OMLOOP
VAN DE BARONIE.(1980.03.30) PEER MAAS
VOLLEDIG TERUG „Het is mijn
mooiste overwinning uit mijn carriere. Ik heb toch
al acht misschien zelfs wel negen klassieke wedstrijden gewonnen in mijn
dertienjarige loopbaan als renner, maar deze is voor mij om nooit meer te
vergeten. Ten eerste is het de Omloop van de Baronie, een wedstrijd die
geweldig tot mijn verbeelding spreekt en bovendien ben ik na negen maanden
gedwongen non-activiteit teruggekomen." Peer Maas, de
29-jarige assistent-accountant uit Hoogerheide,
stond glunderend op de Bakelseweg in Ulvenhout zijn wederwaardigheden van de Omloop van de
Baronie te vertellen. Even voordien had hij aan dertien gezellen zijn
achterwiel laten zien. Daarmee bewees de Westbrabander
dat hij niet alleen terug op het voorplan is gekomen, maar ook dat hij nog
altijd over zeer rappe benen beschikt. Vorig jaar
verdween Peer Maas van het toneel, toen hij in de rit near
Neede tijdens Olympia's
Ronde zijn heup brak. Twee keer werd het geopereerd. De laatste keer dit jaar
in januari, toen de ijzeren pen die maandenlang in zijn been zat, werd
verwijderd. Kort daarna kon hij de training hervatten. Hij ging met de Gazelle-ploeg van Ben van Erp mee naar het trainingskamp
in Frankrijk. In de K.O.-Race in Groningen liet hij al een glimp zien van
zijn stijgende vorm. In de Omloop van de Baronie, de wedstrijd die hij nog
nooit heeft kunnen winnen - een derde plaats was het beste resultaat -
verscheen hij geladen aan de start. Vanaf het begin huisde hij mee vooraan.
Bijna had de Hel van Moerstraten nog roet in het eten van Peer Maas
gestrooid. Een lekke band aan het begin van de kasseien velde hem, maar
dankzij het uitstekende achtervolgingswerk van enkele ploeggenoten kwam hij
weer terug bij. Overigens was de
Omloop van de Baronie de tweede klassieker die door een renner die een plaats
in een gastrennersvereniging heeft, in een clubtrui
werd gewonnen. In de Glazen Stad reed Rene Koppert
in het shirt van Westland Wil Vooruit naar de
eerste plaats en nu droeg Peer Maas de clubkleuren van de WV Roosendaal en de
clubsponsor Goossens. Dat Peer Maas
eerste zou kunnen worden, dat wil zeggen een grote kandidaat voor de
overwinning zou zijn, stond op ongeveer tien kilometer voor het einde wel
vast. De laatste demarrages van de onstuimig rijdende Martin de Vos en de al
even strijdlustige Mario van Vlimmeren en Barry Zoontjens waren bekoeld en het was duidelijk dat een
sprint de beslissing zou moeten brengen. Maas wachtte lang alvorens de
kortste weg naar de eindstreep te kiezen. Links langs het dranghek zag hij
een gaatje en met dezelfde brutaliteit waarmee hij al zo vaak een wedstrijd
heeft gewonnen wrong hij zijn wiel erin en zo naar voren. Voor zijn onthutste
dorpsgenoot Adri van der Poel (Jan van Erp-man)
betekende dat, dat hij nog alleen voor het zilver in aanmerking kwam. Ook
Herman Snoeijink, anders toch ook bijzonder rap,
had tegen deze gelanceerde Maas geen schijn van kans. ATTRACTIEVE KOERS De Omloop van de
Baronie 1980 gaat ongetwijfeld de geschiedenis in als een van de levendigste
en attractiefste koersen van de laatste jaren.
Direct nadat de bont gekleurde meute ongeveer acht kilometer na de
geneutraliseerde start in Ulvenhout was
losgelaten, een groep van ongeveer honderd eenheden sterk, meldden zich al de eerste durvers. Ad Verstijlen, Martin de Vos en Peter Hofland
ging het niet hard genoeg en terwijl eerstgenoemde er na een kilometer al de
brui aan gaf, gingen de twee overigen nog even door. Voor Martin de Vos was dit de aanzet
voor een geweldig sterk gereden koers. De Limburger was voortdurend voor in
de slag te vinden. Wij zouden bijna willen stellen dat hij wel wat al te
kwistig met zijn krachten is omgesprongen. Op de dijk naar
Zevenbergen en Standdaarbuiten, ongeveer twintig
kilometer was er hier gereden, kwamen ook de eerste lossers zich al
aandienen. Renners die nog niet voldoende kilometers in de benen hebben om
zich vooraan of tussen de wielen te kunnen handhaven. Voor Van de Boom uit Geleen, De Boer uit Hilversum (een man goed voor een
tiental criterium-overwinningen per jaar), Schenk
uit Roosendaal, Seuntjens uit Bladel,
een renner die van warm weer houdt, en Kamerling uit Amstelveen ging het al
te hard. De oosterling Schootman en Van Hooydonk
uit Roosendaal waren bij een kleine valpartij
betrokken en ook zij verdwenen naar de achterhoede en werden niet meer
teruggezien. De harde wind op
de open dijken op weg naar Zwingelspaan en Willemstad eiste nog meer
slachtoffers. Pluta, ook een Limburger, kon het
tempo niet meer bijbenen en Schuurman en
Grootzwagers gaven er eveneens de brui aan. Voor de ploeg De Wit-Vrolijk was de aardigheid er toen al af. We kunnen
ons niet aan de indruk onttrekken dat de renners van deze ploeg wel wat al te
snel afstapten. Ook zij moeten in de gaten hebben dat een sponsor een boel
duiten in onze sport stopt en dat hij daar ook wel eens wat voor terug wil
zien. Ruim dertig
kilometer waren er onder de wielen doorgegaan, toen Ad Tak en de noorderling Meems voorop gingen rijden. Zij kregen echter geen steun
en daarom lieten ook zij zich wijselijk in de groep teruggevallen. De tempo-verhoging had echter toch gevolgen gehad. Jos
Weber, ziek geweest, moest lossen en dit slechte voorbeeld werd gevolgd door
o.a. John Verbeek, Van de Burgh, Trouw en Den Hartog, waardoor de ploeg van
Bik werd geelimineerd, Peter Hofland,
Frits de Kinkelder, Henk de Jong en Rien Ansems. Zij waren nog voor
de vijftigste kilometer was bereikt, bedankt voor de moeite. HEL VAN
MOERSTRATEN Tussen Willemstad
en Fijnaart brak de groep eerst in vier en later in
twee delen uiteen. Een groep van dertig renners nam een halve minuut
voorsprong, maar nog voor Kruisland, aan het begin van de Hel van
Moerstraten, was bereikt, had een groep van dertien kans gezien aansluiting
te krijgen. Piet van Leeuwen reed hier lek en Peer Maas, de latere winnaar,
volgde dit slechte voorbeeld. Martin de Vos
vond het waarschijnlijk gevaarlijk om in de Hel van Moerstraten in een groot
peloton te moeten rijden, want hij ging alleen in de aanval en zijn solotocht
over de toch wel lastige kinderkopjes van de Hel maakte indruk. Twee renners
van de Jan van Erp-ploeg vonden hier hun Waterloo:
Adri van der Poel en Frank Moons, winnaar van vorig
jaar, kwamen ten val en vooral laatstgenoemde zou nooit meer vooraan worden
gezien. Van der Poel reed zeer sterk en sloot zich weer bij de achtervolgers
op De Vos aan. Toen de kruitdamp
van de Hel was opgetrokken, reed De Vos nog steeds met enkele honderden meters
voorsprong op kop. Hij werd gevolgd door Kuiken, Broers, Prinsen, Zoontjens, Hunt, Van Meer, Van
der Steen, Hanegraaf, Wijnands
en Hassink. Kort hierna volgden De Waal, De Groot, Van der Poel, Tak en Lemmens en hierachter streden met ongeveer een halve minuut
achterstand Van Eck, Sparnaay, Jongejan,
Van de Velde, Weber, Winkel, Van de Berg, Thomas, Polak, Meems,
Van Vlimmeren, Knipping, Koppert, Harings en Van Putten.
Huub de Vries, de eerstejaars amateur uit Haarlem,
had ook tot dit laatste groepje behoord, maar -hij moest in de buurt van Wouw
afhaken. Met ruim veertig renners aan de leiding, alle groepen waren terug
samen gekomen, ging de karavaan op Rucphen aan.
Hier werd de kaap van de honderd kilometer gepasseerd. Nog ongeveer
anderhalf uur koers en velen snakten naar adem, omdat de tocht tot op dat
moment erg lastig was geweest. Op weg naar Schijf ging het voor elf renners
te hard. Wijnands had met pech te kampen, maar kwam
in no-time in een fraaie stijl weer bij. Even na Zundert, DE BESLISSING Nog twintig
kilometer, de karavaan reed in de buurt van Strijbeek,
was het opnieuw raak. De Vos en Zoontjens gingen
eerst, kregen daarna gezelschap van Prinsen en Broers en kort hierna maakten Snoeijink, Sumich en Wijnands de vluchtgroep tot een sterk zevental. Dit zou
de beslissing wel eens kunnen zijn, zo oordeelden de volgers. De
achtervolgers, waarbij Hanegraaf
ondanks zijn jeugdige leeftijd enorm veel week verzette en waarbij de
Brabander Jan de Velden uit Geldrop, rijdend voor Markthof een revelatie
mocht worden genoemd, lieten de afstand echter niet groter worden en toen Van
Vlimmeren, opnieuw hij, de sprong naar de eersten
alleen maakte, zagen ook de anderen dat de kopgroep niet buiten schot was en
onder leiding van weer Hanegraaf kwamen allen weer
bij. Dat wil zeggen met uitzondering van Winkel, Prinsen en Kuiken. Zij
moesten lossen en zagen hun vroegere gezellen pas aan de eindstreep terug. Inmiddels was het bordje “Nog tien kilometer"
gepasseerd. De Vos ging weer recht op de pedalen staan. Zijn energie was
onuitputtelijk en tot vermaak van de volgers werd hij in zijn poging gesteund
door de andere kandidaat voor de prijs van de strijdlustigste
renner: Van Vlimmeren. De sprinters waren echter op
hun qui vive. Zij hielden
het tempo hoog en daardoor was niet alleen genoemde poging tot mislukken
gedoemd, maar ook de sprong van Tak en Zoontjens op
nauwelijks vier kilometer voor het einde leidde tot niets. Met veertien man
ging het naar de eindstreep die, zoals vermeld, het eerst door Peer Maas werd
bereikt. BRON: JO DE BRUIJN
|