RONDE VAN MIDDEN-BRABANT.(1980.04.19 T/M 04.20)

HENK HAVIK neemt op overtuigende wijze afscheid van juniorencategorie

Vijf grote wedstrijden werden er tot op dit moment voor de junioren gereden en in vier van de vijf kraaide de haan van Henk Havik victorie. Eerst won hij de Dorpen­omloop in West-Brabant, daarna, veertien dagen later, was hij de beste in de Omloop van het Lage Land. Na enkele weken onderbreking triomfeerde de Zaankanter in de Ronde van Noord-West-Overijssel en ten slotte zette hij de kroon op zijn werk door in de Ronde van Midden-Brabant niet alleen de eindrangschikking, maar bovendien twee van de drie etappes op zijn naam te brengen. Drie dagen voordat hij naar de amateurs overstapte drukte hij als niet een zijn stempel op deze tweedaagse, een wedstrijd die de geschiedenis in zal gaan als zeer zwaar, met veel wind, enorme slag­regens, maar daarnaast enorm veel strijd en sportieve gevechten die op het scherp van de snede werden uitgevochten.

In de eerste rit - van Dongen naar Dongen - triomfeerde Marc Manders. Hij wees Henk Havik naar de tweede plaats terug, maar zondagmorgen en zondagmiddag was het meesterschap van Havik zo groot, dat niemand zijn wiel kon houden en twee maal sloeg hij onbarmhartig toe. In de tijdrit bleef hij tien seconden voor zijn naaste rivaal Hans Baudoin en in de rit in lijn, het criterium ter plaatse, werd Gerrit Solleveld in de laatste meters gedecideerd teruggewezen. In die laatste rit werd het klassement danig door elkaar gehutseld. Teun van Vliet rukte op naar de tweede en Rinie Moor­man wist zich naar het brons te rijden. Dit ten koste van Hans Baudoin en Marc Manders, de twee Brabanders die in de laatste kilometers op een onbegrijpelijke wijze de slag misten. Met de renners Verhoeven, Van Poppel en Hoffmans word Wieler­club Pijnenburg uit Tilburg winnaar van het ploegenklassement in deze vlekkeloos verlopen Ronde van Midden-Brabant.

1e etappe: DONGEN-DONGEN (109 km)

Marc Manders, de 18-jarige junior uit Geldrop, had het ons een week eerder, toen hij toeschouwer was bij het merken­kampioenschap in Bladel, terloops toe­vertrouwd. „Ik voel me elke week sterker en de overwinningen moeten nu komen," zei de Brabander in het shirt van Wil­helmina uit Eindhoven.

Dat zijn prognose al in de daarop volgen­de wedstrijd bewaarheid zou worden, heeft hij toen zeker nog niet voor ogen gehad. Lachend nam hij na afloop van de bijzonder zware eerste etappe, van Dongen naar Dongen over een afstand van 109 km, de felicitaties en de bloemen in ontvangst. Gretig profiteerde hij op on­geveer 10 km van het einde, op de weg van Oosteind naar de finish, over de be­ruchte kasseien bij de watertoren, van een aarzeling bij zijn tien gezellen, waar­mee hij ver voor de rest naar de aan­komst reed. Een kopgroep die bijzonder lang was samengebleven en waarin de renners de gelegenheid hadden gehad el­kaars krachten af te tasten en ook te bekijken wie er nog het frist zat of wie er zo ongeveer doorheen was wat het krachten-arsenaal betrof. Marc Manders wachtte tot Henk Havik en Rinie Moor­man, de renners die de hele middag een zeer sterke indruk maakten, achter in het groepje reden. Toen sprong hij op de pedalen en voordat zijn rivalen het in de gaten hadden, was hij vijftig meter weg. De reactie bleef niet uit. Teun van Vliet was de eerste die het gevaar zag, maar hij kreeg geen vrijheid van handelen.

Ook de sprong van Henk Havik droeg niet ver genoeg. Ook hij werd door de rest van de kopgroep achterhaald en ge­kortwiekt. Telkens wanneer een renner het tegen de rest moest afleggen werkte dat natuurlijk in het voordeel van de man op de vlucht. Manders vocht met de moed der wanhoop en deze keer werd het paard dat de haver verdiende wel beloond. Hij hield zijn vijftig a zeventig meter voor­sprong en ging met een verschil van zes seconden als groot winnaar over de eind­streep. Henk Havik verzekerde zich van de tweede plaats en Jean-Paul van Pop­pel uit Tilburg nam evenals enkele weken geleden in de Ronde van het Maasland, de derde prijs in ontvangst.

De jonge Tilburger heeft derhalve an­dermaal van zich doen spreken. De heren van de sportcommissie, in de persoon van Adriaan de Schipper en Bas Goud in deze koers aanwezig, hebben opnieuw zijn naam kunnen noteren en zullen dat ongetwijfeld hebben gedaan. Van Poppel was namelijk de enige eerstejaars junior die zich in dit geweld staande kon hou­den. Hij deed dat niet alleen als mee­rijder, maar aan de kop van de groep deed hij meer dan zijn werk. Imponerend was ook de wijze waarop hij na een lekke band in de kortst mogelijke tijd zijn plaats bij de eersten weer in kon nemen. In fraaie stijl werkte hij zich, heus niet geholpen door een volgwagen, wat men nogal eens ziet, terug naar de eersten.

Zelden zal de slag in een wegwedstrijd zo snel gevallen zijn als in Dongen. Nauwe­lijiks had wedstrijdleider Jan Klip, uit­stekend bijgestaan door Jaap Amels en een zeer deskundige jury, de 123 renners losgelaten of twaalf renners vormden meteen een waaier en reden van de an­deren weg. Deze twaalf, Hans Baudoin, Hans Daams (beiden van De Kempen), Nico Verhoeven en Jean-Paul van Pop­pel (Pijnenburg), Henk Havik (DTS Zaandam), Teun van Vliet (Barrho­poort), Marc Manders (Wilhelmina), Pe­ter Pieters (De Bataaf), Jos Verschuur (Gerrit Schulte), Gerrit Solleveld (West­land Wil Vooruit) en twee individuelen, de snelle Noorman uit Nieuwendam en de sterke Twent Harry Wolters, ver­stonden ellkaar goed en prima samenwer­kend spoedden zij zich de polders in de richting van De Moer in. Een valpartij, zonder gevolgen, had een eind gemaakt aan de aspiraties van Postmans van Feijenoord en Wessels van de WV Em­men en verder viel het peloton in vele groepen uiteen. Groepjes van vier tot tien renners die allemaal diep in de ach­terhoede verdwenen en die zo veelvuldig in aantal waren, dat ze niet genoteerd konden worden.

Achter de twaalf op kop, die zich spoedig van een halve minuut voorsprong had­den verzekerd, vormde zich een tweede dozijn renners. Daalmeijer uit Assen, Wim Meijer uit Musselkanaal, Roland Rol, de nationaal kampioen veldrijden, Gijs Koolen uit Eindhoven, Wilfried Mar­tens uit Den Bosch, Peter Hoffmans (Moergestel), Luut Wieringa uit Hooge­zand, Dirk van Oorschot uit Schijndel, diens naamgenoot Tiny uit Rijsbergen, Hans van Staten, nog een veldritspecia­list uit de Maasstad, Sjef Pirard, een broer van prof Frits, Jan Ackermans ('t Luchtschip) en Jan Poley, de Zeeuw­se juniorenkampioen uit Kruiningen, die met een flikse griep op de fiets zat, gin­gen in de achtervolging en passeerden in Sprang-Capelle na ongeveer 20 km koers met een achterstand van 55 sec.

Op weg naar Oosteind schenen de achter­volgers de slag te gaan winnen. Het ver­schil was teruggebracht tot 35 sec., maar daarna begon de tweede groep af te brokkelen, terwijl de eersten uitblonken door homogeniteit. Dirk van Oorschot deed bij de jagers enorm veel werk. Her­haaldelijik zag men zijn gele trui op kop. Hij kon echter niet verhinderen, dat de eersten het heft weer in handen nemen en langzaam maar zeker de kloof ver­grootten. Peter Hoffmans moest door een val afhaken, voor Martens en Poley ging het te hard. Roland Rol was het volgende slachtoffer. Hij werd getroffen door een lekke band en zou ook terugvallen naar de derde groep van ongeveer veertig een­heden waarin Leon Navels en Ralf Els­hof de grote geklopten van de dag moch­ten worden genoemd.

Voor Pirard, Tiny van Oorschot en Coo­lers ging het in de achtervolging nog niet hard genoeg. Zij gingen gedrieen op zoek naar de leiders, maar werden nog voor­dat de tweede ronde begon tot de orde geroepen. Die tweede omloop zette in met een voorsprong van 1.10 min. voor de kopgroep. De tweede groep brokkelde nog meer af. Daalmeyer moest lossen en kort hierna volgde Coolen dit slechte voorbeeld. Jan Ackermans reed lek, maar kwam weer bij.

In Waspik, nog veertig kilometers moes­ten onder de wielen worden doorgemaald, ging Moorman plotseling recht op de pe­dalen staan. Hij nam honderd meter en werd toen achternagezeten door Man­ders, die kort hierna aansluiting kreeg. Van Poppel sprong ook nog weg, maar hij werd door Van Vliet en Havik terug­gehaald. De twee leiders passeerden in 's-Gravemnoer met 18 seconden voor­sprong, maar moesten even later de vlag strijken. Van Poppel leed bandbreuk, maar hij bewees, zoals eerder al aange­haald, zijn klasse en kwam in fraaie stijl weer bij.

Na Oosteind, 15 km restten, probeerde Peter Pieters zijn slag te staan, maar ook hij werd door de harde wind op kop geveld. Hans van Staten valt in deze fase bij de tweede groep weg en bij de leiders kwam Jos Verschuur in moeilijkheden. Hij vocht al wat hij vechten kon, bleef kilometers lang op vijftig meter hangen, maar kon niet verhinderen dat het ver­schil tussen zijn voorwiel en het achter­wiel van de laatste man in de kopgroep groter werd. Hij zou met de twaalfde plaats genoegen moeten nemen. De twee­de groep eiste nog een slachtoffer. De noorderling Wieringa moest eraf en het was dat moment dat Marc Manders aan­ging en zijn greep naar de macht deed. Een groep die resulteerde in een fraaie overwinning, zijn eerste van het seizoen 1980.

2e etappe: TIJDRIT (6.2 km)

Hoe is het mogelijk dat renners die zeer goed geklasseerd staan, op zes seconden van de leider, die bovendien tot de favo­rieten voor de eindover- winning behoren, in een tijdrit te laat aan de start komen. Toch was dat in Dongen in de morgen­uren van de zondag het geval. Zowel Nico Verhoeven als Gerrit Solleveld meldden zich tien a vijftien seconden te laat en die fout kwam hen erg duur te staan. Zij tuimelden in het algemeen klassement enkele plaatsen omlaag.

De tijdrit werd gewonnen door Henk Havik. Hij vertrok als een komeet, was geladen als een raspaardje en wilde kost wat kost als winnaar uit de bus komen en met een grootse prestatie afscheid nemen van de juniorencategorie. De Zaankanter slaagde in zijn opzet. Tien seconden voor Hans Baudoin en 24 secon­den voor Leon Nevels, de grote ver­slagene van de eerste dag werd hij af­geklokt. Geen eenvoudige opgave deze tweeenzestighonderd meter lange race tegen Vadertje Tijd. De omstandigheden werden ernstig bemoeilijkt door de ge­staag neergutsende regen en door de harde wind die het extra lastig maakte. Dat de winnaar omtrent de negen minu­ten en vijftien seconden zou rijden was te verwachten, maar iedereen die minder, dan tien minuten over genoemde afstand deed mag zeggen zeer goed gereden te hebben. De eerste die deze kloof enigs­zins benaderde was Helderman uit Wate­ringen, een ploeggenoot van Gerrit Solle­veld. Hij bleef juist boven de tienminuten­grens. Daarna kwam Albert Harren uit Haarlem binnen en voor hem werd 9.57 min. genoteerd. Uiteindelijk goed voor een gedeelde veertiende plaats. Ralf Els­hof slaagde er niet in deze tijd te ver­beteren 10.02 min., maar toen nog vijfentwintig renners moesten finishen, Jan Poley ging wegens ziekte niet meer van start, realiseerde Leon Nevels 9.37 min. Deze tijd bleef lange tijd aan de kop van het klassement gehandhaafd. Peter Hoondert 9.49 min., Tiny van Oorschot 9.46 min., Rinie Moorman 9.44 min., Peter Pieters 9.41 min. en Teun van Vliet 9.39 min. deden er tevergeefs een aanval op en moest tot de vierde man in het klassement wachten, alvorens er wijzi­ging in de stand kwam. Hans Baudoin raasde rond in 9.23 min. en hij werd door velen als de winnaar en de nieuwe leider gezien. Henk Havik dacht er echter an­ders over. Hij reed zeer hard, ondanks hij ook werd getroffen door een zeer harde regenbui met hagelstenen. Hij kwam zelfs voor de voor hem gestarte Van Poppel door. Zijn tijd 9.13 min. was de absolute topper van de ochtend. Van Poppel was in een van de door de natheid glad geworden bochten onderuit gegaan en kwam niet verder dan 10.13 min., waardoor hij van de derde naar de tiende. plaats tuimelde. Mac Manders, de win­naar van zaterdag, speelde ook alles of niets, reed alles uit zijn sterke body wat erin zat, maar kwam met 9.39 min. niet verder dan een gedeelde vierde plaats. Havik werd meteen leider van het klasse­ment en mocht de gele leider- strui in ont­vangst nemen. Bloemen waren er ook voor Baudoin en Nevels. Deze laatste liep zijn ruiker bijna mis omdat hij pas laat gehoor gaf aan de oproep van speaker Cees Maas om naar het ere­podium te komen. “Ik heb gisteren enorm slechts en onattent gereden", zei de Lim­burger. „Ik durf niet goed in een waaier rijden, ik ga liever in Limburg op ge­accidenteerd terrein in de slag", ver­volgde hij, die ook de kleuren van Gazelle-Campagnolo zal gaan dragen.

3e etappe: CRITERIUM (91 km)

Havik zat volgens de meeste toesehou­wers bij het begin van het laatste schuifje, de rit op een parkoers van zeven kilometer, die 91 kilometer lang was op fluweel. Dat wilde echter niet zeggen dat de Zaankanter er niets meer voor hoefde te doen. Nauwelijks had de groep zich in beweging gezet of hij werd al getest. Dirk van Oorschot, die over zijn prestatie op zaterdag allerminst tevreden was en hiervan ook de weerslag had ondervon­den in de tijdrit, demarreerde na nau­welijks tien kilometer en toen ervaarde Havik dat iedereen naar hem keek. Hij moest de kastanjes uit het vuur halen en met het peloton op sleeptouw snelde hij naar de vermetele durver toe. Van Vliet, die ook nog alle kansen op de overwinning had, hij stond nog maar 26 seconden achter, was de volgende die in de aanval ging. Hij kreeg de Noord­limburger Van Weegberg in zijn wiel, maar deze laatste bleek de Maaslander niet te kunnen volgen. Van Vliet ging nog even alleen door, maar toen hij merkte dat hij tussen de twintig en dertig seconden bleef hangen, liet hij zich wijselijk weer inlopen. Wolters en Van Poppel waagden in de vijfde ronde hun kans. Manders, de leider en winnaar van zaterdag reed in deze fase van de strijd lek, kwam sterk terug maar verspeelde toch zoveel krachten dat hij in de finale wat tekort kwam. Na ongeveer vijftig kilometer gingen Solleveld en Verhoeven, de twee renners die kostbare seconden handen verspeeld door te laat aan de start van de tijdrit te verschijnen, aan de haal. Weer moest Havik in de beugels en omdat hij ook steun kreeg van Van Vliet, die zijn ereplaats in gevaar zag komen, werd de orde weer snel hersteld. Twintig kilometer waren er nog te rijden toen Peter Hoondert, de sterke Zeeuw uit Heinkenszand, het heft in handen nam en enkele honderden meters voor de rest uit ging rijden. Eerst probeerde de jonge Pirard erbij te komen, maar toen dit niet lukte gingen Havik, Moorman, Van Vliet, Wolters en Solleveld in de achtervolging.

Zij kwamen bij Hoondert. Baudoin en Manders hadden heel even niet op zitten letten. Zij misten de slag. Samen pro­beerden ze de schade te herstellen, maar zij konden niet voorkomen dat hun voor­naamste rivalen 50 seconden wegliepen.

In de laatste vijf kilometer bewoog Gerrit Solleveld hemel en aarde om alleen weg te komen. Henk Havik was de enige die de Westlander bij kon houden. Samen gingen ze naar de eindstreep, waar Havik geen moeite had om van kop af te win­nen en zodoende zijn tweede ritzege in deze tweedaagse binnen te halen. In het algemeen klassement vergrootte Havik zijn voorsprong op zijn naaste rivalen die echter wel van naam veranderden. Teun van Vliet werd nu tweede en Rinie Moorman rukte naar de derde plaats op.

0

RONDE VAN MIDDEN-BRABANT. ( 1980.04.19 T/M 04.20 )

0

Junioren 1e Etappe:

 

1

Marc Manders

Geldrop;

2

Henk Havik

Zaandam;

3

Jean-Paul van Poppel

Tilburg;

4

Hans Baudoin

Valkenswaard;

5

Harrie Wolters

Goor

6

Nico Verhoeven

Berkel-Enschot;

7

Gerrit Solleveld

De Lier;

8

Hans Daams

Valkenswaard;

9

Peter Pieters

Zwanenburg;

10

Rik Moorman

Nieuwendam;

11

Teun van Vliet

Maasland;

12

J. Verschuur

Den Bosch

13

Tonny van Oorschot

Rijsbergen;

14

S. Pirard

Breda

15

Jan Ackermans

Kerkdriel;

16

Dirk van Oorschot

Schijndel;

17

Wim Meijer

Musselkanaal;

18

L. Wieringa

Hoogezand;

19

Peter Hoondert

Heinkenszand;

20

Erik Dompeling

Badhoevendorp;

21

Rick Haster

Amsterdam;

22

W. Martens

Den Bosch

23

Jan Poley

Kruiningen;

24

Martin Stroosnijder

Kruiningen;

25

Leon Nevels

Thorn;

0

Junioren 2e Etappe:

 

1

Henk Havik

Zaandam;

2

Hans Baudoin

Valkenswaard;

3

Leon Nevels

Thorn;

4

Marc Manders

Geldrop;

5

Teun van Vliet

Maasland;

6

Peter Pieters

Zwanenburg;

7

Ralph Moorman

Nieuwendam;

8

Tonny van Oorschot

Rijsbergen;

9

Peter Hoondert

Heinkenszand;

10

Dirk van Oorschot

Schijndel;

11

J. Verschuur

Den Bosch;

12

Erik Dompeling

Badhoevendorp;

13

Jan Ackermans

Kerkdriel;

14

Harrie Wolters

Goor;

15

Ab Harren

Haarlem;

16

W. Martens

Den Bosch;

17

Nico Helderman

Wateringen;

18

Ralph Elshof

Naarden;

19

Wim Daams

Valkenswaard;

20

L. Wieringa

Hoogezand;

0

Junioren 3e Etappe:

 

1

Henk Havik

Zaandam;

2

Gerrit Solleveld

De Lier;

3

Peter Hoondert

Heinkenszand;

4

Rik Moorman

Nieuwendam;

5

Harrie Wolters

Goor;

6

Teun van Vliet

Maasland;

7

Hans Baudoin

Valkenswaard;

8

Marc Manders

Geldrop;

9

Ab Harren

Haarlem;

10

Wim Meijer

Musselkanaal;

11

Jan Ackermans

Kerkdriel;

12

Dirk van Oorschot

Schijndel;

13

Johan Robbe

Veendam;

14

Peter Pieters

Zwanenburg;

15

Hans Daams

Valkenswaard;

16

W. Martens

Den Bosch;

17

Nico Verhoeven

Berkel-Enschot;

18

Louis Oude Lenferink

Uithoorn;

19

Tonny van Oorschot

Rijsbergen;

20

Jos Verschuur

Den Bosch;

0

Junioren Eindklassement:

 

1

Henk Havik

Zaandam;

2

Teun van Vliet

Maasland;

3

Rik Moorman

Nieuwendam;

4

Gerrit Solleveld

De Lier;

5

Harrie Wolters

Goor;

6

Hans Baudoin

Valkenswaard;

7

Marc Manders

Geldrop;

8

Peter Pieters

Zwanenburg;

9

Hans Daams

Valkenswaard;

10

Nico Verhoeven

Berkel-Enschot;

11

Jean-Paul van Poppel

Tilburg;

12

J. Verschuur

Den Bosch;

13

Tonny van Oorschot

Rijsbergen;

14

Dirk van Oorschot

Schijndel;

15

Jan Ackermans

Kerkdriel;

16

Peter Hoondert

Heinkenszand;

17

Wim Meijer

Musselkanaal;

18

John Pirard

Breda;

19

W. Martens

Den Bosch;

20

J. Verbeant

Breda;

21

Martin Stroosnijder

Kruiningen;

22

Piet Hoffmans

Moergestel;