DAMWOUDE.(1982.09.09) Jan Spijker in
massaspurt sterkste in ronde Damwoude De Batavusploeg bezit in Jan Spijker een coureur met een
knappe sprint in de benen die al
menig triomf heeft binnengehaald. Met de 27-jarige admini-
strateur uit Kampen dient altijd terdege rekening
te worden gehouden. Dat bewees hij gisteravond in de amateurronde van Damwoude andermaal. De hele koers was hij betrekkelijk
weinig op de voorgrond getreden, maar toen het peloton voltallig de laatste
ronde inging tipten enkele insiders de Kampenaar
als winnaar En zij kregen gelijk. Piet Kleine, van
de ploeg van NMB Peddelaars, werd met ruim verschil schil verslagen,
evenals Anne Koster, de veteraan van het Friese wielervolkje, die toch maar
weer verraste met een fraaie derde plaats De scherpste kantjes zijn bij
Koster op sprintgebied enigszins vervaagd wat overigens niet wegneemt dat hij
nog vrij regelmatig in de voorste gelederen terug is te vinden. Overigens was
Anne Koster niet alleen actief in de laatste meters. Gudurende
vrijwel de gehele koers, die een iewat vlak verloop
kende, was hij opmerkelijk
actief. De derde plaats was dan ook een terechte bekroning voor zijn alerte
fietsen. Spijker bleef
uiterlijk schijnbaar onbewogen over zijn zesde overwinning op Friese bodem.
Eerder dit seizoen won hij de rondes van Kollum,
Sneek, de zware ronde van ’t Klif, Lemmer en Grouw. Alles went dus kennelijk ook om op de hoogste
trede van het ereschavotje te staan. Hij was ook vrij kort in z’n commentaar. “Een vrij licht parcours was het er zaten
wel wat bochten in maar verder fietste het toch niet al te zwaar En dat ligt
me wel”. Angst wil de Batavusformatie nog wel eens
kennen voor de sterke NMB-ploeg, maar dat is enigzins ongegrond, omdat deze ploeg dinsdagavond in Kollumerzwaag ook al door een Batavus-coureur,
Bert Wekema, gisteravond afwezig, werd afgetroefd. In de laatse ronden werd duidelijk dat er volledig op de sprinterscapaciteiten van Spiiker werd gegokt. Want het was diens ploegmaat Gerard
Schipper geweest, getooid in de regenboogtrui, die voor leven in de brouwerij
zorgde en als vanouds op een enorme wijze met z’n
krachten smeet. Het leverde hem wel weer de leidersprijs op, maar voor de
derde achtereenvolgende maal zegevieren in Damwoude
lukte niet. Daar deed hij ook niet al te veel moeite voor, aangezien hij zich
in de laatste ronden liet terugvallen in het midden van de hoofdmacht,
daarbij het werk aan de andere ploeggenoten overlatend om het karwei af te
maken. Anne Koster was
zichtbaar in z’n nopjes met die derde plaats.
“Herhaling van vorig jaar he”, toen was ie ook derde. Toen op de vraag
hoe lang hij nog denkt door te gaan vanaf de jurywagen schamper werd
opgemerkt. “Zeker tot hij opa wordt”, vond de buschauffeur dit tot grote
hilariteit van het publiek helemaal niet zo’n gekke
gedachte.”Dat su wel kinne ik hew een seun fan negentien en
as dit net so snel is als sien vader”. Door het hoge
tempo van het peloton waren ontsnappingen gedoemd tot mislukken. Tot ruim
halverwege bleef alles dan ook bijeen. Kleine, Spijker en Jan Welles zaten
eens in een zeven man tellende kopgroep maar Gerard Schipper onderkende het
gevaar, ging een paar rondjes sleuren aan de kop van de hoofdmacht en rekende
het zevental hoogstpersoonlijk in. Anders werd het toen met nog ruim twintig
ronden voor de boeg een kopgroep van vijf rennen ontstond, waarbij zich even
later nog een zestal aansloot. Met vijf mensen was de ploeg van NMB
Peddelaars bijzonder sterk vertegenwoordigd, maar het tempo stokte dermate dat er toch weer een samensmelting plaatsvond. Het werd steeds
duidelijker dat het op een massaspurt zou gaan uitdraaien, al probeerde Jan
Welles het in samenwerking met Anne Koster, Jan Feiken
en Emiel Hofman nog wel even. Ook zij waren niet
opgewassen tegen het geweld van de hoofdmacht. Pogingen van Martin Vos en Gerry Takens in de laatste fase
leden eveneens schipbreuk, waarna Jan Spijker zijn sprinters- capaciteiten
weer eens mocht gaan bewijzen.
|