JAARGANG
1941 WEDSTRIJDEN L T/M Z |
LEEUWARDEN.(1941.08.03) DE RONDE VAN
LEEUWARDEN EEN SUCCES Veel
belangstelling langs het traject Wie gisteren in
de buurt van de Emmakade,Johan Willem Frisostraat,
Willem Lodewiikstraat of Julianastraat is geweest, heeft wel zoo’n beetje den indruk
van een machtig brok organisatie kunnen krijgen, een organisatie die dank zij
veler medewerking en ingespannen arbeid van het uitvoerend comite mogelijk
was. Voor die allen mag het een voldoening heeten dat deze eerste Ronde van
Leeuwarden zoo bijzonder goed geslaagd is. Er was een enorme publieke
belangstelling langs het geheele traject en de renners hebben
met inspanning van al hun krachten geprobeerd – en zijn daarin grootendeels
geslaagd - deze belangstellenden te doen genieten van hun werk. Er was voor een
goede afzetting gezorgd en de Leeuwarder politie die stond onder leiding van
den waarnemend commissaris hoofd-inspecteur S. J. M. Schilderman bijgestaan
door inspecteur Dreeuws, heeft voor een keurige verkeersregeling gezorgd. Het was de heer
L. van Keijzerswaard een der zielen van de machtige organisatie die een kort en
dankbaar gestemd openingswoord sprak waarin dank aan alle medewerkers tot
uiting kwam. Op zijn verzoek werd het vertreksein voor de groep nieuwelingen
gegeven door den burgemeester van Leeuwarden jhr mr J M van Beijma. De strijd der
nieuwelingen Nauwelijks was de
witte vlag gedaald of daar stoof een groep van genoemde traject 11 x rond rijden hetgeen een afstand van
plm het punt van
vertrek, gelegen ongeveer op de helft van de Willem Lodewijk- straat
passeerde bleken er nog weinig renners te zijn achter gebleven. Zoo goed als in
een gesloten blok stormden zij op de streep aan en het was met een machtigen druk op zijn pedalen dat B. de Kort te
Amsterdam deze ronde op zijn
naam bracht. In de tweede
ronde was het weer de Kort die in de sprint zegevierde gevolgd door B. J.
Bitter Rotterdam en M. v d Kerkhof te Helmond. In de derde ronde zegevierde
hij opnieuw terwijl v d Kerkhof weer op de derde plaats lag. Bitter had zijn plaats
moeten afstaan aan D. Mooij Assendelft. Het ging bijzonder snel getuige het
feit dat de renners over de vierde ronde slechts 2 min 53 seconden werk
hadden. Het was thans J Alles te Amsterdam die naar voren was gesprongen,
gelijk gevolgd door M. de Graaf Amsterdam, en D. Mooij Assendelft. Al kwam er
eenige wijziging in de volgorde van rondewinnaars, het peloton bleef nog
steeds zoo goed als geheel aaneengesloten. Dat bleef zoo tot
het einde doorgaan en ook van de Kerkhof bleef een rol van vervullen, als
moest hij in enkele ronden in de Kort en Alles zijn meedere erkennen. Het kan
echter ook tactiek zijn geweest want in laatste ronden kwam hij
onweerstaanbaar naar voren in de sprint om zoodoende de eindzege te behalen.
Kuilman van Beverwijk en de Kort werden resp tweede en derde. De amateurs aan
den start Hierna was het de
beurt aan de amateurs die evenals de transportrijders door den burgemeester
werden gestart nadat zij een behartigenswaardig woord van den voorzitter den heer George
Hoogenkamp hadden meege- kregen. Vier en veertig
renners vertrokken op het sein en ze zijn zo goed als geheel bij elkaar
gebleven. Het waren Lakeman van Amsterdam, Faanhof van Amsterdam, G Peters
van Haarlem, M. C. Segaar van Leiden en C. J. J. de Beste van Haarlem, die
hier den toon aangaven. Toch moet niet vergeten worden te vermelden het
rijden van den Leeuwarder J. Zwerver die steeds bij de eerste vijf aankomende
in iedere ronden heeft behoord en Sj Riemersma van Lieve Vrouwenparochie
die in de achtste ronde drie werd. Overigens kregen
wij hier den indruk dat misschien mede als gevolg van opeenhooping bij de
finish de renners zich niet allen even sportief hebben Gedragen.
Vasthouden zwiepen en aan den kant drukken kwam nog al eens voor. Dit had dan
ook tot gevolg dat de Beste die in de laatste ronde eerst aankwam door de
jury als tweede achter Lakeman werd gekwalificeerd, welke belsissing op de
prijsuitdeling in de Zalen-Schaaf nogal eenig deining en discussie uitlokte. Nieuwelingen: Amateurs: 1. H. Lakeman te Amsterdam (onder protest) 1 uur 3 min. 51 sec.; LEIDEN.(1941.08.19) FAANHOF WINT DE
RONDE VAN LEIDEN. LAKEMAN BEZETTE DE VIERDE PLAATS. Onder groote
belangstelling is Zaterdagmiddag op een door de politie keurig afgezet
stadsdeel de -Rond- van Leiden verreden. Er werd
gestart in twee groepen 20 K.M. voor de Beginnelingen en nieuwelingen, die
het parcours veertienmaal, 56 K.M. voor de onafhankelijken en amateurs, die
het veertigmaal aflegden. De uitslagen waren: Beginnelingen en
nieuwelingen: 1 J. de. Groot. Leiden in 33 min. 10 sec. 2 B. de
Kort, Amsterdam. Onafhankelijken
en Amateurs: 1 H. Faanhof, Amsterdam in 1 uur 32 min. 11 sec.
MADE.(1941.09.21) KEES PELLENAARS
WINT WEDEROM. De eerste
officieele ronde van Made is een succes geworden. Een dikke 10.000
toeschouwers hadden zich rondom het Profs en Onafhankelijken: 1 Kees
Pellenaars, Terheijdcn, tijd 2 uur 36 minuten; 2 John Braspenning,
Princenhage; 3 Huub Sijen, Maastricht; 4 Louis Motké, Amsterdam; 5 Toon
Steenbakkers, St. Michielsgestel; 6 Jan
Gommers, Dongen; 7 Chris Smits, Rotterdam; 8 Cees Joosen, Made; 9 Jan
Lambrichs, Beende; 10 Cor de Best, Haarlem; 11 P. Kors, Amsterdam; 12 J.
Pepels, Stein; 13 H. Keizer, Amsterdam; MEERSSEN.(1941.07.06) Geen enkele Limb.
overwinning De Kort winnaar
bij de nieuwelingen, Bakker by de amateurs, van Amsterdam by de profs en
onafhankelyken, dat is het resultaat van de eerste ronde van Meerssen welke
Zaterdagmiddag onder fraaie weersomstandig- heden is verreden. In alle drie
categorieen is een Limburgsche overwinning uitgebleven een teleurstelling
voor de duizenden toeschouwefs die zich min of meer op een overwinning van
Jan Lambrichts gespitst hadden, of hun verwachtingen op Hub Seyen hadden
gebouwd. Jan Lambrichts
had men van koers af aan tot de favorieten gerekend, doch Hub Seyen pas na
een verbazingwekkende jacht na 13 ronden op de Kopgroep. Anderen
die een zeer goede kans op de overwinning hadden waren na tot dan toe het
spel in handen hadden gehad. Toen van
Amsterdam na die Dat zou hen
noodlottig worden. De Groot en Janssen die bevroedden wat ging gebeuren,
maakten zich op tijd uit de groote groep los en wisten zich bij het
gezelschap van van Amsterdam c.s te voegen. Deze groep van 6
renners verloor elkaar niet meer uit het oog en stormde gezamenlijk op de
finish af en hierby maakte van Amsterdam zich door een onweerstaanbaar
sprintje van de overwinning meester. Op een lengte volgde Braspenning die met
een banddikte Motke op de derde plaats liet. Janssen de Groot en Janssen
eindigden resp op de 4e 5e en 6e plaats. Intusschen was de afstand tusschen Lambrichts en Syen en de
uitloopers steeds grooter geworden en met een achterstand van resp 34 sec eindigden
zij op de 7e en 8e plaats. De strijd by de
profs was overigens door het werk van onze Limburgsche cracks byzonder
spannend en levendig en daardoor het aankyken ten volle waard. Aan ernstige
uitlooppogingen heeft ’t niet ontbroken en hierby
trad vooral J. Lambrichts op den voorgrond. De eerste die een uitlooppoging deed was
Braspenning doch inziend dat het nog te vroeg was en dat het slechts
verspilling van kracht moest beteekenen, liet hy zich vry spoedig door de hem
najagende groep waarin Sijen en Lambrichts waren te vinden inloopen.
Vervolgens waagden Seyen en Lambrichts het zelf doch zy moesten het gezelschap
van Weydenis en van Swelm deelen en later van Saes en met zyn gevijven
slaafden zij erin een kleinen voorsprong op de
eerste groote groep te nemen,
waarin van Amsterdam zich geweldig weerde. Jan Lambrichts
trapte er een dergelijk snel tempo uit dat Syen Saes van Swelm en Weydenis
hem alleen moesten laten doch nauwelijks van deze bevrijd kwam v Amsterdam
die zich uit de eerste groote groep losgewerkt had opzetten en zette met Jan
Lambrichts den strijd aan den kop verder door. Zij namen
gezamenlijk een voorsprong van ongeveer 15 seconden op de eerste groote groep
waarin hardnekkige pogingen werden gedaan om den achterstand in te loopen
doch voorloopig zonder succes. Lambrichts en van
Amsterdam gaven niets toe en langen tijd handhaafden zy hun voorsprong totdat
dat Saes en Janssen zich uit de groote groep loswerkten en het gezelschap van
van Amsterdam en Lambrichts kwamen deelen. Na het vertrek
van Saes en Janssen was in de eerste groote groep de strijd voor goed
ontbrand de Groot Motke en Engel verweerden zich fanatiek, maar moesten het
voorloopig althans nog aanzien dat van Amsterdam Lambrichts, Saes en Janssen
een voorsprong van 15 seconden bleven behouden, terwijl Braspenning als
aanvoerder van de tweede groep een verwoeden strijd voerde tegen den
achterstand van 40 sec op het leidende viertal. De leidende
positie vermocht het leidende kwartet niet te behouden en na de 33e ronde zag
het zich ingehaald door Motke, Engel, de Groot. Met zijn zevenen aan den
kop ging het onvermoeibaar verder. Doch daarmede was
het laatste woord niet gesproken. Integendeel de
strijd was nu pas voorgoed ontbrand. Er waren er twee die na achter geraakt
te zijn fanatiek goed reden en hun achterstand op het leidende zevental
meter-voor-meter inliepen. De eerste was Hub Sijen die in de 17e ronde in de
achterhoede was geraakt en nadien voor een oogen- schijnlijk verloren taak
stond. Moedig doorzettend aangemoedigd door het publiek en bewust van zijn
krachten liep Hub Sijen ronde na ronde op het leidend zevental in en in de
23e ronde bedroeg Sijen’s achterstand nog slechts 20 seconden. Braspenning’s
achterstand was 50 seconden. In de 30e ronde
na een heroischen strijd bereikten Hub Sijen en
Braspen- ning de zeven vluchtelingen, van wie Saes in de laatste Bij de 30e ronde
had dit leidende groepje dan een voorsprong van 30 seconden op Montfrooij en
van 45 seconden op Steenbakkers en Hofman en 1 min
15 seconden op Kuyper en Evers. Nu Sijen zich
naast Lambrichts een plaats in de leiding had veroverd kreeg de strijd voor
het publiek een bijzonder belangwekkend en spannend
aspect. Een Limburgsche
overwinning hetzij van Lambrichts, hetzij van Sijen was. Inderdaad niet
onwaarschijnlijk doch men had buiten den waard, buiten de slimme van
Amsterdam gerekend die na De aankomst van
Sijen en Braspenning was voor van Amsterdam het sein óm zijn beslissenden
slag te doen. Hij ondervond bij zijn poging steun van Motke en Janssen
doch ook van Braspenning die aanstonds de
bedoelingen van van Amsterdam doorzien had. Met zijn gevieren trokken zij er
tusschen- uit en in korten tijd een voorsprong nemend van 12 sec op de Groot,
Janssen, Sijen, Lambrichts, Buuron en Hopstake, van wie de laatste twee reeds een ronde achterstand hadden Van dit groepje
maakten zich tenslotte de Groot en Janssen nog los
die er zelfs na een verwoeden strijd in slaagden de vier vluchtelingen onder
aanvoering van van Amsterdam in te loopen. Lambrichts en
Sijen trachtten tevergeefs den achterstand in te loopen hun aanvankelijke
achterstand van 40 seconden was successievelijk 1
min en tenslotte eindigden zy met anderhalve minuut achterstand
op de 7e en 8e plaats nadat van Amsterdam zooals gezegd is in de sprint van
zes man winnaar werd. Profs en
Onafhankelijken: 1. Aad van Amsterdam Princenhage 2 uur 47 min 25
s; 2. John Braspenning op 1 lengte; 3. Louis Motke Amsterdam op banddikte; 4.
Cees Joosen Made op 1/4 wiel; 5. Cor de Groot Amsterdam op 1/4 wiel; 6.
Mathieu Janssen Eindhoven op 5 sec; 7. Jan Lambrichts Bunde op 1 min 32 sec;
8. Huub Sijen Maastricht op 1 min 34 sec; 9. Toon Steenbakkers St
Michielsgestel op Nieuwelingen: 1. de Kort Amsterdam Amateurs: 1. Bakker Zaandam MIDDEN
BEEMSTER.(1941.06.08) De
uitslagen van de Zondag gehouden ronde van midden
Beemster luidden als volgt: Amateurs
en onafhankelijken 40 km: Nieuwelingen
20 km: 1. B. Verlaan (Amsterdam) in 34
min. 31 sec, 2. J. Alles (Amsterdam), 3. W. Sirasch (Amsterdam), 4. J.
Markus, 5. P. van Rijn. Veteranen: 1. W. Eindhoven (Den Haag) 1 uur 42
sec, MIDDEN-BEEMSTER.(1941.04.15) LAKEMAN WON DE
RONDE VAN BEEMSTER. Voor amateurs en onafhankelijken. Maandagmiddag
werd de Ronde van Beemster gehouden, waaraan een groote groep renners
deelnam. In den wedstrijd voor de nieuwelingen vormde zich reeds
spoedig een kopgroep met de Amsterdammers Siragh, Boskemper, Oomen en de
Hagenaars Vlieger en Bouche. Deze kopgroep bleef onveranderd tot de laatste
ronde. Daarna bezweek Vlieger voor het straffe tempo, terwijl Oomen
tengevolge van een lekken band een groote
achterstand opliep. Op Amateurs en
onafhankelijken Nieuwelingen: 1. Henk Boskemper; 2. Wim Sirach; Veteranen: 1. Willem Eindhoven; 2. Cor Wijnberg; 3. J. Westbroek; MIDDEN-BEEMSTER.(1941.07.27) PELLENAERS WINT
DE RONDE DOOR DE MIDDEN BEEMSTER. Zondag werd bij
Zaandam onder groott belangstelling 4e ronde van de
Midden-Beemster gehouden. Dteuitslagen luidden als volgt: Profs en
Onafhankelijken over 100 K.M. 1. Kees
Pellenaers (Terheiden) 2 uur 40 min. 20 sec. 2 Cor de Groot (Amsterdam); 3
Piet Evers (Wormerveer); 4 Jaap Engel (Amsterdam): 5. Arie Kuiper (Den Haag); 6. Juul de
Visser (Den Haag); 7. Cees Joossen, (Made); 8. Gerrit Loos (Amsterdam); 9.Jan
Domhof (Amsterdam); 10 Piet Kors (Amsterdam); 11. Dollee (Amsterdam):
13 H. Maas (Geldrop). Amateurs over 60
K.M: 1 J. Lust (Oostzaan) 1 uur 17 min. 5 sec.; Nieuwelingen over
20 K.M.: 1. B. de Kort (Amsterdam) 35
min. 5 sec.; NIJMEGEN.GOFFERT.(1941.08.31) Bras
winnaar. STEENBAKKERS GOEDE TWEEDE. Zaterdagmiddag
werd in t fraaie Goffertperk te Nijmegen de eerste ronde van de Goffert voor
profs en onafhankelijken verreden, die gewonnen werd door Braspennincx,
terwijl Toon Steenbakkers met een fietslengte verschil de tweede plaats wist
te bezetten en Pellenaars op Profs
en Onafhankelijken: 1 John
Braspennincx 2.20.25.4 uur; 2 Toon Steenbakkers, 3 Kees Pellenaars, 4 Piet
Evers, 5 Aad van Amsterdam; 6 Louis Motké, 7 Piet Verschuren, 8 Cees Joosen,
9 Gerrit Sprenkelink, 10 jan Lambrichts+ OOSTERHOUT.WARANDA.(1941.04.27) Weinig spanning
rond de waranda Een tegenvaller Pellenaers won
het eerste Criterium Saes en Hoffman
de snelste Limburgers. Duizenden hebben
rond de Oosterhoutsche Warande het eerste criterium van het jaar gezien en
voor zoover deze duizenden niet tot de supporters behooren van Kees Pellenaers,
den winnaar, zullen zij ongetwijfeld zeer teleurgesteld naar hun haardsteden
zijn teruggekeerd. Want Oosterhout werd, uit een oogpunt van spanning
bekeken, een tegenvaller. SNEL BESLIST. De wedstrijd voor
profs en onafhankelijken zag, naast vele jongeren, de elite onzer wegrenners
aan den start en dat het tenslotte toch nog een
pistier als Pellenaers moest zijn die met de bloemen ging strijken, verdiend
nog wel, typeert wel de matte sfeer waarin dit Criterium verreden werd. Nu dient men niet
te vergeten, dat Pellenaars van origine een
wegrenner is — was hij zelfs niet eens amateur-wereldkampioen?- en dat bovendien een circuit als dat van
Oosterhout een man als den Pel zeer
goed ligt, maar toch zou de wedstrijd anders, beter en spannender geweest
zijn, als de grootheden-van-den-weg wat actiever geweest waren. Het eenige
offensief van deze zijde kwam in het begin van den wedstrijd van het viertal
Van Nek, De Groot, Reuter en Motké. Vooral onze nationale kampioen bleek zeer
goed op dreef, maar het peleton reageerde practisch niet op deze
uitlooppoging. Er was slechts één man, die besefte, dat de wedstrijd hier reeds een beslissende wending kon nemen, en dat was
Pellenaers. Hij sprong geheel alleen uit het
peleton, liep in een inderdaad schitterende achtervolging, de vier weglopers
bij, démareerde later opnieuw, slaagde er in op zijn eentje een ronde uit te
loopen, waar het peleton nog steeds niet wakker geworden scheen te zijn, en
had daarmee den wedstrijd practisch in zijn zak. Pellenaers kon van nu af zyn
positie verdedigen en hij deed dat zoo grondig, dat de race uitging zoals
nachtpitjes plegen uit te gaan. Het bleek overigens, dat vele grootheden nog
niet in bijster grootsche forme zitten. Van Amsterdam, Steenbakkers, Gommers,
Buuron, De Hoog en vele anderen verlieten vroegtijdig het tooneel van den
strijd. Piet van Nek bleek in het begin al zijn kruit verschoten te hebben.
Braspenninx was geen oogenblik in het offensief en
dat laatste geldt ook voor onzer Limburger Jan Lambrichs, die zelfs dan verdelgend
reed als hij slechts by een aanval iets te winnen had. Ook Sijen zette de
aanval pas in toen het veel te laat en de race reeds
gereden was. Hij zorgde er echter in ieder geval voor, dat er was leven in de
brouwerij kwam. Jammer genoeg slaagde hij er niet in, in de prijzen te
vallen, iets watt Lambrichs intusschen weer wel lukte. Hij arriveerde
namelijk als dertiende. De beste Limburgsche prestaties werden geleverd door onze
Midden-Limburgers Saes en Hoffman. Zij reden een
goeden wedstrijd en werden daarvoor beloond met respect, de negende en de
tiende plaats. De uitslag van den wedstryd was: Profs en
Onafhankelijken: 1 Kees Pellenaars, Amateurs Aan den wedstrijd
voor amateurs namen niet minder dan honderd renners deel. Ook hier viel reeds vry spoedig de beslissing. Amateurs: 1.Lod Dumoulin; 2. Theo Otten; 3. Piet Kouwenhoven; De
Maastrichtenaar J. Schweitzer bezette de tiende plaats. OOSTERHOUT.WARANDA.(1941.09.07) WIELRENNEN
PIET SMITS EN... DE PEL WONNEN IN OOSTERHOUT. Guus Saes was derde Onder
groote belangstelling werd te Oosterhout het tweede Criterium van dit jaar
gehouden op de Warande Bij de amateurs boekte men een Limburgsche
overwinning. Piet Smits uit Tegelen slaagde er namelijk in den
amateurswedstrijd te winnen voor Faanhof. Van Boheemen. Van Laar Segaar, Savelkouls,
Van Gelder en Gijzen In
den wedstrijd voor profs, en onafhankelljken speelden de “snellen"
opnieuw de hooldrol en weer was het Pellanaars die zegevierend over de
eindstreep ging daarmee zijn zooveelste overwinning vierend. Motké bezette de
tweede plaats, vóór den Weertenaar Guus Saes die eveneens een
uitstekenden wedstrijd gereden heeft. De volgende plaatsen waren voor
Wijdenes. De Beer, Boeyen, Van Amsterdam, Steenbakkers, Moos, Braspenninx en
C. Joossen. Profs
en Onafhankelijken: 1. Kees Pellenaars; 2. Louis
Motke; 3. Guus Saes; 4. Cor Wijdenes; 5. Leo de Beer; 6. Gerrit Boeijen; 7.
Aad van Amsterdam; 8. Toon Steenbakkers; 9. Gerrie Loos; 10. John
Braspennincx; PURMEREND.(1941.07.06) Matth. Jansen
wint Ronde van Purmerend. Parcours werkte
niet mee voor sportief verloop. De Groot bij de
nieuwelingen, Segaar bij de amateurs en Matthieu Jansen bij de professionals
hebben hun namen geschreven op de eerelijst, die de in enkele jaren tijds zoo
populair geworden Ronde van Purmerend kent. Drie renners, die stuk voor stuk
in hun categorieën tot de besten behooren, hebben de overwinning in de wacht
gesleept, na een sportieven strijd, die door vele
duizenden toeschouwers langs het En toch moet het
ons van het hart, dat wij de Ronde van Purmerend liever in haar oude omgeving
hadden gezien. Voor het eerst had het bestuur van “Le Champion"
toestemming gekregen om de Ronde werkelijk in Purmerend te houden, in plaats
van er buiten. Maar daarmede heeft deze koers o.i. tevens zijn typisch eigen
karakter verloren en is zij geworden een ronde, zooals wij er in Nederland
zoovele hebben. Vroeger, op de
lange rechte wegen, van den juist om zijn eenvoud zoo schitterenden
Noordhollandsche polder, waar een Gijsen, onder moeilijke onhandigheden, zijn
zege heeft bevochten, waar een Piet van Nek zijn echte wegrennerscapaciteiten
kon demonstreeren en waar een Gerrit Schulte, zoowel in zijn op als op zijn
hoogtepunt van zijn kunnen, steeds tot de beste prestaties in staat was, daar
is de Ronde van Purmerend geboren en daar heeft zij haar faam kunnen
vestigen. Op het parcours door het dorp, langs de beschuttende toudzen en met
zijn gemeene scherpe bochten, die straat met straat verbinden, was de nieuwe
Ronde van Purmerend jammer genoeg nog slechts een zwakke afspiegeling van wat
wij er van gewend waren.... Toon zouden wij
het niet heélemaal aan het parcours willen wijten, dat de groote strijd van
de professionals jammer genoeg niet zulk een attraetief verloop heeft gehad
als men er van had verwacht. Toen op de helft
van den strijd der cracks, dus na ongeveer vijftig kilometer, zich een
voorwacht had gevormd van zeven renners, namelijk Reuter, Demmenie, Jansen,
Westerveld en Kors, en zich een tweede peloton, onder leiding van
Braspenninx, op ongeveer strijd in zijn
interessantste phase zou treden. Maar het
tegendeel was waar. Nadat Westerveld en Kors voeling met den kop hadden verloren
en Reuter, Demmenie en Jansen zich juist wilden opmaken om gedrieën hun slag
te slaan, brak Reuter zijn zadel finaal af, zoodat hij een ronde staande op
de pedalen moest rijden en kreeg Demimenie een
lekken band, waardoor hij van fiets moest veranderen.... Weg was me; een
slag het werk, waaraan gedurende tientallen ronden zoo naarstig was
gezwoegd. Met een veranderde het aspect van den strijd. John Braspenninx,
de geroutineerde ronderijder, had onmiddellijk in de gaten wat er was
gebeurd, zette een offensief in en kwam met zijn groep, die inmiddels ook al aardig gedund was, aan den kop te liggen. Afgeloopen. En hiermede was
het uit! Of het nu de warmte was, die den renners als lood in was gaan
zitten, of het parcours, dat zich niet tot groote krachtmetingen leende, wij laten
het in het midden. Een feit was
echter, dat de strijd min of meer als een nachtkaars uitging. Steeds weer
verdwenen er renners uit parcours. Zooals wij Henk de Hoogh, die een ongelukkigen val had gedaan in plotseling misten, zoo
misten wij later ook Engel, André de Korver en De Groot, Motké, Hofstede,
Steenbak- Van Swelm en
anderen, die met pech te kampen kregen. Slechts 'n
enkelen dappere als
Amsterdam, die ondanks lekke banden en ondanks een veel te hooge fiets in den
strijd bleef, kon het publiek in extase brengen, zooals het teleurgestels
bleef, toen ook Van Amsterdam ten slotte opgaf. Renner na renner verdween uit den strijd en de hoofdgroep slonk tot op
zeven man: Demmenie, Braspenninx, Spenkelink, Jansen, Stet — die voor het hen
de „grooten" startte — Saes en Chris Smits; Reuter, de pechvogel, volgde op grooten
afstand, met bijna een ronde achterstand kwamen Maas en De Ruiter en de
andere vijf renners waren reeds gedubbeld. Zoo bleef de
rangschikking tot de allerlaatste ronde, waarin ten slotte de eindspurt de zege
bracht aan Jansen, die een uitstekenden wedstrijd
had gereden, maar nochtans niet zooveel indruk had kunnen maken als zijn
voorgangers, die den eerepalm in de Ronde van Purmerend hebben verworven. De strijd der
amateurs, die slechts Verkeerde
tactiek. Immers, toen de
laatste ronde inging, keek Laan nog altijd frisch en jolig in het rond,
knipoogde eens naar een bekende langs den kant en had lucht genoeg over, om
het hooge tempo aan den kop vol te houden. Maar wat hij miste, dat was
routine, de routine, die hen direct moest zeggen, dat hij „den wedstrijd in
zijn zak" had, omdat aan zijn wiel Segaar in de grootste moeilijkheden
verkeerde. Had Laan dit begrepen, dan had hij zonder moeite den Leidenaar
kunnen losrijden en alleen door de finish kunnen gaan. Nu echter kreeg
Segaar gelegenheid om zich aan Laan's wiel te en wel zoo, dat hij vijftig
meter voor de finish tot een eindspurt in staat bleek, die Laan volkomen
verraste en hem met een straat deed verliezen. Niewelingen: 1. De Groot (Leiden) 20 K.M. in 43 min 28 sec; 2. Markus (Amsterdam);
3. De Kort (Adam), 4. Kuiken (Adam), 5. Verlaan (Adam), 6. Kuiper (Adam), 7.
Halbersma (Adam), 8. Noest (Leiden), 9. Bakker (Adam), 10. Schipper (Adam). Amateurs: 1. Segaar (Leiden) 40 K.M. in 1 uur 20 min. 2. Laan (Haarlem), 3. Keyzer (Adam),
4. Rijsbergen (Leiden). 5. Van Meetelen (Scheveningen), 6. P. Ladenius
(Adam). 7. J. Ladenius (Adam), 8. Ekkers (Heiloo), 9. Reuter (Adam), 10
Lakeman (Adam). Professionals en
onafhankelijken: 1. Mathieu Janssen (Eindhoven) 100 K.M. in 2 uur
59 min.; 2. Guus Saes (Weert). 3. John Braspenninx
(Princenhage). 4. gerrit Sprenkelink (Hengelo), 5.
Chris Smits (Rotterdam), 6. Joop Demmenie (Rotterdam), 7. Jan Stet (IJmuiden),
8. Willem Reuter (Amsterdam), op RIJSBERGEN.(1941.06.22) De
uitslagen van de Bonde van Rijsbergen zijn Toeristen: 1 Jos. Broeken, Rijsbergeh, 25 K.M. 53 min.; 2 W. Haast te Zundert; Nieuwelingen: Amateurs:
1 Luyn te Oostzaan 59 K.M. in 1 uur
17 min.; 2 Henny Keijzer; 3 Bakker te Zaandam; SITTARD.(1941.08.15) v. d. Kerkhof,
Helmond, wint bij de Nieuwelingen H. Lakeman,
Amsterdam, zegeviert bij de Amateurs Guus Saes wint
het profnummer 17.000
toeschouwers volgden den wedstrijd Onder
buitengewoon groote belangstelling en begunstigd door prachtig weer had de
eerste Ronde van Sittard plaats. Zoo een geweldige drukte had het Comité
zeker niet verwacht want de tribuneplaatsen waren meer dan uitverkocht. Vele
bezoekers konden geen plaatsen meer krijgen en men zag zich genoodzaakt nog een wagen stoelen er bij te sleepen om de
menschen hun plaats te geven. Volgens opgave van het Comité bedroeg het
aantal toeschouwers meer dan 17.000. De Nieuwelingen Om half een werd
het vertreksein gegeven aan 44 Nieuwelingen, die 10 ronden (26 K.M.) moeten
afleggen. Reeds van meet af zetten deze knapen er een flink tempo
in en wordt de kopgroep van lieverlede gedund. We kunnen hier gerust spreken
van een afvalwedstryd, want telkens zyn er afvalers die het tempo niet kunnen
volgen. Toch blijft de kopgroep nog uit een flink aantal renners bestaan.
Neeft en Mooy trekken er geweldig aan om het veld uiteen te rukken, maar ze
krijgen geen kans en alles bluft voorloopig byeen. In de 8ste
ronde probeert v. d. Kerkhof er tusschen uit te gaan en heeft een terwyl de
overigen de plaatsen in den sprint betwisten. De uitslag luidt als volgt: Nieuwelingen: 1. v. d. Kerkhof, Helmond, in 45 min. 46 sec; 2. D. Mooy, Assendelft,
op De Amateurs. 44 renners gaan
de baan op om 25 ronden van 2,6 K.M. af te leggen en reeds
aanstonds wordt er een tempo ingezet. De ronden worden afgelegd in 4 min. en
al spoedig vallen er slachtoffers wien het tempo te zwaar is. Na 25 K.M.
rijden worden Govaerts, die van rijwiel moest
verwisselen, en Lenaerts gedubbeld. In de kopgroep doet Dumoulin enkele
uitlooppogingen maar v. Gelder en Lakeman evenals Palm laten hem niet weg en
zitten hem direct op de hielen. De eerste
ernstige poging. Na 30 K.M. gaat
Sehellingerhoudt er vandoor en weet een De beslissende
slag. Als er 50 K.M.
gereden zijn zien we een groepje van vijf renners die zich van de overigen
los maken. Deze zyn Bakker, Vos, Schellingerhoudt, Lakeman en Segaar, die
een Palm krijgt een
lek bandje. We krygen de laatste ronde en het zal een span- nende eindspurt
worden waarbij Lakeman zich de snelste toonde en met gering verschil
als eerste over de meet gaat. In de volgende groep is het Hulshof die over de
beste sprintcapaciteiten beschikt. De uitslag luidt: Amateurs: 1. H. Lakeman, Amstordam, in 1 uur 46 mďn.:
2. P. Schellinger- houdt, Zaandam; 12.L. Dumoulin,
Tilburg. De Profs en
Onafhankelijken: Om half vijf
starten een 60 tal Profs en Onafhankelijken voor 100 K.M. Reeds
in de eerste ronde wordt er gedemarreerd. Het is Wydenes die er vandoor gaat
en een kleine voorsprong neemt. 2 Man op kop In de vierde
ronde heeft Pellenaars zich van de groep losgemaakt en komt by Wydenes. Samen
zetten ze een jacht op touw en nemen een kleinen
voor- sprong op een groepje van 3 renners waarin Steenbakkers, v. d. Heyden
en Domhof, die wederom een kleine voorsprong hebben op de hoofdgroep. In de volgende
ronde is alles weer by elkaar. Na 25 K.M.
Gommers op de vlucht. Gommers doet een poging en komt alleen voorbij, op Na 40 K.M. 5 man
op kop. We zien dan Saes,
Janssen, Motké, Syen en Wydenes met 14 sec. voorsprong doorkomen op Evers, de
Groot, Schweitzer en de Beer, terwyl de kopgroep even later volgt. Deze groep
van 5 renners weet zyn voorsprong te vergrooten en brengt deze in de volgende
ronde op 19 sec. voor Domhof, Braspenning en Demmenie, die even voor de kopgroep
liggen. Lambrichts in
actie. Lambrichts die
zich in de hoofdgroep niet op zijn gemak voelt trekt
er tusschen uit op zoek naar zyn vriend Syen, die op kop zit. In deze ronde
is hy 8 sec. achter
op de kop die 25 sec heeft op de hoofdgroep. Een groepje van 5 renners weet
zich uit de hoofdgroep los te maken, het zyn C. Smits, Demmenie,
Verschuren, Hofstede en Pepels. De volgende stand hebben we halverwege den
koers. Op kop Syen, Motké, Janssen, Wydenes en Saes, op 38 sec Chr. Smits,
Verschuren, Hofstede, Pepels, Lambrichts en Demmenie, terwyl de hoofdgroep op
50 sec volgt. v. Amsterdam krijgt een lekke band, maar verandert van rywiel
en zet de stryd voort. Na 70 K.M. Motké
lekke band. By de 5
koploopers komt Motké met een lek bandje op 10 sec voorbij terwyl groep
Lambrichts versterking heeft gekregen en tot. 10 man is gegroeid. In de 75e K.M.
komt Motké te vallen en geeft den stryd op. By de 80 K.M. geeft Hofman op,
die driemaal van rywiel moest verwisselen. Gommers doet een poging Na 80 K.M.
probeert Gommers om zich van het peleton te ontdoen,
doch wordt weer ingeloopen. De 4 koploopers vergrooten hun voorsprong. Na 88 K.M. bedraagt
deze reeds 1 min. 20 sec v. Amsterdam geeft den
stryd op. Wy raken naar het einde en de koploopers blijven hun voorsprong
hand- haven. Deze vier zullen in den sprint de plaatsen moeten betwisten.
Saes toont zich de snelste voor Janssen en Syen. In de 2de groep weet v.
Swelm zich nog los te werken en bezet daardoor de 5de plaats. De uitslag is
als volgt: Profs en
Onafhankelijken: 1. Guus Saes, Weert, in 2 uur 30 min.; 2. Mathieu Janssen, Eindhoven; 3. Huub Sijen,
Maastricht; 4. Cor Wijdenes, Rotterdam; 5. Jan van Swelm, Nijmegen, op 1 min.; 6. Cor de Best, op 1 min. 10 sec; 7. Leo de Beer,
Bussum; 8. Piet Evers, Wormerveer; 9. Gerrit Sprenkelink Hengelo; 10. Jan
Gommers, Dongen; 11. Cor de Groot, Amsterdam; 12. Jaap Engel, Amsterdam; 13.
John Braspenning, Princen- hage; 14. Jan Hofstede Gouda; 15. Henri Maas,
Geldrop. VALKENBURG.CAUBERG.CRITERIUM.(1941.05.11) Sijen won op overtuigende wijze. BELGEN TOONDEN
ZICH UITSTEKENDE KLIMMERS. Het
internationale Cauberg criterium dat Zondagmiddag in Valkenburg duizenden
belangstellenden trok, werd onder ideale weersomstandigheden gehouden. Winnaar werd de
Limburger Huub Seijen, uit Maastricht, die een tactische race reed en in de
dertiende ronde, drie ronden voor het einde, geholpen door Jaap Engel, een
slag sloeg. Motke, onze nationale wegkampioen, was de eerste, die definitief
tot den aanval overging in 4e elfde ronde, doch met pech aan aan rijwiel te kampen kreeg en waardoor een dusdanigen
achterstand kreeg, dat hij voor de overwinning werd uitgeschakeld. De Belgen toonden
zich uitstekende klimmers. Speciaal Wardje
Vissers uit Brasschaert bleek een klimmer van bijzondere klasse. Hij legde
dan ook op overtuigende wijze beslag op de eerste plaats als de beste klimmer
van den Cauberg. Daarna volgden als goede klimmers de winnaar Sijen en
vervolgens wederom een Belg, Ritseveld. Sijen heeft
overi- gens over geluk niet te klagen gehad, daar de grootste kopstukken,
onder wie Piet van Nek, de winnaar van het vorige jaar, en de Belg
Delathouwer reeds vrij spoedig door pech werden achterhaald en den strijd
staakten. Toch is de prestatie van den Limburger niet onverdienstelijk te
noemen als men weet, dat de Cauberg liefst zestien maal genomen moest worden.
Hetgeen bijzondere eischen stelde aan de
capaciteiten van de renners en het materiaal, waarover zij beschikten.
Speciaal het materiaal was in deze beslissend.' Aan het slechte materiaal
waarover verschillende renners beschikten, is
het falen van de kopstukken hoofdzakelijk te wijten. Ook het rijden van den
Amsterdammer Cor de Groot was bewonderenswaardig. Hij deed geen
opvallende dingen, doch reed een regelmatige en tactische race, hetgeen hem een fraaie en verdiende tweede plaats
bezorgde. Was zijn
eindsprint iets sterker geweest, dan had hij ook nog beslag kunnen leggen op
de overwinning. De Brabander Pellenaars een van de favorieten, reed de eerste
ronde van deze race bewonderenswaardig goed. Hij over- schatte tenslotte zijn krachten, waardoor hij tegen het einde het
tempo van de kopgroep niet kon volgen en afzakte. De opkomst van de
renners was verrassend goed. Zelfs de Belgen verschenen vrijwel zonder
uitzondering aan den start. Slechts enkele zwakke renners ontbraken. De
Belgische keien van den weg popelden van strijdlust, hetgeen
vooral voor onze Nederlandsche renners een moeilijke stryd beloofde.
Inderdaad hebben de Belgen strijd geleverd.Zij vertrokken het laatst van den
start, doch reeds na de eerste ronde hadden zy zich
in 't middenveld genesteld. De gunstige weersomstandigheden waren begrypelijk
van veel invloed op de prestatie. Zoo werd het Als eerste
paseerde onder groot gejuich de Brabander Kees Pellenaars, op een 50-tal
meters gevolgd door den Limburger Lambrichs, den Rotterdammer Schollen, den
Brabander Jan Gommers, den Rotterdammer Van Gent en den Limburger Sijen.
Vervolgens passeerden de Belgen Albrecht Hendrikx, Rik Evens, Wardje Vissers
en Ad. Bitseveld. Met eenigen achterstand volgde onze kampioen van den weg
Motke, op een wiellengte gevolgd door den Belg Delathouwer. Na de tweede
ronde was reeds eenige wijziging gekomen in de
kopgroep. Als eerste kwam Lambrichs door, als leider van een groep, waarin
eenige Belgen en Pellenaars. Voor de premie van den Cauberg waren vooral de
Belgen favoriet. Na
vijfmaal den Cauberg te hebben beklommen, had de Belg Ritseveld reeds met vyf punten voorsprong de leiding, op de tweede
plaats gevolgd door onzen landgenoot Lambrichs en als derde Wardje Vissers,
met 'n gelijk aantal punten als Lambrichs. De Limburger Sijen volgde hierop
met 12 punten op de 4de plaats. Reeds nu vielen de eerste slachtoffers. Aanvankelijk
waren het eenige kleinere renners, doch spoedig volgden de verrassingen. De
winnaar van verleden jaar, Piet van Nek, kwam op den Cauberg wegens een
defect aan zijn versnelling zoodanig te vallen, dat hy den strijd moest
staken. Ook de Belg Delathouwer, die verleden jaar op de tweede plaats
eindigde, moest tengevolge van een defect aan zyn rijwiel
opgeven. Hetzelfde lot trof den Amsterdammers Henk de Hoog en de Korver. De
Belgen reden zeer tactisch en zorgden er steeds voor, bij de beklimming van
den Cauberg de eerste plaatsen te bezetten.
Na tien ronden had Wardje Vissers reeds 'n
zoodanigen voorsprong, dat hij zich vrijwel verzekerd had van het hoogste
aantal punten als beklimmer van den Cauberg. Hij bezette toen de eerste
plaats met 34 punten, gevolgd door Ritseveld (België) met 29 punten en op de
derde plaats onze landgenoot Sijen met 23 punten. Sijen slaagde
er later in Ritseveld van de tweede plaats
te verdringen. Bij het ingaan
van de elfde ronde, nadat dus was ontbrand.
Motke kreeg pech met zyn rijwiel en moest zijn
voorsprong verloren laten gaan. Met moeite kon hy daarna het tempo van de
kopgroep volgen. Nu was het moment daar voor den Limburger Sijen om zyn slag
te slaan. Hy werd hierbij
geholpen door Jaap Engel, die het initiatief tot den aanval nam. Beide
renners slaagden erin, een voorsprong te nemen van De laatste ronde
ging met groote spanning in, daar Sijen kennelijk met moeite zijn voorsprong
kon behouden. Wel had hy op den Cauberg nog een behoorlijke voorsprong, doch
bij aankomst aan de eindstreep bleek, dat deze voorsprong tot
een zeer geringen afstand was teruggebracht. Hy kwam als eerste aan met
slechts enkele meters voorsprong op den Amsterdammer Cor de Groot. De
afstand van 103 K.M. afleggend in 2 uur, 52 min. en 12 sec. Profs en
Onafhankelijken: 1 Huub Sijen, Maastricht, 2 uur 52 min. 12 s. 2 Cor de Groot
(Amsterdam) 2 uur 52 min. 10 sec. 3. Albert Schotte (Wargem) België. 4 Juul,
Lowie, België. 5 Guus Saes, Weert. 6. Jan Staeren, Rosmeer, België. 7. Joop
Demmenie, Rotterdam. 8 Wardje Vissers, Brasschaert, België. 9 Jan Lambrichs,
Dunde. VALKENBURG.CAUBERG.CRITERIUM.(1941.09.14) PELLENAARS
WINT HET CAUBERG CRITERIUM In
Valkenburg is gistermiddag het derde Cauberg-criterium verreden. De uitslagen
luiden als volgt: Profs
en Onafhankelijken: 1. Kees Pellenaars (Ter Heide) 3
uur 1 min. 58 sec, 2. Jan Hofstede (Gouda) op 40 sec, 3. John Braspenninx Jr.
(Princenhage) op 1 min. 20 sec, 4. Cees Joosen (Made) zelfden tyd, 5. Leo de
Beer (Bussurn) op 4 min., 6. Cor Wijdenes
(Ouderkerk) zelfden tyd, 7. Cor de Groot (Amsterdam) op 7 min. 18 sec, 8.
Louis Motké (Amsterdam) op 10 min. 45 sec, 9. Charles Hofman (Roermond) op 14
min. 20 sec, 10. Henk Montfrey (Arnhem) zelfden tyd. De
Cauberg-premie werd als volgt gewonnen: 1. Pellenaars 49 pnt., 2. Motké 41
pnt., 3. Braspenninx Jr. 33 pnt., 4. Hofstede 23 pnt., 5. De Beer 21 pnt. VLIJMEN.(1941.05.18) Zondagmiddag
werd te Vlymen onder groote belangstelling van de zyde van publiek en renners
de eerste ronde van Vlijmen verreden voor nieuwelingen, amateurs en
onafhankelyken. De uitslagen luidden: Nieuwelingen: 1. Oomen (Amsterdam) VOERENDAAL.(1941.08.24) Pellenaers
wint de ronde van Voerendaal. G. v. Straeten wint
bij de Nieuwelingen, Bakker bij de Amateurs Regelmatige en zeer sportieve
strijd DE
NIEUWELINNEN. 32
Nieuwelingen starten om 7 ronden of 22.5 K.M. te rijden. Reeds
aanstonds trekt v. d. Kerkhof er tusschen uit en komt in de eerste ronde reeds met een kleinen voorsprong voorbij, maar v. Straeten
die weet hoe gevaarlijk den Helmondenaar is zit hem direct op de veeren en
gaat samen met hem aan den haal. In de 3e ronde nemen deze twee reeds 25 sec. voorsprong op een groepje van 5 renners en
wel Moor, Kuilman, v. Bokhoven, Eibers en Evers, direct hierop volgen Hamers
en Paffen, de heele groep is uit elkaar gerukt en volgt in kleine groepjes.
De twee leiders vergrooten geleidelijk hun voorsprong en in de 5e ronde
bedraagt deze reeds 1 minuut en zijn Moest en Maas
reeds gedubbeld. Hetzelfde lot ondergaan in de volgende ronde de renners
Sijen en Bulte. Zoo gaan we op het einde af en zal het een sprintje worden
tusschen v. d. Kerkhof en van Straeten, waarby de Rotterdammer een tikje
sneller is en met wiellengte wint. In de tweede groep welke uit 4 renners
bestaat is Moor de snelste voor Eevers. Ziehier den uitstag: Nieuwelingen:
DE AMATEURS. Hier starten 34
renners voor 20 ronden. Het zijn Bakker, Lakeman, en Peters die reeds aanstonds een geweldig tempo er in zetten en het veld
uit elkaar rukken. In de 4e ronde
met Bakker, Lakeman, Peters en Ooms op 37 sec. komt een volgende
groep met Segaar, Palm, Schellingerhout, Dumoulin, Bohemen en Loup. De renners
Lakeman. Bakker en Peeters trekken er zoo geweldig
aan dat Ooms moet lossen. Deze ronde is de snelste die tot dan toe gereden
is. In de 7e ronde
komen Bakker en Lakeman alleen door, op 35 sec. volgt Peeters, die gevallen
is, op 50 sec. volgen Ooms, Dumoulin, Smits en Bohemen. Het veld is geheel
uit elkaar gerukt en alles ligt verspreid. Peeters moet den strijd staken. Op kop liggen nog
steeds Bakker en Lakeman, op 7 min. 30 sec. volgen Dumoulin, Lust, Smits,
Hulshof en Schellingerhout. Hierna volgen Palm en Pepels, op 3 min. 15 sec., Govaerts, direct gevolgd door Segaar. Op 1 ronde zitten
Zanetti, Sonnemans, Lenaerts, de Troye, te Loo, Paulussen, terwijl Mulders op
2 ronden volgt. De strijd is
gestreden en de beide koploopers kan zonder noemenswaardige gebeurtenissen de
eerste prijzen niet ontgaan. SEGAAR WERKT ZICH
OP Segaar uit Leiden
werkt zich geweldig naar voren, doch kan niet voorkomen dat hij door de
leiders een ronde gedubbeld wordt. IN DE LAATSTE
RONDE VALT LAKEMAN. We krijgen de
laatste ronde en hier komt Lakeman te vallen, zoodat Bakker alleen toekomt.
De uitslag luidt: Amateurs: DE STRIJD VAN DE
PROFS Bij de start van
de profs werd meteen maar een premie van f 25.— uitgeloofd voor den renner of
de groep van renners, welke het eerste een ronde zou inloopen. Een
opkikkertjt, dat op dit moment wel goed van pas kwam, want juist bij de start
regende het, dat het goot. Maar het duurde gelukkig niet lang en het tempo,
waarin gereden werd, wees wel uit dat er liefhebbers voor de premie te
vinden waren. De jonge
Braspenninx — de oude reed zoowaar ook mede – veroverde zich in de eerste
ronde reeds een aardige voorsprong en al namen
spoedig Motké en Pellenaars de zaak achter hem in handen, het duurde toch nog
een ronde of vijf, voordat men bij hem was. Regelmatig werden eenige ronden
achter elkaar afgedraaid zonder dat er in het iets uiteen liggende peleton schokkende
gebeurtenissen plaats hadden. Na acht ronden
vormde zich een kleine kopgroep, bestaande uit Janssen, Pellenaars, Bouchée,
Wijdenes, Braspenninx en v. Amsterdam. Deze rond werd in 4.52 sec. gereden. Dezelfde groep
wist haar voorsprong in de volgende ronden te vergrooten, terwijl zich van het peleton een groepje, bestaande uit Pepels, Hofman en
Schweitzer had losgemaakt. Steenbakkers leverde een
fraaie prestatie bij het inloopen van een ontmoedigenden achterstand, welke
machinedefect hem bezorgd had. Sijen en Bakker deden eveneens een poging los
te komen van het hoofdpeleton. Dan gaat het heele peleton aan stukken. Sijen en Bakker bereiken de
groep voor hen en achter hen zetten Motké, de Beer en Hofstede een felle race
in, terwijl een groep van Zes renners
liggen los in de achterhoede. Na 14 ronden was
de situatie nog vrijwel hetzelfde. De kopgroep handhaafde zich geheel en al
en lag met een voorsprong van ongeveer 33 sec. voor een volggroep van 8
renners, de rest van het veld, dat trouwens al zwaar geleden had en nog maar
uit nauwelijks een dozijn renners bestond, volgde op ongeregelde afstanden. Halverwege den
strijd lag de kopgroep, nog steeds uit dezelfde renners bestaande, voorop met
een voorsprong van 43 sec. De tweede groep bestond uit Hofman, Hofstede,
Motké, Schweitzer, Pepels, Sijen en de Beert op 1 min. volgde Braspenninx Sr.
op 1 min. 25 sec. Steenbakkers op 1 min. 55 sec. Loos en Keuzer. Tenslotte volgden op bijna 1 ronde achterstand Maas,
Bouchée, Stet en v. d. Beemt. Nogmaals verdient Steenbakkers een pluim op zijn
rennerspetje voor zijn moedigen
strijd tegen den man-met-de-hamer. Op zijn derde fiets wist hij wederom het
peleton voor hem te bereiken. Ook Pepels veroverde een applausje voor zijn
dapper doorzetten, toen hij zijn peleton verliet en een krachtige race achter
zijn voorgangers inzette. En midden in deze race werd hij aangemoedigd door
een premie van ’ f 5.50 voor den renner, die het eerste van het tweede op het eerste peleton zou springen. Inmiddels hadden de laatste vier in het veld een ronde
achterstand opge- loopen. Behalve v. d. Beemt bleven zij echter allen de
kopgroep aankleven. De 56 jarige Braspenninx kreeg intusschen een
„aanmoedigingspremie" van F 5,50, bijeengebracht door de jury, welke premie nog met
een en ander uit het publiek werd verstevigd. In de kopgroep
begon het intusschen te spannen. Een paar premies, welke Janssen wat te
triomfantelijk in de wacht sleepte, waren voldoende om Pellenaers te laden
voor de laatste ronden. Met een geweldig elan maakte hij zich tezamen met Braspenninx jr. los van de kopgroep en zij
hadden weldra een voorsprong van 16 seconden. Zij reden meteen de snelste
rond ook, n.l. 4 min. 41 sec. Als tweede groep volgden Wijdenes, Verschuren,
v. Amsterdam en Janssen. Daar op volgden weer Stet, Maas en v. d. Beemt, alle
drie met een ronde achterstand. Op drie minuten volgde een peleton van 9
renners bestaande uit Hofman, de Beer, Motké, Schweitzer, Pepels, Sijen, Steenbakkers en
Hofstede. Pellenaars en
Braspenninx maakten het er overigens meenens van. Hun voorsprong vergrootte
zich tot 24 sec. Het einde naderde thans en inderdaad ook snel. Zoo goed als
onbedreigd — pech daargelaten — zaten Bras en Pellenaars aan den kop. Van de
laatste ronde dient nog vermeld, dat Sijen alleen een achterstand met bijna 2
minaten reduceerde en zijn positie verbetertie en daarna stormden de twee
winnaars op de finish aan. Met een geweldige
sprint ging Pellenacrs als eerste over de eindstreep, aan zijn wiel gevolgd
door den jongen Braspenninx. Profs en
Onafhankelijken: 1. Kees Pellenacrs, 3 uur. 3 min.; 2. John Braspenninx; 3. Aad van Amsterdam (op 28 sec-);
4. Piet Verschuren; 5. Cor Wijdenes; 6. Mathieu Jansen (op 36 sec.); 7. Leo
de Beer (op 2 min. 22 sec.); 8. Charles Hofman; 9 Toon Steenbakkers 10. Huub
Sijen (op 2 min. 56 sec); 11. Jan Hofstede (op 4 min. 20 sec); 12. Louis
Motké; 13. Schweitzer; 14. Pepels; 15. Keijzer; 16. Loos; 17. Maas (op 1
ronde); 18 Stet; 19. Braspenninx Sr. " WEERT.(1941.06.08) EEN
AFVALRACE MET EEN FLITSEND EINDE Van
Amsterdam sloeg Motké in den sprint.- Van Limburgs favorieten slechts Sijen
bij de eersten. - De belangstelling was groot. WEERT,
Zondag. Van onzen sportredacteur. Drie ronden voor
het einde pas, in een race die er niet minder dan vier-en-dertig telde,
beleefden de duizenden en nog eens duizenden die we rond het drie kilometer
lange, verbazend snelle circuit hadden, den beslissenden slag van Weerts
lustrum-ronde, een wedstrijd waaraan niet alleen het organiseerende comité,
maar ook en vooral de geknakte „Lange Jan", die het feest dan toch maar
eigenlijk op Sijn geweten heeft, zeer veel genoegen beleefd zal hebben. Drie
ronden voor het einde was een laatste, gewaagde, listige demarrage genoeg om
Weert een beslissing-in-den-sprint te besparen. Het was wérkelijk de eerste
niet deze demarrage.. Waren
er niet steeds, in het prille begin van den strijd zelfs, overmoedigen
geweest, die het waagden, een spong te doen uit de bonte rennerssliert die
zich in een dol tempo rond het circuit slingerde? Zij slaagden niet. deze
overmoedigen. Zij reden zich steeds weer vast in het mcordende tempo dat
achter hen, door het, nijdig vasthoudende peleton gedraaid werd — en wat zij
er mee bereikten, was voorloopig niets anders dan dat Weerts lustrum- ronde
een fel gereden afvalrace werd, een wedstrijd waarin de
sterken, de snellen en de slimmen een kans hadden. DE EERSTE KLAP. Een afvalrace?... We hadden
nauwelijks 25 K.M. achter den rug, toen er, na de gebruikelijke
schermutselingen, in de kopgroep meteen al vuurwerk te koop was. De Korver.
Motké, Banken, Evers. Verhoef. Engel, Steenbakkers, Wijdenes en Buets trokken
daar een, steeds wijder wordende gaping tusschen hen en de rest van de
concurreerende menigte. Er werd in dit groepje klaarblijkelijk serieus
gewerkt want de eene seconde voorsprong stapelde zich op de andere en er lag
dan ook inderdaad wel een beetje gevaar in deze uitlooppoging. Motké en Evers
vond men in Weert tot denlaatsten kilometer toe, steeds offensief, in de
eerste gelederen. De Korver scheen
opnieuw van plan om zich in de eerste kilometers volkomen buiten Westen te
rijden (hetgeen hij prompt deed), Banken, die er
later, evenals Buets, met een defect uit moest, zette alle krachten uit zijn
reuzen-body achter dezen sprong en menschen als Engel en Wijdenes staan steeds hun
mannetje. Rondenlang
flitste dit leidende groepje met voorsprong over het circuit. Toen echter
kwam men ook in het peleton blijkbaar tot de
ontdekking, dat er een gevaarlijk gezelschap aan den haal was en meteen viel
op dat oogenblik de achtervolgde karavaan in stukken en brokken, kregen we
een verbazend hard rijdende
groep II, waarin vooral Sijen en Braspenninx op volle toeren draaiden en
hadden ook Demmenie en Van Amsterdam in een
bruisenden sprong de collega's van het peleton in den steek gelaten. SLACHTOFFERS. Even nog hield de
kopgroep in het machtige tegen-offensief van Sijen en de zijnen, het hoofd
boven water. Precies op de helft van den wedstrijd echter ging hun voorsprong
in een laatsten, fellen ruk van de achtervolgers
verloren en twee van deze achtervolgers, Sijen en Braspenninx, vierden samen
met Engel en Wijdenes, dezen triomph met een nieuwe demarrage. Daar vooral,
toen vooral Sijen en Bras het tempo bij iederen pedaalslag in de hoogte
schroefden, kreeg deze wedstrijd het karakter van een afvalrace, zagen we De
Korver en Steenbakkers, leeggereden uit de wielen gaan en later van het
tooneel verdwijnen en hadden we een groep II, die met meer dan dertig
seconden eigenlijk geslagen scheen, en waarin vooral Charles Hofman en,
ietwat onverwacht, Willy Vroomen, den boventoon voerden. We waren
intusschen al een stuk of wat favorieten kwijt. De Groot kwam in het begin
van den strijd in moeilijkheden, raakte achter kreeg hulp van Guus Saes,
Weerts eigen favoriet, die zich van pure vriendschap had laten afzakken, en
gaf een ronde later, samen met den Weertenaar op hetgeen
inderdaad een nogal raadselachtige tactief is... Vooral echter in
de achterhoede vielen er tijdens het offensief van de grootheden zware slagen,
streepten we, ook al als gevolg van lekke bandjes, vele namen in het
programma-boekje door en hielden we tenslotte practisch slechts over den
strijd tusschen groep I, met grootheden als Van Amsterdam, Sijen, Motke,
Bras, Engel, Demmenie en van Swelm en groep II, waarin onze Limburgers Hofman
en Willy Vroomen paar denwerk te verhapstukken kregen. Groep II zou
waarschijnlijk geen schim van kans meer gehad hebben als er in deze periode
van de strijd niet een zekere matheid over de actieviteit van de kopgroep
gelegen had. Er werd, alsof
het de eerste kilometers gold, zwaar geschermutseld. We zagen een
uitlooppogmg van Demmenie. Motké, Wijdenes en Van Swelm, we beleefden een soloren van Motké, we noteerden een gevaarlijker
schijnende demarrage van een gevaarlijk gezelschap, bestaande uit Sijen,
Motke, Janssen en Dietvorst, maar het peleton scheen voor uitlooppogingen
niets te voelen. Het tempo werd hierdoor gedrukt en zoo liep groep II de eene
seconde na de in andere in, slokte zij een achterstand van meer dan een halve
minuut in enkele ronden op, maar betaalde dat nogal zwaar, want Hofman reed
een band aan gruis en Willy Vroomen verdween eveneens uit den strijd, samen
met Demmenie, wiens band het tijdelijke voor het eeuwige verwisseld had en
Jan van Swelm, die de kopgroep vaarwel had gezegd en enkele ronden
later eveneens maar liever opgaf. Jansen en
Wijdenes, twee gevaarlijke jongeren, kregen het, onmiddellijk na de
verbroedering tusschen de twee groepen op de heupen. Met nog slechts iets
meer dan twintig kilometers voor den boeg waagden zij een moedigen sprong,
reden zij drie ronden lang tegen een hard werkend
peleton waarin vooral Motké weer
op den voorgrond trad, maar sneuvelden tenslotte ook zij, toen Sijen tijdens
de dertigste ronde, een fantastisch stukje topvorm ten toonspreidde en hij in
slechts drie kilometer, met de rest van de leidende menigte aan zijn wiel, de
twintig seconden tusschen het peleton en de twee
vluchtelingen goed maakte. DE LAATSTE
SPRONG. Uitstekend
stonden op dat oogenblik Limburgs kansen. Jaak Sijen, de eenige Limburgsche
vertegenwoordiger dien we, naast den tegenwoordig in Amster- dam wonenden
Motké nog overgehouden hadden, scheen met dezen wedstrijd te spelen. Zijn
indrukwekkende sprong naar de twee vluchtelingen moest ook zijn tegenstanders
duidelijk gemaakt hebben, dat hier een man de laatste kilometers inging met
de wetenschap, dat hij niemand behoefde te vreezen. Maar ook een
man-in-topvorm maakt wel eens noodlottige vergissingen. Stak er wel bijzonder
veel gevaar in het sprongetje dat twee ronden voor het einde Motké, steeds
weer Motké, Van Amsterdam en Evers maakten. Mocht men wel veel vertrouwen
hebben in de kracht van Evers, van wien we zoo bijzonder veel niet weten, van
Van Amsterdam die in Valkenburg en in Hoensbroek geen verbazend grootsche
dingen had laten zien en van Motké, die voortdurend in het offensief geweest
was en die tijdens al deze demar- rages hier en daar misschien wel een
veertje had moeten laten ?.... Zij bleek inderdaad
noodlottig, deze vergissing. Want Van
Amsterdam, wiens wegracevorm nogal geleden had onder
de training voor de stayerij, bleek plotseling weer de gevaarlijke man van
vroeger en Motké deed niet voor hem onder en de onbekende Evers reed voor de
kans van zijn leven. Drie ronden voor
het einde werd daardoor Weerts lustrumronde beslist. De reactie van het peleton kwam te laat en ook De Beer, die zich in de
voorlaatste ronde uit de rijen van de kopgroep had gewerkt, bleek niet meer in staat,
het vluchtende trio te halen. Zoo viel dan de
beslissing in een eindsprint van drie, een sprint waarin Evers zoo ongeveer
niet meetelde en waarin Motké, verrassend misschien, geslagen werd door een
uiterst snellen en merkwaardig frisschen Van Amsterdam. De Beer bezette de
vierde plaats met negen seconden achterstand en op slechts zestien seconden
leverden de leden van de hoofdgroep elkaar slag in een vinnigen sprint,
waaruit Janssen als overwinnaar te voorschijn kwam. Het was voor de jury een
moeilijke taak dezen, nogal ingewikkelden sprint, waarin het voornamelijk op
het bezitten van een goede positie aankwam, uit te pluizen. Tenslotte echter
kwam men tot den volgenden uitslag : Profs en
Onafhankelijken: 1. Van Amsterdam, ZAANDAM.(1941.06.01) LAKEMAN EN BAKKER
WONNEN RONDE VAN ZAANDAM. Maandag
organiseerde de Zaanlandsche Wielerclub „D.T.S." het eerste deel van de
ronde van Zaandam. Vandaag vindt het tweede deel plaats, waarby profs en
onafhankelijken zullen starten. De uitslagen van Maandag
luiden als volgt: Amateurs over Amateurs over (Leiden); 5. H.
Keizer (Adam); Nieuwelingen over
ZAANDAM.(1941.06.02) PELLENAERS WINT
DE RONDE VAN ZAANDAM. Onder groote
belangstelling had Dinsdag het tweede deel van het
jaarlijksch wielercriterium „de Ronde van Zaandam" plaats. De organisatie
was bij de Zaanl. Wielerclub “D.T.S." in goede handen. Er werd felle
stryd geleverd door het maximum aantal deelnemers, waarvan
er slechts 17 de eindstreep bereikten. Er waren
opvallend veel uitvallers wegens lekke banden, waaronder bekende renners, die
daarmede hun kansen teloor zagen gaan. Niettegenstaande de hooge
temperatuur spanden de renners zich geducht in en de strijd was vol
afwisseling. Eerst bij het
ingaan van de laatste twintig ronden kwam er eenige teekening in den strijd.
Aan den kop gingen toen Pellenaers en van Amsterdam, die een
feilen strijd leverden. Deze situatie bleef tot de laatste ronden ongewijzigd, doch met nog Behalve genoemde
2 renners kunnen Sprenkeling en M. Jansen op een uitstekende wedstrijd
terugzien. Profs en
Onafhankelijken: 1. Kees Pellenaers (Terheyden) 2 uur 31 min. 23
sec 2. Aad van Amsterdam (Princenhage). 3. Mathieu Jansen (Eindhoven).
4. Cees Joosen (Made). 5. Gerrit Sprenkeling (Hengelo). 6. Juul de Visser
(Den Haag). 7. Cor de Groot (Amsterdam). 8. Henk de Hoog (Amsterdam). 9.
Louis Motké (Amsterdam). 10. Henk Mijnsbergen (Rotterdam). 11. Evers (Wormer-
veer). 12. J. Demmenie (Rotterdam); |