan de andere kant: een groot aantal renners legde de afstand - veelal met een harde wind schuin tegen, zodat van verstoppertje spelen niet veel in huis kwam - af in nog geen zes uur. Waaruit blijkt, dat er werd gereden met een moyenne van gemiddeld veertig kilo­meter.

Het kan anders vreemd lopen. Onder de deelnemers waren er, die in de rit van Zaterdag, van de hoofdstad naar Meppel, verre van goed reden en die zich in de Zondag-etappe van Meppel naar de Bos en Lommerweg in Amsterdam op hun Paasbest voelden. Denk in  dit verband aan de Rotterdammer Schalk Verhoef; aan de „hoop van het Noorden", Fre Mik uit Nieuw­Pekela, die zeker wat mans is en die dat toonde door het winnen van de wegwedstrijd Willemshaven-Bremen over 200 kilo­meter (voor 198 deelnemers); aan de jonge Amsterdammer Moolenijzer en aan Pronk uit Warmenhuizen. Om er slechts enkelen te noemen.

In de Midden-Beemster, toen de eerste etappe nog geen drie kwartier aan de gang was, hebben vele renners de hardheid van het wielermetier leren kennen voorzover zij er nog niet mee bekend waren. Er ontstond een valpartij, waarbij onder anderen betrokken waren Martin, Lammers, Van de Stadt, Jonker, De Loos, Prins, Pluymakers en De Jong. Prins, woon­achtig in de Beemster, kon dus meteen naar huis gaan. Of hij het gedaan heeft, weten we niet. De Limburger Pluymakers uit Berg-Terblijt had veel spoorgeld uitgegeven om een goed half uur in Noord-Holland te fietsen. En wat de Heldernaar De Jong betreft: hij kwam in een sloot terecht. Dat kostte hem een schoen. De rest begrijpt U.

Tot aan Dronrijp (140 km) zat er, ondanks het hoge tempo, weinig muziek in de course. Er waren, als gewoonlijk, renners die met een band zonder lucht sukkelden en dan vaak alleen tegen de wind moesten optornen. Hetgeen, vooral op de Af­sluitdijk, niet meeviel. De Hagenaar Piet Kooyman hoorde onder de pechvogels, evenals Mehagnoul, Wout Heeren, Piet van de Dungen, “Mattie" van de Heuvel, Loot Stoete en Edi Jongstra. Deze jongeman uit Zorgvliet, die het tempo gemak­kelijk volgde, moest zelfs twee maal van de fiets voor een lege tube. Desondanks reed hij, evenals zijn Noordelijke makkers Fre Mik en Henk Nijdam (onlangs nog kranig winnaar van de Ronde van Zullen), de Ronde van het IJsselmeer uit.

Kayer brak zadel.

Inmiddels hebben wij ongetwijfeld allemaal kennis genomen van de moedige daad, die Cees Kayer stelde. Even voorbij Winsum brak plots zijn zadelpen, op geheel verlaten wegen. Maar geen moment kwam in het brain van de man uit Zuider­meer op om de course meteen maar te staken. Opgeven was er niet bij. Dat doen fondantmensen. In deze geest moet Kayer hebben gedacht. Want hij zette door, bijna tien kilometer lang, zonder zadel, staande op de pedalen. Gelooft U ons, een zucht van verlichting ging op toen, in Dronrijp, voor blonde Kees de fiets van Leo de Booy, die voordien pech aan zijn versnel­lingsapparaat had gehad, klaar stond. Tijdens die ogenblikken hebben we opnieuw de indruk niet van ons kunnen afzetten, dat, als puntje bij paaltje komt, de mens zo slecht nog niet is. Geen van Kayer's makkers in de kopgroep kon het over het hart verkrijgen te demarreren. Integendeel: zoveel mogelijk hielp men de pechvogel door hem in de rug voort te duwen. Vooral de Hagenaar Cor Hamelink toonde zich hierbij een sportjongen van het beste soort.

Nadat het zwaar gedecimeerde peloton op de Friese wegen, waar de renners met glunderende ogen door frisse, jonge doch­ters uit bet Heitelan warden nagestaard, door vaak schilder­achtige steden (Bolsward bijvoorbeeld) en kleinere plaatsen waren gesneld, was een kopgroep van vijftien man ontstaan: Adri van Steenselen, Kees Kayer, Jan van Vliet, Frans Braat, Harrie Scholten, Wim Rusman, Jaap Bruggenkamp, Joop Wuurman, Jan Rol, Roel Janissen, Gerard de Jager, Henk van de Kloot, Tonny Peters, Joop van de Putten en Tonny Berg­mans. Een best veld renners dus. Want de Haarlemse rouleur Tonny Peters gaat steeds beter rijden; de Brabander Tonny Bergmans heeft aardig wat in de benen (hij behoorde zeker tot de uitblinkers) en de Hagenaar Joop van de Putten, wiens broer op de Afsluitdijk een wiel brak, schijnt met iedere wedstrijd furore te maken: in de hete eindstrijd van Oldeberkoop via Steenwijk naar Meppel was hij absoluut de grote man. Wat een vechtlust stelde Haagse Joop hier ten toon. Hij, maar ook Adri van Steenselen en Jan van Vliet. Toen Rusman, Berg­mans, Wuurman, Tonny Peters, Van de Kloot en Van de Putten zo'n beetje waren uitgeraasd, sloegen Van Steenselen,(winnaar in 1953) en Van Vliet zes kilometer voor de finish toe, misschien wel met de spreuk voor ogen, dat als de peer rijp is, er moet worden geplukt. Meppel zag hen met acht seconden voorsprong binnenkomen, al was de Rotterdammer Jan van Vliet er dan een meter eerder dan zijn makker.

Van Meppel naar Amsterdam.

De geschiedenis van de Zondag-etappe, de tweede rit dus, is gauw verteld. De klap viel vrij snel. Toen de renners nauwelijks tien kilometer in het zadel zaten, ergens tussen Lichtmis en Staphorst, op brede, zon-overgoten wegen, viel er plotseling een ,gat" en stormden elf man met een halve kilometer voor­sprong de ruimte in. Dat waren Pronk, Mik, Tonny Peters, Verhoef, De Jager, Van 't Hof (die doet het toch maar keurig ondanks de militaire dienst), Smit, Noyen, Moolenijzer, Rol en De Vree. De jonge Theo Noyen, die niet onverdienstelijk rijdt, mist nog veel course-inzicht (wat nam hij, toen hij „los" was, de bochten te ruim); Piet Smit, weliswaar geen drager meer van de vaderlandse rok maar toch nog kilometers te kort, moest, ondanks moedig verweer, ook afhaken. En Bertus de Vree, die veel beter marcheerde dan de eerste dag, liep het helemaal niet mee: een band zonder lucht wierp hem wear terug in het peloton. Het peloton, waarin Rusman het grote werk moest doen. Vanzelfsprekend. De Haarlemmer zal inmid­dels wel hebben ondervonden, dat, na zijn successen in het voorjaar, tal van makkers om hem heenzwermen als vliegen om een lamp.

Viel de achtste Ronde van het IJsselmeer, door de Alkmaarder Jan Rol op inderdaad knappe wijze gewonnen, voor de volgers wat tegen - een wedstrijd kan soms net zo grillig zijn als het haantje van de toren, organisatorisch was de tweedaagse etappencourse van „De Germaan" tot in de perfectie geregeld. Dat de wedstrijd, die jammer genoeg geen hemel van geluk was voor de Zuilenaar Mies Stolker - hij kwam zeven kilometer voor Leeuwarden nogal flink ten val -, zo'n goed verloop had, is ook en vooral te danken aan kamprechter Bram Koopmans. Van zijn geluid mochten de mussen wel eens verschrikt uit de bomen vliegen, zun werk deed hij goed. Voortreffelijk zelfs.   BRON:EVERT VAN MOKUM

Eerste Etappe Amsterdam-Meppel:

1. Van Vliet, 240 km in 5 uur 58 min. 45 sec.; 2. Van Steenselen. Op 8 sec.: 3. Rusman; 4. Van de Putten; 5. Scholten; 6. Rol; 7. Van de Kloot; 8. Wuurman; 9. De Jager; 10. Kayer; 11. T. Peters; 12. Bruggenkamp; 13. Bergmans. Op 3 min. 41 sec.; 14. Marchand. Op 4 min. 2 sec.: 15. Braat. Op 4 min. 6 sec.: 16. Hamelink; 17. Wolfs Op 4 min. 12 sec.: 18. Janissen; 19. 17e Bruin. Op 9 min. 11 sec.: 20. De Hoog.

Tweede etappe Meppel-Amsterdam:

1. Rol, 175 km in 4 uur 27 min. 17 see.; 2. Moolenijzer; 3. De Jager; 4. Verhoef; 5. Van 't Hof; 6. T. Peters; 7. Pronk. Op 34 sec.: 8. Mik. Op 4 min. 37 sec.: 9. Wuurman; 10. Kayer; 11. Van de Dungen; 12. Van de Putten; 13. Bruggenkamp; 14.. Heeren; 15. Bergmans; 16. Lute; 17. Bract; 18. Marchand; 19. Bogers; 20. Van Vliet.

Totaal-klassement:

1. Jan Rol, (Alkmaar), 10 uur 26 min. 5 sec.; 2. G. de Jager (Hong-Blok­land); 3. T. Peters (Haarlem). Op 4 min. 37 sec.: 4, J. van Vliet (Rotter­dam). Op 4 min. 45 sec.: 5. J. van de Putten (Den Haag); 6. J. Wuurman (Amsterdam); 7. C. Kayer (Zuidermeer); 8. J. Bruggenkamp (IJmuiden); 9. H. Scholten (Den Haag); 10. T. Bergmans (Aalst). Op 7 min. 37 sec.: 11. W. Rusma

De erelijst

1948: Van de Neut - Leo Bakker - Hennink    

1949: Faanhof - Petri - Hooijschuur

1950: Witteveen - P. Peters - Kempff

1951: Van Roon - A. Voorting - Van Breenen

1952: A. Voorting - Snijders - Van 't Hof

1953: K. Post - D. de Groot - Donker

1954: Van Dongen - Hofland - Van Bockel

1955: Rol - De Jager - T. Peters

 

ROOSENDAAL.(29 april).1955

Amateurs: 1. Bram Heeren, 2. Michel Stolker, 3. Adrie van Meel,

 

ROOSENDAAL.(8 september).1955

Amateurs: 1. Tonnie Bergmans, 2. Wim Rusman, 3. Piet Maas,

 

ROSMALEN.(15 mei).1955

Nieuwelingen: 1. Theo Sijthoff, 2. C. Cuvelier, 3. Jos Kievits,

Adspiranten: 1. Bart Solaro, 2. W. van de Kamp. 3. Wim van de Stappen,

 

ROTTERDAM.(9 juli).1955

Amateurs .en Onafhankelijken: 1. A. v. d. Knaap, Poeldijk; 2. W. de Outer, Rotterdam; 3. W. Verhoeven, Rotterdam; 4. A. van Selm, Den Haag; 5. J. van Vliet, Rotterdam; 6. G. van Rhijn, Wassenaar; 7: G. van Straten, Rotterdam; 8. J. Heiden, Rotterdam; 9. P. Muilwijk, Rotterdam; 10. J. Kerremans, Den Briel.

Nieuwelingen: 1. J.Griep, Rotterdam; 2. A. van Egmond, Den Haag; 3. W. Bravenboer, Rotterdam; 4. G. Kreukniet, Rotter­dam; 5. D. Dalmeyer, Rotterdam.

 

ROTTERDAM – CHARLOIS.(21 augustus).1955

Nieuwelingen 1e serie: 1. Ab van Egmond, 2. Arie Braat, 3. Jo de Haan,

Nieuwelingen 2e serie: 1. D. de Leeuw, 2. Gijs van Noord, 3. F. van de Staa,

Amateurs: 1. Jan van Vliet, 2. Arie Verzijl, 3. H. van de Kamp,

Veteranen: 1. Cor Tilleu, 2. Ben van Dijk, 3. Berwers, H,

 

ROTTERDAM - CROOSWIJK.(24 juli).1955

Onafh. en amateurs: 1. J. Bruggenkamp, IJmuiden; 2. J. Ko­nings, Breda; 3. A. v. d. Putten, Den Haag; 4. B. Muller, Am­sterdam; 5. G. van Rhijn, Wassenaar; 6. P. Kooyman, Den Haag; 7. G. van Straten, Rotterdam; 8. P. Muilwijk, Rotterdam; 9. H. Kuitwaard, Velsen; 10. G. v. d. Berg, Sliedrecht.

Nieuwelingen: 1. Th. Sijthoff, IJaselmonde; 2. W. Zwaneveld, Dordrecht; 3. J. Griep, Rotterdam; 4. A. van Egmond, Den Haag; 6. C.Spanjersberg, Rotterdam; 6. A. Braat, Aalsmeer; 7. H. Cuvelier, Nw. Vennep; 8. J. Rijkborst, Nw. Vennep; 9. T. Dalme1jer, Rotterdam; 10. B. Kouwenhoven, Rotterdam.

 

ROTTERDAM – FEIJENOORD.(30 april).1955

Oranje wielerfeest in Rotterdam

ARIE VAN WETTER, sterke winnaar van de Ronde van Feyenoord

Niets sneller dan de jaren, heeft zo'n twintig eeuwen geleden de Romeinse dichter Ovidius al gezegd. Daar dachten we Za­terdagmiddag aan toen we weer het oude, vertrouwde beeld ontwaarden bij Nederlands populairste en meest bezochte een­daagse wielerronde: de Ronde van Feijenoord. Een beeld dat we al zolang kennen: duizenden en duizenden toeschouwers, opeengepakt op de trottoirs van de Linker-Maasoever; een heel leger politie-agenten te voet, te paard en per motor, dat steeds maar weer opnieuw meewerkt om het grootste wieler­feest, waarvan de volijverige Feijenoorder Willem Buitendijk de mentor is, te doen slagen.

Ja, waar blijven de jaren. Alsof het gisteren was, zo herinne­ren we ons die eerste wielerronde op de hobbelkeien van Rot­terdam-Zuid in 1935, nu al weer twee decennia geleden. Een wedstrijd voor profs en onafhankelijken over een dikke hon­derd kilometer, waarvoor, evenals Zaterdag, een enorme be­langstelling bestond. Onder de kleine negentig Nederlandse deelnemers nu bevond zich ook een groepje Belgen, vijf of zes man sterk. Het was in de dagen, dat kleine plukjes Belgische beroepsrijders op onze wielerronden afkwamen en dan, door uitmuntend teamwork, meteen de lakens uitdeelden en de goede zilveren guldens mee naar Vlaanderenland namen.

„Doorgewinterde" renners als Maurice Raes, Frans Dictus, Constant Huys, Fons en Guus de Loor, Kemper Horemans en Leo de Ryck - om zo voor de vuist weg enkele van die Belgen te noemen - deden hun werk in de course zo perfect, werkten zij meesterlijk samen, dat er voor de Nederlandse geldrijders hoogstens wat kruimels overbleven.

Edoch, in de eerste Ronde van Feijenoord troffen zij een oranjezoon op hun pad, die naast een surplus aan kwaliteiten een dusdanige”uitgekookte" routier bleek te zijn, dat zij, de Belgen, het sinds lange tijd zonder “hoofdprijs" moesten doen. Theo Middelkamp-in-opkomst was hen in de slotfase zowaar te vlug of geweest. Nochtans was hun dag, door het winnen van de tweede, derde, vierde en vijfde prijs, zeker niet slecht. Om verder te gaan: een jaar later kwam maar een Belg naar Rotterdam. En laat die ene Belg, een zekere Jaak de Meijer, nu alle Nederlanders (85 liefst) de das omdoen? De Meijer, voor de meesten totaal onbekend, had zich in de course hoegenaamd niet laten zien, maar toen de Amsterdammer Roele en de Rot­terdammer Lauwers toesloegen, was de Belg er bij. Het zou zelfs gemakkelijk spel voor hem worden: Lauwers kwam in botsing met een klein meisje, dat aan het ouderlijk oog was ontsnapt, viel en Roele duikelde over hem heen. Vanzelfspre­kend wachtte De Meijer niet, zeker niet op Jaap Roele, die in die jaren snel was als een hazewind. Vraag het Gerrit Schulte maar eens. Dat was zijn clubgenoot.

Enfin, de Ronde van Feijenoord was er en bleef er. Fieleke Middelkamp won voor de tweede maal de wedstrijd (met kleine voorsprong), terwijl Leo de Beer in de spurt knappe wieler­ridders versloeg, onder wie Gerrit van der Ruit, Piet van Nek en Albert Gyssen, knapen die heel wat mans waren. Gerrit van der Ruit, in 1934 vijfde in het wereldkampioenschap op de weg in Leipzig (voor profs), heeft de wielerronde van Feijen­oord nooit kunnen winnen, al was hij er in 1938 heel dicht bij de Brabander Gommers liep in de eindfase van de course weg, dankbaar gebruik makende van de rivaliteit, die er bestond tussen Middelkamp, Braspennincx, Van Amsterdam en Van der Ruit. Deze laatste werd tweede. U ziet het: rivaliteit tussen de toprijders heeft er altijd bestaan.

Feijenoord's vijftiende.

Maar laat ons, zij het in korte trekken, nog iets vertellen over de Zaterdag gehouden wedstrijd, een gebeurtenis, dat tegelijk een volksfeest bij uitnemendheid is. Hoeveel mensen zouden zich wel hebben opgesteld langs het twee-en-een-halve kilo­meter lange parcours, dat de renners 56 maal moesten aftrap­pen? Honderdduizend? Honderdvijftigduizend? Of lag de waarheid ook hier in het midden?

In ieder geval: het is er in Rotterdam-Zuid heet toegegaan; er waren tal van jachten, die het hart verwarmden. Het begon al direct met uitlooppogingen van de Eindhovenaar Verbeek, de Hagenaar Van Selm en De Koning uit Hoofddorp, het dorp waar Dik Trom, Piet van Driel en Jan Vos hun sprankelende jeugdjaren sleten. In deze vijftiende Ronde van Feijenoord hebben we, als gewoonlijk, weer menig pechvogel langs de kant zien staan, betrokken in een valpartij of slachtoffer van een lekke tube of machinedefect. Voor Krijn Post was de course meteen gedaan en ook voor Schalk Verhoef, Jan Otten­bros, Wout Verhoeven, Alfons Borremans, Frans Braat, Arend van 't Hof, Gerrit van Straten en Wout Bos. Vooral deze laatste leerde hieruit, dat het niet alle dagen Zondag is: verleden jaar, zonder pech, werd de man uit Greup een sterke winnaar.

Nochtans: ook buiten al deze teleurgestelde renners om raakte het peloton heel wat recruten kwijt. Omdat verstoppertje spe­len er niet bij was; omdat steeds maar weer opnieuw de vlam hoog oplaaide. Van de Linden, Van de Putten, Cuyten, Van Grinsven en Verbeek, Kuys, Van Vliet, Scholten, De Ruyter en Stevens waren de op winst beluste mannen en vooral in het rijden van de Eindhovenaar Rien van Grinsven tintelde het gelijk de morgendauw in de ochtendgloren.

Eigenlijk begon het feest pas goed, toen twee-derde van de course was afgelegd; toen Adri van Steenselen en Bertus de Vree van leer trokken langs rijen jubelende mensen. Maar achter hen joegen Piet Steenvoorden en Piet Kooyman, Gerrit van de Berg, Arie van Selm, T'onny Peters en Arie de Hoog, Tini Wolfs, David Janbroers, Arie Geluk (die weer fietst als in zijn beste dagen), en Harry Schoenmakers (de eeuwige jeugd), Jan Nulkes, Karel Hamelink en Arie van Wetten.

Van al die dappere vechters, die deze Ronde van Feijenoord zoveel kleur gaven, bleven er uiteindelijk zes over. Dat waren Wolfs, Van Steenselen, Van Wetten, Peters, Janbroers en De Hoog, waarvan laatstgenoemde, voordien ten val gekomen, met het lokkende einde in zicht van zijn makkers moest af­haken. De Hoog's plaats werd ingenomen door de lange Haar­lemse “treinloper" Piet Steenvoorden, die in zijn eentje een ,,gat" van een paar honderd meter dichtte. Wat heel knap werk was.

Van Wetten de grote man.

Hoe knap voorts ook Tini Wolfs, Adri van Steenselen, David Janbroers en Tonny Peters (die meer kan dan hij misschien zelf vermoedt) ook reden, de allerknapste, de uitgesproken meester op dit verre van gemakkelijke tournooiveld, was toch Arie van Wetten. Toen we deze jonge coureur uit Noordwijker­hout zo voort zagen daveren over de Rotterdamse keien, wel twintig “gedubbelde" makkers achter zich aan slepende, toen vroegen we ons af: zou het Van Wetten zijn waarop men wacht: een nieuwe Schulte, een nieuwe Van Est?

Dat hij rijden kan, dit stuk natuurmens, dat schreven we al in een vorige editie van “Wielersport". Arie van Wetten rijdt weliswaar niet altijd economisch; demarreert op ogenblikken, dat hij zich beter „aan de wielen" kan laten voortdrijven, aan de andere kant zien we jonge renners toch het liefst zoals de „wilde" man uit Noordwijkerhout het deed in de prachtige, opnieuw voortreffelijk georganiseerde Ronde van Feijenoord.

Want om er te komen, om zich te harden in de school van de wegrensport, mag men, mits door moeder Natuur met de nodige lichamelijke en geestelljke gaven toegerust, niet te veel rekenen.  BRON:EVERT VAN MOKUM.

Amateurs (ochtendwedstrijd): 1. A. Geldermans (Beverwijk), 80 km in 1 uur 58 min. 58 sec.; 2. G. van Rhijn (Wassenaar); 3. B. Lute ('s-Graveland); 4. C. Stout (Rotterdam); 5. A. Beentjes (Heemskerk); 6. D. de Ruiter (Beverwijk); 7. L. Stoete (Amster­dam); 8. A. van Laarhoven (Tilburg); 9. E. Niehof (Den Haag); 10. Th. Sijthof (Rotterdam); 11. T. Dangerman (Vlaardingen); 12. D. Verdoorn (Rotterdam).

Amateurs (hoofdnummer): 1. A. van Wetten (Noordwijker­hout), 140 km in 3 uur 14 min. 19 sec.; op 1 min. 57 sec. 2. M. Wolfs (Vlijmen); 3. T. Peters (Haarlem); 4. P. Steenvoorden (Haarlem); 5. D. Janbroers (Amsterdam); 6. A. van Steenselen (Mijnsherenland); 7. G. Verhoeven (Tilburg); 8. A. Geluk (Rot­terdam); 9. A. de Hoog (Amsterdam); 10. J. van Vliet (Rotter­dam); 11. P. Kooyman (Den Haag); 12. J. van de Putten (Den Haag); 13. G. van de Berg (Sliedrecht); 14. H. Schoenmakers (Eindhoven); 15. J. Nulkes (Tilburg).

Wielerclubs: 1. De Kampioen (Haarlem), 20 punten; 2. De Spartaan (Den Haag), 38 punten.

 

ROTTERDAM – KATENDRECHT.(31 juli).1955

Amateurs en Onafhankelijken: 1. J. van Vliet, Rotterdam; 2. J. Bruggenkamp, IJmuiden; 3. A. van Houwelingen, Sassenheim; 4. J. Groot, Beverwijk; 5. A. van Steenselen, Mijnsheren- land; 6. A. Geluk, Rotterdam; 7. P. Muilwijk, Rotterdam; 8. C. Koot, Eindhoven; 9. H. Kuitwaard, Velsen; 10. G. van Veldhoven, Poeldijk.

Nieuwelingen: l. C. Niesten, Beverwijk; 2. H. Cuvelier, Nieuw Vennep; 3. J. Rijkborst, Nieuw Vennep; 4. G. Ribbelink, Delft; 5. J. Hermes, Berkel; 6. A. v. Egmond, Den Haag; 7. G. Kreuk­-

niet, Rotterdam; 8. Th. Sijthoff, IJsselmonde; 9. B. Kouwen­hoven, Rotterdam; 10. A. van Iersel, Rotterdam.

 

ROTTERDAM – KRALINGEN.(5 mei).1955

Amateurs: 1. Jan Groot, 2. Jan van Vliet, 3. Gijs van Veldhoven,

Nieuwelingen: 1. Piet Kortland, 2. Theo Sijthoff, 3. Frans van Veldhoven,

 

ROTTERDAM - WITTE -DORP.(30 juli).1955

Amateurs en Onafhankelijken: 1. D. de Ruiter, Beverwijk; 2. G. Pauw, Utrecht; 3. J. v. d. Putten, Den Haag; 4. A. v. d. Putten, Den Haag; 5. H. Kuitwaard, Beverwijk; 6. Kr. Post, Nieuw Vennep; 7. J. van Vliet, Rotterdam; 8. J. Bruggenkamp, IJmui­den; 9. J. Verhoeven, Rotterdam; 10. A. v. d. Leij, Rotterdam.

Nieuwelingen: 1. Th. Sijthoff, IJsselmonde; 2. B. Kouwenho­ven, Rotterdam; 3. C. de Jong, IJmuiden; 4. A. van Iersel, Rot­terdam; 5. G. Duinmeijer, Beverwijk; 6. H. Koger, Haarlem; 7. H. Cuvelier, Nieuw Vennep.

 

RUINEN.(11 september).1955

Amateurs: 1. Klaas Wiltjer, 2. Geert Biel, 3. Jurien Huisman

Nieuwelingen: 1. Gertie Wetzinga, 2. Jan Venema, 3. Harm van Oosten,

Adspiranten: 1. Jos Dekker, 2. B. Oosterhuis, 3. H. Langenhorst,